Geschiedenis

Hoe Sloten begin 20e eeuw elektriciteit kreeg

De speurtocht naar het oplossen van het mysterie waartoe toch de beide GEB-deurtjes achter de brandmelder naast het Slotense Politiebureautje dienden, heeft veel losgemaakt.

Osdorperweg in februari 1934 gezien in noordelijke richting vanuit het dorp Sloten met elektriciteitsmast. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Er kwamen zoveel vragen en reacties over dit onderwerp binnen dat initiatiefnemer voor de restauratie van de deurtjes, Guido Frankfurther, zijn project heeft verbreed.

Aanvankelijk: stroomkabels bovengronds
Guido is zich daarom gaan verdiepen in de geschiedenis van de elektrificatie van Sloten. Wanneer men in de huizen en winkelpanden elektriciteit kreeg en hoe het zat met de komst van de straatverlichting.

Guido Frankfurther: “Door de Eerste Wereldoorlog was er grote schaarste aan steenkool en daarmee aan stadsgas. Daarom besloot de gemeente Amsterdam in 1917 tot aanleg van elektrische straatverlichting in de hele stad. In 1923 doofden de laatste gaslantaarns in Amsterdam.

De gemeente Sloten is in de periode 1918-1920 (kort voor de annexatie in 1921) nog van een eigen elektriciteitsnet voorzien. Hiertoe werd in 1918 besloten door de eigen gemeenteraad. De infrastructuur hiervoor werd aangelegd door de N.V. Algemeene Nederlandse Electriciteits Maatschappij Groeneveld, Ruempol & Co., Haarlemmerweg 317. De stroom werd betrokken van de Gemeente-Electriciteitswerken (GEW) van Amsterdam, opgericht in 1899. Dit bedrijf ging in 1941 op in het Gemeente-Energiebedrijf (GEB).

De elektriciteitsmasten verdwenen waarschijnlijk eind jaren ’30 uit het dorp, omdat de stroomkabels toen ondergronds gingen. Op foto’s van de Sloterweg van 1938 zijn nog duidelijk dergelijke masten te zien”.

Sloterweg, 13 april 1940: De elektriciteitsmasten met draden ontbreken in het straatbeeld. Van links naar rechts de adressen: Sloterweg 1236 (Bakkerij Holla), 1234 (de kapper), 1232 en 1230: Café Het Rechthuis, dit stond op het terrein dat in de jaren ’50 speelplaats / basketbalveld van de Sloterschool werd en sinds de jaren ’90 het Dorpsplein is. Rechts daarvan: het politiebureautje op nummer 1226. De brandmelder en pomp staan nog op hun originele plekken. Tot slot helemaal rechts: een stukje van het pand aan de Sloterweg 1224. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam; Jacobus van Eck.

Amsterdamse kruisjes in de gemeente Sloten?
De aanwezigheid van de drie Andreaskruisjes van Amsterdam op de GEB-deurtjes heeft veel lezers aan het denken gezet. Zouden de deurtjes dan pas ná de annexatie door Amsterdam in 1921 zijn geplaatst? André Bank, Operationeel Installatie Verantwoordelijke bij Alliander en die al vijftig jaar een huisje op volkstuincomplex V.A.T. heeft, denkt dat dit niet zo hoeft te zijn: “Amsterdam voorzag ook diverse gemeenten rondom zijn eigen grondgebied van stroom. In dit geval dus in opdracht van de gemeente Sloten. De Gemeente-Electriciteitswerken regelden bijvoorbeeld ook dat Landsmeer, Uitdam, Driemond en de dorpen in Landelijk Noord elektriciteit kregen. Driemond werd pas in 1966 door Amsterdam geannexeerd en Landsmeer is nog steeds zelfstandig. Grote buurman Amsterdam regelde dat in hun opdracht. Het was voor de kleinere gemeenten ook niet rendabel om dit zelf te doen.”

Geen GEB-vermelding op achterkant
André vervolgt: “Omdat Sloten in 1920 al over een eigen elektriciteitsnetwerk beschikte is het mogelijk dat het Amsterdamse elektriciteitsbedrijf na de annexatie in 1921 de drie kruisjes op de deurtjes heeft geplakt. Dit zou verklaren waarom er ook op de deur aan de achterzijde van het gebouwtje geen enkele link met de Gemeente-Electriciteitswerken (GEW) is waar te nemen, zoals de letters GE(B) en het logo met de fakkel. Op veel andere elektriciteitshuisjes zie je die namelijk wel. Maar meer waarschijnlijk is het dat de kruisjes er al vanaf het begin opzaten, omdat de infrastructuur door een Amsterdams bedrijf werd aangelegd met stroomafname van de Amsterdamse GEW in opdracht van de gemeente Sloten.”

Ritterlantaarn op de hoek van het Kerkrondje rond de Sloterkerk en het huidige Dorpsplein in 1956. Café Het Rechthuis is al gesloopt, maar het basketbalveld is nog niet aangelegd. De moderne versie van de Ritterlantaarn met LED-verlichting verlicht de dorpskern nog altijd. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Ook rechter deurtje van vóór de annexatie
In Amsterdam werd de straatverlichting vanaf 1917 elektrisch. Voor die tijd waren er gasarmaturen in bestaande Ritterlantaarns. Deze lantaarns staan tegenwoordig nog steeds in een groot deel van Sloten. Guido: “De elektrificatie van de gemeente Sloten in 1918-1920 maakt dat we zeker weten dat ook het rechter GEB-deurtje er in 1920, een jaar vóór de annexatie van de gemeente Sloten, al was en gebruikt werd. In de kast daarachter zat de apparatuur om de elektrische lantaarns op het dorp aan te sturen: een Openbare Verlichtingsklok en een schakelaar om overdag alle straatlantaarns op het dorp aan te zetten voor een test. Deze apparatuur was dus hoogstwaarschijnlijk in de laatste jaren voor de annexatie al in gebruik.”

