Uit: ‘Tussen Andreasplein en Zwarte Pad’ – vijfde jaargang – ISBN 978-94-90586-23-2, 128 pagina’s, € 9,90
In april 2020 verscheen de vijfde editie van de door stichting de Driehoek geproduceerde uitgave ‘Tussen Andreasplein en Zwarte Pad’, die sinds 2016 jaarlijks in Amsterdam Nieuw-West wordt uitgegeven ter gelegenheid van de Boekenweek. Op 128 pagina’s hebben samenstellers Fred Martin en Jan-Paul van Spaendonck eenentwintig bijdragen van bekende en minder bekende auteurs gebundeld.
Voor de geschiedenis van het landelijke gebied van de vroegere gemeente Sloten springt één bijdrage eruit. Dit is het artikel van de Amsterdamse Stadsarcheoloog Jerzy Gawronski. In zijn bijdrage geeft hij een beschrijving van het archeologische onderzoek dat heeft plaatsgevonden in het vroegere landelijke gebied, waar zich nu de bebouwing van Amsterdam-West bevindt.
Een uitgebreidere versie van het artikel in het boek is apart als pdf-document verschenen. Dit is te vinden op de website van Stichting de Driehoek (www.stichtingdriehoek.nl). Zie: www.stichtingdriehoek.nl/_downloads/Gawronski.pdf
Sinds de annexatie van de gemeente Sloten in 1921 is in de afgelopen eeuw zo’n 90 procent van het voorheen agrarische gebied onder het zand verdwenen van de stedelijke uitbreidingen die in de afgelopen eeuw hebben plaatsgevonden. Tot in de jaren tachtig was er weinig aandacht voor het archeologische erfgoed, zodat er bij de stadsuitbreidingen, zonder enig onderzoek, gewoon een dikke laag zand over het landschap werd gelegd, nadat alle boerderijen, huizen en wegen waren gesloopt. Behalve in de deels nog landelijke rand van Amsterdam Nieuw-West (Sloten-Oud Osdorp) herinnert in het stedelijke gebied bijna niets meer aan de geschiedenis van het vroegere landelijke gebied.
Om toch kennis te kunnen vergaren over wat er vroeger is geweest, hebben de archeologen van de gemeente Amsterdam de afgelopen decennia bij enkele gelegenheden kans gezien om archeologisch onderzoek te doen in dit gebied.
In 1984 werd ter hoogte van het Hoekenespad in Osdorp onderzoek gedaan. Daarbij zijn enkele fragmenten van 11e en 12e eeuws aardewerk gevonden. In 1986 is er op de kruising van de Sloterweg en de Anderlechtlaan een huisterp uit de periode 1275-1300 onderzocht en in 1988 is er booronderzoek gedaan ter hoogte van de Louwesweg, waarbij geen bewoningsresten zijn gevonden.
In 1991 werd op de plaats van het huidige Dorpsplein in Sloten een uitgebreid archeologisch onderzoek gedaan, waarbij een woonterp werd gevonden die er aan het einde van de 12e eeuw al lag. Er zijn ook diverse latere bewoningsnivueau’s gevonden. In de 16e eeuw zijn er een herberg en rechthuis gebouwd, die er tot 1954 hebben gestaan. Een straatnaambord op het Politiebureautje aan het Dorpsplein verwijst hiernaar.
In 2009 werden er bij de Leeuwendalersweg in de wijk Bos en Lommer opgravingen gedaan, waarbij er onder het metersdikke pakket ophogingszand restanten van een 17e of 18e eeuwse bakstenen schuur zijn aangetroffen. Deze schuur lag in de noordoosthoek van de in 1644 ingepolderde Sloterdijkermeerpolder, aan de Sloterdijkermeerweg. Naast het gebouw lag een waterkelder voor de watervoorziening.
Binnen de schuur werd huishoudelijk aardewerk afval uit de gehele 18e eeuw gevonden. Onder andere werd een zeis gevonden, een voorwerp dat in het stedelijk gebied van Amsterdam niet gauw wordt aangetroffen, maar wel past in een agrarische omgeving. Ook Engels aardewerk uit het einde van de 18e eeuw werd opgegraven, met opschriften en afbeeldingen die verwijzen naar de Patriotten, die in de jaren tachtig van de 18e eeuw actief waren in Holland. Patriottisch aardewerk in Amsterdam is zeldzaam. Zo heeft de bodem van Amsterdam Nieuw-West toch enkele bijzondere vondsten opgeleverd die een aanvulling vormen over de kennis van de geschiedenis van dit gebied.
Erik Swierstra, juni 2020.
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp
Zie ook: Archeologisch onderzoek in Sloten in 1988
Zie ook: Archeologie onder het zand – Het verborgen verleden van Nieuw-West (pdf)
Zie ook: Baar, P.P de, Sloten, een wandelend dorp; opgravingen tonen groeiende band met Amsterdam, Ons Amsterdam 44, (1992), 22-25.
In augustus 2019 verscheen in twee delen een artikel over Oude huisnummers en wijkletters van de gemeente Sloten.
Over de huizen en de huisnummering in wijk J, langs de Admiraal de Ruijterweg en zijstraten, kwam in mei 2020 een reactie van Lex Schrijver, ex-bewoner en kenner van deze buurt. Hij is opgegroeid aan de Admiraal de Ruijterweg en kent veel details over de geschiedenis van deze straat en omgeving. Uit belangstelling voor deze buurt heeft hij een uitgebreide documentatie opgebouwd waaruit hij waardevolle aanvullingen en correcties verstrekte op deel twee van het artikel.
