Op 17 mei 2020 is het precíes 25 jaar geleden dat 208.538 Amsterdammers hun stem op 17 mei 1995 uitbrachten of het Slotense Weilandje Vrije Geer volgebouwd mocht worden en of tram 2 er (op een dijk) doorheen zou gaan.
De overgrote meerderheid (88,3%) wilde het Weilandje sparen. Daarom is er nu een prachtig natuurpark. Ter ere van dit jubileum verschijnt op 17 mei 2020 een driedelige documentaire. Over de hele actie rond het Weilandje van toen tot en met hoe het nú met het huidige natuurpark gaat. We kregen het niet cadeau…
Een korte inleiding (’teaser’) is te zien op: www.youtube.com
Bekijk de film vanaf 17 mei op: www.geheugenvanwest.amsterdam.
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 13 mei 2020.
Zie ook: De slag om het Weilandje Vrije Geer – Hóe krijg je 208.538 Amsterdammers naar de stembus?
Tips uit Sloten en Oud-Osdorp
Uit: Weesper Nieuws Extra; 13 februari 2020.
Hoe is dat nou? Opgenomen worden in Amsterdam? In 1921 gingen de dorpen Sloten en Osdorp (gemeente Sloten) ons voor. Hoewel de status van Weesp binnen Amsterdam heel anders wordt, kunnen we toch nog wel wat leren van de bewoners daar. Zij hebben immers ervaring, al bijna 100 jaar.
Tamar Frankfurther, wonend op Sloten, kan ons veel vertellen over hoe je je staande houdt tegenover de grote stad. Maar ook over de voordelen die het heeft om bij Amsterdam te horen.
Dorpsraad
“Ik weet wel dat het voor jullie anders wordt dan voor ons en bovendien, ik heb niet de wijsheid in pacht”, wil Tamar Frankfurther vooraf wel gezegd hebben. Toch is zij al tientallen jaren actief om het landelijk karakter van Sloten en Oud Osdorp te bewaken. En voor haar deed haar vader dat al. Hij was het die in de jaren ’60 zorgde voor een democratisch gekozen dorpsraad.
Het landelijke Sloten met de Sint-Pancratiuskerk.
Foto: Erik Swierstra.
Sloten en Oud-Osdorp vallen onder het stadsdeel Nieuw-West. In 1962 werd de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp opgericht, die sindsdien opkomt voor de belangen van het landelijke gebied. De dorpsraad bestaat uit vrijwilligers die iedere vier jaar op persoonlijke titel gekozen worden, tegelijk met de gemeenteraadsverkiezingen.
De geschiedenis, opgetekend door Erik Swierstra op de website van de twee dorpen:
In 1921 was het de beurt aan Sloten (net als Watergraafsmeer, Buiksloot, Nieuwendam en Ransdorp) om door Amsterdam opgeslokt te worden. Voortaan behoorde dit gebied tot Amsterdam, met de bedoeling dit voor stadsuitbreiding te gebruiken. In de jaren twintig en dertig werden de buurten rond het Mercatorplein, Surinameplein en Hoofddorpplein gebouwd. In de jaren dertig en veertig verrezen Landlust en Bos en Lommer. Vertraagd door de Tweede Wereldoorlog kwam verdere bouw pas in 1951 goed op gang. In 1952 konden de eerste bewoners hun nieuwe huizen in de Tuinstad Slotermeer betrekken. Daarna werden de Tuinsteden Geuzenveld, Slotervaart, Overtoomse Veld en Osdorp gebouwd. In de jaren negentig kwamen nog drie nieuwbouwgebieden tot stand: de Oostoever, Nieuw Sloten en De Aker.
Oud en Nieuw
Het eeuwenoude Osdorp moest na de komst van de nieuwbouwwijk Osdorp ‘oud’ voor zijn naam gaan zetten om het onderscheid duidelijk te maken. Bij Sloten werd daar een stokje voor gestoken. “De naam Osdorp hebben ze ingepikt. Daarmee werden we toen compleet overvallen”, vertelt Frankfurther. “Toen ze dat met Sloten in de jaren ’90 ook wilden doen, gingen de dominee en de pastoor arm in arm met de Dorpsraad naar het stadhuis om te protesteren. Sloten is al duizend jaar onze naam. Die pakken jullie ons niet ook nog af!” Vandaar dat in dit geval de nieuwe wijk Nieuw Sloten is gedoopt.
Dorp Sloten met de Sloterkerk.
Foto: Erik Swierstra
Waakzaam
Op dit moment telt het gebied waar de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp over waakt nog ongeveer 2.500 inwoners. Een belangrijk verschil met Weesp, dat op het moment 19.000 inwoners heeft, en bovendien als stadsgebied in de stad wordt opgenomen. Mét een eigen, gekozen bestuurscommissie. De komende drie jaar in ieder geval.
En daarop moeten we waakzaam blijven, raadt Frankfurther aan. “Leg alles nu heel erg goed vast en maak de afspraken oneindig geldig. Zodat het over 100 jaar nog steeds zo geregeld is. Niet alleen schriftelijk, maar zorg dat de kennis ook bij zoveel mogelijk mensen bekend is. Politici en ambtenaren komen en gaan. Daardoor gaat de gemeente al snel aan geheugenverlies lijden. Zorg dus dat ook gewone Weespers weten wat er afgesproken is.”
