Algemeen

De Lutkemeerpolder

De Lutkemeer was een klein natuurlijk meertje ten zuidwesten van de Osdorperweg en de Osdorper Bovenpolder, nabij de Haarlemmermeer. Het meertje had een natuurlijke verbinding met de Spieringmeer, vanaf 1509 onderdeel van de Grote Haarlemmermeer.

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

De naam Lutkemeer komt van ‘lutke’ of ‘lutje’, het West-Friese woord voor ‘klein’, dit komt bijvoorbeeld ook voor bij het dorp Lutjebroek. Het woord is ook verwant aan het engelse woord ‘little’, ook dit betekent ‘klein’.

Kaart van de Lutkemeer e.o. vervaardigd door Floris Floris Balthasars en zijn zoon Balthasar Florisz van Berckenrode; circa 1615.

De noordelijke, oostelijke en zuidelijke begrenzing van de polder wordt gevormd door de Wijsentkade. Deze is een oude landscheiding uit de ontginningsperiode voor de 13e eeuw tussen het bangebied van Oostdorp (Osdorp) en het bangebied van Nieuwerkerck, een voormalig, verder naar het zuidwesten gelegen dorp. Na droogmaking van de Lutkemeer werd deze kade de ringdijk van de polder.

De Lutkemeer en omgeving omstreeks 1746. Het gele gebied is Raesdorp, het roze gebied is het restant van Nieuwerkerk, het groene gebied is Oostdorp (Osdorp), met onderaan ‘De Naecker Molen’. De grijze strook onderaan is door de Haarlemmermeer weggespoeld land.

Het meertje werd ten noorden en oosten begrensd door de Osdorper Bovenpolder, ten westen door Raesdorp en ten zuiden door Nieuwerkerk en de Middelveldsche Akerpolder. Na de droogmaking van de Haarlemmermeer in 1852 bleef de Lutkemeer nog enige tijd bestaan, maar werd in de jaren 1864-1865 ook drooggemaakt. Dit was een initiatief van de familie Rutgers van Rozenburg, die het meertje in 1863 van de Rijksoverheid had gekocht.

De Lutkemeer en Raasdorp met de pas gegraven Ringvaart van de Haarlemmermeer, die zelf nog niet is drooggemaakt. Links nog het laatste restant van Nieuwerkerk aan den Drecht. Onderaan de Akerpolder, met de (oude) Akermolen. Rond de Lutkemeer loopt de Wijsentkade; circa 1848.

Gemaal
De Lutkemeerpolder werd, net als de nabijgelegen Haarlemmermeer, bemalen met een stoomgemaal langs de Ringvaart, dat in 1925 elektrische aandrijving kreeg. Dit gemaal stond aan de noordwestrand van de polder. In 1975 werd het door een nieuw klein gemaal vervangen aan de zuidwestrand, tegenover gemaal ‘De Lijnden’. Het oude gemaal moest verdwijnen omdat de dijk langs de ringvaart daar verplaatst en verbreed moest worden t.b.v. het nooit-aangelegde ‘Kanaal om de West’.

De landelijke Lutkemeerweg met hooischelven op het land; juli 1935.

De ten noorden van de vroegere Lutkemeer liggende landtong Raesdorp werd in 1840 doorsneden door de Ringvaart van de Haarlemmermeer. Het direct aan de Lutkemeer grenzende gedeelte werd in 1872 uitgeveend en vervolgens onderdeel van de enkele jaren tevoren drooggemaakte Lutkemeerpolder. Inmiddels ligt hier de ‘Raesberg’.

Huis aan de Raasdorperweg 85, op de westelijke dijk van de Lutkemeerpolder. Op de voorgrond de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Deze bebouwing verdween voor de verzwaring van de dijk langs de ringvaart; 1 augustus 1967.

De Lutkemeerpolder is een van de laagstgelegen delen van Amsterdam, met een polderpeil van 5,70 meter onder NAP. Alleen de aan de zuidoostkant van Amsterdam gelegen Watergraafsmeerpolder ligt nog iets lager. De oppervlakte van de Lutkemeerpolder bedraagt ruim 200 hectare.

De Lutkemeerweg bij de dijkcoupure van de Wijsentkade, met daarop de woning op nr. 92; 12 juli 1967.

Lutkemeerweg
De polder kende vanaf het begin één polderweg, een ‘middenweg’ haaks op de Osdorperweg: de Lutkemeerweg. Langs deze weg werden na de droogmaking zes boerderijen gebouwd: ‘Tijd is Geld’, ‘Maria’s Hoeve’, ‘De Boterbloem’ en een naamloze boerderij aan de noordzijde en ‘Melkweg’ en ‘Nooit Gedacht’ aan de zuidzijde. Hiervan bestaan er nog drie, waarvan ‘Tijd is Geld’  en ‘Melkweg’ op de lijst van gemeentelijke monumenten staan.

Boerderij ‘De Melkweg’ aan de Lutkemeerweg is nog in gebruik als akkerbouwbedrijf; april 1985.

De polder was vanwege de vruchtbare kleigrond geheel in gebruik als akkerland. Dit bleef zo tot begin 21e eeuw. In de jaren zestig werd aan de zuidkant van de polder een deel opgehoogd voor de aanleg van de begraafplaats Westgaarde. De ingang daarvan ligt echter aan de kant van de Wijsentkade.

Vanaf het jaar 2000 werd steeds meer grond bestemd als bedrijventerrein, eerst het zuidelijke deel tussen Westgaarde en de Ringvaart. Hier kwamen de Etnastraat, Moroastraat en Fogostraat te liggen. Vanaf 2020 werden de plannen concreter om ook ten noordwesten van de Lutkemeerweg bedrijven te vestigen. Dit leidde tot veel protest van omwonenden en natuurliefhebbers die strijden voor behoud van het groene karakter van deze polder. Ten behoeve van de bedrijven werden inmiddels ook de Colimastraat en de Bromoweg aangelegd.

Helemaal in het westen van de polder is in 2006 een natuurgebiedje aangelegd, onderdeel van de natuurverbindingszone de ‘Groene AS’. Dit is het Lutkemeerpark. Aansluitend ligt sinds 2017 een nieuw natuurgebied, de ‘Raesberg’. De Westrandweg (A5) doorsnijdt sinds 2012 de meest noordelijke punt van de polder bij de Wijsentkade.

Erik Swierstra, maart 2023.
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

De (meeste) foto’s en kaarten zijn afkomstig uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.

Kaart van de Lutkemeerpolder (boven), met de Begraafplaats Westgaarde, en de Middelveldsche Akerpolder, reeds gedeeltelijk bebouwd met de westpunt van de Tuinstad Osdorp; 1983.

De Lutkemeerpolder in 1903 met langs de Lutkemeerweg vijf boerderijen: Tijd is geld, De Melkweg, de Boterbloem, Nooit Gedacht en ’t Oog in ’t Zeil. Aan de linkerkant het stoomgemaal langs de ringvaart, aan de onderkant het nog bestaande Stoomgemaal De Lijnden. Links van de Ringvaart een een gedeelte van Raesdorp en Nieuwerkerk.

