Voor de inwoners van de gemeente Sloten veranderden er nogal wat zaken toen de gemeente in 1921 werd geannexeerd door Amsterdam.
De woningen in het uitgestrekte landelijke gebied werden aangesloten op het Amsterdamse water- en lichtnet. (En veel later het (aard)gas- en kabelnet.) De scholen vielen voortaan onder het Amsterdamse onderwijs. Ook de huisnummering werd rigoureus aangepast. En dat was misschien maar goed ook…
De gemeente Sloten kende vroeger geen huisnummers per straat, maar per wijk. Als je hier de weg niet kende, was het waarschijnlijk een hele zoektocht om het goede huisnummer te vinden. Foto: Erik Swierstra.
Wijkletters
Voordat de gemeente Sloten in 1921 door de gemeente Amsterdam werd geannexeerd had Sloten een eigen systeem van huisnummers en wijkletters. Dit systeem was ingevoerd omstreeks 1915. Voordien werden percelen en de huizen die daar eventueel op stonden aangeduid met de kadastrale gegevens, die waren vastgesteld in de jaren twintig van de 19e eeuw. Door het toegenomen aantal huizen in de gemeente voldeed het oude nummersysteem niet meer en werd omstreeks 1915 een nieuwe wijkindeling en huisnummering ingevoerd: een letter met een cijfer.
Zo kregen de huizen in de Slotense dorpskern en langs de Sloterweg de combinatie van de letter A met een nummer en begonnen de huisnummers in Oud Osdorp en langs de Akerwegen met een C. Erik Swierstra schreef hierover een boeiend artikel in drie delen.
Gedenksteen is kapstokje voor herinneringen
Initiatiefnemer voor de gedenksteen ‘100 jaar annexatie gemeente Sloten’, Guido Frankfurther: “De gedenksteen moet straks het kapstokje worden om de verhalen over de annexatie en wat dit allemaal teweeg bracht, te vertellen. De annexatie had na-, maar ook voordelen. Op het gebied van bijvoorbeeld de huisnummeringen is Sloten er sinds 1921 echt op vooruit gegaan”.
Opbrengst is al € 3.500,-
Van de benodigde 4.000 euro voor de gedenksteen is nu maar liefst al 3.500 euro binnen, mede door mooie bijdragen van stadsdeel Nieuw-West, Kaasmakerij ‘Aan de Molensloot’ aan de Akersluis, Moerland Makelaars op Tussen Meer, Ed Dooyeweerd Holding uit Sloten en Caravan Centrum Sloten aan de Sloterweg. Misschien kunnen nog enkele bewoners en ondernemers bijdragen om het streefbedrag te halen. Dan kan de gedenksteen hopelijk in december worden onthuld door burgemeester Femke Halsema van Amsterdam en dorpsraadvoorzitter Sjoerd Jaasma.
Bijdragen kunnen worden overgemaakt op bankrekeningennummer NL80 RABO 1472 8260 51 t.n.v. G. Frankfurther. In deze Nieuwsbrief houden wij u wekelijks op de hoogte hoeveel geld er al binnen is en binnenkort ook over de productie van de steen.
Tamar Frankfurther, 15 november 2021.
In het het blad ‘Oever’ van de ‘Vereniging Oeverlanden Blijven‘ zijn in de loop der jaren diverse artikelen verschenen waarin aspecten uit de Geschiedenis van de Nieuwe Meer en Riekerpolder e.o. zijn beschreven. Een aantal van deze artikelen is gedigitaliseerd en als pdf-documenten opgeslagen. Deze zijn hieronder te lezen:
* De geologische geschiedenis van de Oeverlanden
* De geschiedenis van de Oeverlanden
* Een kwart eeuw op de bres voor natuurbehoud
* Een vliegongeluk in de Riekerpolder
* Herinneringen aan het Jaagpad en Riekerpolder
* Herinneringen van een vliegtuigspotter
* Het Nieuwe Meer – Jac P Thijsse 1923 DGA
* Het Spijtellaantje is een blijvertje
* In de voetsporen van Jac.P. Thijsse
* Levende natuur aan het Karnemelksche Gat
* Luchtfoto van de Royal Air Force 1944
* Mijn herinneringen aan het Jaagpad
* Parkenquaestie – januari 1908
Zie ook: www.oeverlanden.nl/historie/
Boerderij Rijnhof van Willem van der Laan die door de annexatie de verkoop van zijn land voor woningbouw misliep.
De Slotense herenboer Willem van der Laan is het najaar 1920 in alle staten. Hij is furieus op zijn naamgenoot Willem, bekend als wethouder in de gemeente Sloten, voluit Willem de Buisonjé. De bom is onlangs gebarsten toen Van der Laan de verkoop van zijn grond voor de gemeentelijke woningbouwplannen vlakbij de dorpskern van Sloten definitief zag gedwarsboomd. En dat kwam omdat De Buisonjé als lid van de Tweede Kamer daar glashard verklaarde dat de gemeente Sloten zich uitspreekt vóór annexatie door Amsterdam!