Tamar Frankfurther, met dank aan Erik Swierstra; 2 juli 2022.

Zie ook:

* Overzicht artikelen over gedenksteen ‘Sloten 100 jaar geannexeerd en GEB-deurtjes in Sloten (pdf)

Het monument aan de Osdorperweg

Aan de Osdorperweg, tussen het oude dorp Osdorp en de Lutkemeerweg staat een monument dat herinnert aan slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. Het is niet bekend wanneer en door wie het monument is geplaatst, maar het staat er waarschijnlijk al van kort na de Tweede Wereldoorlog.

Het monument bestaat uit een kleine obelisk op een voetstuk. Dit staat op een vierkante basis. Rond de basis is een sierstrook van kiezelstenen die op de vier hoeken wordt afgesloten door stenen zuiltjes met kettingen ertussen. Ervoor ligt een stenen tegel met een inscriptie in het Nederlands en het Engels.

Monument te Oud Osdorp

Op het monument zijn de namen vermeld van twee bewoners van Oud Osdorp die door oorlogshandelingen zijn gesneuveld. Petrus Franciscus Bierman sneuvelde in Oegstgeest, al op de eerste dag van de oorlog in Nederland, Jan Kars sneuvelde in het najaar van 1944, tijdens de bevrijding van Zeeuws-Vlaanderen.

Op 4 mei 2017 is voor het monument een tegel onthuld die herinnert aan een omgekomen Amerikaanse piloot die met zijn vliegtuig in 1943 neerstortte in een weiland nabij de Osdorperweg.

Tekst

De tekst op het voetstuk luidt:

“Gevallen voor het Vaderland

Petrus Franciscus Bierman

Geb. 8 dec. 1914

Gesneuveld en begraven

10 mei 1940 te Oegstgeest

Jan Kars

Geb. 20 april 1919

Overleden 20 oct. 1944

en begraven

te Waterlandkerkje

in Zeeland”

De tekst op de gedenktegel luidt
“Deze tegel herdenkt een Amerikaanse piloot van de US Army Air Force (USAAF). Op 8 oktober 1943 werd zijn P-47 Thunderbolt getroffen door een Duitse Jager. Hij stortte neer in de buurt van Amsterdam, raakte vermist en werd overleden verklaard. 2 LT Dover Chalmond Fleming jr. (1917), Piloot. Hij stierf voor onze vrijheid.

This plaque commerorates an American pilot of the US Army Air Force (USAAF). On October 8, 1943 he got missing when his Thunderbolt bomber, hit by a German fighter, crashed in the surroundings of Amsterdam. He is regarded as killed in action. 2 LT Dover Chalmond Fleming jf. (1917). He sacrificed his life for our freedom.”

Wijzigingen
In 2008 is het monument na herprofilering van de Osdorperweg opgeknapt. De tekst is opgefrist en de verdwenen kettingen werden vervangen door vier nieuwe. In 2018 is de gedenktegel verder aangepast.

 

De geschiedenis

Het monument aan de Osdorperweg te Amsterdam (gemeente Amsterdam) herinnert aan twee Osdorpse militairen en een geallieerde piloot.

De namen van de slachtoffers luiden: Petrus Franciscus Biermans, Dover Chalmond Fleming jr., Jan Kars.

Piet Bierman
Piet Bierman (Sloten, 8-12-1914) woonde met zijn ouders en de andere kinderen aan de Osdorperweg 565. Op 9 mei 1940 kreeg hij plotseling de oproep zich bij zijn regiment in Lisse te voegen. In die nacht begon de Duitse overval. Het eerste Regiment Infanterie (I-1 RI) moest Den Haag verdedigen en rukte op naar Rijnsburg. Bierman hoorde bij de mitrailleurcompagnie (MC). In Oegstgeest, op de Valkenburgseweg, werd de colonne aangevallen door een Duits vliegtuig. Piet en negen anderen raakten zwaar gewond. Een Fries sterft ter plekke. De anderen korte tijd later. Piet overlijdt diezelfde dag in het Militair hospitaal in Oegstgeest. Hij werd op 14 mei begraven bij het Groene Kerkje ter plaatse. Daar bleef zijn lichaam tot 22 december 1977, toen het werd bijgezet op het Ereveld Grebbeberg.

Dover Ch. Fleming jr.
Dover Chalmond werd in 1917 in de Amerikaanse staat Mississippi geboren, in Calhoun County. Zijn vader droeg dezelfde naam, zijn moeder heette Jerusha en hij had twee zussen, Ila en Elvira, en een broer, Fester. Tweede luitenant Fleming nam vanuit de Engelse basis Holesworth op 8 oktober 1943 deel aan de alles-of-niets aanval, op het Duitse Bremen. Hij hoorde bij het 63e squadron, de 62e fighter group van de Amerikaanse luchtmacht (USAAF). De P-47 Thunderbold is een zware jager-bommenwerper en heeft maar 1 bemanningslid. Deze keer vloog Fleming in de kist van zijn kapitein, William H. Janson. Boven het IJsselmeer werd hij door een Messerschmitt 109 beschoten. Dovers collega Kidd Hofer haalde dat toestel neer, maar Fleming kon niet verder. Hij haakte af van de formatie en crashte. Sinds 1979 werd gedacht dat de crash bij de Osdorperweg was, maar na recent onderzoek van Jon van der Maas (SGLO) bleek dat een vergissing te zijn.  Fleming werd geregistreerd als Missed in Action (MIA). Op 14 augustus 1945 werd zijn dood administratief vastgesteld. Dover Chalmond Fleming jr. wordt op de Amerikaanse begraafplaats Margraten herdacht op de Muur der Vermisten.