 

De Middelveldsche Akerpolder

Sinds de ontginning in de 10e-13e eeuw was dit veenweidegebied. Gezien de huidige naam en naamsverwantschap was dit gebied mogelijk verbonden met de Middelveldsche Polder, die zich uitstrekte tussen de Spieringshoornpolder, de latere Osdorper Binnenpolder, en de toenmalige Sloter Binnenpolder.

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

Kaart van de Lutkemeer e.o. vervaardigd door Floris Floris Balthasars en zijn zoon Balthasar Florisz van Berckenrode; circa 1615.

Kaart van ‘Den Aecker’ met de Middelvelts Aecker Polder uit 1746. Links onder ‘De Nacker Molen’. Het groen aangegeven gebied behoort tot de ban van Oostdorp (Osdorp), het geel aangegeven gebied behoort tot de ban van Sloten en het roze aangegeven gebied ronde Slooten (rechts) behoort tot de Geer Ban.

Van oudsher lag de Middelveldsche Akerpolder deels in de Osdorperban, deels in de Sloterban en een heel klein deel in de Geerban, in 1816 verenigd in de voormalige gemeente Sloten (geannexeerd door Amsterdam in 1921). Het doorlopen van de vroegere scheidsloot van de eerste twee bannen voorbij de Osdorperweg door de Middelveldspolder tot nabij Sloterdijk, alsmede de formele naam van de polder, doen vermoeden dat oorspronkelijk vrije afwatering plaatsvond op het IJ, door de voormalige Middelveldssluis in de Spaarndammerdijk ten westen van Sloterdijk.

Na het graven van de trekvaart naar Haarlem in 1632 was het noodzakelijk om de door deze vaart doorgraven polders van molens langs de Haarlemmerweg te voorzien daar de rechtstreeks lozing op het IJ via duikers in de Spaarndammerdijk niet meer mogelijk was. Zo ontstonden de molens die later bekend zijn geworden als de 1100 Roe en 1200 Roe, naar de afstand tot de Haarlemmerpoort en ook nog enkele inmiddels verdwenen molens ten noorden van de Haarlemmervaart.

Kaart van de Middelveldsche Aker Polder na de droogmaking na het uitvenen, met de Noorder (Aker)weg en Zuider (Aker)weg. Middenonder de (nieuwe) Akermolen; 1903.

De Middelveldsche Akerpolder werd al sinds 1598 bemalen door de (oude) Aecker Molen, een wipmolen met scheprad met een vlucht van 17 m, die uitwaterde op de Haarlemmermeer. Deze molen stond nabij de plek waar de Wijsentkade uitkwam op de Haarlemmermeer. Tegenwoordig bevindt zich hier de Lijnderbrug tussen de Ookmeerweg en de Amsterdamse Baan in de Haarlemmermeer.

Den Aecker
Op oude kaarten werd de Middelveldsche Akerpolder ook aangeduid als ‘Den Aecker’. Dit was een driehoekig gebied tussen de Osdorperweg, de Wijsentkade / Lutkemeer en de oever van de Haarlemmermeer. Op een oude kaart van het Hoogheemraadschap Rijnland uit 1746 staan vermeldingen van de ‘Middel velts Aecker polder’ en ‘De Nacker Molen’ tussen Sloten en de Lutkemeer. De kade langs de Haarlemmermeer had veel te lijden onder oeverafslag. Dit bleef een groot probleem tot de droogmaking van de Haarlemmermeer in 1852.

‘De Oude Molen’ (Akermolen) als dienstwoning. Links het elektrische gemaal, rechts het Zwartepad langs de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder; 2 juli 1967.

In december 1875 werd concessie verleend voor het vervenen van de Middelveldsche Akerpolder. Vanaf 1876 werd het gebied uitgeveend en vervolgens in 1896 weer ingepolderd als droogmakerij. Het polderpeil kwam hiermee circa twee meter lager te liggen. Ter vervanging van de oude molen werd in 1874 een nieuwe Akermolen gebouwd, met gebruikmaking van onderdelen van de oude molen. De molen was een van de grootste van Holland, met een vlucht van 28 meter. Er was aanvankelijk een scheprad van 5,25 m, dit werd in 1896 vervangen door een vijzel. Overigens kon de molen ook omgekeerd werken; ze kon in tijden van nood de polder onder water zetten; ze maakte deel uit van de Stelling van Amsterdam.

De Zuiderakerweg met boerderijen, gezien in zuidwestelijke richting vanaf de Osdorperweg; februari 1934.

In 1921 kwam er een nieuw elektrisch gemaal naast de molen. De molenromp werd verwijderd en de stenen onderbouw bleef als molenstomp bestaan en werd voorzien van een nieuw dak met dakpannen. Dit diende nu als dienstwoning voor het gemaal. Nadat er in de jaren negentig een nieuw klein gemaal ernaast was gebouwd vertrokken in 1999 de laatste bewoners. De oude woning raakte in verval en het stadsdeel Osdorp wilde deze slopen. Na langdurig actievoeren door bewoners uit de omgeving bleef deze uiteindelijk toch behouden en is vanaf 2008 door Stadsherstel Amsterdam gerestaureerd (herbouwd). Sinds 2010 is de Akermolen in gebruik als theehuis.

Luchtfoto van de Middelveldsche Akerpolder met tuinbouwgebied langs de Zuiderakerweg. Op de voorgrond de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder; april 1973.

Deze polder werd aanvankelijk gebruikt voor veeteelt. Langzamerhand kwamen er meer tuinderijen. Tot eind 20e eeuw was er voornamelijk tuinbouw, totdat in de jaren zestig een deel van tuinstad Osdorp (de wijk De Punt, rond het Dijkgraafplein) en vanaf de jaren negentig de woonwijk De Aker werden gebouwd. In 2004 was de woningbouw voltooid en daarmee de polder vrijwel geheel bebouwd.

Erik Swierstra, maart 2023.
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

De (meeste) foto’s en kaarten zijn afkomstig uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.

Kaart van de Lutkemeerpolder (boven), met de Begraafplaats Westgaarde, en de Middelveldsche Akerpolder (onder), reeds gedeeltelijk bebouwd met de westpunt van de Tuinstad Osdorp. Aan de westkant van de polder waren sportvelden, oostelijk daarvan was tuinbouw; 1983.

De Groote IJpolder

De voormalige gemeente Sloten kreeg in 1877 nog een aanzienlijke gebiedsuitbreiding. De pas drooggemaakte Groote IJpolder werd toen ingedeeld bij de ten zuiden daarvan liggende gemeente Sloten.

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

De noordgrens van Sloten was voordien de Spaarndammerdijk, tussen de huidige Spaarndammerbuurt, het dorp Sloterdijk en Halfweg. Na 1877 vormde het Noordzeekanaal de noordgrens. Ten noorden daarvan lagen de gemeenten Westzaan en Zaandam. Dit bleef zo tot de annexatie van Sloten door Amsterdam in 1921. Sinds 1974 grenst Amsterdam bij het Noordzeekanaal aan de gemeente Zaanstad.

Kaart van de Groote IJpolder van de Amsterdamse Kanalmaaschappij met de geplande verkaveling; circa 1875.

Een klein gedeelte van de Groote IJpolder, ten zuidwesten van de vroegere landtong De Heining, begrensd door de Zuiderweg, werd ingedeeld bij de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Hiertoe behoorde ook de westelijk gelegen Houtrakpolder. Het deel van die gemeente ten oosten van Zijkanaal F werd in 1963 overgedragen aan de gemeente Amsterdam.