We hebben het over november 1920 als Willem van der Laan, eigenaar van boerderij Rijnhof aan de Sloterweg, geen goed woord meer over heeft voor die andere Willem die hij met zijn dorpsgenoten tot voor kort nog zo hoog achtte. Dat De Buisonjé zijn eigen gemeente Sloten verraadde is niet de enige uitglijder die hem wordt verweten: een reeks van schandalen komt nu aan het licht, waardoor de ene Willem die andere Willem totaal niet meer kan luchten of zien…
Beluister de podcast
De hele klachtenlitanie van Willem van der Laan, tevens gemeenteraadslid van Sloten, is sinds kort te beluisteren in de podcast die ‘Ons Amsterdam’ onlangs uitbracht op: https://soundcloud.com/…/podcast-ons-amsterdam-episode-2
Het is de tweede in een serie podcasts die het maandblad sinds kort uitbrengt over de perikelen rond de annexatie van de omliggende gemeentes door Amsterdam. Zo gaat de eerste podcast over Harmen Betlehem, ook gemeenteraadslid, maar dan van de gemeente Watergraafsmeer die óók op 1 januari 1921 door Amsterdam wordt geannexeerd. Hij was degene die op oudejaarsdag 1920 een heuse begrafenisstoet organiseerde als protest tegen deze annexatie. Zijn verhaal vanuit de Watergraafsmeer hoor je op: https://soundcloud.com/…/podcast-ons-amsterdam-episode-1
Over Willem de Buisonjé is inmiddels veel bekend, mede dankzij het uitzoekwerk van Jan Loogman die alle informatie bijeenzette in zijn verhaal ‘De verrader van Sloten’. Meer hierover lees je hier en hier.
Willem van der Laan werd pas onlangs aan de vergetelheid ontrukt na de vondst van het archief van de ‘Woningbouwvereeniging Sloten’ op de zolder van de Sint-Jozefschool in Sloten. Bij de opheffing van deze school in 1988 stelde oud-schoolhoofd Theo Durenkamp al deze archiefstukken uit 1920 veilig en maakte deze op 1 juli 2020 openbaar via zijn website onder de titel ‘Annexatie verhindert dorpsuitbreiding Sloten’.
Ook het maandblad ‘Ons Amsterdam‘ schonk aandacht aan dit inmiddels helemaal in de vergetelheid geraakte woningbouwplan en nam het artikel in een bewerkte versie over in zijn editie van februari 2021 onder de titel ‘Bouwplannen gesmoord’.
Voor verdere informatie, fietsroutes, artikelen en nog veel meer over de annexaties van 1921 kijk je op de website Buitenbuurten op https://annexaties1921.com/.
Zwartwitfoto’s: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Foto van Willem van der Laan: Familiearchief Jan van der Laan.
Door: Theo Durenkamp; 6 oktober 2021.
Van: www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/willem-kan-willem-niet-meer-luchten-of-zien
Waarom wilde Amsterdam een deel van Sloten annexeren? Dat vroegen zicht niet alleen de inwoners van Sloten zich af maar dat moesten ook de leden van de Tweede Kamer weten om een gefundeerd oordeel te vormen over de vraag of Sloten nu geannexeerd moest worden of zelfstandig blijven.
Prentbriefkaart van het tolhek aan de Sloterweg, ruim een eeuw geleden. Uitgeverij Kirchner bv, 1910. Collectie Stadsarchief Amsterdam: prentbriefkaarten, Afbeeldingsbestand PRKBB00212000006.
Amsterdam bleek alleen geïnteresseerd in de delen waar zich Amsterdammers vestigden: Hoofddorpplein e.o. en Admiraal de Ruijterweg e.o. En de twee tollen op de Sloterweg moesten weg; de passagiers voor Schiphol moesten twee keer betalen om er vanuit Amsterdam te komen. Verder de landerijen aan het Noordzeekanaal om de haven te kunnen uitbreiden.
De oude dorpskern van Sloten interesseerde hen minder. Maar dat kleinere Sloten wilde het Kabinet niet: te klein om zelfstandig te functioneren. Bovendien waren de veeteelt- en tuinbouwactiviteiten geheel op de grote stad gericht, dus was Sloten economisch grotendeels afhankelijk van Amsterdam. De Tweede Kamer moest zich daar maar over uitspreken en dat deed ze op 5 november 1920. Tegenstanders van algehele annexatie vond Sloten in de leden van christelijke partijen die het platteland wilden beschermen tegen het oprukkende socialistische gevaar.
