Erik Swierstra

Huis te Vraag – Dat het nog bestaat

Huis te Vraag is een grote Naam met een lange geschiedenis, maar als wij dat zo zeggen, bedoelen wij de geschiedenis van de plek als grondstuk. Voor sommige historici gaat het om het Huis – van 1618 tot 1890 – en voor anderen is het de geschiedenis van de Naam, die veel ouder is en die nog steeds bestaat.

pastedGraphic.png

Al voor 1400 en waarschijnlijk al zolang beide plaatsen bestaan, was er een weg van Haarlem naar Amsterdam. Het was een weg met zijwegen van de ene hoeve naar de andere en omdat het allemaal nog landschap was met veel water, riet, bossen en moerassen was de kans op verdwalen niet denkbeeldig. Op ongeveer deze plaats bereikte de weg de Schinkel, een veenstroom of overloop van de Nieuwe Meer naar het IJ. Het lag voor de hand, dat hier zoiets als een veerhuis annex herberg zou ontstaan, een huisje met een bootje waar men wat te drinken kon krijgen en iets te eten. Amsterdam was nog ver weg. Ten einde klanten te werven, plaatste de herbergier een bord aan de weg met de tekst ’te vraghe’, wat zoveel betekende als ‘hier kun je iets vragen’, wij zouden zeggen ‘inlichtingen’.

Volgens het verhaal zou keizer Maximiliaan van Oostenrijk, toen nog Groothertog, in 1486 op bedevaart van Haarlem naar Amsterdam hier de weg hebben gevraagd. Vanaf die dag heette de herberg openlijk ’te Vraghe’ met uithangbord en al.

Dit verhaal deed meer dan 150 jaar de ronde, het werd telkens opnieuw en telkens anders verteld tot het omstreeks 1618 ter ore kwam van een Amsterdamse lakenfabrikant, die het zo’n aardig verhaal vond, dat hij op het idee kwam hier op dezelfde plek aan de Schinkel een landhuis te bouwen in grote stijl. Dit Huis noemde hij uiteraard ’t Huys te Vraag ofschoon de herberg, die nog steeds bestond, de reputatie had. (Vanaf 1700 schreef men Huis de Vraag, toenmalige reeds moderne spelling.)

Het Huis groeide uit tot een nederzetting; er kwamen enkele boerderijen bij, een molen en een kleine scheepswerf. De Schinkel was al een druk bevaren waterweg en op de Nieuwe Meer werd aan visserij gedaan. Huis te Vraag werd een begrip en een referentiepunt voor de wijde omgeving, in handel en wandel en in het dagelijks gesprek. In koopakten van onroerend goed werd de ligging en begrenzing beschreven met betrekking tot Huis te Vraag. Het Huis kende een lange reeks van eigenaren, die allemaal iets te maken hadden met de lakenindustrie en de katoenververij. Maar toen ging alles verloren, zoals in de gevelsteen al was voorzien. Deze zichzelf beschrijvende wereld ging verloren, de lakenindustrie en de katoenververij en daarmee het Huis.

Nadat duidelijk geworden was dat het Huis niet meer exploitabel was en het onderhoud te duur, besloot de laatste eigenaar, een zekere heer Poort de boel dan maar te sluiten en het Huis te slopen. De historische waarde van het landhuis was nooit een argument, historische waarde was toen überhaupt geen argument, er was immers nog geschiedenis genoeg. De sloop greep plaats in 1890.

Dat was wel het einde van het Huis, maar niet van de plaats en ook niet van de Naam. De Naam was sterker dan het Huis en de geschiedenis ging door. Een jaar later kreeg Pieter Oosterhuis, de nieuwe eigenaar van het grondstuk, toestemming van het gemeentebestuur van Sloten om hier een begraafplaats te beginnen. In zijn verzoek aan de Gemeente sprak hij van een ‘bijzondere begraafplaats’ voor de Protestantse Gemeente Sloten en Omgeving.

