Erik Swierstra

Oneindig Noord-Holland lanceert historische kalender

Kalender is een ontdekkingstocht door het verleden van de provincie

Ook diverse gebeurtenissen in de vroegere gemeente Sloten komen voor in de kalender.

Oneindig Noord-Holland heeft er sinds kort een nieuwe rubriek bij: een uitgebreide historische kalender van onze provincie. Op de kalender kun je per dag zien wat er in het verleden gebeurd is.

De afgelopen maanden heeft de redactie van Oneindig Noord-Holland achter de schermen gewerkt aan het verzamelen van historische gebeurtenissen uit de provincie. Het resultaat mag er zijn. Sinds kort kun je in onze nieuwe kalender zien wat er per dag in het verleden gebeurd is.

Denk aan de overstroming van West-Friesland (5 november 1675), de arrestatie van verzetsheldin Hannie Schaft (21 maart 1945) of Alkmaar ontzet (8 oktober 1573). Ook data aangedragen door de Provincie Noord-Holland, verschillende musea en historische verenigingen zijn in de kalender verwerkt.

Benieuwd wat er vandaag in het verleden is gebeurd? Je kunt hier een kijkje nemen in de historische kalender. Elke keer als je de kalender opent, krijg je bovendien nieuwe gebeurtenissen te zien. Op sommige dagen is door de eeuwen heen immers meer gebeurd dan op andere. Zo is de kalender bij elk bezoek weer anders.

Waar je op sommige dagen meerdere gebeurtenissen kunt vinden, zijn andere dagen in de kalender juist nog leeg. Omdat we willen dat het een kalender van en voor alle Noord-Hollanders wordt, roepen we iedereen op suggesties aan te dragen. Stuur jouw datum uit het verleden op naar redactie@onh.nl, dan zorgen wij dat hij straks in de kalender te zien is.

Zie ook: www.onh.nl – kalender Oneindig Noord-Holland

Rommelmarktje op Sloten op 16 augustus 2020

Reserveer nú uw plek

Het Slotense dorpsfeest kan dit jaar helaas niet doorgaan. Maar ja, om de vakantie af te sluiten zónder gezelligheid… dat kán gewoon niet…

Daarom houden we dit jaar op zondag 16 augustus van 11 tot 17 uur op het Dorpsplein een bescheiden maar gezellig mini-rommelmarkt voor maximaal twaalf verkopers. Iedereen die hier wil verkopen, meldt zich aan via: rommelsloten@gmail.com.

De eerste twaalf belangstellenden krijgen kosteloos een plek op het Dorpsplein toegewezen. Zij zorgen zelf voor een tafel of kleed om hun spullen op uit te stallen. Er is bij deze indeling sprake van voldoende afstand tussen de plekken. Ándere verkopers zijn hier dan ook niet welkom. Tijdens de activiteit zal ook één looprichting op het plein gelden. We gaan ervan uit dat de bezoekers zich netjes aan de 1,5 meter afstandsregels zullen houden.

Het gaat om de verkoop van tweedehands of zelfgemaakte spullen; dus niet om commerciële verkoop van nieuwe spullen. Daarnaast staat het aan alle dorpsbewoners natuurlijk vrij om op hun eigen erf ook spulletjes te verkopen, graag zelfs!

Zo zorgen we samen weer voor gezelligheid op het dorp.

Claudia, Linsey, Tamar en Willy

Uit: de Westerpost van 29 juli 2020.

Haringkar Sloterpleintje afgebroken


De gemeente heeft de stal van de zieke (en inmiddels op 14 augustus 2020 overleden) Arie Haring
op 29 juni 2020
afgebroken en onderzoekt nu wat voor vervanging een goede aanvulling
op het bestaande aanbod zou bieden. Natuurlijk volgt hierover later nog overleg
met de Slotenaren. (Foto: Jasmijn Overbeeke)

Uit: de Westerpost van 29 juli 2020.

Jaap Groenewoud overleden

Op 9 juli 2020 overleed Jaap Groenewoud (1931) van de Raasdorperweg op Oud Osdorp.

Jaap werd geboren op de Osdorperweg ter hoogte voor het huidige Tussenmeer (waar toen nog landelijk gebied was). Hij was eerst schillenboer en registreerde voor een koeien-fokvereniging de melkproductie van koeien op Sloten en Oud Osdorp.

Later ging Jaap samen met echtgenote Ans Rol (ook geboren op Oud Osdorp) zelf boeren met ongeveer 35 koeien en 100 varkens in de Osdorper Bovenpolder. Hij was daar de eerste boer met een melkput, zodat hij niet hoefde te bukken om zijn vee te melken, Jaap was ook machinist van het gemaaltje bij de Ringvaart, aan het eind van de Raasdorperweg.

In de bedrijfswoning blies Jaap zjjn laatste adem uit. Het levensverhaal van Jaap en zijn Ans, is vastgelegd in twee films, die iedereen op geheugenvanwest.amsterdam kan bekijken. Natuurlijk komen ook hun successen met paard en koets daarin aan bod.

Tamar Frankfurther

UIt: de Westerpost van 29 juli 2020.