Zoveel mogelijk betrokkenheid
De kracht van de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp zit hem erin dat deze ondersteund wordt door diverse werkgroepen, aldus Frankfurther. “Ik raad jullie dan ook aan om de bestuurscommissie straks te ondersteunen met vrijwilligers die de gekozen mensen adviseren. Zorg dat zoveel mogelijk Weespers betrokken zijn bij het behoud van de identiteit van jullie stad. Bij ons heeft de Dorpsraad-organisatie ook een heel sterke verbondenheid met veel andere vrijwilligersorganisaties, van de speeltuinvereniging tot de Oranjevereniging. Door samen op te trekken zijn onze gemeenschappelijke identiteit en imago veel krachtiger.”
Historie
Na 100 jaar zullen er nog maar heel weinig Osdorpers en Slotenaren zijn die nog uit eigen herinnering weten hoe het was vóór de dorpen in 1921 in Amsterdam opgingen. Om die herinneringen te bewaren, zijn er in de jaren ’80 en ’90 interviews opgenomen met bewoners. En een jaar of vijf geleden zijn daar nog video-herinneringen bij gekomen. Ze zijn te vinden op www.geheugenvanwest.nl. Het vastleggen van de historie is ook een belangrijke manier om je identiteit en imago vast te houden, vindt Frankfurther.
Het dorp Sloten rond 1900.
Onafhankelijke media
“Weet je wat een groot voordeel is voor Weesp? Jullie hebben een eigen onafhankelijke krant met een website. Wij hebben ook geluk met de Westerpost, de wekelijkse huis-aan-huiskrant van Nieuw-West. Daarin hebben wij nu al 42 jaar onze eigen rubriek. Het is weliswaar ‘slechts’ een halve pagina, maar wij zijn er erg blij mee. Daar is mijn vader in 1978 mee begonnen. Die mogen we naar eigen inzicht invullen en ja, de stukken zijn vaak kritisch van toon richting de gemeente.”
Zichtbaar
Het is belangrijk dat je zichtbaar bent, zegt Frankfurther. “Of we ons gehoord voelen? Niet op alle fronten. Dat ligt niet aan de welwillendheid van het huidige dagelijks bestuur van het stadsdeel. Maar vooral aan onbekendheid en een ver-van-mijn-bed-mentaliteit. Wij maken ons bijvoorbeeld al tientallen jaren sterk om de wegen in onze oude kernen te ontlasten en veilig te houden als er steeds weer nieuwe woonwijken om ons heen verrezen. In zijn tijd als wethouder kwam Joop den Uyl in 1963 al zelf op de Osdorperweg de situatie bestuderen. Maar er is nog altijd niets veranderd. Het heeft geen prioriteit.”
Onbekendheid en een ver-van-mijn-bed-mentaliteit
“Wat net gespeeld heeft, is de sloop van een drietal karakteristieke arbeidershuisjes. Dat had best voorkomen kunnen worden. Op die kavel komen straks vier nieuwe woningen. En dat terwijl er om de hoek in de voormalige Riekerpolder straks 12.000 woningen komen. Dan had men de cultuurhistorie kunnen respecteren en de huisjes bewaren. Stadsherstel had belangstelling om ze op te knappen en te verhuren.”
Beschermd dorpsgezicht
Toch is er ook wel wat in positieve zin veranderd. “Er is een tijd geweest van alleen maar bouwen en kapot maken. Tegenwoordig niet meer. Sloten heeft nu ook een beschermd dorpsgezicht. Daar heb ik me wel 20 jaar voor moeten inzetten.” Een ander wapenfeit, waar een werkgroeplid veel energie in heeft gestoken: Sinds januari 2020 staan er bij de toegangen van het dorp Sloten (weer) plaatsnaamborden met de aanduiding ‘Sloten’, met de toevoeging ‘Gemeente Amsterdam’. Sinds de jaren ’60 stond daar alleen de plaatsnaamaanduiding ‘Amsterdam’.
Het kleinste politiebureautje van Nederland.
Foto: Erik Swierstra.
100 jaar
Op 1 januari 2021 is het 100 jaar geleden dat de gemeente Sloten opging in Amsterdam. Tijd voor een feestje? “Nou, we zijn er wel over aan het nadenken. Of het een feest moet worden, weten we nog niet. Wel een moment om te markeren. En ik hoop dat Weesp daar ook bij betrokken kan worden. Natuurlijk ben ik beschikbaar om ervaringen te delen als mensen in Weesp daar behoefte aan hebben.”
Voordelen
Hoewel de Dorpsraad altijd strijdbaar moest zijn tegenover de expansiedrift van Amsterdam, zitten er ook echt wel voordelen aan om bij de grote stad te horen, vindt Frankfurther.
