Erik Swierstra

Het Jaagpad langs de Schinkel en Nieuwe Meer

Het Jaagpad is een fiets- en voetpad langs de de Schinkel en Nieuwe Meer in het zuidwesten van Amsterdam.

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

De gekanaliseerde rivier de Schinkel loopt vanaf de Overtoomse Sluis naar het zuiden en gaat bij de Nieuwe Meersluizen over in de Nieuwe Meer, dit loopt verder in zuidwestelijke richting naar de Ringvaart van de Haarlemmermeer. Oorspronkelijk was de Nieuwe Meer een uitloper van de Haarlemmermeer, waarvan een gedeelte ook wel Oude Meer werd genoemd.

Uitsnede van de kaart van Floris Balthasar en zijn zoon Balthasar Florisz van Berckenrode uit 1615 met de Nieuwe Meer en de Schinkel. Duidelijk zichtbaar de grenzen van de Sloterban (lichtgroen), met een ‘Tonne’ in de ban van Nieuwer-Amstel aan de noordelijke oever van het water.

Scheepvaart ten zuidwesten van Amsterdam
Vanaf de 14e eeuw waren deze wateren een belangrijke scheepvaartroute tussen Amsterdam en Aalsmeer en Leiden. Na de aanleg van de Kostverlorenwetering vanaf 1413 vanaf de Schinkel in noordoostelijke richting was er een vaarweg in de richting van Amsterdam. Het Aalsmeerder Veerhuis uit 1634 aan de Sloterkade 21-22 herinnert hier nog aan. Deze weg heette in de 17e eeuw ‘Schinkelwegh’.

Dam in de Schinkel
Tussen Amsterdam en Haarlem ontstond een conflict over de betaling van grafelijke tolrechten. Nadat op last van de Graaf van Holland in 1434 een dam in de Schinkel werd gelegd werd het rechtstreekse scheepvaartverkeer vanaf Amsterdam sterk bemoeilijkt. Over die dam werd in 1515 een overhaal gemaakt, ook wel overtoom genoemd, waar kleinere schepen overheen getrokken konden worden.

Uitsnede van een gemeentelijke kaart uit 1921 van de Schinkel met aan de westkant het Jaagpad. Helemaal links de Generaal Vetterstraat en het Spijtellaantje. Het grijze vlak in het midden is Begraafplaats ‘Huis te Vraag’, rechts daarvan het begin van het Jaagpad en de scheepswerf die op de plaats kwam van Huis te Vraag. Ten noorden van de begraafplaats is nog de gasfabriek van de gemeente Sloten te zien.

Overtoomse Sluis
Ten tijde van Lodewijk Napoleon werd er in 1809 ter plaatse van de overhaal een schutsluis aangelegd, de Overtoomse Sluis, waardoor er doorgaand scheepvaartverkeer mogelijk werd. Met het drukker worden van de scheepvaart werd omstreeks 1900 ook deze sluis een obstakel. In 1942 werd deze uiteindelijk vervangen door de Nieuwe Meersluis, die sindsdien de scheiding vormt tussen de Schinkel en de Nieuwe Meer. Het hoogteverschil in het waterpeil is 20 cm.

Het jagen van een hooischip door de Kostverlorenvaart langs het jaagpad van de Baarsjesweg; 1907. Foto: Bernard F. Eilers – Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Jagen van schepen
Voor de komst van stoomschepen en motorschepen voeren er voornamelijk zeilschepen. Bij een gunstige windrichting konden deze zich zelf voortbewegen, maar bij tegenwind kon er op een smalle vaarweg niet gekruist worden en moesten de zeilschepen voortgetrokken, gejaagd, worden. Het jagen (voorttrekken) kon met behulp van een paard, maar als dit niet beschikbaar was werd ook mankracht ingezet.

Uitsnede van de topografische kaart met de ‘Sloter Bovenwegs Polder’ (= Riekerpolder), met aan de onderkant het Jaagpad langs de Nieuwe Meer, rechtsboven de Schinkel; circa 1850.

Jaagpad
Ten behoeve van dit jagen van schepen werden op diverse plaatsen in Holland en elders langs de waterwegen jaagpaden aangelegd. Met de komst van de motorschepen raakten deze langzamerhand in onbruik. Maar op diverse plaatsen herinnert de naam Jaagpad nog aan deze geschiedenis. Dit geldt ook voor het Jaagpad aan de zuidwestkant van Amsterdam. Dit jaagpad is aangelegd in de het begin van de 19e eeuw, na de aanleg van de schutsluis bij de Overtoom. Het paste in het beleid van Lodewijk Napoleon in 1809 om de faciliteiten voor het scheepvaartverkeer te verbeteren. Er werd toen een deel van het buitendijkse land voor de Riekerpolder ingedijkt. Op de dijk werd het Jaagpad aangelegd. De oever van de Riekerpolder kwam hiermee zuidelijker te liggen dan voorheen. Een deel van het land buiten de polderkade was nu afgescheiden van de Nieuwe Meer. Bij het Huis te Vraag was al bebouwing langs de oever van de Schinkel, zodat daar niet gejaagd kon worden. Het Jaagpad begon bij het Huis te Vraag en liep door tot aan de oever van de Haarlemmermeer. Na de aanleg van de Ringvaart van de Haarlemmermeer eindigde het Jaagpad daar. Er was een pontje waarmee voetgangers konden oversteken naar de Haarlemmermeerpolder. Het jaagpad liep nu verder langs de oever van de Ringvaart verder in zuidwestelijke richting.

Wandelaars op het Jaagpad met het ’tweede brugje’, gezien in zuidelijke richting. Links is de Schinkel; 1910. Foto: Bernard F. Eilers – Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Wandelroute
Het Jaagpad had in het verleden ook al een functie als wandelroute voor Amsterdammers die een eindje buiten de stad wilden wandelen richting de Nieuwe Meer en/of het dorp Sloten. Vanaf de Overtoomse Sluis of later ook vanaf de Zeilstraatbrug (brug nr. 348) kon eerst de Sloterkade gevolgd worden tot de plek waar vroeger het Huis te Vraag stond. Dit stond aan de oever van de Schinkel nabij de plek waar de Sloterstraatweg in westelijke richting afboog. Dit deel van de Sloterweg heet sinds 1973 Rijnsburgstraat.