Zie ook: geheugenvanwest.amsterdam/page/21373/de-heer-en-mevrouw-groenewoud

Concordia Inter Nos

Concordia Inter Nos was een woningbouwvereniging die aan het begin van de 20e eeuw werd opgericht in de voormalige gemeente Sloten om in Osdorp betaalbare en degelijke arbeiderswoningen te bouwen voor veenarbeiders en landarbeiders.

Het woningbezit werd in 1958 overgedragen aan de gemeente Amsterdam, waarna de vereniging werd geliquideerd.

Osdorperweg 778 – 772; juni 1937. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Osdorperweg 846 – 840. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Sociale woningbouw
Sociale woningbouw leek landelijk mogelijk geworden door invoering van de Woningwet in 1902. Sindsdien konden erkende instellingen die uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting werkzaam waren, aanspraak maken op financiële steun van de rijksoverheid voor de bouw van woningwetwoningen. In vele gemeenten werden verenigingen opgericht om aanspraak te kunnen maken op deze rijksvoorschotten. Bij Koninklijk Besluit werd de vereniging op 14 maart 1919 toegelaten in de zin van de Woningwet. De vereniging Concordia Inter Nos maakte plannen voor de bouw van 28 woningen aan de Osdorperweg, verspreid over zeven blokken van vier arbeiderswoningen.

Osdorperweg 728 – 734. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Osdorperweg 728 – 734. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Het Rijk verleende hiervoor een voorschot van 12.000 gulden voor de grond en een van 170.000 gulden voor de bouw. In 1921 werden de woningen opgeleverd en waren ze gereed voor de verhuur. Inmiddels was de gemeente Sloten op 1 januari van dat jaar geannexeerd door de gemeente Amsterdam.

Verkoop
Woningbouwvereeniging Concordia Inter Nos beheerde en exploiteerde slechts 28 woningen in Osdorp. De veenderswoningen waren niet groter dan circa 76 m2, en beschikten niet over een doucheruimte.

Toen de bestuursleden van de kleine woningbouwvereniging medio jaren 50 worstelden met allerlei beheersproblemen, bleek dit voor het bestuur aanleiding om de woningen aan te bieden aan de Gemeentelijke Woningdienst Amsterdam. In 1958 kreeg dit zijn beslag.

De Osdorperweg uit de lucht gezien. In het midden de huizen 762 – 778. Rechts daarvan de nog bestaande stolpboerderij op nr. 756; 25 april 1973. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Renovatie
In 1985 startten gesprekken tussen de bewonerscommissie en het Woningbedrijf Westelijke Tuinsteden over een verbeteringsprogramma voor de woningen. De bewoners wilden niet akkoord gaan met de huurverhoging die uit het plan voortvloeide. Vervolgens werd overgestapt op een plan voor groot onderhoud, dat een tekort opleverde van 250.000 gulden, waar het gemeentebestuur desalniettemin in 1987 mee instemde.

Osdorperweg 762 – 778. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Osdorperweg 942 – 930. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Tijdens de verdere uitwerking van het plan werd de fundering van de woningen nader onderzocht. Uit dit onderzoek bleek dat deze was verrot; de woningen rustten niet of nauwelijks meer op de palen. Herstel van de fundering maakte de totale verbouwkosten te hoog.

Terugkeer
Deze stijging kon niet in de huren worden doorberekend. Bovendien werd renovatie dan duurder dan vervangende nieuwbouw, en zou in dat geval voor alle bewoners herplaatsing noodzakelijk zijn. Na de nodige discussie en bemiddeling tussen het Woningbedrijf en de huurders gingen de bewoners akkoord met sloop en vervangende nieuwbouw, mits zij allemaal konden terugkeren in de nieuwe woningen op deze plek.

De huizen Osdorperweg 848 – 840, tegenover de Raasdorperweg, waren de laatste nog overgebleven oorspronkelijke woningen. Hier werd later het viaduct van de Westrandweg gebouwd. De al leegstaande huizen kort voor de sloop; 25 juni 2003. Foto: Erik Swierstra.

Sloop en nieuwbouw
Na sloop van de 28 woningen werden in 1991 in totaal 28 woningen teruggebouwd aan de Osdorperweg: 24 woningen met stadsvernieuwingshuren en vier premie-A koopwoningen. De bewoners en de stadsdeelraad Osdorp konden zich hiermee verenigen. In verband met de aanleg van de Westrandweg kon één blokje van vier woningen niet op dezelfde plaats worden teruggebouwd. Daarom werd dit blokje op een nog onbebouwde kavel iets noordelijker hiervan gebouwd, nl. de koopwoningen met de huisnrs. 900-906.

De uit 1990 daterende nieuwbouwwoningen Osdorperweg 762 – 778 op 21 april 2012. Foto: A. Bakker, Wikimedia Commons.

De uit 1990 daterende nieuwbouwwoningen Osdorperweg 768 – 762 op 21 april 2012. Foto: A. Bakker, Wikimedia Commons.