Hij liet zijn aanvraag vergezeld gaan van een uitvoerige beschrijving van hoe hij dacht de begraafplaats in te richten, met o.a. een aula en ontvangstruimte in klassieke stijl, een woning voor de beheerder en zelfs een opsomming van de bomen en struiken die hij dacht te planten. Daarbij liet hij zich eveneens inspireren door de klassieke oudheid.

Er was weliswaar nog ruimte genoeg in de omgeving en wat dat aangaat had er overal een begraafplaats aangelegd kunnen worden – als een begraafplaats tenminste een kwestie van ruimte is – maar dat was allemaal laagveen en daar kun je niet fatsoenlijk in begraven. Huis de Vraag echter, het grondstuk, was al min of meer een terp; in elk geval was het, nadat men het puin van het gesloopte landhuis had uitgespreid, een goed draagvlak voor een terp en gunstig gelegen aan de rivier, waardoor de benodigde 50.000 m3 zand vanuit Muiderberg per schip kon worden aangevoerd.

Alleen de Naam kon men niet slopen en niet zonder meer dienstbaar maken aan de nieuwe bestemming. Pieter Oosterhuis zat daar wel een beetje mee. De Vraag en zelfs Huis de Vraag, in de toenmalige spelling, als naam voor een begraafplaats deed onmiddellijk denken aan de grote Vraag naar de dood en de zin van het mensenbestaan en van die vraag had hij niet terug.

Hij dacht dat het niet goed zou zijn voor de zaak, in elk geval durfde hij het niet aan en daarom greep hij terug op de oude spelling en de toch enigszins vermakelijke anekdote van Maximiliaan van Oostenrijk. Hij liet briefpapier drukken met als hoofd ‘Protestantsche Begraafplaats te Vraag’. De officiële opening vond plaats op 24 september 1891.

Tot dan toe werden de begraafplaatsen en kerkhoven beheerd door de Gemeente of door de Kerk. Huis te Vraag, zoals de volksmond bleef zeggen, was de eerste particuliere begraafplaats van Amsterdam en waarschijnlijk de eerste in de wijde omgeving. Het was een familiebedrijf, dat wil zeggen, dat men met elkaar moest roeien met de riemen, die men had en zich moest behelpen met de voorhanden middelen en met wat men zoal op de kop kon tikken aan rekwisieten, zoals de gevelsteen uit het gesloopte landhuis en de zuilen van de zuilenpoort met architraaf.

Veel plezier heeft Pieter Oosterhuis van zijn begraafplaats niet gehad en de tuin die hij in gedachten had, heeft hij nooit mogen aanschouwen. Hij stierf korte tijd later, waarna zijn weduwe Catharina de Waart de zaak overnam en toen ook deze in 1910 kwam te overlijden, werd haar zuster Elizabeth de Waart de nieuwe eigenaresse. Dat duurde niet lang, reeds drie jaar later verkocht zij de begraafplaats en werd Johan Steenhagen de nieuwe eigenaar.

De herberg, telkens een andere herberg – en een ander gebouw – maar op dezelfde plaats en met dezelfde naam, bestond nog steeds en zou blijven bestaan tot na de 2e Wereldoorlog. Huis te Vraag was een goedlopend bedrijf van voornamelijk familiegraven, dat wil zeggen dat er drie, vier en soms zelfs tot vijf diep begraven werd en er hier dus veel meer mensen liggen begraven dan het kleine oppervlak doet vermoeden.

In 1962 waren het er ruim 16.000. In werkelijkheid zijn het er meer; tijdens de oorlog werden er Joden en onderduikers begraven en slachtoffers van de Hongerwinter, die men naakt en anoniem langs de straat vond en die vanuit de Zuiderkerk naar hier werden overgebracht. Deze doden werden natuurlijk niet geregistreerd. Maar toen, in 1962, was het ook echt vol, er kon niemand meer bij en de zaken stagneerden. De toenmalige eigenaar kreeg geen toestemming tot uitbreiding – verdere zandophoging – en zag zich genoodzaakt het grondstuk te verkopen aan de Gemeente, inclusief de begraafplaats en de doden. (verkoopdatum 24 september 1963)

Volgens de toen geldende ‘Wet op de Lijkbezorging’ zou de begraafplaats nog 30 jaar na de laatst begravene moeten blijven bestaan. De laatste begravene was Ids Koopmans, te Hindelopen geboren in 1876 en gestorven in Amsterdam in 1962. Formeel zou de begraafplaats dus in 1992 kunnen worden geruimd.