Oever van de Schinkel bij de Sloterweg, waar deze naar het westen afbuigt, gezien in zuidelijke richting. In het midden ‘Huis te Vraag’, links de Schinkel; 1814. Tekening: Hermanus Numan – Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Huis te Vraag
De geschiedenis gaat terug tot minstens de 15e eeuw, toen hier een boerenhofstede stond. Volgens de legende zou Maximiliaan van Oostenrijk tijdens zijn pelgrimstocht langs de Heiligeweg naar de mirakelkerk in Amsterdam in 1489 de weg hebben gevraagd. Nadien stond er een handwijzer, waarna het buitenhuis eeuwenlang de naam ‘Huis te Vraag’ droeg. In de 18e eeuw was er een katoendrukkerij gevestigd. In de 19e eeuw raakte het huis in verval en in 1891 werd het in slechte staat verkerende huis gesloopt.

Veerpontje vanaf de Schinkelkade, hoek Vlietstraat, gezien naar het zuiden in de richting van de Nieuwe Meer. Rechts aan de overzijde Sloterweg 1-7 (na 1973 Rijnsburgstraat), hoek Jaagpad; 1909. Foto: Bernard F. Eilers – Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Scheepswerfje en café
Er kwamen een scheepswerfje en een rijtje woningen. Op de hoek met de Schinkel was een Café ‘Huis te Vraag’. Dit was gebouwd in 1907 en werd in 1965 gesloopt. Toen verdwenen ook de huizen en het scheepswerfje. In 1967 verrees op de plek hiervan het grote Kantoorgebouw ‘De Schinkel’.

Begraafplaats ‘Huis te Vraag’
Er naast ligt sinds 1891 de particuliere begraafplaats ‘Huis te Vraag’, waarin de naam van het vroegere huis voortleeft. Het terrein werd drie meter opgehoogd met 50.000 kubieke meter zand afkomstig uit Muiden. De begraafplaats werd gesloten in 1962, dat wil zeggen dat er niet meer begraven wordt, maar bleef bestaan. Het terrein met de voormalige aula werd sinds 1987 door enthousiaste cultuur- en natuurliefhebbers opgeknapt en is nu een prachtig stukje natuur.

Het terrein van Huis te Vraag is echter groter, achter de begraafplaats ligt nog een boomgaard en een weiland, de totale oppervlakte bedraagt circa 2,5 hectare. Het is een apart poldertje, met een eigen gemaal bij de zuidelijke punt van het driehoekige terrein.

Arbeiderswoningen aan het Jaagpad 3-7; 12 april 1926. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Begin van het Jaagpad
Tussen het kantoorgebouw en de begraafplaats is het beginpunt van het Jaagpad. Van hieraf loopt er een smal pad tussen de oever van de Schinkel en het nog overgebleven stukje polderland naast de begraafplaats. Het zicht op de Schinkel wordt tegenwoordig grotendeels benomen door de woonschepen en -arken die hier afgemeerd liggen. Het is nu een woonbotenwijkje zo net buiten de stadsrand.

Uitsnede van een gemeentelijke kaart uit 1900 van de Schinkel met aan de westkant het Jaagpad. Helemaal links het Spijtellaantje. Het groene vlak in het midden is Begraafplaats ‘Huis te Vraag’, rechts daarvan het begin van het Jaagpad en de scheepswerf die op de plaats kwam van Huis te Vraag.

Spijtellaantje
Aan het einde van het weiland in het aparte poldertje staat nog een klein poldergemaal. Hier was vanaf 1885 een scheepswerfje van de heer Speidel. Het laantje er naar toe werd naar hem genoemd en is later verbasterd tot Spijtellaantje. De naam is in 1949 officieel vastgesteld. Hier was vroeger ook het ‘eerste brugje’ in het Jaagpad, een van de karakteristieke hoge brugjes met witte leuningen, waar Bernard Eilers in het begin van de twintigste eeuw mooie foto’s van maakte. Op de kaart uit 1900 is dit aangeduid met ‘brug 311’.

De blauw geschilderde ophaalbrug in het Jaagpad over de Riekerhaven uit 1950, naar ontwerp van Piet Kramer. Hier lag vroeger het ’tweede brugje’. Foto: Erik Swierstra; 13 juni 2020.

Ophaalbrug Riekerhaven
Daar voorbij gaat het pad langzamerhand omhoog naar de ophaalbrug over de Riekerhaven. Deze brug is gekomen op de plaats van het ’tweede brugje’ in het Jaagpad. Op de kaart uit 1900 is dit aangeduid met ‘brug 319’. De ophaalbrug (nr. 307) is naar een ontwerp van de bekende bruggenarchitect Piet Kramer en is gebouwd in 1950. De brug heeft geen officiële naam, maar werd wel ‘Riekerhavenbrug’ genoemd.

Nieuwe Meersluis
Ook voorbij de ophaalbrug liggen woonboten tot aan de afslag naar de sluis. De Nieuwe Meersluis is hier aangelegd vanaf 1937 en in gebruik genomen in 1942. Deze verving toen de oude Overtoomse Sluis uit 1809 die een flessehals voor het scheepvaartverkeer was geworden. Het gedeelte van de Schinkel waar deze zich langzamerhand verbreedde tot de Nieuwe Meer is de plek die de ontwerpers  uiteindelijk geschikt achtten als locatie voor de nieuwe sluis. Dit nadat een eerder plan uit 1919 om de sluis in de Nieuwe Meer aan te leggen ongeschikt was bevonden.

De nog jonge Nieuwe Meersluis, gezien in noordelijke richting met drie personenschepen. Geheel links het Jaagpad. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Vijf hoge bruggen
Rechts van het Jaagpad, tegenover de sluis, ligt sinds 1956 het Sportpark Jaagpad (tennispark). Iets ten zuiden hiervan liggen de vijf hoge bruggen van de Ringweg, de Schipholspoorlijn en de metrolijn. Waar deze nu liggen was al in de jaren twintig-dertig de Ringspoordijk aangelegd die bestemd was als goederenspoorlijn. Deze is er in die vorm nooit gekomen en het oude dijklichaam is in de jaren zeventig opgegaan in de nieuwe spoorweg- en wegenstructuur. De huidige Schinkelbruggen zijn gebouwd in 1972 (Ringweg Zuid), de eerste spoorbrug in 1978, de metrobrug in 1990 en de tweede spoorbrug kwam gereed in 2015.

De Schinkelbrug in de Ringweg-Zuid over het Jaagpad vormt een soort stadspoort vanaf de Nieuwe Meer. Foto: Erik Swierstra; 22 augustus 2020.

Poort naar de stad
De bruggen functioneren hier ook als een soort ‘stadspoort’. Er voorbij gaande kom je echt buiten de stad. Hier strekt zich ook het weidse uitzicht uit op de zich verbredende Nieuwe Meer. Aan de rechterkant, net ten zuiden van het huidige talud van de snelweg, stond tot in de jaren zestig de Uitspanning ‘Bella Vista’, adres Jaagpad 123 (voorheen A368). Aanvankelijk was de locatie voor de nieuw te bouwen Nieuwe Meersluis ten zuiden van Bella Vista. De vaargeul ligt dicht langs de oever. Er zou dan een dam door de Nieuwe Meer naar de Koenenkade zijn gekomen. Op een kaart uit 1922 is deze aangeduid. In 1923 ontstond er discussie over de juiste locatie voor de sluis. Uiteindelijk is de sluis noordelijker gebouwd. Het wandel- en fietspad is hier aangelegd in de jaren dertig.