Een geheel onverwachte voorstander van annexatie was Willem de Buisonjé, nota bene wethouder van Sloten maar ook kamerlid voor de Economische Bond, een in 1917 door oud-minister Treub opgerichte liberale partij. Tot ontsteltenis van het thuisfront verklaarde De Buisonjé zich in de Kamer voorstander van totale annexatie. Hij sprak namens een niet onbelangrijke minderheid van de inwoners van Sloten die – mèt hem – aansluiting bij Amsterdam wensten.
Het betoog van De Buisonjé had niet bepaald de doorslag gegeven: de Kamer stemde vóór volledige annexatie met 42 stemmen voor en 25 tegen. Het pleit was met ruime meerderheid beslecht! De wethouder was gelijk ex-wethouder; zijn positie als “verrader van Sloten” was onhoudbaar en hij week – ook om nog heel andere redenen – uit naar Berlijn. Over de achtergronden van deze ambitieuze man, die helemaal niet zoveel met het dorp ophad maar er min of meer toevallig woonde, leest u in het december-nummer 2020 van Ons Amsterdam of u neemt ’n voorproefje in Het Parool.
De Buisonjé verdedigde zich thuis nog met de mededeling dat hij, voor het in de Tweede Kamer tot stemmen kwam, in raadszittingen en voordrachten al maanden had gepleit voor aansluiting bij Amsterdam en dat zijn houding geen geheim kon zijn. Bovendien had de minister van BiZa hem voor de stemming medegedeeld dat het amendement dat een gedeeltelijke annexatie voorzag (alleen de randgebieden grenzend aan Amsterdam), voor de regering onaannemelijk was.
Toen er in de raadszitting op 19 november 1920 in Sloten gestemd moest worden over de houding van De Buisonjé in de Kamer had deze zich uit de vergadering verwijderd. Een laatste poging van Sloten om de annexatie te ontlopen was het voorstel om met Haarlemmerliede en Spaarnwoude samengevoegd te worden. Dit werd door de regering afgewimpeld.
Het wapen van Sloten, met de ster voor Sloterdijk, de hangsloten voor Sloten, de driehoek voor de Vrije Geer en de os voor Osdorp.
De Gemeente Sloten, die zo’n twee eeuwen ouder was dan Amsterdam, omvatte wel iets meer dan het dorp Sloten zelf, nl. het voor Amsterdam niet onbelangrijke Sloterdijk, het agrarische Osdorp en gehuchten in zo’n tien polders die tot de gemeente behoorden. Die veel gehoorde Vrije Geer was een ambacht uit een ver verleden maar stond nog wel in het wapen van Sloten. De Vrije Geer staat voor een deel van de Slooterban dat Geerban genoemd werd. Klik de link om een 17de-eeuwse kaart (Hoogheemraadschap Rijnland) te bekijken en u weet meteen waarom de Vrije Geer in het wapen rechtsboven met een driehoek aangeduid werd. In stadsdeel Osdorp is vandaag een straat die Geerban heet.
De paardentram van Sloten op de Akerweg; ca. maart 1922; Collectie Stadsarchief Amsterdam: Afbeelding nr. OSIM00004002552.
Op 1 januari 1921 werd Sloten meegesleurd in ‘de vaart der volkeren’. Het paard voor de tram naar Amsterdam (die overigens pas sinds 1918 reed) werd vervangen door een automobiel. Amsterdam pakte het uitbreidingsplan van Sloten (1915) op en bouwde de buurt rond de Hoofdweg, het Hoofddorpplein en de Admiraal de Ruijterweg verder uit als Plan West.
Luchtfoto van de Schinkel en omgeving gezien in noordwestelijke richting. Midden rechts de Sloterkade, in het midden de Aalsmeerweg en het Hoofddorpplein. Onderaan de Rijnsburgstraat; 8 april 1931. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam nr. A04139001035.
In tegenstelling tot de obstructie die Nieuwer-Amstel pleegde, had Sloten in haar plan al de door Amsterdam gewenste ophogingen voorzien en wat er aan de Kostverlorenvaart al gebouwd was, voldeed aan de eisen van Amsterdam en staat er nog steeds. De luchtfoto links laat het resultaat van Plan West zien rond de Aalsmeerweg e.o. ± 1930.
Theo Bakker; december 2020.
De Molen van Sloten heeft alsnog de monumentale status verworven. Niet van de gemeente, maar van de provincie. En: niet voor de hele molen, maar alleen voor de historische romp. ‘Nu kunnen we eindelijk subsidie aanvragen.’
Patrick Meershoek – Het Parool – 12 oktober 2021
Sinds vorige week staat de molen van Sloten officieel in de boeken als provinciaal monument. – BEELD BIRGIT BIJL.