Tien nieuwe polders in het IJ
De droogmaking van de Groote IJpolder was een onderdeel van een groter project, de aanleg van het Noordzeekanaal tussen Amsterdam en IJmuiden en de droogmaking van de vroegere zeearm het IJ, tussen Amsterdam en Beverwijk. Dit werd uitgevoerd door de Amsterdamse Kanaal Maatschappij (AKM). De start van het project was in 1865, het kanaal werd op 1 november 1876 in gebruik genomen. De kosten van de aanleg van het kanaal werden gedekt door de verkoop van drooggemaakte gronden in de nieuwe polders. Aan weerszijden van het kanaal werden tien droogmakerijen aangelegd die gereed kwamen tussen 1873 en 1877: aan de noordzijde vijf polders: Wijkermeerpolder, Nauernaschepolder, Westzanerpolder, Zaandammerpolder en Noorder IJpolder. En aan de zuidzijde ook vijf polders: Noord Spaarndammerpolder, Zuid Spaarndammerpolder, Houtrakpolder, Groote IJpolder en Amsterdammerpolder.

De tien IJpolders op een kaart van W.H. Hoekwater uit 1901. Zichtbaar zijn van links naar rechts: de Zuid Wijkermeerpolder, Noord Spaarndammerpolder, Zuid Spaarndammerpolder, Nauernaschepolder, Westzanerpolder, Zaandammerpolder, Houtrakpolder, Groote IJpolder, Amsterdammerpolder en Noordpolder (Noorder IJpolder).

De grond werd vanaf 1875 in fases geveld en door particulieren gekocht die hier boerderijen oprichtten. Het land werd overwegend in gebruik genomen voor de verbouwing van koolzaad. De landarbeiders bouwden er hun onderkomens en schuren. Vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw werden delen van deze polders ingericht voor recreatiegebieden en bedrijventerreinen.

De tweede Hembrug (uit 1907), gezien in noordelijke richting, met links daarvan het stoomgemaal van de Groote IJpolder. Rechts op de achtergrond de artillerie inrichtingen; circa 1930.

De Groote IJpolder was van deze polders de grootste, de ten westen daarvan gelegen Houtrakpolder was iets kleiner. Het Zijkanaal F vormde de scheiding. Dit was een van de tien zijkanalen van het Noordzeekanaal (A t/m K). Zijkanaal F was veruit het langste zijkanaal, maar is ook het enige kanaal dat (bijna) helemaal is gedempt. Alleen vlak ten noorden van Halfweg is er nog een stukje overgebleven.

De Groote IJpolder kwam gereed in 1875. Het zomerpeil van deze polder was 3,45 m onder NAP. De polder werd bemalen met een stoomgemaal dat iets ten westen lag van de in 1878 gebouwde (eerste) Hembrug in de spoorlijn Amsterdam – Zaandam.

Het voormalige eiland De Hoorn en Hembrug in 1908. Links van de Hembrug ligt het stoomgemaal uit 1875 van de Groote IJpolder.

In 1876 werden verspreid over het jaar drie veilingen gehouden waarbij de grond in de polder door de AKM werd verkocht aan particulieren. Het meest oostelijke deel van de polder was het eerste aan de beurt, dat bedroeg 487 hectare, de gronden ten oosten van Zijkanaal F, met een oppervlakte van 642 hectare werden vervolgens verkocht. Ten slotte werd het resterende deel van 530 hectare nabij dit kanaal aan het einde van het jaar verkocht. De ingebruikname van het Noordzeekanaal was op 1 november 1876.

Het onderhoud van de dijken langs het Noordzeekanaal bleef onder beheer van de AKM, later werd dit het Rijk, terwijl de dijken langs het Zijkanaal F in onderhoud kwamen bij het nieuwgevormde polderbestuur van de IJpolder.

Het Noordzeekanaal gezien vanaf de Hembrug in westelijke richting. Links is het stoomgemaal van de Groote IJpolder; circa 1920.

De scheiding tussen de Groote IJpolder en de oostelijk daarvan gelegen Amsterdammer Polder werd gevormd door een waterkering die evenwijdig lag aan de spoordijk van de spoorlijn Amsterdam – Hembrug (- Zaandam). De in 1907 gebouwde nieuwe en grotere Hembrug lag iets westelijker en daardoor vlak naast het stoomgemaal. Ten oosten van het oorspronkelijke tracé van de spoorlijn (1878-1907) lag de gemeentegrens tussen Sloten en Zaandam, respectievelijk Amsterdam. De oostelijker gelegen Amsterdammerpolder lag tot 1921 deels in Zaandam en deels in Amsterdam, daarna geheel in Amsterdam.

Eiland Den Hoorn
Het voormalige eiland Den Hoorn of De Horn werd geheel omsloten door de Groote IJpolder, het meer westelijk gelegen voormalige eiland Ruigoord werd geheel omsloten door de Houtrakpolder. Het eiland Den Hoorn, met iets ten noordoosten daarvan nog een klein eilandje, de ‘Jan Rebellenwaard’, lag ten noorden van Spierinx Hoorn in het IJ. Dit laatste is bij de inpoldering verdwenen in het omgevende land.

Detail uit de Topografisch Militaire Atlas uit circa 1850 met de Spieringhorner Polder en de Eilanden Ruigoord (links) en De Horn met de Jan Rebellenwaard (rechts).

Kaart van het eiland Den Hoorn uit circa 1630 van Balthasar Florisz. van Berckenroode. Er zijn vijf boerderijen zichtbaar. Het noorden is rechts.

Den Hoorn, vroeger de Zaenderhorn, hoorde van oudsher bij de Zaanstreek, later Zaandam. Het eiland werd in 1399 door graaf Albrecht van Beieren verkocht aan het Karthuizerklooster te Amsterdam. Na de alteratie in 1578 werd het klooster opgeheven en het eiland overgedragen aan het Burgerweeshuis. Er waren enkele huizen en boerderijen en een kapelletje. Bij stormen werden er steeds stukken land weggeslagen waardoor het eiland telkens kleiner werd. In 1591 was de oppervlakte nog circa 100 hectare, een eeuw later nog maar 70 hectare. In 1786 werd het inmiddels onbewoonde eiland overgedragen aan de domeinen van Holland en West-Friesland. Halverwege de 19e eeuw stonden er twee boerderijen op het eiland. Door de aanleg van de Groote IJpolder werd het eiland eigendom van de Amsterdamse Kanaal Maatschappij (AKM) en vervolgens in 1874 weer verkocht. Het voormalige eiland lag iets hoger dan de omringende polder, De ‘Weg om Den Horn’ markeerde de contouren van het eiland. Later heette dit het ‘Velserpad’. Er was één naar het vroegere eiland vernoemde boerderij: aan de zuidpunt lag de Horn Hoeve (F342).

De “Horn Hoeve” ten zuiden van de Hoorn bij Molenweg; 1932.

In 1912 waren er al de eerste plannen om ten westen van de Hembrug een toekomstige havenuitbreiding te realiseren, deels in het vroegere eiland Den Hoorn. In 1913 nam de gemeenteraad van Amsterdam het plan aan en in 1918 werden al de eerste landbouwgronden aangekocht voor de toekomstige havenbekkens, die vanaf de jaren veertig werden gerealiseerd, toen het eerste deel van de Westhaven werd gegraven.