Luchtfoto van de Riekerpolder gezien in noordwestelijke richting, met Tuinpark ‘Ons Buiten’ en op de voorgrond het Jaagpad met de sportvelden van ‘Famos’; 28 september 1937. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Riekerweg en Ons Buiten
Even verderop takt sinds 1936 naar rechts de Riekerweg af. Deze leidt naar de hoofdingang van het tuinpark ‘Ons Buiten’. Dit werd hier in 1927 aangelegd, nadat het van zijn oude locatie in de Baarsjespolder moest verdwijnen voor woningbouw. Van het oorspronkelijke tuinpark resteert nog ongeveer de helft, de noordelijke helft verdween voor het dijklichaam van de snelweg. Als compensatie is het tuinpark toen iets verder naar het westen uitgebreid. Vanaf het Jaagpad is het tuinpark niet toegankelijk en ook nauwelijks zichtbaar. Er ligt een dichtbegroeid bosperceel dat hier sinds de jaren zestig spontaan is gegroeid, het zogenaamde ‘Jaagpadbos’.

Sportvelden en verenigingsgebouw van ‘Famos’ aan het Jaagpad 129. Op de achtergrond de Ringspoordijk; juli 1932. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Sportvelden Famos
Voorheen lagen ten zuiden van het tuinpark vanaf 1922 sportvelden van de ‘Famos’ (Federatie Amsterdamse Middelbare scholieren voor Ontspanning en Sport), adres Jaagpad 129. Vanaf 1923 stond er ook een verenigingsgebouw. In 1925 kwam er een botenhuis bij en werden er tennisvelden aangelegd. Zij zijn begin jaren zestig verhuisd naar een modern sportpark elders. Het terrein is in 1962 opgespoten en verder verwilderd. Vervolgens is er een wilgenbos gegroeid.

Luchtfoto van de Nieuwe Meer gezien in noordoostelijke richting. Links het Jaagpad, op het water veel zeilboten; 13 juni 1948. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Weids uitzicht
Aan de linkerkant is er een weids uitzicht op de Nieuwe Meer. Bij alle weersomstandigheden is het mooi. Bij goed zomerweer wordt er ook veel gezeild. De zeilsport is hier al in de eerste decennia van de 20e eeuw populair geworden. Aan de oost- en zuidoostkant van het water liggen diverse jachthavens. Tegenwoordig wordt er niet alleen op ‘klassieke wijze’ gezeild, maar ook met de surfplank. Het aantal motorboten is echter de laatste jaren groter geworden dan het aantal zeiljachten.

Uitsnede van een kaart van het Hoogheemraadschap Rijnland uit 1746, met de Nieuwe Meer en de Slooter Polder Kade (later Jaagpad). Duidelijk zichtbaar de grenzen van de Sloterban (geel), met een ‘Ton’ in de ban van Nieuwer-Amstel aan de noordelijke oever van het water.

Zuidgrens van Sloten
Sinds de instelling van de gemeente Sloten in 1816 was de Nieuwe Meer de zuidelijke begrenzing. Op oude kaarten uit de 17e en 18e eeuw is te zien dat een deel van de Sloterban zich uitstrekte ten zuiden van de Nieuwe Meer, ten noorden van de Koenenkade, wat de grens met Rietwijkeroord (Ryckeroord) was. Daarentegen lag er ook een stukje van Nieuwer-Amstel ten noorden van de Nieuwe Meer. Ongeveer waar het Jaagpad nu in noordelijke richting afbuigt lag een stukje Nieuwer-Amstel, met daarin een ton, t.b.v. de scheepvaart.

Het bankje van Jac.P. (Jacobus Pieter Thijsse), geplaatst door de vereniging ‘De Oeverlanden Blijven!’. Foto: Erik Swierstra; 22 augustus 2020.

Jac. P. Thijsse
De bekende schrijver, onderwijzer en natuurbeschermer Jacobus Pieter Thijsse (1865-1945) was in het begin van de 20e eeuw al een liefhebber van de Nieuwe Meer en de oeverlanden daarvan. Hij was gecharmeerd van de weidse uitzichten en de bloempracht in de bermen van het Jaagpad. In het Algemeen Handelsblad van 5 januari 1908 beschreef hij in een artikel over de ‘Parkenquaestie’: “Op deze manier krijgen we, zonder goote onkosten niet een park, maar een parklandschap met het Nieuwe Meer als centrale waterpartij”. Hij wordt ook wel beschouwd als geestelijk vader van het Amsterdamse Bos en De Oeverlanden.

In ‘De Groene Amsterdammer’ van 23 maart 1923 beschreef hij de schoonheid van dit gebied en pleitte voor het behoud. Dit onder andere naar aanleiding van de plannen voor de aanleg van een schutsluis in de Nieuwe Meer, die uiteindelijk, zoals Thijsse ook bepleitte, noordwestelijker, bij het uiteinde van de Schinkel werd aangelegd. Ter herinnering aan deze pionier in de natuurbescherming staat er langs de oever ‘Het bankje van Jac. P’. Dit is hier geplaatst door de Vereniging ‘De Oeverlanden Blijven’.

* Zie ook artikel: Het Nieuwe Meer

Uitsnede van een gemeentelijke kaart uit 1930 van de Nieuwe Meer met aan de noordkant het Jaagpad, met links Café ‘Meerzicht’ en de uitwatering van de Riekermolen, rechts daar van het Kruithuis met woning aan Jaagpad 200-201, rechts in het midden het Tuinpark ‘Ons Buiten’ en daarnaast de sportvelden van ‘Famos’. De grijze boog is de Ringspoordijk.

Jaagpad 160 met het gemaal van de Riekerpolder; 26 februari 1975. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Einde van het Jaagpad
Het Jaagpad maakt enkele lichte bochten en na een lang recht stuk buigt het pad naar rechts en gaat over in de Riekerweg. Aan de rechterkant staat sinds de jaren vijftig het Riekergemaal, adres Jaagpad 160. Dit zorgt voor de bemaling van het overgebleven deel van de Riekerpolder. Voorbij dit gemaal liep het Jaagpad tot 1956 rechtdoor, waar nu een grote watervlakte is. Door het graven van deze plas is de lengte van het Jaagpad met een derde bekort. Voordat het plan voor de aanleg van de zandwinningsplas er kwam was er in het Algemeen Uitbreidings Plan van 1935 aanvankelijk sprake van dat langs de noordelijke oever sportvelden en volkstuinen zouden komen. Deze moesten met de wijziging van het AUP in 1950 plaatsmaken voor de uitbreiding van de Nieuwe Meer.