Het is dan toch gelukt. Sinds vorig week staat de Molen van Sloten officieel in de boeken als provinciaal monument. Naar dat begeerde predicaat is lang uitgekeken door de vrijwilligers die de molen al dertig jaar draaiende houden. Niet eens vanwege de eer, maar vooral vanwege de mogelijkheden om met behulp van de nieuwe status fondsen te kunnen werven.
“Voor de fondsen is een monumentale status een van de eerste vereisten,” vertelt voorzitter Frans Urban van de stichting Molen van Sloten. “We kampen met heel veel achterstallig onderhoud. Het onderhoud is eigenlijk dertig jaar lang een sluitpost geweest. Nu kunnen we op allerlei plekken subsidie aanvragen om de molen weer in goede conditie te brengen.”
De monumentale status is niet uit de lucht komen vallen. Een jaar geleden zag het er nog somber uit, toen de gemeente een keihard vonnis velde over de aanvraag. “De molen wekt weliswaar een zekere authentieke indruk, maar kan geen representant van een bepaald historisch type worden genoemd. Hierdoor is een waardering uit oogpunt van zeldzaamheid niet van toepassing.”
Dat was een monumentale dreun die ook weer niet helemaal onverwacht kwam. In de ogen van erfgoedpuristen is de Molen van Sloten een malle molen, met een historische romp uit 1847 die dertig jaar geleden uit de Watergraafsmeer werd gehaald en geplaatst op een onderbouw van bakstenen die indertijd werden geschonken door een jubilerende handelaar in bouwmaterialen.
Poging tegen beter weten in
De stichting krabbelde overeind en klopte bij de provincie aan. Een beetje een poging tegen beter weten in, want de verhoudingen zijn zo in Noord-Holland dat Amsterdam over zijn eigen duizenden monumenten gaat en het provinciebestuur over alles daarbuiten. Amsterdam telt slechts een handjevol provinciale monumenten, waaronder enkele historische dijken in Noord.
Op het provinciehuis in Haarlem vond de stichting evenwel een bondgenoot in Ernst van der Kleij, erfgoedspecialist met een groot hart. Hij zag de bezwaren ook wel, maar kwam met de oplossing om de monumentale status alleen aan de historische romp te verlenen. De Molen van Sloten moet bovendien worden gezien als een trots onderdeel van de 145 molens in de provincie.
Om de aandacht verder af te leiden van de eigentijdse onderbouw, schreef Van der Kleij in zijn voordracht dat het belangrijk is om ook te kijken naar de sociaal-maatschappelijke waarde van de molen: al die vrijwilligers die vanaf de jaren negentig in de weer zijn geweest om de molen overeind te houden. De monumentale status is ook een beloning voor hun inzet.
Er zijn bijna honderd vrijwilligers, maar een speciale vermelding verdienen Ko Kuiper en P. Hans Frankfurther, die eind jaren tachtig het initiatief namen voor de komst van de molen. Met veel energie en een goed gevoel voor pr wisten zij burgemeesters, commissarissen en zelfs de majesteit naar Sloten te halen voor eerste stenen, hoogste punten en een officiële opening.
Die aandacht kan de molen vandaag de dag goed gebruiken, vertelt voorzitter Urban. “We hebben financieel een paar moeilijke jaren achter de rug. Als gevolg van corona hebben we nauwelijks toeristen kunnen ontvangen. Voor wat de inkomsten betreft moeten we het hebben van donateurs en sponsoren. Ook vrijwilligers zijn trouwens van harte welkom.”
Van www.parool.nl/editie/20211012/de-malle-molen-uit-sloten-is-nu-toch-een-monument~b5dc3fec/
Binnen een week is al meer dan 750 euro ontvangen voor de gedenksteen 100 jaar annexatie gemeente Sloten. Deze steen moet ons blijvend herinneren aan de annexatie door de gemeente Amsterdam in 1921. Behalve het geld komen er ook veel enthousiaste reacties over het initiatief binnen. Maar in 1920 was er alles behalve een feeststemming in Sloten.
De Dorpsraad van Sloten-Oud Osdorp laat weten geheel achter het plan te staan en het “een super idee” te vinden en gemeenteraadslid voor GroenLinks Zeeger Ernsting memoreert dat het misschien wel andersom is: “Eigenlijk heeft Sloten de gemeente Amsterdam geannexeerd, want de gemeente Sloten was destijds niet alleen groter dan Amsterdam, ook nog eens veel ouder.” Zoals bekend is Sloten bijna 1000 jaar oud, terwijl Amsterdam op 27 oktober ‘slechts 746 jaar’ wordt.
De verrader van Sloten
In het blad Ons Amsterdam van december 2020 staat nog eens haarfijn beschreven hoe de annexatie in 1920 werd doorgedrukt onder valse voorwendselen. Het overgrote deel van de inwoners en de gemeenteraad van Sloten waren tegen de annexatie, maar Slotens eigen wethouder en tevens Tweede kamerlid, Willem de Buisonjé, bepleitte in Den Haag het tegendeel. De Slotenaren zijn verbijsterd en noemen hem een “verrader”.