In de jaren zestig is Den Hoorn en omgeving volledig verdwenen voor de aanleg van het Westelijk Havengebied. De Nieuwe Hemweg, de Westhaven en de Hornhaven liggen deels op de plek van Den Hoorn en de Hornhaven is hiernaar vernoemd. Het restant van de nabijgelegen ‘Waard’ of ‘Jan Rebellenwaard’ verdween al gelijk bij de aanleg van de Amsterdammerpolder in 1874.

Kaart van de Groote IJpolder met de nieuwe gemeentegrenzen van 1921.

Polderwegen en poldertochten
De Groote IJpolder werd net als veel Hollandse droogmakerijen doorsneden door een grid van haakse polderwegen en -tochten, waartussen de polderkavels lagen.

Werk op het land in de Groote IJpolder. Het oogsten van vlas; juli 1941.

Van noord naar zuid waren er de volgende oost-westwegen en -poldertochten: Ringweg (langs het Noordzeekanaal; later: Velserweg), Noordertocht, Noorderweg (later: Frogerweg), Middentocht, Middenweg (later deels Velserweg), Zuidertocht en Zuiderweg. Langs de Spaarndammerdijk, en om de Spieringhorner Buitenpolder en De Heining, lag de Ringweg. Het gedeelte ten oosten van De Heining heette later Overbrakerweg en het gedeelte ten westen van De Heining werd IJpolderweg. Langs het Zijkanaal F kwam de Weg langs Zijkanaal F, later: Frogerweg (ten noorden van de Zuiderweg) en de Kanaalweg (ten zuiden van de Zuiderweg). De Frogerweg was vernoemd naar Willem Anthonie Froger, eerste ontwerper van het Noordzeekanaal.

Van west naar oost waren er de noord-zuid wegen Spieringweg en Nieuweweg. Rond het vroegere eiland De Horn lag een ringweg, de Weg om Den Horn. Vanaf dit eiland naar het zuiden liep de Molenweg. Ten oosten van het vroegere eiland De Horn lagen nog de Ringweg (langs de spoorlijn), de Molentocht en de Hoornweg, de Sloterdijkschetocht en de Ringweg (langs de Spaarndammerdijk). De diverse tochten waterden af op een ringsloot om De Horn, die naar het noorden afwaterde naar het stoomgemaal aan het Noordzeekanaal. Op oude kaarten van kort na de droogmaking werd dit nog aangeduid als ‘stoomwatermolen’. De watergang die daar naar toe leidde heette dan ook Molentocht, ook de Molenweg was hiernaar vernoemd.

De haakse bocht in de Velserweg bij de Middenweg, met de panden Velserweg 301-305; 2 augustus 1960.

In 1934 werd er een doorgaande autoweg aangelegd vanaf het dorp Sloterdijk naar Velsen (Rijksweg 6). Dit werd de Velserweg, deze liep grotendeels langs bestaande wegen: vanaf Sloterdijk eerst nieuw een stukje door de Batenpolder, daarna verder via de vroegere Hoornweg, dan een nieuwe doorsteek dwars door het vroegere eiland De Horn. Ten westen daarvan liep deze weg verder langs de vroegere Middenweg, tot een nieuwe dwarsverbinding, evenwijdig aan een nieuwe hoofdtochtsloot ten oosten van de Spieringweg, naar het nieuwe dieselgemaal uit 1935. Ten westen van deze tochtsloot kwam de nieuwe Machineweg.

De Velserweg boog ten oosten (en later ten westen) van dit gemaal af naar het westen en volgde verder de vroegere Ringweg, evenwijdig aan het Noordzeekanaal. Over Zijkanaal F werd in 1934 een nieuwe ophaalbrug gebouwd, die verbinding gaf met het verdere vervolg van de weg door de Houtrakpolder, evenwijdig aan het Noordzeekanaal tot aan Velsen. Deze brug is afgebroken in 1973 bij de aanleg van de Amerikahaven. De Velserweg is in 1972 verlegd naar een westelijker tracé door de Houtrakpolder, richting het gemaal van die polder. Sinds 1993 is het nog bestaande gedeelte buiten Amsterdam bekend als Provincialeweg 202 (N202).

Nieuwe Poldergemaal van de Groote IJpolder gezien vanaf de Velserweg in noordelijke richting; 12 december 1935.

Als gevolg van de verbreding van het Noordzeekanaal en de aanleg van de Westhaven vanaf 1935 moest het oude stoomgemaal verdwijnen en werd dit in 1935 vervangen door een nieuw dieselgemaal meer naar het westen. Ter vervanging van de tochtsloot tussen het deels vergraven voormalige eiland De Horn en dit gemaal werd ten westen van de nieuwe haven en ten oosten van de Spieringweg een nieuwe noord-zuid gelegen hoofdtocht gegraven, met daarlangs ook een nieuwe noord-zuidweg. Deze werd in 1934 onderdeel van de Velserweg.

Hoeve “Wijlen ’t IJ”, tussen Frogerweg en Spieringweg, aan de Noorderweg F 199 in de Groote IJpolder. maart 1932.

Boerderijen en andere bebouwing
In de Groote IJpolder werden in het laatste kwart van de 19e eeuw een hele reeks nieuwe boerderijen gebouwd. Enkele daarvan werden apart vermeld op de topografische kaarten, zoals: De Verwachting (Ringweg / Frogerweg), Wijlen ’t IJ, Terra Nova / F 291, Henricus Hoeve, De Viersprong / F 186, Welgelegen / F 185, De Toekomst / F 179 (Noorderweg), Arbeid Adelt / F 131-132, Jacobs Hoeve / F 135-136, De Phoenix / F 147, Elisabeth Hoeve / F 148, Anna’s Hoeve / F 149 (Middenweg), Margaretha Hoeve (Zuiderweg), Banka Hoeve / F 121 (Weg langs Zijkanaal F, later: Frogerweg), Helena’s Hoeve (Weg langs Zijkanaal F, later: Kanaalweg), Alida Hoeve / F 52, Aurora, Hillegonda Hoeve / F 89 (Ringweg), Maria’s Hoeve (Molenweg), De Horn, Horn Hoeve (Weg om de Horn), De Goede Verwachting / F 177 (Nieuweweg, later Velserweg), Catharina’s Hoeve, Hoeve Suriname / F 347, Catharina Hoeve / F 350, Cornelia Hoeve / F 324, Suzanna Hoeve (Hornweg, later Velserweg). Ook waren er nog enkele boerderijen zonder naam.

Hoeve aan de Middenweg F 137 (Groote IJpolder),op de hoek van de Spieringweg, gezien in noordwestelijke richting; april 1932.

Enkele hoeven verdwenen al vanaf 1935 bij de aanleg van het eerste deel van de Westhaven en de ophoging van terreinen langs de Nieuwe Hemweg.

Bovenstaande gegevens zijn ontleend aan een kaart van de Dienst der Publieke Werken uit 1936. Totaal staan er circa dertig boerderijen op aangeduid.