Het ontwerp van een grondsluis aan het Nieuwe Meer, met in de grijze arcering de afgraving t.b.v. de zandwinning in de Riekerpolder, waardoor de NIeuwe Meer twee keer zo groot werd; circa 1952.

Riekerplas
Tussen 1954 en 1956 werd een flink stuk van het polderland van de Riekerpolder vergraven tot Riekerplas. Dit ten behoeve van de zandwinning voor het opspuiten van de tuinstad Osdorp. Door de zandwinning heeft de plas een diepte van zo’n dertig meter gekregen. Door het weggraven van het oude Jaagpad is de Riekerplas onderdeel van de Nieuwe Meer geworden. In de zomermaanden wordt hier veel met surfplanken gezeild.

* Zie ook artikel: De geschiedenis van de Oeverlanden

Café ‘Meerzicht’ (ook wel Café Opoe’) aan het Jaagpad nr. 241. In de verte het huis Jaagpad 200-201; 1922. Foto: J. van Eck – Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Het verdwenen Jaagpad
Langs het nu in het water verdwenen Jaagpad stonden nog diverse huizen. Het dichtst bij het huidige gemaal stond ongeveer 400 meter naar het westen het ‘Het Kruithuis’, het adres was Jaagpad 200-201 (voorheen A390). Hierachter lagen militaire magazijnen, die vermomd waren als boerderij. Er was een smalspoortje voor transport van materialen naar de oever met een steiger.

* Zie ook artikel: Herinneringen aan Jaagpad nr. 200 bij de Nieuwe Meer

* Zie ook artikel: Herinneringen aan het witte huisje aan Jaagpad nr. 220

Circa 250 meter naar het westen kwam er uit noordelijke richting uit de polder een uitwateringsloot, met daarover een voetgangersbrugje. Dit was het ‘derde brugje’ in het Jaagpad. Hierlangs werd het water vanaf de Riekermolen uitgepompt in de Nieuwe Meer.

Uitsnede van een Minuutplan uit 1820 met de Nieuwe Meer en het Jaagpad aan de noordelijke oever. Linksboven de Riekermolen met de uitwatering.

De Riekermolen, ten noorden van het Jaagpad, gezien naar de Sloterweg. Foto: J. van Eck – Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Riekermolen
In 1636 werd door Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Rijnland aan de inwoners van Sloten, de Vrije Geer en Rieck vergunning verleend om hun landen te bepolderen en te bemalen met een “bequame achtkante wint watermolen”. De toen gebouwde Bovenwegsmolen, afgebrand en herbouwd in 1893, bemaalde de polder op windkracht tot de bouw van een motorgemaal naast de molen in 1932. In de loop van de 19e eeuw werd de polder en de molen ook Riekerpolder en Riekermolen genoemd, naar de aan de westzijde gelegen polder Rieck, die halverwege de 19e eeuw goeddeels door het Haarlemmermeer was verzwolgen. De polder, Sloter Bovenwegs Polder, Sloterbuitenpolder of Riekerpolder genaamd had een oppvervlakte van circa 395 hectare.

De Riekermolen staat sinds 1961 aan de Amstel bij de Kalfjeslaan. Foto: Erik Swierstra; 7 april 2020.

Toen de molen werd gebouwd stond deze op de polderkade langs de Nieuwe Meer. Na aanleg van het Jaagpad in de 19e eeuw kwam de polderkade een stuk zuidelijker te liggen, daardoor stond de molen ruim 300 meter ten noorden van het Jaagpad.

De schepradmolen werd vervijzeld in 1871 (scheprad vervangen door vijzel) en bleef in gebruik tot 1932, toen er naast een motorgemaaltje met een ruwoliemotor met centrifugaalpomp werd geplaatst. De molen werd als reserve achter de hand gehouden. Het gemaal werd aangedreven door een ruwolie-centrifugaalpomp. De architect was W.C. & K. de Wit.

De Riekermolen heeft hier ruim drie eeuwen gestaan, van 1636 tot 1956. Voor het vergraven van de Riekerpolder moest de molen verdwijnen. De goed onderhouden molen werd echter niet gesloopt, de gedemonteerde onderdelen werden vijf jaar later, in 1961, herbouwd aan de Amstel bij de Kalfjeslaan. De Riekermolen is hier nog steeds te bewonderen. Het gemaal aan de Riekerweg heeft de functie overgenomen van de vroegere Riekermolen. De Riekerpolder is in 1963 opgeheven als zelfstandig waterschap. Het adres van de Riekermolen werd aangeduid met A356. Als de Riekermolen er nu nog zou staan, zou hij midden in de Nieuwe Meer staan, ongeveer halverwege de route van de veerboot die ’s zomers over de Nieuwe Meer vaart.

* Zie ook artikel: Wat er nog rest van de Riekerpolder

Café ‘Meerzicht’ (ook wel Café ‘Opoe’), het oude gebouw aan het Jaagpad, gezien in zuidelijke richting naar de Nieuwe Meer; 1922. Foto: J. van Eck – Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Het nieuwe gebouw uit 1937 van Café ‘Meerzicht’ gezien in zuidelijke richting naar de Nieuwe Meer; jaren dertig. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Café Opoe
Nabij de uitwatering stond vanaf halverwege de 19e eeuw ‘Café Meerzicht’, ook ‘Café Opoe’ genoemd, het adres was Jaagpad 241 (voorheen A394). De bijnaam was ontleend aan de beheerster, Cornelia Jongbloed. In 1937 werd het oude kleine gebouw, na te zijn afgebrand, vervangen door nieuwbouw met twee etages. Voor de wandelaars langs de oever van de Nieuwe Meer was dit een geliefde uitspanning met een mooi uitzicht op de polder Meerzicht aan de overkant, nu onderdeel van het Amsterdamse Bos. In de zomer van 1956 was het voor het laatst open. Ook dit café moest wijken voor de zandwinning.

* Zie ook artikel: Het Jaagpad, Café Opoe

Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder gezien in oostelijke richting, met overzetveer naar het Jaagpad; juni 1953. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder
Het Jaagpad liep nog 300 meter door tot aan de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Hier was een pontveer naar de overkant. Er naast lag nog een klein pontje, waar voetgangers konden worden overgezet naar de Nieuwe Meerdijk. Van hieraf kon je rechtsaf naar Badhoevedorp of linksaf in de richting van Schiphol gaan.