Tegengeluid
Kamerlid Reinhardt Snoeck Henkemans stelde voor om de gemeente Sloten te laten voortbestaan. Hij vond de annexatie “onnodig, onverstandig en ook zal het zedelijk verval toenemen als het gezonde platteland verdwijnt”. In zijn voorstel zouden alleen het gebied rond de Admiraal de Ruyterweg en de wijk rond de Theophile de Bockstraat worden ingelijfd en zou de rest van het gebied zelfstandig blijven. De uitkomst is bekend: Op 10 november 1920 besliste de Tweede Kamer dat de hele gemeente Sloten werd opgeslokt door Amsterdam.
Doe ook mee
Om de gedenksteen nog dit jaar te laten onthullen door burgemeester Femke Halsema van Amsterdam en dorpsraadvoorzitter Sjoerd Jaarsma is initiatiefnemer Guido Frankfurther vorige week een inzamelingsactie gestart. In totaal is er een bedrag van ca. 4.000 euro nodig.
Bijdragen kunnen worden overgemaakt op bankrekeningennummer NL80 RABO 1472 8260 51 t.n.v. G. Frankfurther. In deze website wordt u op regelmatig op de hoogte gehouden hoeveel er al binnen is en zal er meer over de annexatie en de plannen voor de steen te lezen zijn.
Tamar Frankfurther; 8 oktober 2021.
Omdat de Slotense speeltuin 100 jaar bestaat, stond er afgelopen voorjaar een oproep in deze Nieuwsbrief om herinneringen aan de speeltuin te delen. Ook Guido Frankfurther (1963) reageerde en deelt zijn herinneringen.
Judo in het verenigingsgebouw van de Speeltuin Sloten. Vierde van links is Guido; 20 juni 1970. Foto: Irene Frankfurther-Fischer.
In het speeltuingebouw werden toen nog door verschillende clubs wekelijks activiteiten georganiseerd. Jong en oud uit Sloten zat op judo. Bijna mijn hele familie zat er op: mijn vader P. Hans, mijn broer Felix en mijn zus Tamar.
Judo
Guido: “Ik zat op judo vanaf mijn zevende en ben gekomen tot de half-groene band. Bij een iedere nieuwe kleur band, kreeg je ook telkens een officieel diploma met Japanse tekens en de handtekening van de judoleraar erop. Dat vond ik prachtig. Die kwamen allemaal aan de muur van mijn slaapkamer. Ik herinner me dat we van tevoren zelf de matten moesten neerleggen. Daarover werd dan een groene stof strakgetrokken. We leerden worpen en grepen en hadden ook clubkampioenschappen. Hier op Sloten heb ik mijn enige sportprestatie van betekenis geleverd: een zilveren medaille in mijn leeftijdscategorie.”
Vanuit de Rietvoorn en Sloterschool
“Vanuit de kleuterschool De Rietvoorn en de lagere school (de Sloterschool aan de Osdorperweg) gingen we vaak naar de Speeltuin. We liepen twee-aan-twee en hand-in-hand over de smalle stoep op Sloterweg langs het winkeltje van Mol. We moesten ook bij alle inritten en stegen wachten tot de juf of meester zei dat we weer door mochten lopen. Onze sportdagen waren ook altijd in de speeltuin. De ouders hielpen dan mee om de orde te handhaven en de standen bij te houden.”
In de zomervakantie
“Ieder jaar werd er ook een kinderkermis georganiseerd. Er waren kleine attracties en je had altijd prijs, zoals touwtje trekken en ringen gooien.
Daar keken we enorm naar uit. Later had je ieder jaar in de zomervakantie altijd de ‘Vliegende Brigade’ die langskwam. Dat was geweldig. Je kon er elke dag terecht voor allerlei sport en spel onder begeleiding van enthousiaste jonge mensen. Het was bijna jammer als je dan met vakantie ging.
Ook waren er filmmiddagen, waarbij 16 mm-films op een projector werden vertoond. Vaak cowboyfilms en limonade uit de keuken in de pauze. Die limonade rook naar klei, maar was wel lekker. En trappelen met de voeten als het spannend werd. Ik hoorde dat er nu plannen zijn om weer filmmiddagen en -avonden in het Dorpshuis te gaan organiseren. Dat is dan wel met een beamer. Minder romantisch, maar de films kunnen tenminste niet breken, zoals bij ons af en toe wel het geval was.”
Sticker uit 1976 ter gelegenheid van het 55-jarig jubileum van de Speeltuin Sloten. Afbeelding: Archief Familie Frankfurther.