De zoektocht naar deze gegevens en de correspondentie die daaruit voortkwam heeft tot meer kennis geleid van de Admiraal de Ruijterweg en het vroegere buurtschap De Baarsjes, nabij de Wiegbrug. Dit geeft voldoende materiaal om in nog volgende artikelen meer aandacht te besteden aan dit deel van de vroegere gemeente Sloten.
Hieronder een overzicht alsmede nog een extra kaart van de omgeving van de ‘Krommert’, een sloot waarvan het laatste restant nog tot 1959 tussen de huizen lag.
Naast de eerder genoemde ‘Sloter huisnummerbordjes’ blijken er nog meer aanwezig te zijn. Sommige zijn nog redelijk leesbaar, andere nauwelijks. Je moet dan echt weten dat het zo’n bordje is om het nog te kunnen herkennen en eventueel het oude huisnummer te kunnen ‘lezen’.
Wijk J
Naast de opsomming in het vorige deel van dit artikel zijn er ook nog oude ‘Sloter huisnummerbordjes’ te vinden op:
* Admiraal de Ruijterweg:
J130 (157),
J196 (245),
J198 (247),
J200 (249),
J332 (387),
J355 (408) (Pastorie Boomkerk).
* Bestevâerstraat: J2 (1),
* Jacob van Wassenaar Obdamstraat: J3 (34),
* Karel Doormanstraat: J6 (149) [nog goed leesbaar],
* Wiltzanghlaan 4, het plaatje toont “3”, zonder J,
* Jan van Galenstraat 117 (J7 maar niet leesbaar) en 119 (J5 goed leesbaar).
Er zijn ook enkele correcties op de vorige lijst:
* Admiraal de Ruijterweg:
J5 (119) moet zijn: J5 (52),
J7 (117) moet zijn: J7 (54) (neem ik aan, maar bordje is verdwenen),
J199 (239) moet zijn: J190 (239),
J197 (243) moet zijn: J194 (243).
* Chasséstraat: J17 (84) moet zijn: J18 (84).
* De Maarten Harpertszoon Trompstraat en de Reinier Claeszenstraat hebben de oorspronkelijke Slotense huisnummering behouden. Voor de M.H. Trompstraat betekent dit dat de nummering start aan de Admiraal de Ruijterweg-zijde, en niet zoals meestal in Amsterdam aan de dichtst bij het Centrum gelegen zijde. Ook lopen links de even nummers op en rechts de oneven nummers. Dus, anders dan bij de meeste andere Amsterdamse straten, ligt nummer 3 links van nummer 1.
* Het blijkt overigens dat de J-nummers niet uniek de percelen identificeren. Zo is J17 zowel Admiraal de Ruijterweg 68 als Reinier Claeszenstraat 17.
Hierbij tot slot een gecorrigeerde en aangevulde lijst met nog aanwezige huisnummers (soms slechts vaag leesbaar).
* Admiraal de Ruijterweg: J5 (52), J49 (100), J85 (136), J87 (138), J89 (140), J90 (117), J93 (144), J94 (121), J95 (146), J96 (123), J116 (143), J118 (145), J120 (147), J124 (151), J126 (153), J128 (155), J130 (157), J142 (169), J144 (171), J190 (239), J194 (243), J196 (245), J198 (247), J200 (249), J332 (387), J355 (408; pastorie Boomkerk).
* Ook in de zijstraten zijn nog enkele oude huisnummers te zien. Vooral in de Maarten Harpertzoon Trompstraat: J6 (6), J8 (8), J10 (10), J12 (12), zijn de oude nummers nog goed leesbaar.
Voorts ook in de:
* Reinier Claeszenstraat: J17 (17), J19 (19),
* Chasséstraat: J18 (84),
* Bestevâerstraat: J2 (1),
* Jacob van Wassenaar Obdamstraat: J3 (34),
* Karel Doormanstraat: J6 (149) [nog goed leesbaar],
* Wiltzanghlaan 4, het plaatje toont “3”, zonder J,
* Jan van Galenstraat 117 (J7 maar niet leesbaar) en 119 (J5 goed leesbaar).
Met dank aan Lex Schrijver voor de verstrekte informatie en inspiratie.
Tekst, foto’s en bewerking kaarten:
Erik Swierstra; juni 2020.
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Zie ook: Oude huisnummers en wijkletters van de gemeente Sloten – deel 2.
AT5 vindt de documentaire ‘De slag om het Weilandje Vrije Geer’ dermate van belang en bijzonder dat de omroep besloot om deze film op zondag 31 mei 2020, eerste Pinksterdag, uit te zenden.
Dat is goed nieuws, omdat zowel Sloten en Nieuw-West als het belang van ‘groen’ in de stad dan weer eens goed en positief onder ieders aandacht worden gebracht. Daarnaast biedt deze uitzending nu ook echt aan íedereen de kans om de film (op groter scherm) te bekijken. Daarna blijft de film permanent te zien via www.geheugenvanwest.amsterdam.
1992 – 2020
De film vertelt het verhaal over het Weilandje (nu Natuurpark) Vrije Geer vanaf de inspraak begin jaren negentig, via het referendum in 1995 tot nu. Het is daarom niet zo vreemd dat er véél te vertellen valt. Het verhaal is dan ook opgeknipt in drie delen van ieder ruim een half uur.