Woningcorporatie
Het Gemeentelijk Woningbedrijf Amsterdam werd in 1994 geprivatiseerd in de Stichting Het Woningbedrijf Amsterdam. Tussen 2004 en 2014 fuseerde deze stichting met woningcorporaties in Amsterdam, Almere, Haarlem, Haarlemmermeer, Noord-Kennemerland en Weesp tot de huidige Stichting Ymere, waardoor een van de grootste woningcorporaties van Nederland ontstond. De woningen op deze plek werden daardoor sindsdien verhuurd door deze woningcorporatie. Enkele huurwoningen zijn inmiddels verkocht.

Bronnen, noten en/of referenties
Het begint met wonen : Ymere – wonen, leven, groeien, Uitgeverij THOTH Bussum, Amsterdam 2008

Dit artikel is overgenomen van Wikipedia – juli 2020.
Zie ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Concordia_Inter_Nos

Restaurant Syriana gesloopt, en nu?

Restaurant Syriana – naast de Molen van Sloten – aan de Akersluis is gesloopt.

In het pand zat oorspronkelijk het sjieke Franse restaurant ‘De Aker’. Toen dat bergafwaarts ging, kwam er een Syrisch eetparadijs met een sfeervolle duizend-en-éénnacht-zolder. Daar en in de kelder werden vervolgens feesten gegeven, waarvan de omwonenden veel overlast ervoeren.

In april en mei 2020 werd restaurant Syriana gesloopt. Inmiddels is het van de aardboden verdwenen.

Later werd het Syrische kwaliteitsrestaurant vervangen door een restaurant met de ‘all-you-can-eat-formule’. Aan de achterkant verrees een steak-restaurantje met vooral veel bezorgbrommers. Het pand was inmiddels door gebrekkig onderhoud vervallen. De eens zo trotse marmeren entree stortte langzaam maar zeker letterlijk in. Niemand was dan ook verdrietig toen het pand afgelopen mei werd gesloopt.

Restaurant Syriana in betere tijden; mei 2018. (foto: Erik Swierstra).

Twee jaar later: de restanten van restaurant Syriana; mei 2020. (foto: Erik Swierstra).

Wat gaat hier komen?
Dé vraag die iedereen nu bezighoudt: “Wat komt ervoor in de plaats?” Inmiddels heeft de werkgroep Sloten een en ander grondig uitgezocht: Er mág volgens de huidige regels een hotel (zonder restaurant) komen. Dit is indertijd met slimmigheden op het laatste moment in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Anders dan eerder gedacht, kan het huidige Amsterdamse hotelbeleid dit niet verhinderen.

Het bouwontwerp dat projectontwikkelaar Midvast tijdens een inloopavond eind 2019 voorlegde aan de Slotenaren, riep veel weerstand (niet-dorps, te massief en te hoog) op. Dit ontwerp zou de naastgelegen Molen van Sloten de wind letterlijk uit de zeilen nemen. Hopelijk past Midvast het bouwplan aan. Via deze Rubriek blijft u op de hoogte.

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 15 juli 2020.

Lutkemeer in Raad

Het verzoek om de bestemming van de Lutkemeerpolder te wijzigen van ‘bedrijventerrein’ in ‘biologische landbouw’ is afgewezen.

Een minderheid van de Partij voor de Dieren, ChristenUnie, Denk, Liberaal Conservatieve fractie en de Partij voor de Ouderen steunden de motie om de bestemming te wijzigen. De collegepartijen blijven vasthouden aan de plannen “omdat het niet anders kan”.

De gemeenteraad wil wel weten wie de (potentiële?) koper is, maar de wethouder wil die informatie niet vrijgeven. Hoe kan de Raad het College dan controleren? ‘Behoud Lutkemeer’ beraadt zich samen met een aantal juristen op vervolgstappen en strijdt door.

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 15 juli 2020.

Annexatie verhindert dorpsuitbreiding Sloten

Plan voor nieuwbouwwijk met 135 woningen

Het had niet veel gescheeld, of de dorpskern van Sloten was 100 jaar geleden aan de oostzijde uitgebreid met een woonwijk met 135 woningen. Om dat doel te bereiken werd in 1919 speciaal daarvoor  de ‘Woningbouwvereeniging Sloten’ opgericht. Deze stelde zich ten doel om een compacte wijk met 135 laagbouwwoningen te bouwen op het terrein aan de noordzijde van de Sloterweg tussen Ditlaar en huisnummer 1104. Dat het plan drie jaar later moest worden afgeblazen had niet alleen te maken met de veranderde subsidieregeling voor sociale woningbouw, maar vooral omdat Amsterdam heel andere regels stelde aan deze nieuwbouw dan de voormalige gemeente Sloten vóór de annexatie op 1 januari 1921.

Boerderij Rijnhof aan de Sloterweg 1148-1142 in de jaren vijftig. Als het plan voor het ‘Tuindorp Sloten’ zou zijn gerealiseerd, zou zich dat bevinden achter de bomen aan de rechterzijde. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Onthullend archief geopend
Bij de opheffing van de St. Jozefschool in Sloten in 1988 kwam min of meer toevallig het archief van de ‘Woningbouwvereeniging Sloten’ boven tafel. Het pakket betreft de periode december 1919 tot en met februari 1923.

De archiefstukken bevatten de unieke en wellicht thans geheel vergeten historie van de woningbouwplannen die in deze ruim drie jaar werden nagestreefd op de weilanden ten oosten van de dorpskern van Sloten.