‘Ik zou niet meer los willen van Amsterdam’
“Amsterdam is een goed georganiseerde entiteit, waardoor dingen heel goed geregeld zijn. Bij een grote stad als Amsterdam werken heel goede ambtenaren. Geld? Als je het weet te vinden is er voor speciale projecten zeker ook genoeg geld. Hoewel we subsidies waarschijnlijk niet meer via de Dorpsraad mogen verdelen, dus we moeten kijken hoe dat gaat. Ik zou in ieder geval niet meer terug willen naar de oude situatie, los van Amsterdam.”
Kijk, dat geeft de (Weesper) burger moed.
Het wapen van de gemeente Sloten die uit vier dorpen bestond:
vanaf rechtsonder en met de klok mee: Osdorp, Vrije Geer, Sloterdijk en Sloten.
Zie ook: Weesper Nieuws Extra: www.weespernieuws.nl
Zie ook: ‘Weesp, blijf waakzaam en behoud je eigen identiteit’ (pdf)
Een eeuw geleden annexeerde Amsterdam de gemeente Sloten. Een opmerkelijke rol was weggelegd voor wethouder Willem de Buisonjé van de buurgemeente, lokaal bekend als de man die Sloten verraadde.
Patrick Meershoek – 26 april 2020 (Het Parool)
De inwoners van Sloten zijn nog lang boos op hem geweest, merkte schrijver Jan Loogman toen hij zich verdiepte in het levensverhaal van Willem de Buisonjé. Een oude tante uit Osdorp sprak schamper over ‘de verrader’, de vermaledijde wethouder die in 1920 het zelfstandige Sloten tegen de wil van de overgrote meerderheid van de bevolking uitleverde aan de grote stad Amsterdam.
Willem Hendrik de Buisonjé (1878 – 1952)
Honderd jaar na dato ligt het hele verhaal op tafel, opgenomen in het boekgeschenk dat boekhandel Meck & Holt in Osdorp elk jaar laat maken. Als gevolg van de coronacrisis heeft de in eigen beheer uitgegeven bundel Nieuw West Side Stories weinig aandacht gekregen en weinig kopers gevonden. Het verbluffende relaas over De Buisonjé is bij uitstek geschikt om de boel alsnog vlot te trekken.
Eerst terug naar een eeuw geleden. Sloten is in de 19de eeuw nog een van de grootste gemeenten in het land, die zich aan de kant van Amsterdam uitstrekte tot aan de Kostverlorenvaart. Vanaf de eeuwwisseling laat het snel groeiende Amsterdam zijn hongerig oog vallen op het boerenland van de buurgemeente, met steun van de provincie, die van mening is dat de hoofdstad ruimte moet krijgen voor verdere uitbreiding.
Massief verzet
In 1920 liggen er twee opties op tafel: een volledige inlijving en een gedeeltelijke annexatie. Het kabinet heeft een voorkeur voor het eerste scenario, maar er is ook een voorstel van het christelijke Kamerlid Reinhardt Snoeck Henkemans om de overname te beperken tot een deel aan Amsterdamse kant. Snoeck Henkemans maakt zich onder meer zorgen over het zedelijk verval, dat het gezonde platteland onder Amsterdamse vlag onvermijdelijk zal aantasten.
In het parlement krijgt Snoeck Henkemans te maken met oppositie uit onverwachte hoek. Willem de Buisonjé, fractielid van de Economische Bond én wethouder van Sloten, houdt in de vergadering een pleidooi voor de volledige annexatie van zijn gemeente. “Ik kan u verzekeren dat een grote minderheid van de gemeenteraad van Sloten, waar ik zelf deel van uitmaak, vóór de aansluiting bij Amsterdam is,” spreekt De Buisonjé, daarmee het massieve verzet in Sloten relativerend.
De oproep van de wethouder om zijn eigen gemeente op te heffen, valt thuis in slechte aarde. De raad van Sloten roept een spoedvergadering uit om de wethouder duchtig de oren te wassen. “De Buisonjé was op dat moment voor zaken in Duitsland,” vertelt Loogman. “Later in de week kwam hij alsnog naar Sloten om verantwoording af te leggen. Dat deed hij wel netjes trouwens. Hij draaide niet om de hete brij heen. Maar zijn dagen als bestuurder waren geteld.”
Wat bezielde de man? Met de vraag die honderd jaar geleden heel Sloten bezighield, dook Loogman de archieven in. En wie was Willem de Buisonjé eigenlijk? Hij volgde het spoor terug naar Nijmegen, waar de hoofdpersoon van het verhaal opgroeit. Na de hbs trekt hij naar Amsterdam, waar hij in dienst treedt van de Maatschappij voor Goede en Goedkope Lektuur, de latere Wereldbibliotheek. De Buisonjé maakt carrière en wordt adjunct-directeur van de uitgeverij.
In 1917 verhuist de uitgever met zijn echtgenote naar de gemeente Sloten, waar hij actief wordt in de lokale politiek. De Buisonjé organiseert twee jaar achtereen de Jaarbeurs in Utrecht en het zakelijke succes maakt dat hij ook een beurs in Sloten wil houden. De Reclame- en Grafische Arbeid-Tentoonstelling Amsterdam van 1919 wordt een zeperd, ook vanwege de concurrentie van een grote luchtvaartshow bij het Centraal Station. De Buisonjé blijft met torenhoge schulden achter.