Luilak met Van der Puij
“Hoogtepunt in het jaar: Luilak vieren. Dat stond onder leiding van Gerrit van der Puij, naar wie een straat op het dorp is genoemd. We verzamelden om 4 uur ’s morgens bij de speeltuin, terwijl het nog helemaal donker was en je de eerste vogels hoorde fluiten. Rond 4.30 uur gingen we dan eerst de ‘lawaaironde’ door het dorp houden. Dat betekende voor de meesten onder ons: een paar keer op de fiets op en neer de Sloterweg af. Meestal met blikjes achter je fiets, maar ik ben ook een keer gaan lopen met mijn trommel van de Scouting Marsband Amsterdam. Dat gaf me toch een lawaai! Iedereen wakker! Na de lawaaironde kregen we wat te drinken en begon de wielerwedstrijd rond het dorp. Dat hield ons goed bezig en putte alle jongeren flink uit, zodat er in het dorp eigenlijk nooit rottigheid werd uitgehaald; iets waar Luilak in Noord-Holland helaas ook toen al om bekend stond. Na de wielerwedstrijd was er een ontbijt met kakelverse belegde broodjes in de prille ochtendzon om ca. 7 uur, aangeboden door Bakkerij Griffioen. Die kwam ze zelf ook brengen. Ik voel me bevoorrecht dat ik op Sloten heb mogen opgroeien en feliciteer de Speeltuin Sloten van harte!”
Guido Frankfurther; augustus 2021.
De Osdorpse boekwinkel Meck&Holt lanceert een verhalenprijsvraag. De circa twintig mooiste verhalen worden gebundeld in de vijfde editie van de ‘Nieuw-West Side Stories’.
Tuinder met zicht op Sloten. De beide kerktorens van de Slotense dorpskern zijn zichtbaar. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Schrijvers krijgen veel vrijheid, maar de teksten moeten wel gaan over of zich afspelen op het grondgebied van Nieuw-West. Het mag fictie, of non-fictie zijn en spelen in verleden, heden of toekomst.
Over Slotense belevenissen in het zwembad of op school?
Wie de eerdere edities van de ‘Nieuw-West Stories’ kent, weet dat verhalen over het voormalige landelijke gebied Sloten-Oud Osdorp hierin tot nu toe oververtegenwoordigd zijn. Lezers waarderen deze teksten ook, omdat ze de wereld, die onder het zand van Nieuw-West bedolven werd, weer even tot leven roepen. Kent u nog een mooi verhaal over de het vergane Slotense leven, over boeren in de voormalige gemeente Sloten, de tuinders van de Louwesweg, de Noorder- of Zuiderakerweg of over een winkelier in de dorpskern van Sloten? Het hoeft niet echt gebeurd te zijn… De winnaar van de ‘Publieksprijs Nieuw-West 2022’ ontvangt € 1.000,-. Meer weten? Klik hier.
Tamar Frankfurther; 20 augustus 2021.
Sloten had van oorsprong een rijk verengingsleven. Vanuit beide kerken werd in het Parochiehuis en in gebouw Vink en Boer, maar vooral ook in het verenigingsgebouw van de Speeltuin Sloten van alles georganiseerd.
De werkgroep Historie beschikt (nog) niet over een foto van ODI, maar deze foto van het speeltuingebouw uit 1953 toont waar de club bijeen kwam.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
In 1935 werd Max Euwe wereldkampioen schaken. In het hele land, en ook op Sloten, werden er toen veel schaakclubs opgericht. Ger Meijer las afgelopen voorjaar de oproep in deze Nieuwsbrief en deelt zijn herinneringen.
Ontspanning Door Inspanning
Ger: “In de jaren dertig was het heel gebruikelijk dat de clubnaam bestond uit ‘verheffende’ termen die dan als afkorting samen een naam vormden. ODI is daarvan een goed voorbeeld. Zelf werd ik rond 1951 lid. Ik was toen een schooljongen van 17 jaar. We speelden elke dinsdagavond in het Speeltuingebouw. Iedere week speelden we wel met een man of 35 á 40 van meer dan 50 leden. Helaas zonder dames-schakers. Dat is tegenwoordig gelukkig wel anders. Dat niet iedereen elke week kwam, had er ook mee te maken dat sommige leden liever naar het populaire radioprogramma ‘De Bonte Dinsdagavondtrein’ wilden luisteren. In de loop der jaren werden steeds meer Badhoevedorpers lid en uiteindelijk is de club ook naar Badhoevedorp verhuisd. Jammer genoeg heeft de club zijn 50-jarig bestaan niet gehaald.”
Naar de stad, Noord en Ouderkerk
“ODI had best goede schakers: We hadden vier tientallen bij de Amsterdamse Schaakbond, waar we officieel bij waren aangesloten. We stonden wel eens op de zesde plek van de 40 Amsterdamse clubs. Je speelde dus ook uitwedstrijden. Dan ging je met tien man op stap. Dat klinkt leuk, maar de uitwedstrijden van ODI waren eigenlijk geen pretje. De wedstrijden begonnen om acht uur ’s avonds. Dan gingen we met bus G en de tram bijvoorbeeld naar het Centraal Station. Daarna met een bootje het IJ oversteken naar Scheepswerf Verolme of naar Kromhout in Amsterdam-Noord.