Jan Kars
Jan werd op 20 april 1919 geboren als zoon van Tonia Kars. Haar latere man, Klaas Duijster, erkende Jantje en deze groeide met acht broers en zussen op aan de Osdorperweg 496. Maar zijn naam bleef Kars. Jan was lang en had opvallend rood haar. Hij zong graag, en was lid van de jongelingsvereniging en het jongerenkoor van de hervormde kerk in Sloten, waar hij ook belijdenis deed. Jan werkte eerst aan het onderwegje van de Osdorperweg bij tuinderij van Berkel. Na zijn militaire dienst bij het paardenvolk; kwam hij in bij de Koninklijke Marechaussee terecht. Deze stationeerde hem in Oostburg, Zeeuws Vlaanderen. Voor hij eind juli 1940 hierheen vertrok ging Jan in ondertrouw met zijn katholieke verloofde, Ans Kruissen. Een brief uit de marechausseekazerne van Oostburg van mei 1945 schrijft dat Jan lang ondergronds werkte. Zijn zuster Greet zei dat Jan joodse gevangenen op weg naar Vught had helpen ontsnappen. Jaap Gerritsen (1922), ondergedoken bij een zus van Jans moeder, weet dat Jan onderduikers van Rotterdam naar Groningen moest brengen. Als politieman kon hij dat makkelijker doen dan een ander. Kars zat in het verzet maar vertelde er weinig van. Hij wordt echter bekend; als hij op 4 augustus 1944 meewerkt aan de overval op het distributiekantoor van Oostburg. Hij zorgt voor de sleutel van de kluis en zet de achterdeur van het kantoor open. Daarna duikt hij in Oostburg onder. Zijn besluit om in oktober 1944, samen met boer de Bruyne en verzetsvrouw Francien de Zeeuw, door de vuurlinie bij Waterlandkerkje te gaan betekent het einde van zijn leven. De drie wilden de geallieerden waarschuwen hun boerderij met zo’n 80 gevluchte burgers niet te bombarderen. Onderweg werd een granaat naar hen gegooid. Alleen Jan werd geraakt en kwam om het leven. Na de bevrijding van West-Zeeuws-Vlaanderen werd Jan Kars begraven in Waterlandkerkje en afgebeeld als prominent lid van partizanengroep De Vos. Francien de Zeeuw, die kort daarna de eerste vrouwelijke militair (MARVA) werd, sprak vaak over hem. Zijn lichaam werd in 1946-1947 overgebracht naar het kerkhof bij de hervormde kerk van Sloten. Op 29 juni 1970 werden zijn stoffelijke resten bijgezet op het Nationaal Ereveld Loenen. 

Oprichting
Het is niet geheel duidelijk wanneer en door wie het monument is opgericht. Omdat de stoffelijke resten van Jan Kars waarschijnlijk in de loop van 1947 zijn overgebracht van Waterlandkerkje (Zeeuws-Vlaanderen) naar de begraafplaats bij de Nederlands-Hervormde kerk van Amsterdam-Sloten, moet het monument van voor die tijd zijn. Oude bewoners van Osdorp denken dat het monument werd gesticht door het Oranjecomité.

Op 4 mei 2017 is door het 4-5 mei comité Oud-Osdorp in aanwezigheid van adoptievrienden van de Amerikaanse begraafplaats te Margraten door de Amerikaanse consul David McCawley een gedenktegel gelegd voor Dover Chalmond Fleming jr.

Locatie
Het monument aan de Osdorperweg bevindt zich op de hoek van de Osdorperweg en Lutkemeerweg te Amsterdam (gemeente Amsterdam).

Bronnen
* Traces of War. ‘Monument PF Bierman en J Kars‘ (hwww.tracesofwar.nl)
* Jon van der Maas, artikel over de noodlandingen in 1941 en 1943 aan de Osdorperweg in: Bulletin van de Studiegroep Luchtoorlog (zie www.studiegroepluchtoorlog.nl);
* Pim Ligtvoet, In de schaduw van de oorlog. 1940-1945 in de polders van Amsterdam Nieuw-West. Stichting de Driehoek; 2015. ISBN 
9789490586164;
* Pim Ligtvoet, Osdorper Jan Kars (1919-1944), partizaan in Zeeuws-Vlaanderen. In: Tijdschrift – Bulletin van de Heemkundige Kring West-Zeeuws-Vlaanderen, 11/2/42, juni 2016 (p.15-39).

Informatie en tekst ontleend aan: Amsterdam, Monument aan de Osdorperweg (www.4en5mei.nl)

Zie ook:  (www.slotenoudosdorp.nl)

De Sint-Pancratiuskerk in het dorp Sloten

De Sint-Pancratiuskerk is een rooms-katholieke kerk in het dorp Sloten nabij Amsterdam.

Sint-Pancratiuskerk te Sloten; 30 januari 2010.
Foto: Erik Swierstra.