Carry, Gregor en Dick
Dat AT5 de documentaire nu gaat uitzenden zorgt voor een mooi ‘Droste-effect’. In de film zijn immers veel door AT5 zelf gemaakte beelden uit de jaren negentig opgenomen. U ziet voormalige nieuwslezers (zoals Chazia Mourali, Ton van Royen en Yvette Forster) in hun jonge jaren voorbij komen. Aangezien dit het allereerste door burgers georganiseerde referendum in Nederland betrof, haalde het Weilandje ook regelmatig het landelijke nieuws. Daarom maken bijvoorbeeld ook een jonge Joop van Zijl en Gerard Arninkhof van het NOS-journaal hun opwachting. Uiteraard wordt ook de andere kant van het verhaal verteld. Dat doen de wethouders van toen en burgemeester Schelto Patijn. Carry Tefsen, Gregor Frenkel Frank en Dick Bruynesteyn verleenden belangeloos hun medewerking aan de campagne. Geniet van hun grappige commercials waarin zij de Amsterdammers (met succes) aanmoedigen om ONeens te stemmen en het Weilandje groen te houden.
AT5-uitzendtijden op 31 mei 2020
* 17.18 uur en 22.15 uur: deel 1
* 17.50 uur en 22.50 uur: deel 2
* 18.20 uur en 23.20 uur: deel 3
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 27 mei 2020.
Een kwart eeuw geleden stemde Amsterdam in een referendum over het weilandje Vrije Geer. Een documentaire toont hoe een klein comité uit Sloten kon winnen van het machtige stadsbestuur.
Patrick Meershoek – 17 mei 2020, 16:00
Heugelijk nieuws uit Sloten: op de ooievaarsnesten op weilandje Vrije Geer zijn twee jongen uit het ei gekropen. “En nu maar hopen dat ze het redden,” zegt de zelfverklaarde ooievaars-oma Tamar Frankfurther. “De palen staan er nu tien jaar en we hebben al heel wat nesten gehad. Er was nog wel een Artikel 19-procedure nodig om de palen te kunnen plaatsen. Het weilandje is heilige grond sinds het referendum. Er mag helemaal niets worden gebouwd.”
Met dank aan de 184.068 Amsterdammers die op 17 mei 1995 naar de stembus gingen om bij het eerste door burgers georganiseerde lokale referendum in het land tegen de plannen te stemmen om 180 nieuwe woningen te bouwen op het weiland bij Sloten. De opkomst en de uitslag kwamen indertijd als een grote verrassing, ook voor het stadsbestuur, dat zich niet kon voorstellen dat de kiezers massaal in de benen zouden komen voor een weiland met een omvang van zo’n drie voetbalvelden.
Over de slag om Vrije Geer is nu een documentaire verschenen, die in drie delen uitlegt hoe een piepklein actiecomité indertijd kon winnen van het machtige stadsbestuur. De documentaire van Petra van Lint is een heerlijke tijdreis naar het Amsterdam van de jaren negentig, met belangrijke bijrollen voor de piepjonge AT5-presentatoren Ton van Royen, Chazia Mourali en Sacha de Boer, maar vooral een handboek succesvol actievoeren voor een hopeloze zaak.
Elke woning was nodig
Want hopeloos leek het, toen de gemeenteraad in 1994 het licht op groen zette voor de bouw van 180 woningen en de komst van een tramlijn door het weitje. Daartegen was door een groep Slotenaren, onder aanvoering van P. Hans Frankfurther, protest aangetekend, maar zowel de inspraakprocedure als het bewerken van de raad met brieven en spandoeken had niets opgeleverd. De woningnood was hoog en Amsterdam had elke woning nodig, was het credo.
Het actiecomité gaf zich niet gewonnen en zag een laatste kans in een democratisch instrument dat net was gelanceerd in de hoofdstad: het lokaal referendum. “Daarvoor waren 32.000 handtekeningen nodig,” vertelt Tamar Frankfurther, net als de rest van het gezin indertijd deel van de harde kern. “Ons grote probleem was: in Amsterdam had nog nooit iemand van weilandje Vrije Geer gehoord. In Sloten woonden een paar honderd stemgerechtigden. We moesten de mensen mobiliseren.”
Dat gebeurde onder meer met de hulp van vergelijkbare comités in de stad. “Als gevolg van de woningbouw stonden ook andere stukken groen onder druk,” vertelt Frankfurther. “Ons weilandje werd het symbool voor alle bedreigde weilandjes in de stad. En ook voor het gebrek aan respect voor het zicht op ons bijna 1000-jarige dorp. Als het weilandje in de grachtengordel of het stadsdeel Zuid had gelegen, was er waarschijnlijk nooit een referendum nodig geweest.”
Strijkplank voor handtekeningen
De strijd tussen de David uit Sloten en de Goliath uit de Stopera raakte een gevoelige snaar, eerst bij de lokale media, daarna ook bij de landelijke actualiteitenrubrieken, die gretig verslag deden van de slag om Vrije Geer. Terwijl P. Hans Frankfurther als welsprekend monument van beschaving en redelijkheid de reporters uitleg gaf, liep de rest van het comité de stad af om handtekeningen op te halen. Dat gebeurde met een strijkplank, waarop drie mensen tegelijk konden tekenen.