Hoe had het dorp Sloten er uitgezien als deze plannen wél waren doorgegaan? Lees deze boeiende historie van de plannenmakers uit het Sloten van 100 jaar terug, met drie dorpsnotabelen in de hoofdrol waarvan schoolhoofd H.J. Schuss als secretaris o.a. borg heeft gestaan voor het veilig stellen van dit complete en onthullende archief.

Theo Durenkamp, 1 juli 2020.

Voor de uitgebreidere versie van dit artikel, met meer illustraties en ook de geschiedenis van de ‘Woningbouwvereeniging Sloten’, zie: www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/annexatie-verhindert-dorpsuitbreiding-sloten

 

‘Woningbouwvereeniging Sloten’

Vanaf de ontdekking van dit archief in 1988 hebben deze stukken als het ware liggen wachten op openbaring. En nu, na 32 jaar is het dan zo ver om deze gegevens en hun tekeningen van 100 jaar geleden te openbaren.

Na bestudering van al het materiaal ontvouwde zich het verhaal van een te bouwen woonwijk die er nooit kwam. Was hij er wél gekomen, dan was het nu wellicht een gemeentelijk monument. En dan waren de huizen aan de binnenzijde vast en zeker  aangepast aan de huidige eisen. En wie weet was er dan nog wel tenminste één woning waarvan de ‘kamer-en-suite’  niet was doorgebroken, alleen maar omdat de bewoners die oude sfeer juist wilden bewaren. Het heeft echter niet zo mogen zijn. Op nagenoeg hetzelfde oppervlak staat nu nieuwbouw die vanuit de stad tegen het dorp is uitgerold. En langs de Sloterweg staan nu huizen die na 1923 zijn gebouwd op de weilanden ter weerszijden van boerderij Rijnhof die later zelf ook van gedaante is veranderd, maar nog steeds met zijn voorgevel dusdanig naar voren staat dat het verkeer er ook nù nog met een flauwe bocht om heen moet, net als 100 jaar geleden…

Woningbouwvereniging van start
Op 17 december 1919 werd de ‘Woningbouwvereeniging Sloten’ opgericht die vervolgens op 10 februari 1920 koninklijke goedkeuring verkreeg. De statuten vermelden dat de vereniging in het belang van de verbetering van de volkshuisvesting werkzaam wil zijn. Het bestuur van de vereniging, die 8 leden telt, bestaat uit drie dorpsnotabelen:
– dokter L.A. Faber Jr. als voorzitter, wonend Sloten A 249 (thans Sloterweg 1301),
– schoolhoofd H.J. Schuss als secretaris, wonend Sloten A 173 (thans Sloterweg 1190), en
– makelaar C. Onkenhout als penningmeester, wonend Sloten A 157 (thans Sloterweg 1199).

In een brief van 10 maart 1920 laten de architecten Jan Gratama en Gerrit Versteeg weten mee te willen werken aan het plan door het leveren van alle tekeningen en bescheiden die nodig zijn voor het verkrijgen van regeringssteun. Hun brief eindigt met de zin: “Honorarium hiervoor geschat op ƒ 500.- uit te betalen wanneer de bouw onverhoopt niet doorgaat, mits de kas uwer vereeniging dit toelaat.” Dat laatste is niet voor niets een veilige toevoeging, want het avontuur voor een nieuw te bouwen woonwijk blijkt niet over rozen te gaan…

Voortvarend ontwerp
Al binnen een half jaar nadat beide architecten de opdracht hebben aanvaard (maart 1920) ligt er een compleet pakket aan bouwtekeningen. Het gaat dan om zowel de diverse plattegronden van het terrein waarop gebouwd gaat worden als de tekeningen van de vier verschillende types huizen, elk met voor-, achter- en zijaanzicht en hun plattegronden van beide verdiepingen.

Het nieuwbouwproject zoals dat was gesitueerd aan de oostzijde van de dorpskern van Sloten. De architecten zijn zo vrij geweest ook alvast de nodige ontsluitingswegen in te tekenen aan de noordzijde van de dorpskern, waaronder een zijweg van de Sloterweg over het perceel van Bakkerij Griffioen, toen de nummers 1208 t/m 1212 nog onbebouwd waren.

De locatie waar het nieuwe ‘Tuindorp Sloten’ gebouwd zou moeten worden, ten oosten van Boerderij Rijnhof aan de Sloterweg.

Sloten krijgt ‘Amsterdamse Schoolstijl’
Jan Gratama is met name bekend om zijn ontwerpen voor woonblokken in Betondorp, de Olympiabuurt en de Transvaalbuurt. Tussen 1914 en 1930 werkte hij veel samen met Gerrit Versteeg en had hij een positie in diverse schoonheidscommissies in Amsterdam. Vanuit die positie én als voorzitter van Architectura et Amicitia had hij een enorme invloed op de invulling van de nieuw te bouwen wijken in Amsterdam. Gratama was het ook die de term ‘Amsterdamse School‘ als eerste gebruikte voor deze zo bekend geworden architectonische bouwstijl. Zijn opvatting over een woningontwerp vinden we dan ook duidelijk terug in de ontwerptekeningen voor deze in Sloten te bouwen arbeiderswoningen, zoals ze worden aangeduid. De hele wijk is gebaseerd op het typische ontwerp dat zo kenmerkend is voor de jaren 20: een dakpartij die laag begint en via een knik hoog doorloopt met onder het midden van de dakhoogte een minimale dakkapel voor de slaapkamerramen.
Eén van de vier woningtypes die gepland staan als rijtjeswoning of twee onder één kap.