Erik Swierstra, augustus 2020
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

Informatie is ontleend aan
* het blad ‘Oever’ , van de vereniging ‘De Oeverlanden Blijven!’, zie ook: www.oeverlanden.nl/archief/
* de beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, zie ook: www.archief.amsterdam/beeldbank/
* de cultuurhistorische verkenning van het gebied groot amsterdamse bos; november 2017

Zie ook:
* www.slotenoudosdorp.nl/de-geschiedenis-van-de-oeverlanden/
* www.slotenoudosdorp.nl/het-nieuwe-meer/

Luchtfoto van de Nieuwe Meer en omgeving gezien in noordoostelijke richting. Links boven de Ringspoordijk. Lins van de Nieuwe Meer het Jaagpad. Onderaan de Ringvaart; 5 juni 1931. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Beelden van het Jaagpad ’toen en nu’

Oever van de Schinkel bij de Sloterweg, waar deze naar het westen afbuigt, gezien in zuidelijke richting. In het midden ‘Huis te Vraag’, links de Schinkel; 19e eeuw. Tekening: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De Schinkel gezien in zuidelijke richting op de plek waar de Rijnsburgstraat (voor 1973 Sloterweg) afbuigt naar het zuidwesten richting Sloten. Foto: Erik Swierstra; 22 augustus 2020.

Hoek van de Sloterweg 33 en het begin van het Jaagpad met de huisnummers 1-4; 1922. Foto: J. van Eck – Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Het begin van het Jaagpad bij de Rijnsburgstraat (voor 1973: Sloterweg). Links het kantoorgebouw de Schinkel, op de plaats waar tot 1890 Huis ’te Vraag’ stond. Rechts de begraafplaats Huis ’te Vraag’. Foto: Erik Swierstra; 22 augustus 2020.

Jaagpad langs de Schinkel, met links in de verte de Begraafplaats ‘Huis te Vraag’. Rechts in de verte de tramremise; 1922. Foto: J. van Eck – Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Jaagpad gezien in noordelijke richting, met rechts woonarken in de Schinkel. Op de achtergrond het kantoorgebouw de ‘Schinkel’, links daarvan begraafplaats ‘Huis te Vraag’; 10 oktober 1974. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Jaagpad met het ’tweede brugje’, gezien naar de Schinkel in oostelijke richting; 1922. Foto: J. van Eck – Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De blauw geschilderde ophaalbrug in het Jaagpad over de Riekerhaven uit 1950, naar ontwerp van Piet Kramer. Hier lag vroeger het ’tweede brugje’. Foto: Erik Swierstra; 13 juni 2020.

Jaagpad met het ’tweede brugje’, gezien in noordelijke richting. Rechts de Schinkel met zeilschip; 1910. Foto: Bernard F. Eilers – Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De Schinkel gezien vanaf de Nieuwe Meersluis naar het noorden, met aan beide oevers woonarken. Foto: Erik Swierstra; 22 augustus 2020.

De nog jonge Nieuwe Meersluis, gezien in noordelijke richting met drie personenschepen. Geheel links het Jaagpad. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De Nieuwe Meersluis met oude en moderne bedieningspost. Foto: Erik Swierstra; 22 augustus 2020.

Jaagpad bij de nog nieuwe bruggen in de Ringweg-Zuid over de Schinkel; 26 februari 1975. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De Schinkelbrug in de Ringweg-Zuid over het Jaagpad vormt een soort stadspoort vanaf de Nieuwe Meer. Foto: Erik Swierstra; 22 augustus 2020.

Wegens brandstofschaarste gesloopte bank aan het Jaagpad. In de verte links het gebouw van ‘Famos’, in het midden de Uitspanning ‘Bella Vista’, adres Jaagpad 123. Erachter de Ringspoordijk; 1945. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Het Jaagpad bij de Schinkelbrug, die ligt op de plek van de vroegere Ringspoordijk. Links stond tot de jaren zestig de Uitspanning ‘Bella Vista’. Foto: Erik Swierstra; 21 augustus 2020.

Het Jaagpad langs de Nieuwe Meer met zeilboten, gezien in oostelijke richting, met nieuw geasfalteerd fiets- en wandelpad; juli 1939. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Het Jaagpad langs de Nieuwe Meer met weids uitzicht en Hollandse wolkenlucht, gezien naar het oosten. Foto: Erik Swierstra; 22 augustus 2020.

Jaagpad met bankje, gezien in westelijke richting; 26 februari 1975. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Het Jaagpad langs de Nieuwe Meer met weids uitzicht en Hollandse wolkenlucht, gezien naar het westen. Foto: Erik Swierstra; 22 augustus 2020.

De Riekermolen, met zicht in noordelijke richting op de Riekerpolder. In de verte de Sloterweg en links het dorp Sloten; 1922. Foto: J. van Eck – Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De Riekermolen staat sinds 1961 aan de Amstel bij de Kalfjeslaan. Foto: Erik Swierstra; 7 april 2020.

Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder gezien in oostelijke richting, met overzetveer naar het Jaagpad; juni 1953. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De aansluiting van de Nieuwe Meer op de Ringvaart van de Haarlemmermeer, gezien vanaf de Nieuwe Meerdijk in oostelijke richting. Aan de overkant was tot in de jaren vijftig het einde van het Jaagpad, met een overzetveer. Foto: Erik Swierstra; 5 april 2020.

Dit artikel als pdf-bestand: Het Jaagpad langs de Schinkel en Nieuwe Meer.pdf

Het formele einde van de enige lokale politieke partij van Nieuw-West

Gulle donatie van 2.141 euro aan de Molen van Sloten

Toen de stadsdeelraden (en latere bestuurscommissie) in en van Nieuw-West nog écht invloed hadden, was het stadsdeel gezegend met een zeer betrokken lokale onafhankelijke politieke partij. De partij was diep geworteld in de lokale samenleving en luisterde goed naar de bewoners.

De succesvolle partij bleef niet aan de zijlijn staan, maar pakte ook bestuursverantwoordelijkheid. Toen de stadsdeelcommissie in 2018 werd ingesteld, hield het op. Deze lokale politici wilden namelijk geen deel uitmaken van de nieuwe tandeloze en slechts adviserende bestuurslaag. Het resterende geldbedrag dat nog op hun partij-rekening stond, doneerden zij aan de Molen van Sloten, die elk bedrag goed kan gebruiken. Hiermee hield de partij BNW’81 officieel op te bestaan. Een korte terugblik, die geen recht kan doen aan het vele werk dat ‘de lokalen’ voor het landelijk gebied verzet hebben.

