100 jaar bij Amsterdam

Op 1 januari 2021 is het precies 100 jaar geleden dat Amsterdam een enorme gebiedsuitbreiding kreeg. Vijf omliggende gemeentes werden compleet door de stad ingelijfd, en daarmee dus opgeheven. Daarnaast moesten zes andere gemeentes delen van hun gebied afstaan. Alles bij elkaar werd Amsterdam 100 jaar geleden door de annexaties van zijn 11 buurgemeentes in één klap vier keer zo groot.

Dit artikel is een gedeelte uit een langer artikel van Theo Durenkamp. Voor het gehele verhaal en meer foto’s, zie: www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/100-jaar-bij-amsterdam

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

De Overtoomse Sluis in de Kostverlorenvaart of Schinkel is tot 1921 de grens tussen de gemeente Amsterdam (links) en de gemeente Sloten (rechts). De sluis bevindt zich nét voor de Andreas Schelfhoutstraat, de eerste zijstraat rechts vlak vóór het nog steeds bestaande Aalsmeerse Veerhuis, dat uiterst rechts nog is te zien. Op deze foto uit de jaren ’20 is de ophaalbrug vlak voorbij de sluis al vervangen door een nieuwe brug iets meer noordwaarts, dus net buiten beeld. De beide hoge huizen links op de achtergrond staan ter weerszijden aan het begin van de Amstelveenseweg. Op die plek lag jaren eerder nog een andere gemeentegrens, die met Nieuwer-Amstel. Vandaar de ‘Dubbele Buurt’, waarmee dit grensgebied van 3 samenkomende gemeentes toen werd aangeduid. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De 5 aangrenzende gemeentes die door annexatie op 1 januari 1921 geheel worden opgeheven zijn Sloten, Watergraafsmeer, Buiksloot, Nieuwendam en Ransdorp. De andere aangrenzende gemeentes die geamputeerd worden zijn Westzaan, Zaandam, Oostzaan, Diemen, Ouder-Amstel en Nieuwer-Amstel. In één klap wordt het Amsterdams grondoppervlak uitgebreid van 4.630 naar 17.455 hectare. En met alle 36.000 inwoners uit deze randgemeentes tezamen stijgt de Amsterdamse bevolking met 5 (!) procent van ca. 640.000 naar 676.000.

Amputatie
Eerder, eind 19e eeuw, is de stad dan al uitgebreid met delen van deze buurgemeentes: zo moest Sloten al eerder stukken afstaan voor de Spaarndammerbuurt en de Staatsliedenbuurt. En Nieuwer-Amstel werd geamputeerd voor de bouw van Oud-West, Oud Zuid, De Pijp en de Rivierenbuurt. De gemeente Nieuwer-Amstel, die het raadhuis destijds bewust zo dicht mogelijk tegen de grens met Amsterdam bouwde aan de Amsteldijk hoek Tolstraat, heeft op deze wijze echter maar enkele jaren weerstand tegen zijn opdringerige grote broer kunnen bieden.

Amsterdam vóór 1921 betrof alleen het gele gebied. Op 1 januari 1921 werden alle gebieden met een andere kleur geannexeerd, inclusief een stuk van Het Y en de Zuiderzee. Kaart: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Annexatie als wens…
Opvallend bij deze grote annexatie van 1921 zijn de verschillen in reacties van de bewoners van de op te heffen gemeentes. De dorpen in Noord zijn blij, de overige bieden min of meer felle weerstand. Dat de drie voormalige gemeentes ten noorden van het IJ geen weerstand bieden, heeft alles te maken met de armoede in het dunbevolkte Waterland, nog eens verergerd door de watersnoodramp van 1916 waarbij het zoute zeewater (van de Zuiderzee, want nog geen Afsluitdijk) alle agrarische grond deed verzilten. Aansluiting bij Amsterdam is daarom de wensdroom van de bewoners die nu uit kan komen…