Al in de middeleeuwen stond hier een kerk, die echter in 1573 door de Geuzen grotendeels werd verwoest tijdens het Beleg van Haarlem. De kerk van Sloten, gewijd aan Pancratius, was een dochterkerk van die van Velsen. Het dorp lag aan de ‘Heilige Weg’ van Haarlem naar pelgrimsoord Amsterdam, bekend van het ‘Mirakel’ uit 1345. Waarschijnlijk daarom had Sloten een relatief grote kerk, vanwege de vele pelgrims die hier langs kwamen. De Sloterweg was tot het begin van de 16e eeuw de belangrijkste landverbinding tussen Amsterdam en de rest van Holland, totdat de landbrug naar Haarlem in 1508 door de golven werd weggeslagen. Daarna ging het verkeer via Sloterdijk.

De Sint-Pancratiuskerk van boven gezien. Foto: Bob Oudejans.

De kerk te Sloten werd als Protestantse kerk herbouwd. Dit werd de Sloterkerk. De katholieken waren verdreven uit de kerk van Sloten en moesten enige decennia lang gebruikmaken van boerenschuren die als schuilkerk dienst deden. In 1650 werd als vervanging een kerk te Osdorp gebouwd. Deze katholieke kerk was ook weer gewijd aan de heilige Pancratius. De kerk werd vernieuwd in 1789. De toren is er in 1836 afgewaaid. Door de vervening van de omliggende polders werd de kerk als gevolg van verzakking bouwvallig en moest in 1901 worden afgebroken. Ter vervanging werd in 1901 een nieuwe Sint-Pancratiuskerk aan de oostelijke rand van het dorp Sloten gebouwd. Dit is het nog bestaande gebouw aan de Sloterweg.

Interieur Sint-Pancratiuskerk; 10 april 2022.

De parochie van Sint-Pancratius werd in 1893 opgericht. Deze parochie had behoefte aan een eigen kerk, waarbij gekozen moest worden tussen een locatie in Sloten en een plaats in Osdorp. De bouwpastoor J.A. Haverman was een groot voorstander van de huidige locatie en was ook degene die Jan Stuyt aantrok om het gebouw te ontwerpen. Stuyt was een leerling geweest bij A.C. Bleijs (Sint-Nicolaaskerk) en bij P.J.H. Cuypers. Voor Stuyt was dit zijn eerste kerk. In zijn ontwerp voor deze sobere neogotische driebeukige kerk is de invloed van Cuypers goed terug te vinden.

De kerk te Sloten is het eerste door Jan Stuyt gebouwde kerkgebouw. Het is een kleine driebeukige basilicale kerk, gebouwd in een min of meer neogotische stijl. Deze stijl is vrij sober in vergelijking met de meer “traditionele” rijke neogotische stijl die nog steeds de norm was voor katholieke kerken in die tijd. De kerk heeft een korte vierkante toren en een ondiep rechthoekig koor.

Nadat al eerder het interieur werd gerestaureerd werden in 2005 het dak en de torenspits onder handen genomen. Doordat deze restauratie niet goed is uitgevoerd, is de toren in 2013 weer opnieuw gerestaureerd.

Meer informatie over de werken van de architect Jan Stuyt kunt u vinden op de website van Archimon: www.archimon.nl

Van: www.pancratiussloten.nl

Zie ook: De Sint-Pancratiuskerk in het dorp Sloten.pdf

Zie ook: www.reliwiki.nl

Speciaal Boekenweekgeschenk met Publieksprijs Nieuw-West

Boekhandel Meck & Holt aan de Tussen Meer 46 in Osdorp heeft voor de vijfde keer een eigen boekenweekgeschenk voor Nieuw-West gemaakt.

Met daarin net als eerdere jaren ook weer historische bijdragen over het landelijke gebied. Wie tijdens de Boekenweek (9 tot en met 18 april 2022) bij Meck & Holt voor tenminste € 20 een boek aanschaft, krijgt naast het gewone Boekenweekgeschenk ook de uitgave ‘Nieuw-West Side Stories: vijfde jaargang’ cadeau.

Jaagpad 200-201, de woning bij het Kruithuis. Op de voorgrond het smalspoor voor materiaaltransport; juni 1953. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Transitie van het grondgebied van Sloten naar Nieuw-West
Het eigen Boekenweekgeschenk van Nieuw-West bevat vooral verhalen uit en over de Westelijke Tuinsteden, maar ook deze keer zijn er weer bijdragen opgenomen die vooral gaan over de historie van het ontstaan daarvan en de periode daarvoor. Zo schreef Erik Swierstra ook voor deze editie weer historisch interessante verhalen over de veranderingen die in de 20e eeuw plaatsvonden op het grondgebied van de voormalige gemeente Sloten. Zijn teksten dragen de titels de ‘Geschiedenis van Sloterplas en Sloterpark’ en ‘De Westelijke Tuinsteden van Amsterdam’.

Terug naar de jaren zestig
Jan Loogman schreef een lezenswaardig verhaal over het landelijke gebied halverwege de 20e eeuw: “Toen de stad nog ver weg was. Die grensde aan de Postjeskade. Wie wist er van de plannen om ook de rest van de polders onder het zand te werken en flats neer te zetten? Niemand hoorde je over de tuinsteden; tenminste niet hier in de polders.”

Het Jaagpad bij de Nieuwe Meer
Bijzonder is ook de bijdrage van Marian Merkestein, waarin zij haar prilste levensherinneringen aan de Nieuwe Meer deelt. Dat resulteert in een mooi sfeerbeeld van toen zij in de eerste helft van de jaren vijftig in ‘Het Kruithuis’ aan het Jaagpad 200 woonde. Ver van de bewoonde wereld. Omringd door ongerepte natuur en water.