Akerwegen behouden
Zo speelde Pieter Harkema namens de partij ‘Osdorp Onafhankelijk Zelfbestuur’ (OOZ’81) in de stadsdeelraad van Osdorp een belangrijke rol bij het behoud van de Noorder- en Zuiderakerweg. In de plannen van de gemeente zouden beide wegen – net als wél gebeurd is met het tuinders-achterland – onder het zand van de nieuwe woonwijk De Aker verdwijnen. Het was ook OOZ’81 die mede een lans brak voor de (her)bouw van de Molen van Sloten en de Oude Molen (Akermolen).

Vóór sportpark en tuinparken
Slotervaart kende zijn eigen lokale partij, Slotervaart Levendige Tuinstad (SLT). Ook deze partij heeft veel gerealiseerd. In 2004, bijvoorbeeld, wilde de gemeente (wéér wethouder Duco Stadig) de tuinparkcomplexen Lissabon en Ons Buiten en het sportpark bebouwen. Alleen de wielerbaan zou blijven bestaan. De gemeente had dit onzalig plan geheim gehouden. In de Kerstvakantie van 2003 werd bekend dat de gemeenteraad al in januari 2004 hierover een besluit moest nemen…

Liesbeth Stricker van SLT ontdekte dit. Zij organiseerde toen samen met de Dorpsraad op 4 januari 2004 (in de vrieskou) een bus-rondrit met bijna alle gemeenteraadsleden, langs het sportpark en de beide tuincomplexen. De rit eindigde in de kantine van voetbalclub Blauw-Wit op Sportpark Sloten. Daar wachtten ruim honderd Slotenaren en andere belangstellenden hen op en werd gesproken (en gediscussieerd) over de collegeplannen, die daarna snel van tafel verdwenen.

Beschermd Dorpsgezicht
In 2010 gingen de stadsdelen Slotervaart, Osdorp en Geuzenveld-Slotermeer op in ‘Nieuw-West’. Ook de drie lokale partijen besloten hun krachten te bundelen. SLT, OOZ’81 en Leefbaar Slotermeer/Geuzenveld (LSG) gingen samen verder als ‘Bewoners Belangen Nieuw West ’81 (BNW’81)’. De al veel langer actieve Gerard Molewijk was degene die toen het vaandel van de lokale partij hoog hield. Zijn rol in de totstandkoming van het Beschermd Dorpsgezicht Sloten was bijvoorbeeld onmisbaar. Ook in veel andere dossiers wist Gerard veel goeds te realiseren.

Tamar Frankfurtner

Uit: de Westerpost van 26 augustus 2020.

Westtangent en inrichting Oude Haagseweg

Vanwege de plannen die de projektgroep Westtangent maakt voor de Oude Haagseweg is de Vereniging ‘De Oeverlanden Blijven!’ in het geweer gekomen tegen de eenzijdige nadruk op een vrije busbaan.

Juist nu de vervoerswaarde van deze busbaan ernstig is ondermijnd door de corona crisis kan het niet zo zijn dat deze belangen steeds op de eerste plaats staan.

Tekening hoe de Vereniging ‘De Oeverlanden Blijven!’ denkt dat de Oude Haagseweg ingericht moet worden.

Volgens het adagium van de gemeente dat met werk, werk gemaakt moet worden leent het realiseren van de westtangent zich uitstekend om de inrichting van de Oude Haagseweg, die nu zo tekort schiet, ter hand te nemen.

Om de besluitvorming van stadsdeel, gemeenteraad, provinciale staten en de vervoerregio Amsterdam te kunnen beinvloeden is het van groot belang om een alternatief te bieden.

De projektgroep Westtangent was zo vriendelijk om ons daarin te faciliteren. De tegenspraak die ze hiermee faciliteren komt de kwaliteit van de omgeving ten goede, vanuit de gedachte dat betrokken burgers een positieve inbreng kunnen hebben en dat een gemeente geen onderneming is maar een gemeenschap moet zijn waarin ieders inbreng tot gelding moet kunnen komen.

Op kosten van de gemeente is een tekening gemaakt hoe volgens de vereniging de inrichting van de Oude Haagseweg er zou moeten uit gaan zien. De bus rijdt samen met het bestemmingsverkeer over de noordelijke weghelft en de zuidelijke weghelft wordt parkeerplaats voor de bezoekers van de Oeverlanden.

De brug over de Molenwetering blijft behouden met de rijbanen in het midden en het wandelpad aan de zuidzijde en het twee richtingen fietspad aan de noordzijde. De aansluiting op de Anderlechtlaan zal niet anders dan door een rotonde veilig kunnen geschieden.

Bijgaande tekening toont het gedeelte van de Oude Haagseweg tussen de Anderlechtlaan en de oprit naar de brug over de Ringvaart. Bijkomend voordeel van een dergelijke parkeerplaats kan zijn dat daarmee geld verdiend kan worden dat beheer en onderhoud van de Oeverlanden in de toekomst zou kunnen bekostigen.

Afgelopen weken stonden er soms 150 auto’s geparkeerd, dus dat geeft een idee dat hier wel wat opbrengst gerealiseerd zou kunnen worden.

Uit: de nieuwsbrief van de Vereniging ‘De Oeverlanden Blijven!’; augustus 2020.

Zie ook: www.oeverlanden.nl/nieuwsbrief/nummer44/

Sloten-borden zonder misverstanden

Het duurde wat langer, maar de (gedeeltelijk) aangepaste inrijd-borden met de vermeldingen ‘Sloten Gem. Amsterdam’ en uitrijd-borden: ‘Amsterdam’ staan nu op hun definitieve plekken.

Portefeuillehouder Erik Bobeldijk (links op de foto) heeft net samen met initiatiefnemer en Slotenaar Marc Makkes het uitrijd-bord op de Vrije Geer bij de rotonde onthuld. Als je “Sloten, Amsterdam” uitrijdt, rijd je “Amsterdam” binnen.

De eerdere borden waren verkeerstechnisch juist, maar brachten enkele bewoners in verwarring. Daarom is de gemeente samen met de werkgroep Sloten van de Dorpsraad een onderzoek gestart. Dat leidde tot deze aanpassingen. Door de plaatsing van deze naamborden wordt en blijft zichtbaar waar de grens van het nog resterende landelijk gebied van Sloten ligt en wordt de cultuurhistorie gerespecteerd.

Bobeldijk: “Het misverstand dat je na het passeren van een bord de gemeente Amsterdam uitrijdt, is nu echt helemaal weggenomen. Ik ben blij met dit resultaat dat in goede samenwerking met de vrijwilligers van de werkgroep Sloten tot stand is gekomen. De bebording is nu geheel in lijn met de bebording van vergelijkbare andere historische plekken binnen Amsterdam. Het is goed dat ook de gebiedsgrenzen van Sloten voortaan zichtbaar zijn.”