Scholen en huizen
Ook waren er nog twee scholen: De IJpolderschool op de hoek van de Middenweg en de Spieringweg en een naamloze school langs de Nieuweweg (later Velserweg) bij de Middentocht. Voorts waren er verspreid over de polder nog diverse losse huizen en zeker vier complexen van Rijksmagazijnen. Op de hoek van de Nieuweweg / Middenweg, waar de Velserweg een hoek van 90 graden maakte, was nabij enkele huizen een benzinepomp gevestigd. Met name langs de Ringweg (later Overbrakerweg), net ten noordwesten van Sloterdijk, was een grotere concentratie huizen in een lintbebouwing

Luchtfoto van de Westhaven en omgeving gezien in noordoostelijke richting. Links onder Groote IJpolder en de Velserweg. Links boven de Westzaner- en de Zaandammerpolders. Midden het Noordzeekanaal. Midden rechts de Hembrug, Hemkade en Hemdijk; 19 mei 1936.

Vanaf de jaren twintig werden op verschillende locaties ten noordwesten van Sloterdijk sportvelden aangelegd. Nabij de Hornweg (later Velserweg), hoek Ringweg, achter de Cornelia Hoeve en Suzanna Hoeve, kwam een uitgebreid sportterrein, met 38 sportvelden, later nog uitgebreid met 6 velden. Ook tussen de Sloterdijksche Tocht en de Ringweg kwamen nabij Hoeve Aurora 16 sportvelden. Nabij de Hillegonda Hoeve aan de Ringweg lagen nog 7 sportvelden. Toen het gebied in de jaren zestig onder het ophogingszand verdween werden er in de Westelijke Tuinsteden ter vervanging nieuwe grote sportcomplexen aangelegd.

Westelijk Havengebied
In de jaren zestig kwam er een einde aan het hele poldergebied tussen de Haarlemmervaart en het Noordzeekanaal, toen het geheel werd opgespoten met een dikke laag zand ten behoeve van de aanleg van het Westelijk Havengebied. Ook de Groote IJpolder verdween geheel onder het zand, nadat alle boerderijen waren afgebroken. Ook het poldergemaal verdween en de polder werd officieel in 1970 opgeheven.

Kaart van de Groote IJpolder in 1957. Een deel van de polder is al opgeofferd voor de nieuw aangelegde Westhaven. Rechtsonder in het geel de sportvelden nabij het dorp Sloterdijk. Linksonder de Spieringhorner Binnenpolder; 1957.

Er is in deze omgeving (bijna) niets wat nog herinnert aan vroeger. Een klein stukje van de Groote IJpolder is nog herkenbaar tussen het natuurgebied Geuzenbos en het restant van de Spaarndammerdijk ten zuidwesten van het Boezemgemaal Halfweg. Hier zijn nu rietvelden en bosschages. Het oude slotenpatroon is er nog te herkennen. Een deel ten noordwesten daarvan is begroeid met het Geuzenbos.

Erik Swierstra, maart 2023.
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

De (meeste) foto’s en kaarten zijn afkomstig uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.

Literatuur
* Ons Amsterdam, maart 1962, pagina 89-91.

Waarom een referendum over de Hoofdgroenstructuur (HGS)?

Hebt u al getekend voor de komst van het referendum, dat ervoor moet zorgen dat het in naam beschermde Amsterdamse groen in de praktijk straks ook definitief beschermd blijft?

Zo niet: Dat kan via deze link. U vindt het invulformulier onder een lange ambtelijke tekst. Dit referendum is vooral voor Oud Osdorp van groot belang.

Dichtgetimmerd groenbeleid noodzakelijk
Kernpunt van wat het Team Referendum met deze volksraadpleging wil bereiken, is dat er geen geitenpaadjes meer bewandeld kunnen worden om in ‘beschermd’ groen te kunnen bouwen. Vanuit de hele stad wordt namelijk gevraagd de bescherming van het groen juist aan te scherpen.

Groene beleidsverordening en eerst grond voor groen reserveren
Het team is van mening dat het beleidskader, dat de meerderheid van de gemeenteraad helaas ondersteunt, geen enkele juridische bescherming biedt voor de toekomstige Hoofdgroenstructuur. Met een Groenverordening zou dit wel kunnen worden bereikt.

En: als er gebouwd gaat worden, dan wil het team dat er éérst grond voor groen wordt gereserveerd. Het komt nu namelijk regelmatig voor dat ontwikkelaars een gebied eerst helemaal mogen volbouwen en dat daarna ‘per ongeluk’ blijkt dat er bijna geen ruimte meer over is voor het beloofde groen. 

Volgende week volgt meer informatie. Het Team Referendum HGS: “Hoe meer steunbetuigingen we vergaren, hoe beter. Des te groter is dan de kans dat de gemeente deze voorstellen om het beleid aan te passen overneemt.”

De verkiezingsuitslagen van Sloten zijn bekend

In de Tuin van Sloten, het speeltuingebouw, werden op 15 maart 2023 612 stemmen door 564 stemgerechtigden uitgebracht. Oud Osdorp had geen eigen stembureau.

Er kon worden gestemd voor de Provinciale Staten en de besturen van de waterschappen Amstel, Gooi en Vecht (AGV) en Rijnland.

Provinciale Staten
Er werden op Sloten in totaal 612 stemmen op 19 verschillende partijen uitgebracht. De top 5 van Sloten: GroenLinks (84), VVD (81), BBB (77), PvdA (72) en PvdD (62). Meer weten? Dit zijn de links naar de uitslag van Sloten en  de voorlopige uitslag van de provincie N-H.

Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV)
Verreweg de meeste stemgerechtigden wonen in het gebied van AGV. Voor deze verkiezing werden in totaal 524 stemmen uitgebracht op 11 verschillende partijen. De top 5 van Sloten: PvdA (91), VVD (85), BBB (80), PvdD 77 en Water Natuurlijk (56). Dit zijn de links naar de uitslag van Sloten en de voorlopige uitslag van het waterschap AGV.

Hoogheemraadschap Rijnland
Woonbootbewoners in de Ringvaart en de bewoners bij de Nieuwe Meer wonen in het gebied van het Hoogheemraadschap Rijnland. Hiervoor werden 100 stemmen uitgebracht op 10 verschillende partijen. De top 5 van Sloten: BBB (25), PvdD (22), PvdA (19). Water Natuurlijk (10) en VVD / JA21 (beide: 7). Dit zijn de links naar de uitslag van Sloten en de voorlopige uitslag van het Hoogheemraadschap Rijnland.

Kleuterjuf zuster Theresio Jacobs (103) overleden

De zuster heeft de kleuterschool van de katholieke Sint-Jozefschool vanaf 1946 mede helpen opbouwen.

Daarna werkte zij een periode elders in het land, maar zij keerde in 1962 tot aan haar pensioen in 1981 terug naar Sloten. Heel veel Slotense gezinnen zullen zich zuster Theresio dan ook kunnen herinneren. Zij was maar liefst 42 jaar werkzaam in het kleuteronderwijs waarvan 26 jaar als hoofdleidster van de Sint-Jozefkleuterschool op Sloten.

Sinds 1939 in het onderwijs
Op 16 augustus 1919 werd Zuster Theresio in Harderwijk geboren als Willy Jacobs. Op 18-jarige leeftijd deed zij haar intrede bij de Congregatie van de Zusters Franciscanessen van Dongen. Als jonge kloosterlinge volgde zij de opleiding tot kleuterleidster. In 1939 startte zij haar onderwijsloopbaan op de Sint-Theresiakleuterschool aan de Da Costakade in Amsterdam-West waar ook het klooster was gehuisvest.