Het Kruithuis maakte deel uit van de Stelling van Amsterdam. Het ontleende zijn naam aan de militaire magazijnen achter het huis waar munitie lag opgeslagen. “Vandaar dat wij achter een imposant hekwerk woonden. De aanvoer ging over water. Afgemeerd aan de grote steiger voor ons huis, werd de munitie uitgeladen en op lorries gezet, die op de rails naar de opslagplaatsen rolden.” De andere helft van van de twee-onder-een-kapwoning, met nummer 201, werd bewoond door veldwachter Tiemen Dijkema, die werkte vanuit het Politiebureautje in de Slotense dorpskern.

Zie ook: Herinneringen aan Jaagpad nr. 200 bij de Nieuwe Meer

Publieksprijs
Boekhandel Meck & Holt verbindt een leuke Publieksprijs aan hun vijfde in eigen beheer uitgegeven boek. Als lezer kunt u aangeven wat u de beste drie verhalen uit deel vijf van de ‘Nieuw-West Side Stories’ vindt. De auteur van de bijdrage met de meeste stemmen wint de ‘Publieksprijs Nieuw-West 2022’, een bedrag van € 1.000. Wie zijn stem uitbrengt, maakt kans op een van de vier tegoedbonnen voor € 200, € 100, € 50 of € 25, bij Meck & Holt te besteden. Voor meer informatie over deze wedstrijd klik hier.

Tamar Frankfurther; 4 april 2022.

Weilandje Vrije Geer opgenomen in boek over Amsterdamse geschiedenis

De geroemde schoonheid van de hoofdstad zult u niet vinden in het recent verschenen fraaie boek ‘Over Amsterdam’.

Wèl treft u in deze nieuwe uitgave onbekende verhalen met een duister Amsterdams randje of verhalen waarin het verzet tegen de macht aan bod komt. Daarbij is er ook een link naar het dorp Sloten. Vandaar dat er ook een hoofdstuk is gewijd aan het behoud van het Weilandje Vrije Geer.

In het boek wordt ook een hoofdstuk gewijd aan het in 1995 gehouden succesvolle Slotense referendum. Het referendum zou pas geldig zijn als 34% van de Amsterdammers kwam stemmen. Dankzij een effectieve publiciteitscampagne is dat gelukt. Striptekenaar Dik Bruynesteyn maakte belangeloos het ijzersterke logo. Dankzij een slimme verspreiding verscheen het affiche in heel Amsterdam achter de ramen. Meer weten? Kijk dan naar de film.

Striptekenaar Dik Bruynesteyn maakte belangeloos het ijzersterke logo. Dankzij een slimme verspreiding verscheen het affiche in heel Amsterdam achter de ramen.

Amsterdams horrorboek
Het boek had ook ‘Horrorstad Amsterdam’ kunnen heten, maar het verscheen onder de wel zeer neutrale titel ‘Over Amsterdam. 741 jaar stadsgeschiedenis in 38 artikelen’. Auteur Frank van Vuuren (1970) woont in Nieuw Sloten. Hij is sinds 2006 werkzaam bij de gemeente Amsterdam. Hij schrijft sinds 2014 artikelen voor de Gemeentekrant en de site Amsterdam.nl. Uit die lijst van inmiddels 150 artikelen koos hij een selectie voor in dit boek. Vervolgens verrijkte hij zijn teksten met vaak nog onbekend en prachtig illustratiemateriaal.

Leven, liefde en dood
In zijn verantwoording geeft Van Vuuren aan dat veel van het Amsterdamse verleden “onderbelicht is” en dat de geschiedenis van de stad “nog veel interessants bevat waar weinig of niks over gepubliceerd is”. De auteur: “Met mijn eigen persoonlijke fascinatie voor leven, liefde en dood werd ik op mijn wenken bediend.” Het woord ‘horror’ behoort tot zijn vaste vocabulaire, getuige zijn verwijzing naar het ‘horrorhotel’ dat nu het ‘Tolhuis’ heet en ooit uitkeek op het schrikwekkende galgenveld ‘Volewijck’ in Noord.

De duistere zijde van de stad
Over Amsterdam is enorm veel geschreven, maar zelden of nooit eerder met zoveel aandacht voor de duistere zijde van de stad. Het wemelt van observaties van bijvoorbeeld de ‘wederdopers’ die op 14 mei 1535 op de Dam werden geëxecuteerd door “het hart levendig uit het lichaam te snijden en in het aangezicht te werpen”. Voor de wederdopers, die geloofden in een tweede doop voor volwassenen, was Amsterdam het Nieuwe Jeruzalem. Ze liepen naakt door de straten om het einde der tijden af te wachten. De stad is “godsdienstwaanzinnig”.

De banpaal van Sloten. Foto: Erik Swierstra; 16 april 2021.

Verbannen uit Amsterdam
Als straf kon een doorsnee crimineel uit Amsterdam verbannen worden en mocht de gestrafte niet binnen de omgeving van de banpalen rondom Amsterdam komen. Een van zes banpalen die er toen stonden, staat nog altijd in de monumentale dorpskern van Sloten. Zie ook: De banpaal van Sloten.

Voor wie – naast de Slotense historie – ook meer wil weten over de maar liefst vier Amsterdamse galgenvelden, de openbare dronkenschappen, de dolhuizen voor vrouwen, de stank van de stad, de naaktloperij van de wederdopers, de helse plek het IJ, het vrouwenprobleem en over andere kanten van de rauwe stad, is dit boek een aanrader. Van Vuuren dient dit alles met smaak op.

Hester Vlamings; 26 februari 2022.

Frank van Vuuren: Over Amsterdam. 741 jaar stadsgeschiedenis in 38 artikelen. Uitgave Gemeente Amsterdam, 271 blz., prijs € 20,00.

Voor de recensie van Kester Freriks in het het NRC van zaterdag 26 februari 2022 klikt u hier.