Annexatie als bedreiging
De gemeenten Sloten en Watergraafsmeer zitten in een heel andere situatie. Hun randgebieden tegen de grote stad zijn al uitgegroeid tot forenzenwijken van Amsterdam hetgeen de welvaart van de gehele plattelandsgemeente ten goede komt. De annexatie brengt hier dan ook geen financieel voordeel. De agrarische bevolking ziet de aansluiting bij de grote stad vooral als een bedreiging voor het plattelandskarakter. Hoezeer Watergraafsmeer de afbouw als zelfstandige gemeente beleeft, compleet met een begrafenis op oudejaarsdag 1920, is te lezen op www.annexaties1921.com/watergraafsmeer/

De verrader van Sloten
Hoe anders loopt dat allemaal in de gemeente Sloten. Ook hier is de weerstand tegen de  annexatie groot. Maar wat de kwestie nog verergert, is het optreden van de Slotense wethouder Willem Hendrik de Buisonjé. Omdat hij daarnaast ook nog Tweede Kamerlid is, speelt hij bij de behandeling van de naderende annexatie een wel heel bedenkelijke rol door in het Parlement te verkondigen dat de meerderheid van de gemeente Sloten hiermee instemt! Gevolg hiervan is dat een amendement van een collega-Tweede Kamerlid, nl. om alleen het min of meer verstedelijkte grensgebied van Sloten bij Amsterdam te voegen, hierdoor geen kans meer krijgt. De Buisonjé gaat vanaf dat moment de geschiedenis in als de ‘verrader van Sloten’…

Uitstel van executie?
Interessant bij dit alles is vooral ook de hele geschiedenis rond deze ‘verrader’ in de jaren rond 1920. Slotenaar Kees Loogman dook in diens persoonlijke historie en dan wordt duidelijk wat er in zijn privé- en zakelijk leven allemaal voorafging. Lees het op www.slotenoudosdorp.nl/het-verhaal-van-willem-de-buisonje-de-man-die-sloten-verraadde/ en www.parool.nl/nieuws/het-verhaal-van-willem-de-buisonje-de-man-die-sloten-verraadde~b25b15de/

Het blijft natuurlijk koffiedik kijken wat er gebeurd zou zijn, als De Buisonjé in de Tweede Kamer wél de juiste mening van Sloten had ingebracht. Wie weet was de annexatie dan tóch beperkt gebleven tot de buurt rond de Admiraal de Ruyterweg (waar de tram naar Zandvoort al reed) en de buurt rond de Sloterkade. Maar in dat geval zou de annexatie jaren later toch zeker opnieuw zijn doorgerold tot de ringvaart van de Haarlemmermeer. En … zou het tuinstadplan van Van Eesteren in de jaren ’30 er dan heel anders hebben uitgezien…?

30 jaar wachten
Dat het nog minstens 30 jaar gaat duren eer het agrarische Sloten onder het zand zal verdwijnen is bij de annexatie in 1921 niet voorzien. In de jaren ’20 ontwikkelt de gemeentelijke afdeling Publieke Werken bouwplannen voor Nieuw-West die echter door het Rijk worden afgeschoten. De latere plannen van de gerenommeerde planoloog Cornelis van Eesteren kunnen wél genade vinden, maar dan zijn de crisisjaren ’30 al aangebroken, gevolgd door de oorlog. Pas na de bevrijding komen de plannen uit de jaren ’30, al of niet aangepast, tot verdere ontwikkeling om vanaf begin jaren ’50 te worden uitgevoerd met als eerste de opening door Koningin Juliana van Tuinstad Slotermeer op 7 oktober 1952. Het gezin Reusch, de eerste bewoners van Nieuw-West aan de Walraven van Hallweg 5, krijgt die middag een uur lang de Majesteit op theevisite!

Theo Durenkamp; 9 december 2020.

Voor het volledige artikel en meer foto’s: zie: www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/100-jaar-bij-amsterdam

Alles rond de annexaties van 1921 is te lezen op www.annexaties1921.com/