In tussentijd werd het beheer, althans de administratie, ondergebracht bij de Nieuwe Oosterbegraafplaats oftewel de Algemene Dienst Begraafplaatsen en Crematoria, een overkoepelende Dienst van de grote stad Amsterdam. Later, toen de stad werd opgedeeld in min of meer autonome stadsdelen, zou deze Dienst eveneens worden opgeheven en toen was er van overheidswege niemand meer, die zich om Huis te Vraag bekommerde. Er was weliswaar niemand meer, die zich om Huis te Vraag bekommerde als Begraafplaats, maar er was meer dan genoeg belangstelling voor de grond. Al vanaf 1914 had men plannen gesmeed en strijd geleverd om dit voordelig gelegen stukje grond, deze ’toplocatie aan de Zuidas’, in handen te krijgen.

Dat al die pogingen zijn mislukt en de begraafplaats is blijven bestaan, is op z’n minst  raadselachtig.

Van: www.huistevraag.nl

Dit artikel is ook te lezen als pdf: Huis te Vraag – Dat het nog bestaat (pdf)

* Huis te Vraag op de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam

Meer over Huis te Vraag op www.slotenoudosdorp.nl
*
* Een naam ouder dan de doden – Begraafplaats Huis te Vraag
* Begraafplaats Huis te Vraag – Een verborgen schat
* ’t Huys te Vragh 1618-1890 – uit het Jaarboek 1975 van Amstelodamum (pdf)

Dit artikel als pdf-bestand: Huis te Vraag – Dat het nog bestaat.pdf

Door aanleg fietspad op sportpark krijgt Japanse Duizendknoop vrij spel

Het is inmiddels ruim drie jaar geleden dat de gemeente te horen kreeg dat de Japanse Duizendknoop ook op diverse plekken in De Oeverlanden, Sloten en elders in het landelijke gebied gespot was.

Bij de foto: Ga vooral niet maaien om de Japanse Duizendknoop te verwijderen. Dan blijven er overal kleine stukjes stengel achter en ieder stukje, hoe klein ook, zorgt weer voor een nieuwe plant… In afwachting van een oplossing plaatst de gemeente nu alleen nog maar bordjes met de tekst “Niet maaien”. Zoals hier ter hoogte van Ringvaartdijk 100. Foto: Willem Kleyn.

Die locaties zette de gemeente netjes op een digitale kaart, maar vervolgens volgt nog altijd geen actie. Het bestrijden van deze agressieve plant is immers heel moeilijk. Bekend is dat de gemeente – samen met knappe koppen van universiteiten – experimenteert met nieuwe bestrijdingsmethoden, maar voor de kortere termijn is daar weinig resultaat van te verwachten. Alleen al omdat het landelijke gebied van Nieuw-West zeker niet bovenaan de gemeentelijke urgentielijst prijkt. Als er al actief bestreden wordt, dan begint men op plekken waar de agressieve wortels van de Duizendknoop kades en asfalt bedreigen.

Ook op tracé geplande tijdelijke fietspad Sportpark Sloten
De werkgroep Sloten van de Dorpsraad maakt zich grote zorgen over deze ontwikkeling. De invasieve exoot verspreidt zich exponentieel snel. Op onverklaarbare wijze duikt hij nu ook steeds vaker in privé-tuinen op. De zorgen van de werkgroep richten zich nu ook op de aanleg van dat op deze website al eerder fel bekritiseerde tijdelijke fietspad, dat de afdeling Sport wil aanleggen in de Hoofdgroenstructuur op Sportpark Sloten. Onderzoek ter plaatse toont namelijk aan dat de Japanse Duizendknoop inmiddels ook woekert in de bosstrook waar dat fietspad zou moeten komen. Wie denkt “Maar dat is toch handig? Dan kan de gemeente bij de aanleg van dat fietspad meteen de Duizendknoop verwijderen?” heeft het mis.