Met de benodigde handtekeningen op zak kon het referendum op de agenda worden gezet. Het comité had gehoopt mee te kunnen liften met de Statenverkiezingen in maart, maar de gemeente koos voor 17 mei. Frankfurther: “We hadden het geluk dat er ook een referendum kwam over de stadsprovincie. Daar waren veel hoger opgeleiden in geïnteresseerd. Vrije Geer had de belangstelling van de gewone Amsterdammer. Dat zorgde samen voor een goede opkomst.”
In de campagne voor het referendum gingen alle remmen los. Er kwam een actieposter van tekenaar Dik Bruynesteyn, die duizenden ramen in de stad sierde. Op televisie riepen beroemdheden als Gregor Frenkel Frank en Carry Tefsen de Amsterdammers op tegen de bouwplannen te stemmen. “Het hielp dat het stadsbestuur ons nog steeds niet serieus nam. De houding was hautain en er werd onhandig geopereerd. Dat leverde ons veel extra publiciteit op.”
Na het tellen van de stemmen werd duidelijk dat het kleine comité een grote overwinning had geboekt. Frankfurther laat de zakagenda zien waarin haar vader heeft genoteerd: 184.068 stemmen tegen de bouwplannen, 20.360 voor. “Na het referendum zijn we allemaal ziek geworden. We waren oververmoeid.” Lang kon het gezin Frankfurther niet genieten. Een jaar later verdronken vader P. Hans en zoon Felix in de Indische Oceaan tijdens een vakantie in Indonesië.
Een kwart eeuw later zegt dochter Tamar dat ze erg gelukkig is met de documentaire. “Ik vind het belangrijk om deze geschiedenis vast te leggen, maar het is vooral een interessant document voor de actievoerders van nu.” Ze noemt twee gouden regels. “Houd vol en laat je niet uit het veld slaan. En: steek er ontzettend veel tijd in. Als je een maand op vakantie gaat, kan bij thuiskomst blijken dat je de beslissende slag hebt verloren.”
‘De slag om weilandje Vrije Geer’ is te zien via www.geheugenvanwest.amsterdam
Referenda in Amsterdam
Het referendum over de bouwplannen op Vrije Geer was niet de eerste volksraadpleging in Amsterdam. In 1992 had het stadsbestuur een referendum uitgeschreven om de meningen te peilen over beperkende maatregelen voor auto’s in de binnenstad. De opkomst was laag met ruim 27 procent, een kleine meerderheid steunde een ferme aanpak.
In de decennia daarna werd nog een tiental lokale referenda gehouden. Vaak over grote kwesties, zoals de aanleg van IJburg, de verzelfstandiging van het GVB of de wenselijkheid van de NZ-lijn, soms over kleine zaken zoals de bouw van een blokje appartementen in het Domela Nieuwenhuisplantsoen in Westerpark.
Goed om te weten: de uitslag van een stadsreferendum leidt maar zelden tot het gewenste resultaat, ook vanwege de hoge kiesdrempel. De aanleg van IJburg, de komst van de NZ-lijn, het stadsdeel Centrum, betaald parkeren in de Spaarndammerbuurt: de meeste stemmers waren tegen en het kwam er allemaal.
Uit: het Parool van 17 mei 2020.
Zie ook: www.parool.nl
Zie ook: De onverwachte overwinning (pdf)
Zie ook: De slag om het Weilandje Vrije Geer – Hóe krijg je 208.538 Amsterdammers naar de stembus?
Op zondag 17 mei 2020 is het precies 25 jaar geleden dat de Slotenaren het referendum tot behoud van het Weilandje Vrije Geer wonnen. 38,2% van de Amsterdammers nam deel aan het referendum en dat was ruim voldoende om de uitslag (88,3% was vóór behoud van het Weilandje) geldig te laten zijn. Hierover is een driedelige film gemaakt.
Kijk op: www.geheugenvanwest.amsterdam. Een korte inleiding (’teaser’) is te zien op: www.youtube.com.
Nu, 25 jaar later, is het toenmalige Weilandje omgetoverd tot een prachtig natuurpark waar velen dagelijks van genieten. Het park maakt officieel deel uit van de Hoofdgroenstructuur De Groene AS. Een grote vrijwilligersgroep ondersteunt de gemeente bij het beheer en ook dit jaar hebben de ooievaars weer nageslacht op de wereld gezet!
Voorbeeldproject
Maar, voor het zover was, moest er veel water door de sloot! Ter ere van dit jubileum is dat verhaal vastgelegd. Tamar Frankfurther, toen lid van het comité Behoud Weilandje Vrije Geer en nu nog altijd voorzitter van de beheergroep van het natuurpark, nam het initiatief tot de film: “Het is een uniek verhaal met een goede afloop. In de film geven we een kijkje in de keuken van de actievoerder. We vertellen hóe we het hebben aangepakt. Aan de ene kant is het mooi om deze bijzondere geschiedenis van Sloten, Nieuw West en Amsterdam vast te leggen. Aan de andere kant is dit ook een inspirerend voorbeeldproject voor nieuwe actievoerders. Dan hoeven zij het wiel niet opnieuw uit te vinden. Medewerkers van Eigenwijks hebben geadviseerd, zodat de film geschikt is om te worden gebruikt om burgers een actieve rol in hun wijk te laten spelen.”