Pittoresk Sloten
Sloten was vroeger véél groter. Sterker nog, het gebied van de voormalige gemeente Sloten, dat volgend jaar 100 jaar geleden door Amsterdam geannexeerd werd, was zelfs nóg groter dan het huidige stadsdeel Nieuw-West. Het was een uitgestrekte landbouw-gemeente, met hier en daar een boerderij. De gemeente Sloten bestond uit vier ambachtsheerlijkheden: Sloterdijk, Osdorp, Vrije Geer en Sloten. Op de website www.geheugenvanwest.amsterdam staan interviews met beelden van hoe het er toen uitzag. En op www.slotenoudosdorp.nl/historie leest en ziet u meer over de historie.

Door de bouw van Nieuw-West werd het grondgebied van Sloten telkens kleiner. Doordat het Weilandje Vrije Geer na het referendum (1995) niet bebouwd werd, is er aan de noordkant gelukkig nog sprake van een groene buffer met zicht op de dorpskern. Steeds meer bewoners van Nieuw-West ontdekken Sloten, dat nu zelfs een Beschermd Dorpsgezicht is. Een leuke bestemming voor een fietstochtje of wandeling in de buurt.

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 19 augustus 2020.

“Prima verkocht tot het te heet werd…”

Door corona dit jaar geen dorpsfeest, maar wel een veilig rommelmarktje op het Dorpsplein en de Sloterweg. Iedereen hield zich – mede door de prettige aanwezigheid van gastvrouw Linda en gastheer Fred – keurig aan de looprichting en de afstand.

Rommelmarktje Dorpsplein; 16 augustus 2020.

Tot het door de felle zon in combinatie met een hoge luchtvochtigheid te warm werd, was het gezellig druk op het dorp. Het kleine evenement bood volop kans om even met vrienden en buren bij te praten. Uit respect voor de op 8 augustus in De Oeverlanden vermoorde Bas van Wijk (24) uit Badhoevedorp, bleven de vrolijke Slotenvlaggen in de kast.

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 19 augustus 2020.

De Boterbloem blijft

Trijntje en Erik van de biologische boerderij De Boterbloem laten weten dat er wordt gewerkt aan een overeenkomst met de gemeente Amsterdam over het voortbestaan van De Boterbloem.

De vooruitzichten zijn niet ongunstig. Ondertussen kunnen de zorg, winkel en horeca gewoon blijven doorgaan. Zij kiezen er nu voor om in ieder geval drie hectare te behouden voor biologische landbouw. Zij hopen een samenwerking met andere organisaties uit de Tuinen van West aan te gaan. Binnenkort volgt hierover meer informatie.

Tot slot: “Zonder jullie steun waren we nooit zover gekomen. We zijn jullie zeer dankbaar voor alles wat jullie voor ons gedaan hebben en hopen dat jullie ons blijven steunen”, aldus Trijntje en Erik. Kom voor eerlijk voedsel of een gezellig praatje (bij een kop thee of appelsap) naar De Boterbloem (open van 9.00 tot 18.00 uur; zondag 13.00 tot 17.00 uur; dinsdag gesloten. Lutkemeerweg 262B, Oud Osdorp.

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 19 augustus 2020.

Coby van Middelkoop-De Hey overleden

Op vrijdag 7 augustus 2020 overleed Coby van Middelkoop-De Hey (84) van de Osdorperweg (Oud Osdorp). Coby zette zich altijd in voor de gemeenschap en was o.a. vrijwilligster bij de ‘Over de Rand’-feesten.

De meeste bewoners zullen Coby kennen van het voordragen van haar treffende zelfgeschreven gedichten bij de jaarlijkse Dodenherdenking op de Osdorperweg. Afgelopen 4 mei ging de herdenking door corona niet door en was zij al ziek. Maar, zij had tóch weer een mooi gedicht geschreven, dat in deze Rubriek is afgedrukt. De Dorpsraad dankt Coby van harte voor haar inzet.

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 19 augustus 2020.

Samen met de gemeente de Japanse Duizendknoop bestrijden

Het heeft ‘even’ geduurd, maar het lijkt erop dat de gemeente Amsterdam nu dan toch écht werk gaat maken van de bestrijding van de woekerende Japanse Duizendknoop.

Het gaat om een bijna niet uit te roeien plant, die dwars door funderingen en bestrating heen groeit en geen natuurlijke vijanden heeft. Op 9 augustus 2020 werd in het radioprogramma Vroege Vogels bekend gemaakt dat de wetenschap druk is te onderzoeken of de Japanse bladvlo wellicht soelaas kan bieden.

De Japanse Duizendknoop aan de Lies Bakhuyzenlaan te Sloten.

Maar, vóórdat dit minuscule beestje in Nederland wordt toegelaten, wordt onderzocht of-ie naast Japanse Duizendknoop, ook ándere planten (en andere organismen) bestrijdt. Als dat níet het geval is, zal getest worden of-ie in ons klimaat gedijt. Als de Japanse bladvlo goed door al die tests komt, kan-ie hopelijk aan de slag in Amsterdam.

De gemeente weet al twee jaar dat de Japanse Duizendknoop op de Lies Bakhuyzenlaan op Sloten woekert.

Voorlopig gaat de gemeente de plant echter te lijf door de wortels machinaal uit de grond te trekken. Daarna wordt de grond zonder de wortels teruggestort. Als hierbij kleine stukjes van de wortels of takken achterblijven, dan zal de plant opnieuw opkomen. Vervolgens worden die ‘nieuwe’ groeisels een jaar lang ook weer verwijderd. Daarna moet een speciaal bloemenmengsel ervoor zorgen dat er geen ruimte meer is voor de Duizendknoop om op te komen.

De gemeente kreeg tot nu toe meldingen van ruim 700 (!) groeilocaties in de stad. De gemeente kiest ervoor om de groeiplaatsen in de openbare ruimte (eerst) aan te pakken waar de kans op verspreiding het grootst is en waar op korte termijn schade aan ‘constructies’, zoals gebouwen of kademuren, te verwachten is, of zelfs al is. Het is dus de vraag of en wanneer en of alle groeiplaatsen in Nieuw-West gesaneerd gaan worden…

Informatie van de gemeente Amsterdam over de Japanse Duizendknoop.

Zelfwerkzaam
De gemeente zou liever ook álle plekken in de stad aanpakken, maar vraagt bewoners te helpen in hun eigen buurten: “Snoei de planten terug tot de bodem en verwijder de wortels zo diep als mogelijk. Raap vervolgens álle stukken van de stengels op en verpak alle resten zorgvuldig in vuilniszakken. Doe deze is de restafvalcontainer zodat ze verbrand worden en vooral níet bij het groenafval, want dan woekert de plant op de stortplaats gewoon door.