Aanleg fietspad bevordert verspreiding
Een schouwer van de gemeente, die hier liever niet met naam wordt vermeld, vertelde de redactie dat aannemers die in opdracht van de gemeente elders in dfe stad de Japanse Duizendknoop verwijderen, de situatie meestal alleen maar verergeren: “Bestrijding lukt alleen maar als onder professionele begeleiding álle wortels volledig worden uitgegraven. Je moet álles meepakken en er mag millimeter wortel of stengel achterblijven. Als alles compleet is verwijderd, is het van groot belang dat je heel precies bent met het afvoeren van wortels, stengels, bloemen, zaden etc. Die moeten meteen luchtdicht worden verpakt en daarna worden verbrand. Dit afval mag dus zéker niet bij ‘groenafval’ terechtkomen. De plant verspreidt zich niet alleen via wortel en stengel, maar ook door de lucht!”

Naast de vele andere zorgen over dat tijdelijke fietspad in het sportpark, is er nu dus een serieus argument om af te zien van de aanleg bijgekomen. Als een aannemer dat tijdelijke fietspad gaat aanleggen, dan is de bestrijding van de Duizendknoop geen hoofdtaak voor het bedrijf. Wortels zullen dus worden doorsneden, waardoor de groei en verspreiding alleen maar zullen versnellen. Bovendien is de kans groot dat bij de grondwerkzaamheden (bijvoorbeeld voor de aanleg van de verlichting) grond verplaatst gaat worden. Dat is bijna een uitnodiging voor de woekerplant om zich ‘fijn’ op veel nieuwe plekken te vestigen…

Japanse Bladvlo als wapen
Naast het volledig uitgraven van de plant en heel zorgvuldig afvoeren gaat de Japanse Bladvlo misschien uitkomst bieden. Deze – eveneens geïmporteerde – luis eet graag jonge scheuten van de Japanse Duizendknoop. Na een eerste test zijn wetenschappers positief over het gedrag van deze exotische luis. Hun voorlopige conclusie: “Ze houden alleen van nieuwe scheuten van de Duizendschoon en niet van andere planten in de Nederlandse natuur.” Andere experts zijn daarentegen erg bezorgd omdat ze het wel “een eng idee” vinden om nóg een exoot hier in de Nederlandse natuur zomaar vrij te laten: “Je weet niet wat die beestjes op de langere termijn allemaal teweeg gaat brengen. Als ze eenmaal vrij in de Nederlandse natuur zijn vrijgelaten, raken we ze nooit meer kwijt…” De meeste wetenschappers lijken er echter van overtuigd dat deze bladvlo écht alleen maar van Japanse Duizendknoop houdt. Vandaar dat men nu toch al bezig is om deze exotische luis uit te zetten en zich te laten vermenigvuldigen. Zo zullen de luizen op steeds meer plekken in de stad aan het werk worden gezet. En ook het landelijke gebied komt dan zeker aan de beurt.

Uitputting van de plant
Het opeten van de jonge scheuten van de Duizendknoop moet ertoe leiden dat de plant uitgeput raakt en uiteindelijk afsterft. Als dat lukt, is het in ieder geval een zaak van lange adem. Experts gaan ervan uit dat dit zeker tien jaar zal duren. Wie deze exoot in zijn tuin heeft staan en niet werkeloos wil toezien hoe zijn hele tuin door deze plant wordt overgenomen, kan het beste aan de slag door (vooralsnog) zelf ‘voor bladvlo te gaan spelen’. Verwijder telkens opnieuw de jonge scheuten van de plant. Stop alles wat u snoeide meteen en intact in een vuilniszak (niet eerst op de aarde leggen en geen kleine stukjes stengel over het hoofd zien). Sluit de zak hermetisch af en stop hem zo snel mogelijk in de afvalcontainer. Niet in een vuilniszak op straat zetten, omdat vogels de zakken dan kunnen openpikken. Een open vuilniszak kan al voldoende zijn om de plant op nieuwe plekken te laten kiemen. Maak uw handschoenen na het werk goed schoon. Voor degenen die zelf de bestrijding van deze plant ter hand willen nemen biedt de gemeente na de zomer een online cursus aan. Meer weten? Klik hier.