AT5-Nieuwsitems
Tamar vervolgt: “Mijn vader P. Hans, nu bekend van de singel, was coördinator van het actiecomité. Hij is in 1996, ruim een jaar na het referendum, samen met mijn broer Felix helaas overleden, maar hij vertelt nu tóch een deel van het verhaal over hoe we het laatste stukje veenweide bij Sloten hebben gered. We mochten voor deze film namelijk gebruikmaken van materiaal van AT5 en de landelijke omroepen. We hadden toen veel media-aandacht en hebben alles zelf gearchiveerd en op video opgenomen. Het héle verhaal komt voorbij: de gemeentelijke bureaucratie, campagne voeren voor handtekeningen en voldoende opkomst, de strategieën…”
Bekende gezichten
Ook de commercials met Gregor Frenkel Frank (Ook dat nog!), Carrie Tefsen (Zeg n’s AAA…) en Dick Bruynesteyn (sport- en striptekenaar) zijn in de documentaire opgenomen. Voormalige politici, onder wie burgemeester Schelto Patijn en Eberhard van der Laan, passeren de revue. En beelden van de later op nationale TV bekend geworden AT5-nieuwspresentatoren in hun jonge jaren. Kortom… een informatieve nostalgische terugblik op de jaren negentig!
Met dank aan
De documentaire ‘De slag om het Weilandje Vrije Geer’ is gemaakt door Petra van Lint van Happy4Film en kwam mede tot stand door bijdragen van de gemeente Amsterdam, het Amsterdams Fonds voor de Kunst, PIN/KNR, Fonds voor Nieuw-West, de Haëlla Stichting en de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp. En natuurlijk: De Westerpost. Als het straks weer kan, worden hierover bijeenkomsten en presentaties georganiseerd. Meer weten? Mail naar dorpsloten@gmail.com.
Tamar Frankfurther; 17 mei 2020.
Uit: de Westerpost van 20 mei 2020.
Zie ook: 25 jaar na het referendum – Het Weilandje-verhaal verfilmd
Zie ook: Het weilandje Vrije Geer is heilige grond sinds het referendum (Het Parool; 17 mei 2020)
Zie ook: Hoe gaat het met natuurpark de Vrije Geer dat 25 jaar geleden gered werd van de ondergang? (AT5; 17 mei 2020)
Zie ook: Precies 25 jaar geleden wonnen strijdende Slotenaren de slag om weilandje de Vrije Geer (Hart van Nederland; 17 mei 2020)
Zie ook: 25 jaar na de slag om het weilandje (www.theodurenkamp.nl)
Op 17 mei 2020 is het precíes 25 jaar geleden dat 208.538 Amsterdammers hun stem op 17 mei 1995 uitbrachten of het Slotense Weilandje Vrije Geer volgebouwd mocht worden en of tram 2 er (op een dijk) doorheen zou gaan.
De overgrote meerderheid (88,3%) wilde het Weilandje sparen. Daarom is er nu een prachtig natuurpark. Ter ere van dit jubileum verschijnt op 17 mei 2020 een driedelige documentaire. Over de hele actie rond het Weilandje van toen tot en met hoe het nú met het huidige natuurpark gaat. We kregen het niet cadeau…
Een korte inleiding (’teaser’) is te zien op: www.youtube.com
Bekijk de film vanaf 17 mei op: www.geheugenvanwest.amsterdam.
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 13 mei 2020.
Zie ook: De slag om het Weilandje Vrije Geer – Hóe krijg je 208.538 Amsterdammers naar de stembus?
Een eeuw geleden annexeerde Amsterdam de gemeente Sloten. Een opmerkelijke rol was weggelegd voor wethouder Willem de Buisonjé van de buurgemeente, lokaal bekend als de man die Sloten verraadde.
Patrick Meershoek – 26 april 2020 (Het Parool)
De inwoners van Sloten zijn nog lang boos op hem geweest, merkte schrijver Jan Loogman toen hij zich verdiepte in het levensverhaal van Willem de Buisonjé. Een oude tante uit Osdorp sprak schamper over ‘de verrader’, de vermaledijde wethouder die in 1920 het zelfstandige Sloten tegen de wil van de overgrote meerderheid van de bevolking uitleverde aan de grote stad Amsterdam.
Willem Hendrik de Buisonjé (1878 – 1952)
Honderd jaar na dato ligt het hele verhaal op tafel, opgenomen in het boekgeschenk dat boekhandel Meck & Holt in Osdorp elk jaar laat maken. Als gevolg van de coronacrisis heeft de in eigen beheer uitgegeven bundel Nieuw West Side Stories weinig aandacht gekregen en weinig kopers gevonden. Het verbluffende relaas over De Buisonjé is bij uitstek geschikt om de boel alsnog vlot te trekken.
Eerst terug naar een eeuw geleden. Sloten is in de 19de eeuw nog een van de grootste gemeenten in het land, die zich aan de kant van Amsterdam uitstrekte tot aan de Kostverlorenvaart. Vanaf de eeuwwisseling laat het snel groeiende Amsterdam zijn hongerig oog vallen op het boerenland van de buurgemeente, met steun van de provincie, die van mening is dat de hoofdstad ruimte moet krijgen voor verdere uitbreiding.
Massief verzet
In 1920 liggen er twee opties op tafel: een volledige inlijving en een gedeeltelijke annexatie. Het kabinet heeft een voorkeur voor het eerste scenario, maar er is ook een voorstel van het christelijke Kamerlid Reinhardt Snoeck Henkemans om de overname te beperken tot een deel aan Amsterdamse kant. Snoeck Henkemans maakt zich onder meer zorgen over het zedelijk verval, dat het gezonde platteland onder Amsterdamse vlag onvermijdelijk zal aantasten.