We speelden ook in de tramremise in de Tollenstraat en in het Gezellenhuis in Ouderkerk. Daar stond een grote kolenkachel midden in de zaal. In het Max Euwe Schaakhuis in de Bilderdijkstraat was de speelzaal letterlijk driehoog achter… Als je een afgebroken partij had – dat bestond toen nog – dan moest je na elf uur echt haast maken om de laatste bus G nog te halen en dan moest je de volgende week terug om de partij af te maken.”
Kernzaken uit Sloten en Badhoevedorp
“In de jaren vijftig organiseerde ODI regelmatig toernooien in het Speeltuingebouw, bijvoorbeeld elk jaar het Nieuwsjaarstoernooi om de ‘Kernbeker’. Die beker werd beschikbaar gesteld door de winkeliersvereniging van Sloten en Badhoevedorp, door de zogenaamde ‘Kernzaken’. In mei was altijd het ‘Ringvaartbekertoernooi’ tegen andere clubs. En niet te vergeten: in september het jaarlijkse Herfsttoernooi.”
Wie er lid waren
“ODI was een echte dorpsvereniging. De leden kwamen uit alle lagen van de samenleving. Je kende elkaar en wist van elkaar wat iedereen deed. Dat gold ook nog toen er meer Badhoevedorpers bij kwamen. Nu ik erop terugkijk was het ouderwets, gezellig en goed. Voor de liefhebbers wil ik ook nog enkele leden, van wie ik me herinner dat zij lid waren, benoemen. Uit Sloten: politieman Hoek, groenteboer Meekel, sigarenman Wiersma, tuinder Mulder, winkelier Jo Verbeek (van de Slotense ‘Blokker’, de winkel die ‘alles’ had) en Dreschler, directeur van de Boerenleenbank.
De schakers uit Badhoevedorp waren bijvoorbeeld: taxichauffeur Van Geemen, speelgoedhandelaar Leuven, kolenboer Dogger, tuinder Dorus Smit, ambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer Breukelman en de onderwijzers Hazelaar, Loos en Pasterkamp. Door hun namen te noemen, komen dierbare herinneringen bij me boven. Ik zal ze voor altijd koesteren.”
Tamar Frankfurther; 20 augustus 2021.
Zaterdag 11 september 2021 is het precies 30 jaar geleden dat Prinses Juliana de pas herbouwde Molen van Sloten in werking stelde. De hele maand september zijn er tal van feestelijkheden. Wie nog steeds geen bezoek aan de molen heeft gebracht, heeft nu alle kans. Want er is een uitgebreid programma voor jong en oud. Bekijk het op www.molenvansloten.nl/jubileum-30-jaar-molen-van-sloten/
Al 10 jaar eerder
Weinigen zullen weten dat de geschiedenis van de molen al tien jaar eerder begon. In 1981 werd namelijk al de stichting Molen voor Sloten opgericht met als doel een molen te herbouwen als opvolger van de Rieker Molen die Sloten in de jaren ’50 kwijtraakte door de verbreding van de Nieuwe Meer voor de zandwinning ten behoeve van de bouw van Nieuw-West. Bij de afbraak in 1956 beloofde de gemeente een vervanger van deze molen bij het dorp Sloten.
Het was Slotenaar Hans Frankfurther die in 1980 vond dat deze gemeentelijke belofte nu eindelijk eens moest worden ingelost. Ik weet nog dat hij Ko Kuiper aanschoot met de vraag of hij deze kar zou willen trekken. Op 24 februari 1981 werd de stichting Molen voor Sloten opgericht waarin naast Ko Kuiper als voorzitter Stien Ruijs-Hellinga als secretaris en John Everaardt als penningmeester, en Toon Koenen en Gerrit van der Puy als leden.
Een Bouwcertificaat vormde het bewijs van eigendom van een stukje Molen voor Sloten; september 1981.