Op het podium van het Parochiehuis
In oktober 1946 kwam Zuster Theresio naar Sloten waar zij hoofdleidster werd van de Sint-Jozefkleuterschool die in 1945 was opgericht. Een eigen gebouw had de school nog niet. De beide kleuterklassen kregen onderdak in het parochiehuis: één groep op de begane grond en de andere op het podium! Deze primitieve huisvesting werd later ingeruild voor een tijdelijk houten gebouwtje langs de steeg naar het tuincomplex van de V.A.T.

Sloten lonkte
In 1947 vertrok Zuster Theresio naar Badhoevedorp om hoofdleidster te worden van de daar nieuw geopende Sint-Jozefkleuterschool. Vervolgens was zij van 1953 tot 1962 hoofdleidster van diverse kleuterscholen in Zeeland en Noord-Brabant. Toen Zuster Theresio in 1962 in Sloten terugkeerde, beschikte de school sinds 1951 over een riant gebouw met drie lokalen achter de Sint-Jozefschool. Samen met Fiet Kunst-Schuss, die nog altijd op Sloten woont, heeft zij zich tot aan haar pensioen in 1981 ingezet voor de ontwikkeling van de kleuters uit Sloten en directe omgeving.

In het kloosterhuis Sloterweg 1190
Als lid van de congregatie woonde Zuster Theresio van 1946 tot 1953 in het klooster dat sinds 1945 gevestigd was op het adres Sloterweg 1190. De Mariagevelsteen naast de voordeur is hiervan een blijvende herinnering. Eerder was dat de dienstwoning van het schoolhoofd H.J. Schuss van de Sint-Jozefschool. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de woning gevorderd door de Duitse bezetter en woonden hier officieren. Vanaf 1962 werd het klooster ondergebracht in De Meerwende in Badhoevedorp. De zuster reisde voortaan daarvandaan dagelijks naar haar werk op Sloten.

Overleden op Sint-Jozefs dag
In 1981 ging Zuster Theresio met pensioen en nam zij – na 42 werkzame jaren in het onderwijs – afscheid van de Sint-Jozefschool. Opmerkelijk is dat zij vervolgens nóg eenzelfde periode van 42 jaar van haar pensioen heeft mogen genieten. Die jaren bracht zij door in de hoofdvestiging van het klooster in Dongen. Daar was het de burgemeester die haar in 2019 op haar 100e verjaardag in het zonnetje zette. Lichamelijk en geestelijk bleef zij sterk tot zij op 19 maart 2023 op de leeftijd van 103 jaar overleed. En – toevallig of niet – dat is precíes de kerkelijke gedenkdag van Sint-Jozef.

Terugblik in documentaire
De rouwkaart vanuit de Congregatie vermeldt dat zij overleed in het 86e jaar van haar professie. Wat bezielde Willy als meisje in de tienerleeftijd om destijds het klooster in te gaan? Als 100-jarige werkte Zuster Theresio mee aan een documentaire waarin zij daarop terugblikt, evenals op het begin van haar onderwijsloopbaan en het kloosterleven. Bekijk deze documentaire via deze link.

Theo Durenkamp; 22 maart 2023.

Zware stroomkabel van De Oeverlanden naar de Lutkemeerpolder?

Liander is deze maand begonnen met een reusachtige klus om 80 cm onder Nieuw Sloten, het weiland ten noorden van Natuurpark Vrije Geer en De Aker een zeer zware stroomkabel (vermogen 5 MVA) te leggen met de Lutkemeerpolder als eindstation.

Dat gebeurt, zo blijkt uit de bewonersbrief van 3 februari 2023, op verzoek van een klant die heel veel stroom nodig heeft en zich blijkbaar in het betwiste deel van de Lutkemeerpolder wil gaan vestigen. Liander zegt hiermee “te anticiperen op een plan van de gemeente”. Er is echter nog altijd niet besloten óf dat bedrijf daar mag gaan bouwen. Laat staan dat er al een bouwvergunning voor verleend is. Velen blijven zich ondertussen inzetten om op die locatie Voedselpark Amsterdam te realiseren.

Op verzoek van een klant, die blijkbaar héél erg veel stroom wil gaan verbruiken en zich wil vestigen op grond in de Lutkemeerpolder waarover nog niet besloten is óf daar überhaupt gebouwd mag gaan worden, gaat Liander tóch nu al overal in Nieuw-West straten openbreken. Blijkbaar heeft dit nog niet vergunde project voor de gemeente een heel hoge prioriteit. Waarom? Afbeelding door Cees Fisser uit de bewonersbrief ‘geknipt’.

Dit roept veel vragen op
“Kan dat zomaar?”, is dan ook een breed gedeelde vraag op sociale media. Dit is de zoveelste wonderlijke wending in het al lange dossier ‘Lutkemeerpolder’. De vragen zijn legio: Waarom krijgt dit bedrijf voorrang, terwijl de gemeente 300 andere (grote) bestaande bedrijven in Amsterdam onderaan de wachtlijst plaatst. Waarom geldt dat dan niet voor een bedrijf dat veel meer energie verbruikt en waarvan nog niet eens zeker is óf het zich daar mag vestigen en waarvoor nog niet eens een bouwaanvraag is ingediend? Welke krachten, machten en belangen spelen hier op de achtergrond mee? Het is toch onlogisch dat een groot deel van de schaarse stroom dan niet náár de wijken, maar ónder de wijken door naar het betwiste deel van de Lutkemeerpolder gaat?

Schaarse capaciteit op stroomnet eerst naar voor bewoners
De stroom voor dit bedrijf dat in de Lutkemeerpolder zou moeten komen komt uit het eerste onderstation van Liander, naast rijksweg A4 bij De Oeverlanden. Liander en de gemeente willen daarnaast, pal naast Natuurgebied De Oeverlanden, een tweede onderstation komen. Dat zou hard nodig zijn voor de energietransitie in de huizen van Nieuw-West.

De bewoners en ondernemers van Nieuw-West zullen die stroom na de energietransitie hard nodig hebben voor hun warmtepompen, elektrische auto’s etc. Als die ene grote klant zoveel stroom opslurpt, blijft er dan wel voldoende over voor het grote en dichtbevolkte stadsdeel Nieuw-West? Ondertussen loopt er nog een bezwaarprocedure tegen de komst van dat tweede onderstation, omdat het voorgestelde reusachtige bouwwerk negatieve invloed heeft op de naastgelegen natuur. Dat tweede onderstation staat er dus voorlopig nog niet…

Schriftelijke vragen SP en PvdD aan College
De Partij voor de Dieren en de SP vinden het ook een vreemde gang van zaken. Zij stellen hierover, over het ingezonden artikel ingezonden artikel in het Parool van 16 maart en over de eerdere onduidelijke antwoorden van wethouder Van Dantzig over het ingewikkelde dossier Lutkemeerpolder opnieuw schriftelijke vragen.