In het parlement krijgt Snoeck Henkemans te maken met oppositie uit onverwachte hoek. Willem de Buisonjé, fractielid van de Economische Bond én wethouder van Sloten, houdt in de vergadering een pleidooi voor de volledige annexatie van zijn gemeente. “Ik kan u verzekeren dat een grote minderheid van de gemeenteraad van Sloten, waar ik zelf deel van uitmaak, vóór de aansluiting bij Amsterdam is,” spreekt De Buisonjé, daarmee het massieve verzet in Sloten relativerend.
De oproep van de wethouder om zijn eigen gemeente op te heffen, valt thuis in slechte aarde. De raad van Sloten roept een spoedvergadering uit om de wethouder duchtig de oren te wassen. “De Buisonjé was op dat moment voor zaken in Duitsland,” vertelt Loogman. “Later in de week kwam hij alsnog naar Sloten om verantwoording af te leggen. Dat deed hij wel netjes trouwens. Hij draaide niet om de hete brij heen. Maar zijn dagen als bestuurder waren geteld.”
Wat bezielde de man? Met de vraag die honderd jaar geleden heel Sloten bezighield, dook Loogman de archieven in. En wie was Willem de Buisonjé eigenlijk? Hij volgde het spoor terug naar Nijmegen, waar de hoofdpersoon van het verhaal opgroeit. Na de hbs trekt hij naar Amsterdam, waar hij in dienst treedt van de Maatschappij voor Goede en Goedkope Lektuur, de latere Wereldbibliotheek. De Buisonjé maakt carrière en wordt adjunct-directeur van de uitgeverij.
In 1917 verhuist de uitgever met zijn echtgenote naar de gemeente Sloten, waar hij actief wordt in de lokale politiek. De Buisonjé organiseert twee jaar achtereen de Jaarbeurs in Utrecht en het zakelijke succes maakt dat hij ook een beurs in Sloten wil houden. De Reclame- en Grafische Arbeid-Tentoonstelling Amsterdam van 1919 wordt een zeperd, ook vanwege de concurrentie van een grote luchtvaartshow bij het Centraal Station. De Buisonjé blijft met torenhoge schulden achter.
Vanaf dat moment gaat het mis, concludeert Loogman. “De Buisonjé maakt een vrije val. Hij gebruikt geld van de uitgeverij om te speculeren op de beurs, in een poging zijn financiën weer op orde te krijgen. Als de fraude aan het licht komt, reist hij naar Berlijn voor een zakendeal die hem uit de problemen moet halen. Ook dat plan mislukt. Tot overmaat van ramp komt zijn echtgenote te overlijden. Het is in alle opzichten een rampjaar voor De Buisonjé.”
Ontslagen en failliet
De politieke zelfmoord in Sloten past in het profiel van een gebroken man, gelooft de schrijver van diens levensverhaal. “De Buisonjé raakte in 1921 zijn politieke functies kwijt. Hij werd ontslagen bij de uitgeverij en werd failliet verklaard door de rechtbank. Hij vluchtte naar Berlijn, waar hij hertrouwde en drie jaar bleef wonen. In 1925 keerde hij samen met zijn nieuwe echtgenote terug naar Amsterdam. In datzelfde jaar werd hij door een boekhandelaar beschuldigd van oplichting.”
De Buisonjé overlijdt in 1952. Loogman weet in de archieven nog een snipper geschiedenis terug te vinden. In augustus 1944 doet W.H. de Buisonjé, chef van de redactie bij uitgeverij Westland, aangifte van de diefstal van tien boeken. Loogman: “Westland was met Duits geld opgericht om tijdens de bezetting nationaalsocialistische lectuur te verspreiden. De uitgeverij was gevestigd aan de Herengracht. Na de bevrijding werd het pand toegewezen aan De Bezige Bij.”
Naar buiten fietsen
Was de verrader van Sloten ook een landverrader? Loogman heeft het antwoord op die vraag nog niet gevonden. “Hij had in de jaren twintig natuurlijk alle schepen achter zich verbrand. Er was geen fatsoenlijke uitgeverij meer waar hij nog terechtkon. Het kan best zo zijn dat hij zelf geen nationaalsocialist was, maar dat Westland zijn manier was om het hoofd boven water te houden. Een foute keuze uit opportunisme. Maar ook daar kan ik alleen maar naar gissen.”
En de annexatie van Sloten? Hoe beslissend is de rol geweest van De Buisonjé in de besluitvorming? Het voorstel van Snoeck Henkemans werd verworpen met 42 stemmen tegen en 25 stemmen voor. “Als De Buisonjé eerlijk had verteld dat de overgrote meerderheid van Sloten tegen annexatie was, had het amendement mogelijk een goede kans gehad,” zegt Loogman. “En dan had Amsterdam een stukje van Sloten gekregen in plaats van de hele gemeente.”
In de ogen van de schrijver was dat geen straf geweest. In zijn bijdrage aan de bundel geeft hij de vrije teugels aan zijn liefde voor de polders met de rustige bedrijvigheid van boeren en tuinders. ‘Nieuw-West zou niet zijn ontstaan,’ schrijft Loogman. ‘De stadsbewoners zouden in het weekeinde naar buiten kunnen fietsen. De lucht zou breed boven hen wolken, ze zouden hier en daar een stukje blauw zien en genieten van de stilte langs het water.’
De lyrische passage eindigt abrupt bij dezelfde oude tante uit Osdorp en een van haar gevleugelde uitspraken: “As is verbrande turf.”