Stukjes molen kopen
Om geld voor de te bouwen molen in te zamelen bedacht Ko het plan om alle molenonderdelen te beschrijven, van een prijskaartje te voorzien en te koop aan te bieden. Omdat op deze wijze elke gulle gever tevens eigenaar werd van een stukje van de molen, zouden de giften makkelijker binnenstromen, was toen de gedachte. En dat plan heeft gewerkt…! Want tijdens de Uitmarkt op het Museumplein op 5 september 1981 stond daar opeens Ko Kuiper met zijn kraam om de te bouwen molen aan te prijzen en de onderdelen daarvoor te verkopen. Als bezoeker van de Uitmarkt op die mooie zaterdagmiddag wist ik niet wat ik zag: elke kraam presenteerde zijn eigen theater, toeristische attractie of culturele activiteit, maar Ko’s kraam presenteerde iets wat er nog helemaal niet was en … misschien ook nooit zou komen, zo was de gedachte. Als een echte koopman bood Ko ook mij aan om een of meer onderdelen voor de te bouwen molen te kopen. Veel van deze onderdelen zeiden mij echter niets (onderbonkelaar, kaprol e.d.), zodat ik hem even later vroeg: “Kan ik eigenlijk ook de voordeur kopen?” “Tuurlijk”, antwoordde Ko, en na even nadenken (want deze kwam op zijn lijst niet voor) was ik na betaling van 250 gulden meteen de trotse eigenaar van de voordeur, in mijn beleving een prominenter onderdeel dan iets uit het diepste binnenste van de molen. Enkele weken later ontving ik als bewijs van deze aankoop het zogeheten bouwcertificaat. ‘Bouwcertificaat nr. 1’ stond erop. Ik bleek dus ook nog eens de eerste te zijn in de rij van onderdelenkopers. De invulling van alle certificaten gebeurde door Toon Koenen die zijn fraaie kalligrafische vaardigheden hiervoor benutte.
Naar de Plesmanlaan
Een ander wapenfeit in de strijd om het doel te verwezenlijken in 1981 was toen de bouwplek van de nieuwe molen officieel werd bepaald. Nee, niet de Akersluis waar de molen nu staat, maar de Plesmanlaan, vlakbij de kruising met de Osdorperweg: dáár zou de molen van Sloten worden gebouwd, bedoeld om het Tuinbouwgebied Sloten te kunnen bemalen en het water via een duiker onder de Plesmanlaan uit te slaan naar de Slotervaart. In aanwezigheid van tal van hoogwaardigheidsbekleders werd op 4 juni 1981 een groot bord onthuld met de tekst ‘Hier krijgt Sloten zijn molen’.
De plek stond toen al zó vast dat ter verdere promotie van de herbouw tevens prentbriefkaarten werden gedrukt waarop de nieuwe molen op zijn gedroomde plek prijkte. Een luchtfoto van het dorp Sloten werd daartoe zodanig bewerkt dat de molen er naadloos in werd geplaatst, alsof het nooit anders was geweest. Saillant detail bij de totstandkoming van deze fotomontage is ook nog dat op deze luchtfoto van Sloten de toren van de hervormde kerk ontbrak wegens restauratie. Behalve de molen moest door luchtfotograaf Ger van Middelkoop tijdens deze fotomontage dus ook nog de kerktoren worden ingevlogen…
Prentbriefkaart waarop de molen op zijn gedroomde plek aan de Plesmanlaan hoek Osdorperweg is ingemonteerd.
De achterkant van de prentbriefkaart bevatte tevens een oproep om bij te dragen voor de herbouw van de molen voor Sloten.
Het idee was om de Molen De 1200 Roe aan de Haarlemmerweg naar deze plek te verplaatsen. Maar een actie met 10.000 handtekeningen onder de bewoners van Slotermeer en Geuzenveld deed dit plan sneuvelen, zodat naar een andere molen moest worden uitgezien. Dat werd uiteindelijk de molen in de Watergraafsmeer die voor de aanleg van de ringweg moest wijken.
Naar de Akersluis
Op 9 juli 1984 zou blijken dat de herbouw van de molen enkele honderden meters verder veel meer kans zou maken. Immers, als de molen in de route van de bemaling van Nieuw-West een functie zou krijgen, konden we profiteren van de ‘Wet op de Bescherming Waterschapswerken in Oorlogstijd’. Bij stroomuitval van het bestaande elektrische gemaal zou de molen dan deze functie met windkracht kunnen overnemen, was toen de gedachte. Een moerassig langgerekt stuk weiland tussen het Akersluisgemaal en de Ringvaart zou nu de definitieve plek worden van de Molen voor Sloten…
Al 174 jaar…
Vanaf toen kwam er schot in de bouw: in 1989 sloeg de Commissaris van de Koningin Roel de Wit de eerste paal, en een jaar later legde burgemeester Ed van Thijn de eerste steen, samen met de eerste steen uit 1847 van de overgenomen molenromp uit Watergraafsmeer. ‘Twee eerste stenen’ is dan ook de toepasselijke naam van het boekje met de geschiedschrijving van onze overgeplaatste molen die nu dus eigenlijk al 174 jaar bestaat…
Bekijk ook de speciaal uitgegeven jubileumkrant op www.molenvansloten.nl/wp-content/uploads/2021/08/Molen-van-Sloten_Druk.pdf
Theo Durenkamp, 16 augustus 2021.
Van: www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/al-40-jaar-actie-voor-30-jarige-molen