Artikelen over de geschiedenis van het gebied ten zuiden van de Sloterweg

Over de geschiedenis van het gebied ten zuiden van de Sloterweg: de Riekerpolder, het Jaagpad en de Nieuwe Meer, zijn in de loop der jaren diverse artikelen verschenen op www.slotenoudosdorp.nl en in het blad ‘Oever’ van de ‘Vereniging Oeverlanden Blijven‘. Een aantal van deze artikelen is als pdf-documenten opgeslagen. Deze zijn hieronder te lezen:

*

* De Bronwaterleiding in de Riekerpolder

* De geschiedenis van de Oeverlanden

* Drinkwater in oorlogstijd

* Een naam ouder dan de doden – Begraafplaats Huis te Vraag

* Herinneringen aan het witte huisje aan Jaagpad nr. 220

* Herinneringen aan Jaagpad nr. 200 bij de Nieuwe Meer

* Het Jaagpad langs de Schinkel en Nieuwe Meer

* Het Jaagpad, Café Opoe

* Huis te Vraag – Dat het nog bestaat

* Huis te Vraag – Dodenakkers

* Sloten en de verbinding van Amsterdam naar Den Haag

* Van militaire watervoorziening tot broedplaats

* Vliegtuig halen, twee maal tol betalen

*

 

Uit het blad ‘Oever’ van de ‘Vereniging Oeverlanden Blijven‘:

* Aan het Karnemelksche Gat

* De aanleg van het Jaagpad

* De geologische geschiedenis van de Oeverlanden

* De geschiedenis van de Oeverlanden

* De Nieuwe Meer

* De Oeverlanden in de krant

* Donderdag 25 augustus 2005

* Dr. W. Sieger (1886-1958)

* Een geheugenopfrisser

* Een kwart eeuw op de bres voor natuurbehoud

* Een vliegongeluk in de Riekerpolder

* Groot rondje Nieuwe Meer

* Herinneringen aan het Jaagpad en Riekerpolder

* Herinneringen van een vliegtuigspotter

* Het Nieuwe Meer – Jac P Thijsse 1923 DGA

* Het Spijtellaantje is een blijvertje

* In de voetsporen van Jac.P. Thijsse

* Jac.P. Thijsse (1865-1945)

* Jan Strijbos (1891-1983)

* Jan Swammerdam (1637-1680)

* Levende natuur aan het Karnemelksche Gat

* Luchtfoto 24 mei 1935

* Luchtfoto van de Royal Air Force 1944

* Mijn herinneringen aan het Jaagpad

* Parkenquaestie – januari 1908

* Pontjes Nieuwe Meer

Zie ook: www.oeverlanden.nl/historie/

Inkijkje het leven ‘rond de Sloterbrug’ in de jaren ’60 en ’70

Op zondag 28 november 2021 werd deel 2 van de verhalen ‘Rond de Sloterbrug’ gepresenteerd. Deze keer staan de jaren zestig en zeventig in Sloten, Oud Osdorp en Badhoevedorp centraal.

Na hun vorige uitgave waarin de vier lokale auteurs verhalen uit de naoorlogse periode vastlegden, richten Paul Kroes, Jan Loogman, Kees Loogman en Kees Schelling hun blik nu op de roerige jaren die daarop volgden. Uit de verhalenbundel blijkt dat het om een tijd vol tegenstellingen ging. Aan de ene kant ging het oude vertrouwde dorpse leven onveranderd door, maar tegelijkertijd dienden zich overduidelijk veranderingen aan, waar niet iedereen blij mee was. Een impressie van de 23 verhalen uit het boek.

Was dat even schrikken voor de Slotenaren: Het Wees- en Armenhuis was plotseling gekraakt! Compilatie-foto van Kees Klaver: recente foto van het pand gecombineerd met de afbeelding van de spandoeken uit het Parool van 18 januari 1973, de dag na de kraak.

Belevenissen van dorpsdokter Faber
De verhalenbundel begint met een prachtige compilatie van herinneringen aan dé dorpsdokter van Sloten, dokter Bert Faber. Hoe hij áltijd klaar stond voor zijn patiënten; soms ook in de rol van psychiater. Over een patiënt die maar niet naar de tandarts durfde te gaan en die stomdronken bij hem in de praktijk belandde – bij wie hij toen zelf maar diens rotte tanden heeft getrokken. En hoe Faber de pastoor van de Sint Pancratiuskerk vroeg een parochiane – die ternauwernood nog haar tiende kind had kunnen baren – ervan te overtuigen dat “haar taak om kinderen te baren nu wel volbracht is”. De befaamde dokter Faber ging in 1986 met pensioen. Hij had een hele grote praktijk, maar “met hoofdpijn of een verkoudheidje vielen zijn patiënten hem niet lastig”.

Weerbarstige pastoor en buffelende kolenboer
Het boek geeft ook een inkijkje in het katholieke leven in de jaren zestig. Pastoor Coelen trad in 1964 aan in de Pancratiuskerk. Toen Jan Loogman in 2020 aan (ex-)parochianen vroeg wat zij zich van deze pastoor herinneren, zijn hun reacties nog opvallend heftig. Zij delen openhartig hun herinneringen.

Ook Eef Schelling, de kolenboer in Oud Osdorp, wordt uit de vergetelheid gehaald. Hoe later op de dag hoe zwarter zijn gezicht. Wie slim was, liet zijn kolen in de zomer al bezorgen. Dan was je goedkoper uit.