‘Nieuw West Side Stories’, verkrijgbaar bij boekhandel Meck & Holt, Tussenmeer 46. Jan Loogman publiceerde onlangs samen met Paul Kroes, Kees Loogman en Kees Schelling het boek ‘Rondom de Sloterbrug, verhalen over Sloten, Badhoevedorp en Oud-Osdorp’.
Van: www.parool.nl
Zie ook: Het verraad van Sloten (pdf)
Zie ook: nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Hendrik_de_Buisonjé
Zaterdag (25 april 2020) heeft het Parool bij een artikel over Sloten helaas de Sloterweg in Badhoevedorp paginabreed afgebeeld. En dus niet van de Sloterweg op Sloten, sinds 1921 onderdeel van Amsterdam.
Deze prachtige Sloterweg wordt nu helaas volgebouwd met patserige reusachtig grote huizen op zelfbouwkavels. De kans is groot dat de gemeente ook volgende bouwaanvragen voor een veel te groot en modern appartementencomplex (dat in Nieuw Sloten niet zou misstaan) en andere dure projecten van ontwikkelaars gaat goedkeuren. Alles draait immers om winstmaximalisatie uit de grondopbrengst.
Zelfs 99 jaar na de annexatie van de gemeente Sloten gaat de afbraak door. Onderzoeksbureau ‘Cultuurhistorische projecten Weesp’ bekritiseert de gemeente hierover in felle bewoordingen in zijn rapport “Cultuurhistorische kwaliteiten oostelijk deel Sloterweg, Amsterdam”. Dit rapport bracht het bureau afgelopen februari uit. De gemeente bracht dit rapport echter pas in maart naar buiten. Vlák nadat de laatste arbeiderswoningen, die volgens de onderzoekers écht gespaard hadden moeten worden, met de grond gelijk gemaakt waren…
Hopelijk biedt deze foto-vergissing de kans om wat resteert wél goed te beschermen.
Tamar Frankfurther
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp
Uit: het Parool van 30 april 2020.
Op de website van Theo Durenkamp is een artikel gepubliceerd over ‘Plekken van bezetting, toen en nu’, met foto’s langs de Sloterweg. Hieronder een stukje hieruit.
Van de Duitse bezetting in de periode 1940-1945 zijn de meeste sporen inmiddels uitgewist. Wél zijn er foto’s van plekken waar de Duitse bezetter overduidelijk aanwezig was, vaak illegaal gemaakt tijdens de bezettingsjaren.
Omdat de omgeving niet of nauwelijks is veranderd, geven deze oude foto’s een vervreemdend beeld van de plekken waar we nú in alle vrijheid kunnen leven… En waar de omgeving wél ingrijpend veranderde, zijn nog diverse sporen uit het verleden aan te wijzen…
Een Duitse schildwacht bij de ingang van het schoolplein van de Sint-Jozefschool
die 5 jaar lang door de Duitsers als kazerne wordt gebruikt.
Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp; 1940-1941.
Laat het huidige zuiltje op deze plek nu dezelfde vorm hebben als
het schildwachthuisje van toen.
Foto: Theo Durenkamp; 2020.
Voor het volledige artikel zie: https://www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/plekken-van-bezetting
Jan Kars uit Oud Osdorp had al een straat. Niet in Amsterdam, wel in het Zeeuws-Vlaamse Oostburg.
Maar er stond niet bij wie hij was en dat hij was gesneuveld. Sinds januari 2020 is dat in orde. Hij heeft een nieuw straatnaambordje met verklarende tekst. Wat was er ook al weer met Jan gebeurd?
Foto: Pim Ligtvoet (Oostburg; 31 januari 2020)
Marechaussee en verzetsman
Osdorper Jan Kars ging aan het begin van de oorlog als jonge marechaussee naar Zeeuws-Vlaanderen. In 1943 werd hij aangesteld in Oostburg. Jan werkt samen met het verzet en vervult in augustus 1944 een sleutelrol als knokploeg De Vos het distributiekantoor van het stadje overvalt. Hij krijgt daarna een leidende rol in het verzet, terwijl hij direct moet onderduiken. Als Oostburg kort daarna in de frontlinie komt te liggen vlucht hij met andere burgers naar de hofstede van verzetsman De Bruijne bij Waterlandkerkje. Er zijn ongeveer 70 vluchtelingen op de boerderij.
Op 20 oktober 1944 besluit Jan met Marien de Bruijne en de bekende verzetsvrouw Francine de Zeeuw door de linies te gaan om de geallieerden te waarschuwen. De boerderij ligt in het gevechtsterrein en mag niet gebombardeerd worden. Onderweg wordt Jan door een granaat dodelijk getroffen, Marien en Francine blijven in leven. Deze geschiedenis is nu, 75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, kort samengevat op het nieuwe straatnaambordje te vinden. ‘Jan Karsstraat. Jan Kars (1919-1944), marechaussee en verzetsman te Oostburg. Gesneuveld in Waterlandkerkje’.
Foto: Nico Peterse; 31 januari 2020.
Symposium
Het Comité 4 mei, ondersteund door de gemeente Sluis, deed nog meer. Het organiseerde op 31 januari 2020 een symposium over het verzet in West-Zeeuws-Vlaanderen. Voorzitter Nico Peterse opende de druk bezochte bijeenkomst. Hierna sprak burgemeester Marga Vermue onder andere over de oorlogservaringen van haar familie. De jonge gemeentearchivaris Geert Stroo ging vervolgens in op de vele vormen van verzet in het gebied dat sinds 2003 de gemeente Sluis vormt. Hij was met zijn onderzoek begonnen, toen in 2015 bleek dat er op mijn vraag naar gegevens over Jan Kars nog veel over de oorlogstijd in de archieven te vinden was.