De logica was al zoek, maar nu helemaal: Op 18 januari 2023 heeft Van Dantzigs collega-wethouder Zita Pels immers gemeld dat zij wil kunnen kiezen wie voorrang krijgt op het stroomnet. Wat haar betreft krijgen bewoners en scholen voorrang en staan grootverbruikers achteraan in de rij. Dit zou dan toch helemaal moeten gelden voor energieslurpende bedrijven zónder vergunning?

Tamar Frankfurther; 19 maart 2023.

Minder muggen door huiszwaluwenhotel op Natuurpark Vrije Geer

Op warme winterdagen voelt het al voorjaarsachtig aan. Straks komen de huiszwaluwen weer terug en dan zullen ze verrast worden door een prachtig nieuw onderkomen.

Parkbeheerders Ruud Lutterlof, Marina den Ouden en de vrijwilligers van de Beheergroep Vrije Geer hebben er namelijk voor gezorgd dat er sinds eind vorig jaar een prachtig huiszwaluwenhotel op het Slotense natuurpark staat.

Het was een hele klus om de zwaluwentil, die bevestigd is op een boom die in februari 2022 in Oud Osdorp is omgewaaid, in de veengrond stevig te verankeren.
Foto: Irma Hornman.

Bedreigde soort want te ‘vies en rommelig’
Huiszwaluwen staan op de rode soortenlijst. Dat betekent dat hun aantallen drastisch afnemen en dat zij beschermd moeten worden. Vroeger vlogen er veel huiszwaluwen rond in Amsterdam, maar tegenwoordig zijn ze binnen de Ring al volledig verdwenen. Buiten de Ring zijn er nog maar enkele kolonies. Marina: “Vroeger dacht men dat een nestje huiszwaluwen aan de gevel geluk en voorspoed bracht. Nu denkt men alleen nog maar aan vieze poepjes op de muur. Dat is rommelig. En zo zijn al die nesten zo langzaam maar zeker verdwenen.”

Nestkommen gezellig bij elkaar
Ruud en Marina hebben de til samen met de vrijwilligers zelf gemaakt, omdat het eerder niet lukte hiervoor een subsidie in de wacht te slepen. Aan de onderkant van de ‘hoed’ zitten voorgevormde nestkommen. Ruud: “Eigenlijk metselen zwaluwen liever zelf hun nest van strootjes met modder. Maar, waar vinden ze tegenwoordig nog een flinke modderpoel waarmee ze dan aan de slag kunnen? Zwaluwen broeden graag in groepen bij elkaar. Daarom hebben we onder de hoed een heleboel nestkommen gemaakt.”

Duizenden muggen per dag
Huiszwaluwen blijken ook erg nuttig te zijn. In hun vlucht vangen ze namelijk insecten, voornamelijk muggen. En dan gaat om duizenden per dag! In de holte in hun keel (krop) slaan ze de muggen tijdelijk op, om later aan hun jongen te kunnen voeren. Huiszwaluwen hebben één of twee legsels per jaar van telkens vier of vijf eieren. Als het hotel straks goed wordt gebruikt, zullen er op Sloten vast minder muggen rondvliegen.

Vleermuizen ook welkom
Eind augustus, begin september trekken de huiszwaluwen het zuiden van Afrika, om daar te overwinteren. Eind april, begin mei komen ze weer terug om hier hun jongen groot te brengen. In de til is ook ruimte gemaakt voor vleermuizen, ook al zulke goede muggenvangers!

Marina: “Nu maar hopen dat de vogels dit nieuwe luxe onderkomen op Sloten komend voorjaar weten te vinden. De ervaring leert dat het wel even kan duren voordat de nestzwaluwen het aandurven om als eerste ergens te gaan nestelen. We houden u op de hoogte.”

Help de padden in het landelijk gebied veilig naar de overkant

Tijdens de jaarlijkse paddentrek gaan amfibieën massaal aan de wandel: vanuit hun natuurlijke woonplaats begeven ze zich vaak over een weg naar een sloot, waar zij zich kunnen voortplanten.

Veel dieren worden onderweg geschept door motorvoertuigen en overleven deze vaak korte maar levensgevaarlijke wandeling helaas niet. Op de Riekerweg worden de padden al over de weg gedragen, maar elders in het landelijke gebied nog niet.

Vaak springen ongeduldige mannetjespadden al op de rug van vrouwtjes en liften zij zo mee naar de sloot waar ze gaan paren. Foto: RAVON.

Ervaring leert: veel minder slachtoffers
De padden gaan in de schemering als het net donker is aan de wandel. Hierbij vallen er helaas altijd slachtoffers. Hans Baas van de werkgroep Riekerweg van RAVON: “Als tuinder van Ons Buiten zag ik in 2009 heel wat platgereden amfibieën op de Riekerweg liggen, die hun trek van de Nieuwe Meer, Ons Buiten en De Oeverlanden naar de sloot aan de overkant niet overleefden. Door de padden hier op de Riekerweg over te zetten, lukt het om het aantal slachtoffers terug te brengen van 25% naar 10%. Zo voorkom je niet alleen dat ze worden platgereden, maar ook dat ze per ongeluk in een rioolput vallen. Ik heb voor dit jaar al voldoende vrijwilligers, die mij één keer per week, even na het begin van de avondschemering, komen helpen.”

Ook op Vrije Geer, Oude Haagseweg en in Oud Osdorp
In het landelijke gebied van Sloten en Oud Osdorp zijn nog veel meer plaatsen waar amfibieën in de komende tijd massaal zullen worden platgereden. Hier zijn helaas nog geen vrijwilligers actief zijn om de padden veilig te hun bestemming te laten bereiken. Hans: “Op sommige plekken, zoals op de Vrije Geer, zijn er faunatunnels aangelegd. Die geven amfibieën de mogelijkheid om onder de weg door te lopen. Dat werkt zeker, maar er zijn toch nog altijd flink wat dieren die dat niet snappen en voorbij lopen aan de openingen. Het zou heel nuttig zijn als bijvoorbeeld ook op de Vrije Geer en de Oude Haagseweg ter hoogte van de Oeverlandenweg en in de bocht naar de Johan Huizingalaan groepjes vrijwilligers gaan helpen met overzetten.”

Hans helpt nieuwe vrijwilligers op weg
Wilt u op deze of een andere plek in de komende zes weken de padden en andere amfibieën begeleiden tijdens hun trek? Stuur dan een mail naar Hans. Hij deelt graag zijn kennis zodat u zelf uw eigen werkgroep kunt starten.

Tamar Frankfurther; 3 maart 2023.

Lutkemeerpolder opnieuw aan de orde in gemeenteraad

Op woensdag 22 februari 2023 sprak de raadscommissie Ruimtelijke Ordening wederom over de toekomst van de Lutkemeerpolder.

Deze keer was dat naar aanleiding van de brief waarin de wethouder antwoord geeft op allerlei vragen die de gemeenteraad op 7 december 2022 had gesteld.

Bij de foto: De bedreigde vruchtbare klei van de Lutkemeerpolder in Oud Osdorpmet rechts onder andere Boerderij De Boterbloem. Foto: Behoud Lutkemeer.

Hoewel de ambtenaren ongetwijfeld hun best hebben gedaan om alles rond de grondwaarden en de ingewikkelde eigendomsconstructie van dit stuk van de Lutkemeerpolder goed uit te leggen, maar daarin zijn zij wederom niet geslaagd. Zo bleek uit diverse reacties van kritische raadsleden.