Geen badkamer
De 135 woningen zijn verdeeld over 4 verschillende woningtypes die weinig van elkaar afwijken: op de begane grond een dubbele woonkamer met schuifdeuren (‘kamer-en-suite’), keuken en toilet, op de verdieping 3 slaapkamers en een berging. Opvallend is het ontbreken van een badkamer, voor die tijd echter heel normaal! Het huis telt slechts één kraan: in de keuken! Waren deze huizen daadwerkelijk gebouwd, dan zou de berging op de bovenverdieping later zeker zijn omgebouwd tot badkamer, zoals met dit type woningen elders inmiddels overal is gebeurd.

Grondaankoop
Het bouwterrein dat de woningbouwvereniging op het oog heeft is de grond van Slotenaar Willem van der Laan van Boerderij Rijnhof. Hij heeft zijn veehouderij op de weilanden aan de Sloterweg tussen waar nu de Ditlaar als zijweg uitkomt en het huis op nummer 1104. Zijn hele kavel bedraagt 14 ha en loopt als een langgerekt smal perceel van bijna 1 km in noordelijke richting helemaal door tot aan het water van de Slotervaart. Uit een brief van de heer Vermeer van Publieke Werken blijkt dat in eerste instantie de grondoverdracht begroot is op ƒ 106.272,-, maar later gaat hij akkoord met een bedrag van ƒ 95.000.-, hoewel ook dan nog wordt gesproken van een te hoog bedrag. In de koopakte zal daarbij de bepaling worden opgenomen dat in de aanloop naar de bouw de diverse bouwmaterialen alvast op het boerenerf mogen worden opgeslagen. Uit diezelfde brief blijkt ook dat aanvankelijk het plan bestond om boerderij Rijnhof te handhaven, wellicht ten koste van een aantal woningen. Maar de heer Vermeer van Publieke Werken schrijft “dat van de zijde der Gemeente bezwaar bestaat tegen de … voorgestelde transactie, ook omdat het behoud van een veeboerderij bij een te stichten complex woningen niet gewenscht wordt geacht.”

Plattegrond van het geplande ‘Tuindorp Sloten’, ten oosten van Boerderij Rijnhof aan de Sloterweg.

Woonwijk met school
Overigens wordt van de aangekochte grond slechts een kwart bebouwd, nl. het gedeelte dat direct grenst aan de Sloterweg. Volgens de opgeleverde plattegronden zou voor dit plan boerderij Rijnhof moeten wijken. Alle overige bebouwing was er toen nog niet. Het reeds bestaande woonhuis op 1104 wordt gespaard, maar wellicht niet van harte, want de nieuwbouwwijk wordt er a.h.w. omheen gedrapeerd. Op deze wijze beslaat het bouwterrein een breedte van 150 meter langs de noordzijde van de Sloterweg en heeft het een diepte van 225 meter.

Zo te zien hebben alle 135 woningen een kleine voortuin plus achtertuin en in het hart van het plan is zelfs een school opgenomen. Niet duidelijk is of het hier gaat om een nieuw te stichten school of dat het een vervanging betreft van de reeds bestaande openbare school. Ook is het mogelijk dat het hier gaat om een nieuw te stichten r.k. meisjesschool. Daar was nl. in deze tijd sprake van vanwege de ontwikkeling van het leerlingenaantal op de St. Jozefschool die in 1914 als nieuwgebouwde gemengde school van start ging.

Vooraanzicht van een woning in het Plan voor ‘Tuindorp Sloten’, ten oosten van Boerderij Rijnhof aan de Sloterweg.

Eerste tegenslagen 
Op 10 juni 1921 schrijft architect Jan Gratama aan de woningbouwvereniging dat hij nodig met het bestuur wil overleggen: “Er zijn belangrijke punten te bespreken, o.a. zullen de woningtypen kleiner gemaakt moeten worden in verband met de jongste circulaire van den Minister.”
Op 29 juli 1921 deelt Gratama aan de woningbouwvereniging mee dat hij bij de Gemeentelijke Woningdienst van Amsterdam heeft geïnformeerd naar de vorderingen rond de aankoop van de grond door de gemeente. Immers, sinds 1 januari 1921 heeft de Woningbouwvereeniging Sloten niet meer van doen met de Gemeente Sloten, maar met Amsterdam dat de omliggende gemeenten zojuist heeft geannexeerd. De Commissie van Bijstand is tegen de grondaankoop, de wethouder Publieke Werken vóór. Dit betekent, schat Gratama in, dat B&W aan de gemeenteraad hoogstwaarschijnlijk wel een voorstel tot aankoop zullen indienen. Maar dan volgt de domper in zijn brief:
“Zooals u echter weet, zal de Minister voorloopig geen woningbouwaanvragen meer behandelen, in verband met de 90.000 die onder handen zijn, zodat ik vermoed, dat de bouw in Sloten nog wel niet spoedig tot stand zal komen. Wij zullen echter eerst afwachten of de grond door de Gemeente aangekocht wordt of niet.”