Na mijn powerpoint-presentatie over Kars (zie boven voor de grote lijn) sloot het theaterduo Ferini de bijeenkomst af. De voorstelling eindigde met een symbolische onthulling van straatnaambordjes voor Jan Kars en zijn mede-marechaussee Leendert Serier. Twee vertegenwoordigers van de marechaussee werden uitgenodigd hun bordjes tussen de namen van andere helden en heldinnen te planten.
Het Wodka-Lied van Jan Kars. Bron: Wim Eggermont, Breskens.
Boek
Op het symposium was ook een indrukwekkend boek te krijgen, De Ketens Verbroken (André Bauwens & Geert Stroo, Aardenburg 2019, 472 blz.). Het bevat foto’s, dagboeken, documenten en studies over wat er in 1940-1945 in de zestien stadjes en dorpen van West Zeeuws-Vlaanderen gebeurde. Daaronder de opvang van christelijk-joodse vluchtelingen in Sluis, de acties van verzetsgroepen, burgemeesters in oorlogstijd en de geallieerde operatie ‘Switchback’ om de monding van de Westerschelde van Duitsers te bevrijden, die tot enorme verwoestingen leidde en het leven kostte aan vele honderden burgers, waaronder aan Jan Kars.
Wat het boek, begrijpelijk, niet haalde is een document van Zwemvereniging Scheldestroom uit Breskens, het ‘Wodka-lied’. De club schrijft dit aan Jan Kars toe. En inderdaad, Jan deed in 1941 dienst bij de passencontrole van het veer Breskens – Vlissingen. Hij zou zijn vrije uurtjes in het zwembad hebben doorgebracht en het poloteam hebben toegejuicht met ‘wodka hoi!’
Pim Ligtvoet, Amsterdam; april 2020.
Slapen in de Kappersstoel
25 jaar geleden interviewde dominee Robert Jan Bakker mevrouw Ploeg en onderduiker Auke Pot. Het zou zonde zijn om dit verhaal, dat in 1995 jaar geleden in deze Rubriek stond, te vergeten. Vandaar deze her-publicatie.
Janny Ploeg was begin twintig toen ook Sloten onder de Duitse bezetting moest leven. Het huis van haar en haar eerste man werd een veilige haven in gevaarlijk gebied. Al in 1942 namen zij onderduikers in huis. Die kamen via de organisatie van de illegale krant Trouw bij de kappersfamilie terecht. Janny hielp ook mee bij de verspreiding van het blad.
En dat gebeurde allemaal in het rechter huis bij kapper Van Leeuwen op Sloterweg 1285.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam, jaren ’70.
Slaapplek-tekort
Het aantal onderduikers nam toe naarmate de oorlog langer duurde. Het enige waar in haar huis gebrek aan bestond, was slaapruimte. Op de bovenste verdieping konden de jongens in het hooi slapen, maar het kwam ook voor dat een late onderduiker genoegen moest nemen met een scheerstoel. Die werd dan in de prettigste slaapstand gezet. De kapper wilde voor de grap de slaper ’s morgens wel eens wekken door hem in stilte in te zepen met de woorden: “Kwast goed, meneer?” Onderduiker Auke Pot kreeg als jongste gast de meest unieke slaapplaats: bij het echtpaar in bed.
Spannend
Het waren buitengewoon spannende tijden. Wie laat aankwam, wist de code, zodat ze bij een bepaalde manier van aanbellen binnen wisten dat er een onderduiker voor de deur stond. Vooral bij sabotage-acties was de spanning groot of degenen die eraan meededen wel zouden terugkeren. Na de overval op een distributiekantoor fietste Janny verschillende keren op een fiets met anti-plofbanden (die niet lek konden gaan) naar de Stadhouderskade om bonnen te brengen aan joodse mensen. Dat is steeds goed gegaan, maar in haar huis werd op een dag een inval gedaan. Het was toen kantje boord of de pistolen, die tussen de kleren in de hangkast waren verborgen, ontdekt werden. Bij die inval wist een van de mannen zich in het kippenhok te verbergen. Een andere keer bleef iemand uit handen van de Duitsers door urenlang hoog in een kastanjeboom te schuilen.
Veel volk
De kapsalon was door het voortdurend in- en uitlopen van mensen een ideale plaats om geen argwaan te wekken met de komst van onbekenden. Terwijl voor in het pand Duitsers zich lieten soigneren, vergaderde achter het verzet. In de scheerstoel stortte een Duitse militair nog wel eens zijn hart uit. Daardoor werd duidelijk dat lang niet iedereen achter Hitler stond.
Het herbergen van onderduikers betekende een groot gevaar voor eigen leven en bracht de voortdurende onzekerheid met zich mee of niet iemand uit de omgeving de hele zaak zou verraden. Toch ging het, ondanks de grote angsten, er vaak vrolijk aan toe. “Wat hebben we met dat hele stel veel plezier gehad”, vertelt Janny. Het feit dat het gros gelovig was, hielp zeker ook. En zo heeft het Slotense kappersechtpaar eraan bijgedragen dat velen de oorlog hebben overleefd.
Uit: de Westerpost van 29 april 2020.