Ondanks die onduidelijkheden, lijkt het erop dat de collegepartijen GroenLinks, D66 en de PvdA, gesteund door JA21 doof zijn en blijven voor de argumenten van inmiddels bijna de hele oppositie om de voorgenomen bebouwing van de laatste akkergrond in Amsterdam (deels) te heroverwegen.

Financieel moeras en doolhof
In bovengenoemde brief van 26 januari 2023 onderbouwt de wethouder puur financieel welke kosten ermee gemoeid zouden zijn als de plannen voor het bedrijventerrein op de landbouwgrond zouden worden ingetrokken. Diverse raadsleden gaven aan dat zij verdwaald raken in het moeras en doolhof van cijfers en ingewikkelde constructies in de lange raadsbrief. Dat dit zo ingewikkeld is, komt mede doordat de gemeente in dit project zèlf ook mede-ontwikkelaar is en dus een dubbelrol vervult.

Veel vragen nog onbeantwoord
Toen de gemeenteraad 20 jaar geleden besloot om van landbouwgrond een bedrijventerrein te maken, werd de grond plotseling veel meer waard. Tenminste, op papier. Want in de polder veranderde er natuurlijk niets aan die vruchtbare kleigrond van Oud Osdorp. De raadsleden en de insprekers kwamen met allerlei vragen en opmerkingen over deze brief, enkele voorbeelden:

* Als de gemeente mede-ontwikkelaar is, dan betekent dat toch ook dat ontwikkelkosten deels op het bordje van de gemeente komen? Waarom zien we dat niet terug in de cijfers?”

* Door die dubbelrol is er sprake van veel ‘vestzak-broekzak-kosten’ waarbij de gemeente feitelijk zichzelf moet betalen. Kunnen die bedragen niet tegen elkaar worden weggestreept?

* Zolang nog niet alle grond is uitgegeven, is de waarde van de grond als bouwgrond toch ook nog niet zo gerealiseerd? Dat betekent toch dat het tot die tijd alleen maar om een fictieve waarde op papier gaat?

* Waarom zijn niet alle kosten in de brief opgenomen die gemaakt moeten worden voor de ontwikkeling van dit bedrijventerrein? Denk bijvoorbeeld aan de miljoenen die geïnvesteerd moeten worden in het aanpassen van kruisingen en wegen om deze geschikt te maken voor doorstroming van vrachtvervoer.

* Waarom zijn alleen de eenmalige kosten (winst) in de raadsbrief opgenomen en komen de maatschappelijke kosten èn baten van een groene duurzame invulling van de Lutkemeerpolder niet aan bod?

* Waarom verschillen de kosten per kavel in het ontwikkelgebied onderling sterk en wat voor gevolgen heeft dit precies voor de kosten en baten voor de ontwikkelaar en de gemeente in zijn diverse rollen?

* Dit College benadrukt in andere dossiers elders in de stad hoe belangrijk het is om het (bodem)leven daar te beschermen. Zou het in dit licht niet logisch zijn wanneer de politiek ook hier aan het ambtelijk apparaat opdracht geeft om de gevolgen van bebouwing van de polder nauwkeuriger te onderzoeken dan nuwordtgedaan?

De vrijwilligers van Voedselpark Amsterdam betreuren het dat de brief van de wethouder nog altijd geen duidelijkheid geeft. Zij geven in hun reactie kernachtig aan wat eraan schort en hoe de wethouder de kluwen wèl kan ontwarren, als hij dat al zou willen.

Star vasthouden aan gedateerd besluit
Politiek-inhoudelijk lijkt het er nog niet op dat de collegepartijen zelfs ook maar openstaan om (een deel van) de bijzondere landbouwgrond in de Lutkemeerpolder te willen behouden. Er lijkt geen politieke wil om het besluit van twintig jaar geleden te herroepen. Alle raadsleden, zeker die van GroenLinks zijn ervan doordrongen dat de wereld sinds dat besluit genomen is ingrijpend is veranderd. En dat dit besluit in deze tijd van klimaatverandering en noodzakelijke natuurbescherming nu nooit meer zo genomen zou worden.

Teleurgesteld in GroenLinks
Tòch blijven zij zich halsstarrig vastklampen aan dit gedateerde besluit. “Dat is niet waarom wij als Amsterdammers bij de vorige verkiezingen zo massaal op GroenLinks hebben gestemd”, verzuchtte een van de sympathisanten van Voedselpark Lutkemeer teleurgesteld op de publieke tribune: “Ik dacht oprecht dat GroenLinks voor zijn principes zou staan en gemaakte fouten uit het verleden recht wil zetten. Nu blijkt dat deze ‘groene’ partij het belangrijker vindt om te gaan voor winstmaximalisatie en niet eens te willen onderzoeken of er ruimte is om de gemaakte afspraken uit het verleden misschien (deels) open te breken.

Steekhoudende inhoudelijke argumenten van het waterschap, de Universiteit Twente en een grote groep wetenschappers die de gemeente aansporen om de polder groen te houden lijken aan dovemans oren gericht. Zèlfs het advies van de eigen gemeenteambtenaren van Amsterdam, die in een rapport aangeven dat de Lutkemeerpolder om diverse redenen ongeschikt is als bedrijventerrein, wordt in de wind geslagen.”

Een grote groep vrijwilligers en een groeiend aantal oppositieleden in de gemeenteraad blijft zich – ondanks het struisvogelgedrag van de wethouder en de collegepartijen – tòch inzetten om de gemeente te behoeden voor het – in hun ogen – nodeloos vernielen van de Lutkemeerpolder. Met name de heldere bijdragen van Remine Alberts (SP), Tanay Bilgin (FvD) en Dave de Vos (PvdD) zijn vermeldenswaard. Wie deze commissievergadering van 22 februari 2023 terug wil kijken klikt hier. De insprekers voeren bij tijdscode 22.38 het woord en de inhoudelijke behandeling begint bij 2.37.50.

Kamervragen PvdD aan twee ministers
Op 23 februari 2023 heeft Tweede Kamerlid Evan van Esch van de Partij voor de Dieren 13 vragen aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening gesteld over de situatie in de Lutkemeerpolder. Centraal hierbij staan de consequenties van het kabinetsbeleid waarin is vastgesteld dat water en bodem sturend moeten worden. De eerste 12 vragen leiden uiteindelijk naar de allesomvattende 13e vraag: Bent u – indachtig de aangenomen moties van Esch en Bontenbal – bereid om samen met de gemeente Amsterdam en de lokale initiatieven (die oog hebben voor biodiversiteit, (natuur)educatie, participatie en voedselproductie) te werken aan de ontwikkeling van Voedselpark Amsterdam? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?

Tamar Frankfurther; 24 februari 2023.

Lees verder:
*
www.nrc.nl/nieuws/2022/12/08/ook-de-groene-coalitie-in-amsterdam-geeft-een-grijs-voorbeeld-met-de-lutkemeerpolder-a4150853
*
www.wur.nl/nl/Waardecreatie-Samenwerking/Show-Waardecreatie-Samenwerking/De-waarde-van-ecosysteemdiensten-in-de-Lutkemeerpolder.htm
*
www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/zeker-in-maagdelijk-landschap-moet-een-bouwstop-komen-voor-xxl-distributiecentra~b07dbbe0/