Grondperikelen
Begin 1922 benadert ‘Woningbouwvereeniging Sloten’ de gemeente opnieuw, nu om bezwaar aan te tekenen tegen de wijze waarop de gemeente eisen stelt aan de overdracht van de grond. De gemeente vindt de gevraagde grondprijs te hoog en wil bovendien het bouwterrein namelijk flink ophogen, waardoor het project financieel onhaalbaar wordt. Namens de vereniging schrijft de secretaris, de heer Schuss:
“De plannen zijn hangende gebleven doordat Publieke Werken de prijs van den grond te hoog vond. Volgens ons inzicht was dat niet het geval. De koopprijs voor den grond was voor bouwterrein in de onmiddellijke omgeving van Amsterdam zelfs laag. Dat de grond te duur zou worden was grootendeels het gevolg daarvan dat P.W. het noodig oordeelde evenveel op te hoogen als in Amsterdam, hetgeen volgens ons inzicht hier niet alleen onnoodig, doch zelfs ongewenscht is omdat daardoor het nieuwe complex ver boven het niveau van de omringende bebouwing zou komen te liggen. De door P.W. gewenschte ophooging zou de prijs van den grond met vele honderden procenten verhoogen en op een bedrag brengen, waarbij de oorspronkelijke koopprijs geheel in het niet valt. Doordat de gemeente niet tot aankoop van den grond heeft willen overgaan zijn onze plannen tot een dood punt gekomen.”

Architect Jan Gratama laat op 5 april 1922 in een brief aan de heer Schuss weten dat de voorbereiding op de woningbouw al geruime tijd stil ligt, omdat de aanvraag tot grondaankoop nog steeds niet bij de gemeenteraad is ingediend. De reden? B&W zijn vóór aankoop, de Commissie van Bijstand is tegen. Gratama voegt er aan toe dat door de algemene stagnatie in de volkswoningbouw en in verband met de vermindering van de rijkssubsidie ook het plan Sloten voorlopig moet blijven rusten.

Annexatie: de doodsteek
Later in 1922 zet dokter Faber in een brief aan de directeur van Publieke Werken alle perikelen rond de stilstand van het bouwplan nog eens op een rij. Hij herinnert aan eerdere onderhandelingen over de overdracht van 14 ha weiland door grondeigenaar Van der Laan uit de periode van vóór de annexatie:

“Reeds voor de annexatie waren deze onderhandelingen begonnen naar aanleiding van een plan tot den bouw van 128 arbeiderswoningen in verschillende typen. Ware de annexatie niet tusschen beide gekomen, dan zou de voormalige gemeente Sloten, overtuigd van de belangrijkheid en noodzakelijkheid daarvan deze plannen zonder twijfel hebben gesteund en zouden thans de vele woningzoekenden uit het plattelandsgedeelte een behoorlijk onderdak hebben gevonden. De annexatie maakte het echter nodig dat de grond niet door de bouwvereeniging zelf werd gekocht, maar dat dit moest worden overgelaten aan Publieke Werken, omdat de bouwvereeniging alleen het voorschot kon krijgen, indien de grond door de gemeente in erfpacht werd gegeven. Het feit dat deze verplichting den aankoop uit onze handen deed geven maakt dat onze bouwvereeniging niet alleen werkeloos moet toezien, maar de vele woningzoekenden moet teleurstellen en hen moest meedeelen dat dit de gevolgen van de annexatie zijn. Waar wij van alle kanten hierover klachten krijgen, voelen wij ons genoodzaakt U te verzoeken ons te willen mededeelen in welk stadium de plannen tot aankoop zijn en zóo deze zijn verworpen welke weg wij moeten inslaan om tot de zoo noodige bouw der arbeiderswoningen te kunnen overgaan.”

Einde sociale woningbouw
Het laatste bericht van architect Gratama aan dokter Faber is zijn brief van 29 januari 1923 waarin hij meldt Willem van der Laan op bezoek te hebben gehad die kwam informeren of er nog een mogelijkheid van bouwen was.

Gratama ziet onder de huidige omstandigheden nog maar één mogelijkheid: “Ik voor mij geloof dat de eenige mogelijkheid zou bestaan in een opzet, waarbij niet gerekend wordt op geldelijke steun van Rijk en Gemeente, omdat nu in Amsterdam ook arbeiderswoningen gebouwd worden zonder steun. Dat wil dus zeggen dat de huren volledig de onkosten moeten dekken. Alvorens ik hier echter moeite voor doe, zou ik gaarne van uw Bestuur vernemen of het nog gewenscht acht, dat deze woningen op dat terrein gebouwd worden.”

Opheffing vereniging
Hiermee is duidelijk dat niet alleen de annexatie, maar nu ook nog eens het overheidsbeleid met betrekking tot sociale woningbouw geen kansen meer biedt voor gesubsidieerde woningbouw. Het laatste archiefstuk is dan ook het formulier aan de Kamer van Koophandel waarmee de opheffing van de ‘Woningbouwvereeniging Sloten’ per 2 februari 1923 definitief wordt bezegeld.