Wees- en Armenhuis gekraakt
Toen de Slotenaren op 17 januari 1973 wakker werden, zagen zij tot hun stomme verbazing dat het Wees- en Armenhuis, dat bijna een jaar leegstond, was gekraakt. Kees Schelling heeft precies uitgezocht wat er tóen allemaal gebeurde. Over de Dorpsraad, die aanvankelijk niets van de krakers wilde weten, maar later bedacht dat zij wel de voorkeur verdienden boven de komst van de Amerikaans sekte ‘Children of God’. Wethouder Ruimtelijke Ordening, Han Lammers, bemoeide zich persoonlijk met de zaak. Wie het hele relaas volgt, ziet dat de krakers een belangrijke rol hebben gespeeld in het behoud van het voormalige bejaardentehuis, waar nu nog altijd twintig gezinnen in wonen.

Hoe jongerencentrum Smoes aan zijn naam kwam
In de vroegere recreatiezaal, die aanvankelijk met een brug verbonden was met het bejaardentehuis, opende jongerencentrum Smoes in 1974 zijn deuren. “Het centrum ontleende zijn naam aan een voormalige bewoner van het verzorgingshuis, de heer Smoes. In de achtergebleven verpleegrapporten werd melding gemaakt van het feit dat bij controles bleek dat er cognac in de kledingkast van de heer Smoes gevonden was. Als camouflage zat de cognac in bruine flesjes met het etiket ‘hoestdrank’. Ook zou er een fles bier in zijn kastje in de recreatiezaal zijn gevonden. De oude heer Smoes werd streng berispt, maar heeft zich hierdoor jaren later ook een cultstatus verworven.” Tegenwoordig staat dit pand bekend als ‘Dorpshuis Sloten’ waar iedereen activiteiten kan organiseren. Het is mooi hoe verleden en heden elkaar zo een hand geven.

Te koop in Osdorp en in Badhoevedorp
En dit is slechts een greep uit dit toegankelijke boek vol verhalen uit het dagelijks leven in de jaren zestig en zeventig in Sloten, Oud Osdorp en in Badhoevedorp. ‘Rond de Sloterbrug, deel 2’ (ISBN 9789082477535) is voor € 19,95 verkrijgbaar bij boekhandel Jaspers in Badhoevedorp, boekhandel  en Meck & Holt en via de uitgever.

Tamar Frankfurther, 29 november 2021

Zie ook:

Annexatie in 1921 zorgde ook voor nieuwe huisnummering

Voor de inwoners van de gemeente Sloten veranderden er nogal wat zaken toen de gemeente in 1921 werd geannexeerd door Amsterdam.

De woningen in het uitgestrekte landelijke gebied werden aangesloten op het Amsterdamse water- en lichtnet. (En veel later het (aard)gas- en kabelnet.) De scholen vielen voortaan onder het Amsterdamse onderwijs. Ook de huisnummering werd rigoureus aangepast. En dat was misschien maar goed ook…

De gemeente Sloten kende vroeger geen huisnummers per straat, maar per wijk. Als je hier de weg niet kende, was het waarschijnlijk een hele zoektocht om het goede huisnummer te vinden. Foto: Erik Swierstra.

Wijkletters
Voordat de gemeente Sloten in 1921 door de gemeente Amsterdam werd geannexeerd had Sloten een eigen systeem van huisnummers en wijkletters. Dit systeem was ingevoerd omstreeks 1915. Voordien werden percelen en de huizen die daar eventueel op stonden aangeduid met de kadastrale gegevens, die waren vastgesteld in de jaren twintig van de 19e eeuw. Door het toegenomen aantal huizen in de gemeente voldeed het oude nummersysteem niet meer en werd omstreeks 1915 een nieuwe wijkindeling en huisnummering ingevoerd: een letter met een cijfer.

Zo  kregen de huizen in de Slotense dorpskern en langs de Sloterweg de combinatie van de letter A met een nummer en begonnen de huisnummers in Oud Osdorp en langs de Akerwegen met een C. Erik Swierstra schreef hierover een boeiend artikel in drie delen.

Gedenksteen is kapstokje voor herinneringen
Initiatiefnemer voor de gedenksteen ‘100 jaar annexatie gemeente Sloten’, Guido Frankfurther: “De gedenksteen moet straks het kapstokje worden om de verhalen over de annexatie en wat dit allemaal teweeg bracht, te vertellen. De annexatie had na-, maar ook voordelen. Op het gebied van bijvoorbeeld de huisnummeringen is Sloten er sinds 1921 echt op vooruit gegaan”.

Opbrengst is al € 3.500,-
Van de benodigde 4.000 euro voor de gedenksteen is nu maar liefst al 3.500 euro binnen, mede door mooie bijdragen van stadsdeel Nieuw-West, Kaasmakerij ‘Aan de Molensloot’ aan de Akersluis, Moerland Makelaars op Tussen Meer, Ed Dooyeweerd Holding uit Sloten en Caravan Centrum Sloten aan de Sloterweg. Misschien kunnen nog enkele bewoners en ondernemers bijdragen om het streefbedrag te halen. Dan kan de gedenksteen hopelijk in december worden onthuld door burgemeester Femke Halsema van Amsterdam en dorpsraadvoorzitter Sjoerd Jaasma.

Bijdragen kunnen worden overgemaakt op bankrekeningennummer NL80 RABO 1472 8260 51 t.n.v. G. Frankfurther. In deze Nieuwsbrief houden wij u wekelijks op de hoogte hoeveel geld er al binnen is en binnenkort ook over de productie van de steen.

Tamar Frankfurther, 15 november 2021.