Vanaf dat moment gaat het mis, concludeert Loogman. “De Buisonjé maakt een vrije val. Hij gebruikt geld van de uitgeverij om te speculeren op de beurs, in een poging zijn financiën weer op orde te krijgen. Als de fraude aan het licht komt, reist hij naar Berlijn voor een zakendeal die hem uit de problemen moet halen. Ook dat plan mislukt. Tot overmaat van ramp komt zijn echtgenote te overlijden. Het is in alle opzichten een rampjaar voor De Buisonjé.”
Ontslagen en failliet
De politieke zelfmoord in Sloten past in het profiel van een gebroken man, gelooft de schrijver van diens levensverhaal. “De Buisonjé raakte in 1921 zijn politieke functies kwijt. Hij werd ontslagen bij de uitgeverij en werd failliet verklaard door de rechtbank. Hij vluchtte naar Berlijn, waar hij hertrouwde en drie jaar bleef wonen. In 1925 keerde hij samen met zijn nieuwe echtgenote terug naar Amsterdam. In datzelfde jaar werd hij door een boekhandelaar beschuldigd van oplichting.”
De Buisonjé overlijdt in 1952. Loogman weet in de archieven nog een snipper geschiedenis terug te vinden. In augustus 1944 doet W.H. de Buisonjé, chef van de redactie bij uitgeverij Westland, aangifte van de diefstal van tien boeken. Loogman: “Westland was met Duits geld opgericht om tijdens de bezetting nationaalsocialistische lectuur te verspreiden. De uitgeverij was gevestigd aan de Herengracht. Na de bevrijding werd het pand toegewezen aan De Bezige Bij.”
Naar buiten fietsen
Was de verrader van Sloten ook een landverrader? Loogman heeft het antwoord op die vraag nog niet gevonden. “Hij had in de jaren twintig natuurlijk alle schepen achter zich verbrand. Er was geen fatsoenlijke uitgeverij meer waar hij nog terechtkon. Het kan best zo zijn dat hij zelf geen nationaalsocialist was, maar dat Westland zijn manier was om het hoofd boven water te houden. Een foute keuze uit opportunisme. Maar ook daar kan ik alleen maar naar gissen.”
En de annexatie van Sloten? Hoe beslissend is de rol geweest van De Buisonjé in de besluitvorming? Het voorstel van Snoeck Henkemans werd verworpen met 42 stemmen tegen en 25 stemmen voor. “Als De Buisonjé eerlijk had verteld dat de overgrote meerderheid van Sloten tegen annexatie was, had het amendement mogelijk een goede kans gehad,” zegt Loogman. “En dan had Amsterdam een stukje van Sloten gekregen in plaats van de hele gemeente.”
In de ogen van de schrijver was dat geen straf geweest. In zijn bijdrage aan de bundel geeft hij de vrije teugels aan zijn liefde voor de polders met de rustige bedrijvigheid van boeren en tuinders. ‘Nieuw-West zou niet zijn ontstaan,’ schrijft Loogman. ‘De stadsbewoners zouden in het weekeinde naar buiten kunnen fietsen. De lucht zou breed boven hen wolken, ze zouden hier en daar een stukje blauw zien en genieten van de stilte langs het water.’
De lyrische passage eindigt abrupt bij dezelfde oude tante uit Osdorp en een van haar gevleugelde uitspraken: “As is verbrande turf.”
‘Nieuw West Side Stories’, verkrijgbaar bij boekhandel Meck & Holt, Tussenmeer 46. Jan Loogman publiceerde onlangs samen met Paul Kroes, Kees Loogman en Kees Schelling het boek ‘Rondom de Sloterbrug, verhalen over Sloten, Badhoevedorp en Oud-Osdorp’.
Van: www.parool.nl
Zie ook: Het verraad van Sloten (pdf)
Zie ook: nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Hendrik_de_Buisonjé
Zaterdag (25 april 2020) heeft het Parool bij een artikel over Sloten helaas de Sloterweg in Badhoevedorp paginabreed afgebeeld. En dus niet van de Sloterweg op Sloten, sinds 1921 onderdeel van Amsterdam.
Deze prachtige Sloterweg wordt nu helaas volgebouwd met patserige reusachtig grote huizen op zelfbouwkavels. De kans is groot dat de gemeente ook volgende bouwaanvragen voor een veel te groot en modern appartementencomplex (dat in Nieuw Sloten niet zou misstaan) en andere dure projecten van ontwikkelaars gaat goedkeuren. Alles draait immers om winstmaximalisatie uit de grondopbrengst.
Zelfs 99 jaar na de annexatie van de gemeente Sloten gaat de afbraak door. Onderzoeksbureau ‘Cultuurhistorische projecten Weesp’ bekritiseert de gemeente hierover in felle bewoordingen in zijn rapport “Cultuurhistorische kwaliteiten oostelijk deel Sloterweg, Amsterdam”. Dit rapport bracht het bureau afgelopen februari uit. De gemeente bracht dit rapport echter pas in maart naar buiten. Vlák nadat de laatste arbeiderswoningen, die volgens de onderzoekers écht gespaard hadden moeten worden, met de grond gelijk gemaakt waren…
Hopelijk biedt deze foto-vergissing de kans om wat resteert wél goed te beschermen.