Na ruim 3 jaar plannenmakerij verdwijnt het woningbouwplan voor 135 woningen dus voorgoed in het archief. Pas zo’n 60 jaar later zou het voor het eerst weer mogelijk worden om een nieuwe woonwijk van enige omvang tegen de dorpskern aan te bouwen, maar dan aan de noordwestzijde van het dorp op een braakliggend terrein aan de Osdorperweg hoek Vrije Geer.

Van: www.theodurenkamp.nl; juli 2020.

Voor het volledige artikel met alle illustraties zie: www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/annexatie-verhindert-dorpsuitbreiding-sloten

Onderzeeboot Sloterweg – Jan van der Veldt deed een macabere vondst

Door: Paul Kroes

Meer dan 60 jaar al markeert een rode duikboot met witte flanken het erf van de familie Van der Veldt aan de Sloterweg. Een echte blikvanger. Het piepkleine vaartuig figureerde in 1978 in een opzienbarende televisie-uitzending.

Marja van der Veldt, geboren en getogen aan de Sloterweg, keek als kind dagelijks op een rode onderzeeboot uit. Die stond op het erf en was daar kort na de Tweede Wereldoorlog komen te staan door toedoen van haar vader. Een jaar of vijftien eerder, in 1932, was Jan van der Veldt in het koetshuis naast boerderij Fenix, waar hij woonde, begonnen met het repareren van auto’s. Aan de weg plaatste hij een Texaco-benzinepomp – de Sloterweg was destijds nog een belangrijke verbindingsweg. Het bedrijf breidde zich uit. Op het hooihuis plaatste hij een niet te missen bord met het opschrift ‘GARAGE’. Hij bouwde een loods op het erf en direct na de oorlog wierp hij zich op de handel in legervoertuigen.

Hij schreef in op aanbestedingen van de overheid om achtergebleven oorlogsmaterieel te verwijderen. Van der Veldt hielp hij mee Limburgse wegen op te ruimen en kreeg de opdracht om de Waalhaven in Rotterdam schoon te maken. Daar deed hij een macabere vondst. Hij bracht een onderzeeboot boven water. Een scherp gesneden vaartuig, egaal grijs met een indrukwekkende haaienkop en kogelgaten in de romp. Het bleek een eenpersoons onderzeeboot van Duitse makelij, bekend onder de naam Biber (bever). Naar verluidt zat de piloot er nog in. De onderzeeboot kon twee torpedo’s aan zijn flanken dragen, maar die ontbraken. Afgeschoten in het oorlogsgeweld.

Al bij de eerste aanblik van de Biber moet bij hem het idee zijn ontstaan de onderzeeboot te gebruiken als blikvanger voor zijn bedrijf. Jan van der Veldt kon nogal impulsief zijn. Zo kocht hij rond 1950 samen met andere ondernemers vier mijnenvegers van de Deutsche Kriegsmarine, die hij dwars door Amsterdam naar de Ringvaart liet varen, waar ze een paar jaar aangemeerd lagen. Voor de scheepsmotoren had hij een bestemming, de schepen zijn later gesloopt. Ook reed hij een poos rond in een zwartgeverfde New Yorkse taxi die dienst had gedaan als begrafenisauto.

Cockpit
Hij bracht de onderzeeboot naar zijn erf, verwijderde de oorlogskleuren, schilderde hem in de kleuren rood en wit en schreef er zijn naam op. Op de punt van het vaartuig kwam Fenix te staan. Fenix: zoals de boerderij, die in het verleden tweemaal door brand getroffen werd en beide keren uit de as herrees. Geblakerde staanders in het hooihuis getuigden daar nog van tot de sloop van de boerderij, midden jaren zeventig. De naam Fenix was ook een eerbetoon aan de wederopbouw van naoorlogs Nederland.

Het vaartuig kreeg een prominente plek aan de weg, eerst op zijn buik in het gras, later op een sokkel. Tot op de dag van vandaag staat hij op het erf (waar nu zoon Frank van der Veldt een bedrijf heeft) – een opvallend baken. Vader Jan wilde de mini-onderzeeër beslist niet kwijt. Zijn kinderen, hun vriendjes uit de buurt en neefjes en nichtjes speelden erin.

De Biber was 8,85 meter lang, 1,57 meter breed en 1,42 meter hoog en werd in 1944 gebouwd in het Noord-Duitse Lübeck. De bestuurdersruimte was klein en benauwd. Het verblijf in de nauwe cockpit moet voor een volwassen man hoogst onaangenaam zijn geweest. Er was nauwelijks ruimte om te manoeuvreren, laat staan om te eten of te ontlasten.

Ruim 300 zijn er ingezet. De vaartuigjes hadden een actieradius van slechts twaalf zeemijl. Meestal moesten ze door andere schepen tot vlak bij de plek van actie worden gesleept. De maximale duik was twintig meter en de piloot had voor 45 minuten zuurstof. Bibers werden onder meer ingezet in de Westerschelde om vrachtschepen naar de haven van Antwerpen tot zinken te brengen, en in de Maas bij een poging de Maasbrug bij Nijmegen te saboteren.