Blijf de plant zo veel mogelijk uitgraven, elke keer als hij weer tot kuithoogte is gegroeid. Doe alle plantenresten allemaal in de afvalcontainer en maak na afloop uw tuingereedschap goed schoon. De gemeente helpt graag met de afvoer van de resten.

Vraag via [email protected] gratis ‘big bags’ aan. Daarin kunt u de resten kwijt. De gemeente haalt de zakken dan weer bij u op en laat de resten vernietigen. Als de plant gedurende een aantal maanden ergens niet meer groeit, kunt u de gemeente waarschuwen om op die plek het speciale – Duizendknoop-werend – bloemenmengsel te zaaien.

Registratie
Het is voor de gemeente van belang om te weten waar de Japanse Duizendknoop woekert. Op de website maps.amsterdam.nl/duizendknoop/ kunt u zien welke groeiplaatsen al geregistreerd staan en welke status zij hebben. Groen betekent: “gemeld”, blauw is: “geschouwd” en op rode plekken wordt de plant actief bestreden.

Mocht er een locatie op de kaart ontbreken, dan wil de gemeente dit graag horen en kunt u dit melden via [email protected]. Nieuwe groeiplaatsen worden meteen aangepakt. De gemeente vraagt iedereen vriendelijk om wel eerst op de plattegrond te kijken of uw locatie al bekend is.

Over drie jaar
De gemeente laat weten dat het op dit moment helaas niet gaat lukken om de plant helemaal uit te roeien: “Bestrijding is erg duur en vereist maatwerk op iedere plek. We richten ons nu eerst op het uitroeien van de plant op de plaatsen waar er kans is op schade, gevaar of verspreiding.

Daarnaast worden jonge groeiplaatsen aangepakt, voordat ze verder kunnen uitgroeien. Na die drie jaar willen we wel alle groeiplaatsen onder controle hebben: Er komen geen nieuwe groeiplaatsen meer bij, en de meest risicovolle zijn uitgeroeid. In samenwerking met andere organisaties in het land onderzoeken we ondertussen nieuwe, duurzamere en efficiëntere methodes.” Wellicht dat de Japanse bladvlo een oplossing gaat bieden…

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 19 augustus 2020.

Van: www.westerpost.nl/samen-met-de-gemeente-de-japanse-duizendknoop-bestrijden

Zie ook: Japanse Duizendknoop teistert Nieuw-West

Hoe gaat het met de Rode Beuk op Sloten?

Eén van de unieke kwaliteiten van Sloten is dat er nogal wat rijks- en gemeentelijke monumenten in het Beschermd Dorpsgezicht staan. In eerste instantie denk je dan aan oude panden en aan kerken. Het dorp kent echter ook een aantal monumentale bomen.

De bijzonderste boom is dan zeker de Rode Beuk die achter de Sloterkerk staat. In 2011 organiseerde het Parool een prijsvraag voor de mooiste boom van Amsterdam. Henk Smit droeg de Rode Beuk voor… En die won. Een Plataan in het Leidsebosje werd overigens tweede.

Sinds 2013 wonen Albert en Pauline van Marwijk Kooy in de voormalige pastorie van de Sloterkerk. Beiden houden van de bijzondere boom en beschouwen het al zeven jaar als hun eervolle taak om optimaal voor de boom te zorgen. Het is bij een dergelijk oude en dikke boom – die zichtbare wonden heeft – van belang om naast een visuele beoordeling ook regelmatig een technisch onderzoek te laten uitvoeren.

Zo kun je de ontwikkeling van de boom goed volgen. Het echtpaar vroeg aan het bedrijf Pius Floris uit Oud Osdorp dit uit te voeren. Het goede nieuws dat de boom uit 1865 gezond is. De conditie en toekomstverwachting zijn goed, maar de monumentale boom blijft wel onder controle, omdat hij wel degelijk is aangetast.

Boomtechnisch adviseur Schriekenberg laat o.a. weten dat de boom op drie meter hoogte een holte met zadelzwam heeft. Om te kunnen beoordelen of de boom daardoor verzwakt is, werd een ‘picus-onderzoek’ uitgevoerd. Dat is een geluidsonderzoek dat rondom op verschillende stamhoogtes wordt uitgevoerd. Hierdoor ontstaat een geluidsmonogram (schematische tekening) van de restwanddikte van de boom.

Hoe ziet de boom er van binnen uit?
Door geluidsgolven door de boom te sturen, wordt gemeten hoe snel het geluid de andere kant van de stam bereikt. Waar de houtdichtheid hoog is, ondervindt het geluid minder weerstand en is dus korter onderweg van bast tot bast. De resultaten worden vastgelegd in een zogenaamd ’tomogram’. De kleurschakeringen maken goed zichtbaar hoe de binnenkant van de boom eruit ziet. Gezond hout heeft een bruine kleur. De groene gebieden markeren overgangszones (gemodificeerd hout) en geven een indruk van toekomstige en eventueel verdere kolonisatie van het hout door schimmels.

Er is op 2.40 meter en op 2.95 meter hoogte een meting uitgevoerd. Op deze afbeelding ziet u het meetresultaat (geluidstomogram) van 2,95 meter hoogte. Te zien is dat de boom voor een groot deel hol (blauw) is aan de binnenkant. Dat hoeft niet erg te zijn. Dit komt vaak voor bij oude bomen. De groene lijn is de minimaal benodigde wand bij het beoordelen van de breuksterkte. In dit geval is de breuksterkte gelijk aan een massieve stam. Hoewel er sprake is van een grote centrale rotting, blijkt dat het resterende hout (bruin/zwart) een goede kwaliteit bezit. Er zit een dunne groene en paarse band rondom de opening (blauw). Dit wijst op een goede afgrendeling van de wond. (Bron: Pius Floris Boomverzorging/03-07-2020.)

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 12 augustus 2020.

Knip voor Osdorperweg?

De gemeente nodigt (na afstemming met de Klankbordgroep) Oud Osdorpers uit om mee te denken over een ‘knip’ (tegen sluipverkeer) in de Osdorperweg. Zie: www.amsterdam.nl/projecten/Osdorperweg.

Op 18, 20, 25 en 27 augustus en 1 en 3 september 2020 ontvangt de gemeente (tussen 17.00 en 21.00 uur) per half uur maximaal drie insprekers tegelijk. Na een korte uitleg krijgt u 5 minuten om uw visie te geven.

Aanmelden: 06 – 17 98 81 33. Waar moet volgens u de knip komen en wie moet selectieve toegang / ontheffing krijgen? Later meer informatie.

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 12 augustus 2020.