Tamar Frankfurther
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp
Uit: het Parool van 30 april 2020.
Op de website van Theo Durenkamp is een artikel gepubliceerd over ‘Plekken van bezetting, toen en nu’, met foto’s langs de Sloterweg. Hieronder een stukje hieruit.
Van de Duitse bezetting in de periode 1940-1945 zijn de meeste sporen inmiddels uitgewist. Wél zijn er foto’s van plekken waar de Duitse bezetter overduidelijk aanwezig was, vaak illegaal gemaakt tijdens de bezettingsjaren.
Omdat de omgeving niet of nauwelijks is veranderd, geven deze oude foto’s een vervreemdend beeld van de plekken waar we nú in alle vrijheid kunnen leven… En waar de omgeving wél ingrijpend veranderde, zijn nog diverse sporen uit het verleden aan te wijzen…
Een Duitse schildwacht bij de ingang van het schoolplein van de Sint-Jozefschool
die 5 jaar lang door de Duitsers als kazerne wordt gebruikt.
Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp; 1940-1941.
Laat het huidige zuiltje op deze plek nu dezelfde vorm hebben als
het schildwachthuisje van toen.
Foto: Theo Durenkamp; 2020.
Voor het volledige artikel zie: https://www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/plekken-van-bezetting
In 2040 wil Amsterdam aardgasvrij zijn. Om dit te bereiken heeft de gemeente de Transitievisie Warmte (TVW) opgesteld.
Hierin staat per buurt welk alternatief voor aardgas het meest geschikt is en de laagste maatschappelijke kosten met zich meebrengt. Als buurten écht aan de beurt zijn om aardgas-vrij te worden, zullen vragen op wijk-niveau waarschijnlijk pas écht beantwoord kunnen worden. Maar zover is het voor het landelijk gebied voorlopig nog niet. Nu alvast een richtinggevende vooruitblik…
Deze foto van Sloten is ongeveer 120 jaar geleden genomen en het dorp is nog heel herkenbaar. Het is dan ook niet vreemd dat binnen het Beschermd Dorpsgezicht Sloten vanaf de openbare ruimte geen zonnepanelen zichtbaar mogen zijn. Monumenten moeten zelfs helemaal zonnepaneel-vrij blijven… De gemeente verwacht dat Slotense woningen (ook aan de Sloterweg buiten het Beschermd Dorpsgezicht) in de toekomst verwarmd gaan worden met groen gas. Hoe dat precies vorm gaat krijgen, is nog onbekend. Als algemeen advies geldt: Gaat u verbouwen? Isoleer uw woning dan zo veel mogelijk.
Akerwegen
De Aker, waar de Akerwegen middenin liggen, gaat grotendeels over op ‘all electric’. De gemeente kijkt in de TVW naar het gemiddelde type woning in de buurt. Als uw woning (op de Noorder- of Zuiderakerweg) daarvan afwijkt, kan dat reden zijn voor een ander geschikter alternatief. Het algemene advies hier is: stap op een natuurlijk moment over op elektra. Isoleer uw woning bij een verbouwing, vervang uw kapotte gasfornuis door elektrisch koken en uw kapotte CV-ketel door een warmtepomp.
Oud Osdorp
De meest voor de hand liggende verwarmingskeuze voor het lintdorp, met oude(re) en veelal vrijstaande huizen, is een hybride gasnet. Verwarming vindt dan plaats met hernieuwbaar gas in combinatie met een hybride warmtepomp. Op de algemene aardgas-vrij-plattegrond van Oud Osdorp is te zien dat in de Lutkemeerpolder gedacht wordt aan warmtelevering via een bronnet. Hierbij wordt overtollige warmte van bedrijfspanden in de Lutkemeerpolder in de zomer in de grond (via een warmte koude opslag, WKO) opgeslagen. In de winter wordt juist koude opgeslagen in de bodem. De eerder opgeslagen zomerwarmte kan in de winter gebruikt worden voor het verwarmen van de kantoorpanden. De opgeslagen winterkoude kan panden in zomer koelen. Niets is nog definitief. U kunt hieraan zien welke denkrichtingen de gemeente op het moment volgt. Voor nu is het vooral belangrijk om goed te isoleren, zodat het energieverbruik straks zo laag mogelijk komt te liggen. Op Oud Osdorp zijn enkele bewoners al aan de slag gegaan met alternatieve verwarming van hun woningen. Bijvoorbeeld d.m.v. zonnepanelen en met een water- warmtepomp naar de sloten. De opgedane kennis van deze koplopers kan anderen in dit proces wellicht ondersteunen.
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 6 mei 2020.
De Slotense Johan en Corrie van Weerdenburg (die nu in Badhoevedorp wonen) werden tot hun grote verrassing op 24 april 2020 gebeld door de burgemeester van de Haarlemmermeer: “Ik kan de lintjes door corona nog niet opspelden, maar het heeft de Koning behaagd…”.