Geschiedenis van de Nieuwe Meer en Riekerpolder in de ‘Oever’

In het het blad ‘Oever’ van de ‘Vereniging Oeverlanden Blijven‘ zijn in de loop der jaren diverse artikelen verschenen waarin aspecten uit de Geschiedenis van de Nieuwe Meer en Riekerpolder e.o. zijn beschreven. Een aantal van deze artikelen is gedigitaliseerd en als pdf-documenten opgeslagen. Deze zijn hieronder te lezen:

* Aan het Karnemelksche Gat

* De aanleg van het Jaagpad

* De geologische geschiedenis van de Oeverlanden

* De geschiedenis van de Oeverlanden

* De Nieuwe Meer

* De Oeverlanden in de krant

* Donderdag 25 augustus 2005

* Dr. W. Sieger (1886-1958)

* Een geheugenopfrisser

* Een kwart eeuw op de bres voor natuurbehoud

* Een vliegongeluk in de Riekerpolder

* Groot rondje Nieuwe Meer

* Herinneringen aan het Jaagpad en Riekerpolder

* Herinneringen van een vliegtuigspotter

* Het Nieuwe Meer – Jac P Thijsse 1923 DGA

* Het Spijtellaantje is een blijvertje

* In de voetsporen van Jac.P. Thijsse

* Jac.P. Thijsse (1865-1945)

* Jan Strijbos (1891-1983)

* Jan Swammerdam (1637-1680)

* Levende natuur aan het Karnemelksche Gat

* Luchtfoto 24 mei 1935

* Luchtfoto van de Royal Air Force 1944

* Mijn herinneringen aan het Jaagpad

* Parkenquaestie – januari 1908

* Pontjes Nieuwe Meer

Zie ook: www.oeverlanden.nl/historie/

Slotense herenboer doet boekje open over Slotense wethouder

“Willem kan Willem niet meer luchten of zien…”

Boerderij Rijnhof van Willem van der Laan die door de annexatie de verkoop van zijn land voor woningbouw misliep.

De Slotense herenboer Willem van der Laan is het najaar 1920 in alle staten. Hij is furieus op zijn naamgenoot Willem, bekend als wethouder in de gemeente Sloten, voluit Willem de Buisonjé. De bom is onlangs gebarsten toen Van der Laan de verkoop van zijn grond voor de gemeentelijke woningbouwplannen vlakbij de dorpskern van Sloten definitief zag gedwarsboomd. En dat kwam omdat De Buisonjé als lid van de Tweede Kamer daar glashard verklaarde dat de gemeente Sloten zich uitspreekt vóór annexatie door Amsterdam!

Willem van der Laan (1853-1928), herenboer van Rijnhof in Sloten.

We hebben het over november 1920 als Willem van der Laan, eigenaar van boerderij Rijnhof aan de Sloterweg, geen goed woord meer over heeft voor die andere Willem die hij met zijn dorpsgenoten tot voor kort nog zo hoog achtte. Dat De Buisonjé zijn eigen gemeente Sloten verraadde is niet de enige uitglijder die hem wordt verweten: een reeks van schandalen komt nu aan het licht, waardoor de ene Willem die andere Willem totaal niet meer kan luchten of zien…

Willem de Buisonjé (1878-1952), wethouder in Sloten en Tweede Kamerlid.

Beluister de podcast
De hele klachtenlitanie van Willem van der Laan, tevens gemeenteraadslid van Sloten, is sinds kort te beluisteren in de podcast die ‘Ons Amsterdam’ onlangs uitbracht op: https://soundcloud.com/…/podcast-ons-amsterdam-episode-2

Het is de tweede in een serie podcasts die het maandblad sinds kort uitbrengt over de perikelen rond de annexatie van de omliggende gemeentes door Amsterdam. Zo gaat de eerste podcast over Harmen Betlehem, ook gemeenteraadslid, maar dan van de gemeente Watergraafsmeer die óók op 1 januari 1921 door Amsterdam wordt geannexeerd. Hij was degene die op oudejaarsdag 1920 een heuse begrafenisstoet organiseerde als protest tegen deze annexatie. Zijn verhaal vanuit de Watergraafsmeer hoor je op: https://soundcloud.com/…/podcast-ons-amsterdam-episode-1

Raadhuis Sloterdijk in de 19e eeuw.

Over Willem de Buisonjé is inmiddels veel bekend, mede dankzij het uitzoekwerk van Jan Loogman die alle informatie bijeenzette in zijn verhaal ‘De verrader van Sloten’. Meer hierover lees je hier en hier.

Willem van der Laan werd pas onlangs aan de vergetelheid ontrukt na de vondst van het archief van de ‘Woningbouwvereeniging Sloten’ op de zolder van de Sint-Jozefschool in Sloten. Bij de opheffing van deze school in 1988 stelde oud-schoolhoofd Theo Durenkamp al deze archiefstukken uit 1920 veilig en maakte deze op 1 juli 2020 openbaar via zijn website onder de titel ‘Annexatie verhindert dorpsuitbreiding Sloten’.

Ook het maandblad ‘Ons Amsterdam‘ schonk aandacht aan dit inmiddels helemaal in de vergetelheid geraakte woningbouwplan en nam het artikel in een bewerkte versie over in zijn editie van februari 2021 onder de titel ‘Bouwplannen gesmoord’.

Voor verdere informatie, fietsroutes, artikelen en nog veel meer over de annexaties van 1921 kijk je op de website Buitenbuurten op  https://annexaties1921.com/.

Zwartwitfoto’s: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Foto van Willem van der Laan: Familiearchief Jan van der Laan.

Door: Theo Durenkamp; 6  oktober 2021.

Van: www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/willem-kan-willem-niet-meer-luchten-of-zien