Registratie
Ook al valt daar op straat verder weinig van te merken, de gemeente laat weten het probleem ‘Japanse Duizendknoop’ zeker wel serieus te nemen. Er wordt nu zelfs geëxperimenteerd met twee andere bestrijdingsmethoden: verhitting van de grond en elektrocutie. Het is nog onduidelijk of dit (op termijn) de beste resultaten biedt…

Het is in ieder geval van belang dat op de digitale kaart van de gemeente alle locaties vermeld staan waar deze exoot groeit. Als u wilt controleren of de kaart compleet is, klik dan hier.

Tamar Frankfurther; 6 augustus 2021.

Zie ook: Worstelen met de Japanse Duizendknoop

Amsterdams Open Monumentenweekend komt naar Sloten

Naar verwachting wordt het dat weekend (11 en 12 september 2021) feestelijk druk op het dorp Sloten. Er zijn doorlopend rondleidingen en verschillende monumenten zijn geopend.

Ter voorbereiding daarop kunt u nu al de folder met een fietsroute van de begraafplaats Sint Barbara (Sloterdijk) naar de Akermolen (aan de Ringvaart) gratis ophalen bij het Politiebureautje of downloaden via deze link. Dit jaar staan de buitengebieden centraal. En dan in het bijzonder de delen van Amsterdam, die dit jaar precies honderd jaar geleden zijn geannexeerd door de hoofdstad. Bureau Monumenten en Archeologie verwoordt dat net even anders…

Folder Buiten Buurten Sloten.

Buiten Buurten centraal
“Tijdens Open Monumentendag Amsterdam vieren we dit jaar dat de stad precies 100 jaar geleden vier keer zo groot werd en het bevolkingsaantal in één keer toenam met 36.000 nieuwe Amsterdammers. Aanleiding van deze stadsuitbreiding was de sterke economische groei in de negentiende eeuw. Hierdoor groeide ook het inwonersaantal van Amsterdam, dat zorgde voor een groot gebrek aan woonruimte. Als oplossing voor dit probleem, werden in 1921 vijf buurgemeentes ingelijfd door Amsterdam: Buiksloot, Nieuwendam, Ransdorp, Sloten, Watergraafsmeer en een groot gedeelte van Nieuwer-Amstel. Tijdens de 35e editie van Open Monumentendag Amsterdam wijken we af van het centrum en ligt de focus op de geannexeerde gemeentes, de ‘Buiten Buurten’.”

Nog drie andere interessante routes
Het is natuurlijk ook leuk om de ándere geannexeerde gebieden op de fiets te gaan verkennen en om te ontdekken wat daar nog zichtbaar is uit de tijd van vóór de annexaties. Deze routes kunt u downloaden via deze links:

Sloten-vlag uit
Uiteraard volgt begin september meer informatie over de verschillende openstellingen en activiteiten dat weekend op Sloten. De organisatie vraagt dan in ieder geval aan alle Slotenaren om op 11 en 12 september hun Sloten-vlaggen uit te hangen. Mocht u altijd al van plan zijn er eentje aan te schaffen, maar kwam dat er telkens maar niet van… Doe het nu! De vlaggen zijn voor 25 euro te koop in het Politiebureautje. 

Tamar Frankfurther; 6 augustus 2021.

Zie ook: Buurtroute Sloten

Slotense brandspuit verhuist van Molen naar Tuinpark V.A.T.