Beiden zijn nu lid van de Orde van Oranje Nassau en hebben hun onderscheiding dik verdiend.
Meer dan 40 jaar doen zij al vrijwilligerswerk. Johan (81) was o.a. 26 jaar lid van de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, is al 14 jaar penningmeester van de Pancratiuskerk en regelt onderhoud en begrafenissen op het naastgelegen kerkhof. Samen met zijn Corrie ‘kostert’ hij in de Pancratiuskerk en verzorgt hij o.a. de klaverjasavonden in het Parochiehuis. Corrie (73) is een kei in organiseren, collecteerde o.a. 40 jaar voor KWF op Sloten en zit al 40 jaar in het bestuur van de Slotense afdeling van de Zonnebloem.
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 6 mei 2020.
Jan Kars uit Oud Osdorp had al een straat. Niet in Amsterdam, wel in het Zeeuws-Vlaamse Oostburg.
Maar er stond niet bij wie hij was en dat hij was gesneuveld. Sinds januari 2020 is dat in orde. Hij heeft een nieuw straatnaambordje met verklarende tekst. Wat was er ook al weer met Jan gebeurd?
Foto: Pim Ligtvoet (Oostburg; 31 januari 2020)
Marechaussee en verzetsman
Osdorper Jan Kars ging aan het begin van de oorlog als jonge marechaussee naar Zeeuws-Vlaanderen. In 1943 werd hij aangesteld in Oostburg. Jan werkt samen met het verzet en vervult in augustus 1944 een sleutelrol als knokploeg De Vos het distributiekantoor van het stadje overvalt. Hij krijgt daarna een leidende rol in het verzet, terwijl hij direct moet onderduiken. Als Oostburg kort daarna in de frontlinie komt te liggen vlucht hij met andere burgers naar de hofstede van verzetsman De Bruijne bij Waterlandkerkje. Er zijn ongeveer 70 vluchtelingen op de boerderij.
Op 20 oktober 1944 besluit Jan met Marien de Bruijne en de bekende verzetsvrouw Francine de Zeeuw door de linies te gaan om de geallieerden te waarschuwen. De boerderij ligt in het gevechtsterrein en mag niet gebombardeerd worden. Onderweg wordt Jan door een granaat dodelijk getroffen, Marien en Francine blijven in leven. Deze geschiedenis is nu, 75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, kort samengevat op het nieuwe straatnaambordje te vinden. ‘Jan Karsstraat. Jan Kars (1919-1944), marechaussee en verzetsman te Oostburg. Gesneuveld in Waterlandkerkje’.
Foto: Nico Peterse; 31 januari 2020.
Symposium
Het Comité 4 mei, ondersteund door de gemeente Sluis, deed nog meer. Het organiseerde op 31 januari 2020 een symposium over het verzet in West-Zeeuws-Vlaanderen. Voorzitter Nico Peterse opende de druk bezochte bijeenkomst. Hierna sprak burgemeester Marga Vermue onder andere over de oorlogservaringen van haar familie. De jonge gemeentearchivaris Geert Stroo ging vervolgens in op de vele vormen van verzet in het gebied dat sinds 2003 de gemeente Sluis vormt. Hij was met zijn onderzoek begonnen, toen in 2015 bleek dat er op mijn vraag naar gegevens over Jan Kars nog veel over de oorlogstijd in de archieven te vinden was.
Na mijn powerpoint-presentatie over Kars (zie boven voor de grote lijn) sloot het theaterduo Ferini de bijeenkomst af. De voorstelling eindigde met een symbolische onthulling van straatnaambordjes voor Jan Kars en zijn mede-marechaussee Leendert Serier. Twee vertegenwoordigers van de marechaussee werden uitgenodigd hun bordjes tussen de namen van andere helden en heldinnen te planten.
Het Wodka-Lied van Jan Kars. Bron: Wim Eggermont, Breskens.
Boek
Op het symposium was ook een indrukwekkend boek te krijgen, De Ketens Verbroken (André Bauwens & Geert Stroo, Aardenburg 2019, 472 blz.). Het bevat foto’s, dagboeken, documenten en studies over wat er in 1940-1945 in de zestien stadjes en dorpen van West Zeeuws-Vlaanderen gebeurde. Daaronder de opvang van christelijk-joodse vluchtelingen in Sluis, de acties van verzetsgroepen, burgemeesters in oorlogstijd en de geallieerde operatie ‘Switchback’ om de monding van de Westerschelde van Duitsers te bevrijden, die tot enorme verwoestingen leidde en het leven kostte aan vele honderden burgers, waaronder aan Jan Kars.
Wat het boek, begrijpelijk, niet haalde is een document van Zwemvereniging Scheldestroom uit Breskens, het ‘Wodka-lied’. De club schrijft dit aan Jan Kars toe. En inderdaad, Jan deed in 1941 dienst bij de passencontrole van het veer Breskens – Vlissingen. Hij zou zijn vrije uurtjes in het zwembad hebben doorgebracht en het poloteam hebben toegejuicht met ‘wodka hoi!’