De Duitsers hadden haast gemaakt met de productie en dat resulteerde in een inferieur vaartuig. De Biber was dan ook weinig succesvol. Twee derde van de piloten kwam om het leven, behalve door vijandelijk vuur ook door zuurstoftekort of koolmonoxidevergiftiging. Feitelijk was elke missie een Himmelfahrtskommando.

Caransa
In 1978 haalde de rode Biber aan de Sloterweg onverwacht het nieuws. Het was kort na de vrijlating van de ontvoerde Maup Caransa, een vastgoedondernemer waar Jan van der Veldt ook wel eens zaken mee deed. Journalist Henk van der Meijden kwam op het idee de helderziende Peter Hurkos samen met Caransa in een taxi te laten rondrijden om zodoende de plek op te sporen waar Caransa moest hebben vastgezeten. De rit door Amsterdam en omgeving werd rechtstreeks op televisie uitgezonden.

Op de Sloterweg liet Hurkos de auto stoppen bij het erf van Van der Veldt. Camera en lampen richtten zich op de rode onderzeeboot. Caransa was in de onderzeeboot vastgehouden, beweerde Hurkos. De uitzending was zo goed bekeken en het onderwerp had zoveel losgemaakt dat het dagenlang zwart zag van de mensen die het duikbootje met eigen ogen wilden zien. De Sloterweg raakte totaal geblokkeerd. Later verklaarde de taxichauffeur dat hij een paar dagen eerder dezelfde rit al drie keer met de helderziende gemaakt had. Hurkos verzon maar wat.

Paul Kroes schreef met Jan en Kees Loogman en Kees Schelling ‘Rond de Sloterbrug’. Dit artikel is gebaseerd op zijn verhaal over de rode onderzeeboot in dit boek. Bestellen via www.ronddesloterbrug.nl en te koop bij boekhandel Meck & Holt in Amsterdam-Osdorp en boekhandel Jaspers in Badhoevedorp.

Uit: Ons Amsterdam, mei 2020.

Van: https://onsamsterdam.nl/onderzeeboot-sloterweg-jan-van-der-veldt-deed-een-macabere-vondst

7.500 handtekeningen voor het behoud van de Lutkemeerpolder

“Amsterdam, pak die kans voor de stad”

In de hoop het bestemmingsplan van de Lutkemeerpolder alsnog te veranderen, overhandigde dorpsraadlid Irene Hemelaar op woensdag 24 juni 2020 bij de Stopera 7.500 ondersteunende handtekeningen aan wethouder Marieke van Doorninck. Ruim 100 actievoerders trotseerden de hitte en betuigden hun steun.

Vanwege de corona-maatregelen mocht niemand binnen in de Stopera komen inspreken bij de commissievergadering. De creatieve actiegroep had hiervoor een oplossing bedacht en een hoogwerker geregeld. Eén voor één werden de 15 insprekers in het bakje naar boven gehesen om de raadsleden toe te spreken. Op de foto is het de beurt aan boerin van de Boterbloem Alies Fernhout. Met microfoon, en de zonwering opzij trekkend, kregen de insprekers zo de onverdeelde aandacht van de gemeenteraadsleden. De vergadering werd telkens stilgelegd om te luisteren. Actiegroep ‘Behoud Lutkemeer’ toont lef. De gemeenteraadsleden ook? Of overheerst hun angst voor financiële claims, ook al was er sprake van aangetoonde fraude aan de ontwikkelkant? (Foto: Hans Bootsma)

Op 1 of 2 juli 2020 staat het verzoek om het bestemmingsplan ‘Lutkemeerpolder’ te wijzigen op de agenda van de gemeenteraad. Het gaat om een principieel besluit. Kiest men voor meer nog bedrijventerreinen in de Lutkemeerpolder op Oud Osdorp, of voor duurzame teelt van Amsterdamse groenten? Door de handtekeningen persoonlijk aan de wethouder te komen overhandigen hoopt de actiegroep goed zichtbaar te maken aan het College en de gemeenteraad dat er echt héél véél Amsterdammers zijn die niet nóg meer (leegstaande) bedrijventerreinen in de Lutkemeer willen krijgen. In de eerstvolgende Westerpost (15 juli) leest u wat de gemeenteraad besloten heeft.

Hoofdpijn of kans?
Gaat de gemeenteraad dit hoofdpijndossier doorzetten? Kiest men voor een bouwplan waar veel verzet tegen is en dat in alle opzichten indruist tegen hun eigen beleid? Of ziet de gemeenteraad dit als een kans voor de stad om het ánders te doen, om groen en ruimte te sparen en er samen met de burgers iets moois van te maken? Om voor deze laatste optie te kiezen, zal de gemeente wel lef moeten tonen.

In één minuut
Om beurten richtten 15 ondertekenaars bij de Stopera ieder één minuut het woord tot de gemeenteraadsleden van de commissie Ruimtelijke Ordening. Ieder met zijn eigen verhaal waarom de Lutkemeerpolder zijn groene landbouwbestemming moet behouden.

Tamar Frankfurher

Uit: de Westerpost van 1 juli 2020.