Pim Ligtvoet, Amsterdam; april 2020.
Sinds de Molen van Sloten dicht moest wegens corona lopen de schulden op. Crowdfunding moet de unieke molen redden.
Door: Kester Freriks – 1 mei 2020
Als een landmark staat de Molen van Sloten in het dorp aan de westzijde van Amsterdam, aan de Ringvaart. Naast de molen is het Kuiperij Museum gevestigd en een bierbrouwerij. Jaarlijks trekt dit historische ensemble 10.000 bezoekers uit de hele wereld. Nu bevindt de molen zich in zwaar weer. Meteen bij de eerste coronamaatregelen moest hij dicht. Dat betekent: geen bezoekers of toeristen, en dus geen inkomsten voor een bezienswaardigheid die toch al net aan quitte speelde.
Molen van Sloten met in de wieken: Help – Samen – Sterk. Foto: Jan Wich.
Bestuursvoorzitter Frans Urban van Stichting Molen van Sloten benadrukt dat de molen nog steeds werkzaam is en de Sloterbinnen- en Middelveldsche polder als ‘verzorgingsgebied’ heeft, zoals dat heet. Bovendien vervullen molen en museum een belangrijke sociale en educatieve functie: „In de molen is een trouwzaal, schoolklassen bezoeken de molen en ook speelt het karakteristieke bouwwerk een rol in de huidige tijd van duurzaamheid. Niets is schoner dan windenergie. Daarom overweegt Waternet steeds meer molens in te gaan zetten voor beheersing van het waterpeil. Dan krijgt de molen nog meer de aloude bestemming terug: het droogmalen van de polders en dus van Amsterdam, want met molens zijn de droogmakerijen rondom de stad begonnen. Experts beschouwen deze molen als een monumentaal cultureel erfgoed.”
‘Men denkt dat we subsidie krijgen’
Officieel is de Sloter molen een stellingpoldermolen. ‘Stelling’ heeft ermee te maken dat hij op een verhoogd platform staat. Ruim honderd vrijwilligers werken mee aan het behoud en geven rondleidingen. Maar zij zitten nu thuis. Zakelijk belangenbehartiger Marc van Welsem heeft een actieplan opgezet: Samen Sterk voor de Molen van Sloten. Van Welsem: „Het geld is nagenoeg op, zo eenvoudig is het. Nu de geldbronnen van toerisme en van de verhuur voor feesten en andere activiteiten zijn opgedroogd zoeken we donateurs. De vaste lasten bedragen zo’n 10-15.000 euro per maand. Het tekort bedraagt nu, vanaf het begin van de coronacrisis, al 35.000 euro. Het enige geld dat we nu ontvangen is subsidie uit het coronafonds en van donateurs. Om nieuwe gevers te bereiken zijn we via sociale media en buurtactiviteiten naar buiten getreden om het nijpende geldgebrek duidelijk te maken. Want, nu blijkt: iedereen denkt dat de molen gesubsidieerd wordt door de gemeente Amsterdam of door Sloten.”
Maar dat is niet zo, althans wat de gemeente betreft. De recente aanvraag door de Dorpsraad van Sloten-Oud Osdorp aan de gemeente Amsterdam om de molen de status van monument te geven is op 15 april afgewezen. Volgens Urban is die status wenselijk: dan komt het object in het Fondsenboek en kunnen vermogenden het ondersteunen.
Afwijzing ‘onbegrijpelijk’
De reden van afwijzing heeft te maken met een ingewikkelde voorgeschiedenis. Allereerst stond de huidige molen niet op deze plek, aan de Akersluis 10: hij is hier pas in 1990 geplaatst. Een deel van de molen is afkomstig van de Watergraafsmeer. De originele kapconstructie waaraan de wieken zijn bevestigd dateert uit 1847.
Maar, zegt Van Welsem: „Dat molens in de loop van hun leven verplaatst worden, is zeer gebruikelijk. Als de polder eenmaal is drooggemalen dan wordt de molen uit elkaar gehaald en elders opnieuw opgebouwd, als een bouwpakket. De houten balken van de kapconstructie zijn genummerd. De afwijzing van monumentenstatus is daarom zo onbegrijpelijk, want van de eens ongekende molenrijkdom van de stad zijn er nog maar een handjevol over, slechts acht.”
Molen De Bloem aan de Haarlemmerweg bijvoorbeeld is afkomstig van de Bloemgracht. Die heeft wél de status van gemeentelijk monument.
Er is nog een argument om de Molen van Sloten te subsidiëren in deze moeilijke tijden én als monument te waarborgen: dit type kwam vroeger rondom de stad veelvuldig voor maar is nu geheel verdwenen, op deze ene unieke en historische na. Die bovendien werkt en dagelijks zijn wieken laat draaien.
Uit: www.nrc.nl
Zie ook: www.molenvansloten.nl
Zie ook: De Molen van Sloten heeft het zwaar – en nu met corona nog erger – NRC (pdf)
Slapen in de Kappersstoel
25 jaar geleden interviewde dominee Robert Jan Bakker mevrouw Ploeg en onderduiker Auke Pot. Het zou zonde zijn om dit verhaal, dat in 1995 jaar geleden in deze Rubriek stond, te vergeten. Vandaar deze her-publicatie.
Janny Ploeg was begin twintig toen ook Sloten onder de Duitse bezetting moest leven. Het huis van haar en haar eerste man werd een veilige haven in gevaarlijk gebied. Al in 1942 namen zij onderduikers in huis. Die kamen via de organisatie van de illegale krant Trouw bij de kappersfamilie terecht. Janny hielp ook mee bij de verspreiding van het blad.
En dat gebeurde allemaal in het rechter huis bij kapper Van Leeuwen op Sloterweg 1285.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam, jaren ’70.
Slaapplek-tekort
Het aantal onderduikers nam toe naarmate de oorlog langer duurde. Het enige waar in haar huis gebrek aan bestond, was slaapruimte. Op de bovenste verdieping konden de jongens in het hooi slapen, maar het kwam ook voor dat een late onderduiker genoegen moest nemen met een scheerstoel. Die werd dan in de prettigste slaapstand gezet. De kapper wilde voor de grap de slaper ’s morgens wel eens wekken door hem in stilte in te zepen met de woorden: “Kwast goed, meneer?” Onderduiker Auke Pot kreeg als jongste gast de meest unieke slaapplaats: bij het echtpaar in bed.
Spannend
Het waren buitengewoon spannende tijden. Wie laat aankwam, wist de code, zodat ze bij een bepaalde manier van aanbellen binnen wisten dat er een onderduiker voor de deur stond. Vooral bij sabotage-acties was de spanning groot of degenen die eraan meededen wel zouden terugkeren. Na de overval op een distributiekantoor fietste Janny verschillende keren op een fiets met anti-plofbanden (die niet lek konden gaan) naar de Stadhouderskade om bonnen te brengen aan joodse mensen. Dat is steeds goed gegaan, maar in haar huis werd op een dag een inval gedaan. Het was toen kantje boord of de pistolen, die tussen de kleren in de hangkast waren verborgen, ontdekt werden. Bij die inval wist een van de mannen zich in het kippenhok te verbergen. Een andere keer bleef iemand uit handen van de Duitsers door urenlang hoog in een kastanjeboom te schuilen.
Veel volk
De kapsalon was door het voortdurend in- en uitlopen van mensen een ideale plaats om geen argwaan te wekken met de komst van onbekenden. Terwijl voor in het pand Duitsers zich lieten soigneren, vergaderde achter het verzet. In de scheerstoel stortte een Duitse militair nog wel eens zijn hart uit. Daardoor werd duidelijk dat lang niet iedereen achter Hitler stond.
Het herbergen van onderduikers betekende een groot gevaar voor eigen leven en bracht de voortdurende onzekerheid met zich mee of niet iemand uit de omgeving de hele zaak zou verraden. Toch ging het, ondanks de grote angsten, er vaak vrolijk aan toe. “Wat hebben we met dat hele stel veel plezier gehad”, vertelt Janny. Het feit dat het gros gelovig was, hielp zeker ook. En zo heeft het Slotense kappersechtpaar eraan bijgedragen dat velen de oorlog hebben overleefd.
Uit: de Westerpost van 29 april 2020.
In november 2015 verscheen het door Pim Ligtvoet geschreven boek ‘In de schaduw van de Oorlog’, uitgegeven door Stichting De Driehoek.
In dit boek wordt beschreven wat er in de oorlogsjaren 1940-1945 in het landelijke gebied van Sloten-Oud Osdorp gebeurde. Voordat Pim Ligtvoet dit boek kon schrijven heeft hij een lange zoektocht ondernomen naar de gebeurtenissen in die periode. Er is veel geschreven over wat er in Amsterdam en op Schiphol voorviel, maar over het er tussen gelegen Sloten en omgeving was eigenlijk weinig bekend. Het boek heeft hierbij in een leemte voorzien.
In de afgelopen vier jaar is er meer kennis vergaard over de oorlogsjaren in Sloten en omgeving, zodat er in mei 2018 en in april 2020 inmiddels twee aanvullingen zijn verschenen op het boek. Deze aanvullingen zijn ook weer door Stichting De Driehoek vormgegeven en als pdf-documenten beschikbaar gekomen.
De eerste aanvulling en correctie, van mei 2018, ging over een bijzondere medaille en neergestorte vliegtuigen in het huidige Slotervaart, Osdorp en Oud Osdorp. Bij de tweede aanvulling en correctie gaat het om een herziening van pagina’s 145-146 over joodse onderduikers aan de voormalige Uitweg, waar nu de wijk Slotermeer ligt.
Hierbij worden de beide documenten ook gepubliceerd op deze website. Zij zijn te downloaden op:
* Aanvullingen en correcties van Pim Ligtvoet op ‘In de schaduw van de Oorlog’ (1).pdf
* Aanvullingen en correcties van Pim Ligtvoet op ‘In de schaduw van de Oorlog’ (2).pdf
Zie ook: Pim Ligtvoet – In de schaduw van de oorlog
Zie ook: www.stichtingdriehoek.nl