Het had nogal wat voeten in de aarde om de loodzware brandspuit en het bijhorende gammele dakje te verhuizen van de Molen van Sloten naar Tuinpark V.A.T. aan de Lies Bakhuyzenlaan. Na een ochtend hard werken was alles over en was het terras in de molentuin ook weer netjes hersteld.

Om de brandspuit te kunnen verhuizen, heeft de Klusgroep eerst voor het linker wiel een tijdelijke ronde steunplaat gemaakt. Dit wiel is zo rot, dat anders het nooit de zware last van de pomp zou kunnen dragen. Een voorwaarde om het apparaat veilig en verantwoord te kunnen verplaatsen.

Op 29 juli 2021 verhuisde de loodzware Slotense brandspuit naar Tuinpark V.A.T. Foto: Eveline van Rijn.

Veel informatie op de zijkanten van de spuit
Sloten had tot 1972 een eigen ‘vrijwillig brandweercorps‘, al was dat sinds de oorlog vooral ‘voor de show’. De spuit stond klaar in het schuurtje achter het adres Sloterweg 1277 midden op het dorp. Handig, want centraal en pal achter het huis van brandmeester Gerrit van der Puij.

De handspuit werd in 1880 in opdracht van ‘Koninklijke Magazijnen van Werktuigen’ geproduceerd. Zo valt te lezen op de zijkant. Daaronder staat dat de spuit is verhandeld door de toenmalige Handelmaatschappij ‘Landré & Glinderman’. Een eenvoudige zoekopdracht openbaarde meteen dat dit bedrijf, tegenwoordig met de ingekorte naam ‘Landré’ nog steeds bestaat. Mooi hoe verleden en heden elkaar dan begroeten. Al verhandelt Landré tegenwoordig 3D-printers… Op die zijkant staat ook met grote letters: “Waterkant”. Een duidelijke instructie voor het gebruik: aan die kant dus de slang in de sloot, pompen en spuiten maar.

De Brandspuit van Sloten op zijn nieuwe bestemming. Tot en met het Open Monumentenweekend op 11 en 12 september kunt u de brandspuit tijdens de ruime openingstijden nog bekijken. Daarna gaat bij naar binnen, zodat de zeskoppige Klusgroep van de V.A.T. hem kan gaan opknappen.
Foto: Erik Swierstra; 31 juli 2021.

Van Dorpshuis via de Molen van Sloten naar de V.A.T.
Deze brandspuit heeft al diverse woonadressen op Sloten gehad: Na zijn onderkomen in het hierboven vermelde schuurtje, stond hij jaren in de hal van het Dorpshuis, maar dat was om brand technische redenen eigenlijk niet zo verantwoord. Toen de Molen van Sloten openging, kreeg hij daarom daar meteen in 1991 een plek in de tuin. Sinds kort heeft de molen de helft van zijn tuin verhuurd aan de Democratische school en daarom was er geen ruimte meer voor dit bijzondere, maar toch wel omvangrijke, apparaat.

Dank aan Molen en V.A.T.
Tuinpark V.A.T. krijgt de brandspuit in bruikleen van de werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp. De werkgroep is erg blij met deze nieuwe woonplaats voor de pomp met wagen: “Wij bedanken de Molen-vrijwilligers die de spuit dertig jaar beheerd hebben en een veilig onderkomen boden. Het is geweldig dat de V.A.T. de brandspuit net zo liefdevol heeft ontvangen en gaat verzorgen. Als de brandspuit in de loop van volgend jaar is opgeknapt en zijn plek links naast de ingang van het park heeft gekregen, dan heeft Sloten er weer een nieuwe attractie bij. Een prachtige cultuurhistorische verrijking voor het toch al zo mooie dorp.”

Kom kijken op 11 en 12 september
Maar, voor die tijd kunt u vanaf nu de brandspuit dus al komen bewonderen. Tijdens het Open Monumentenweekend op 11 en 12 september 2021 krijgt de spuit uiteraard speciale aandacht. Daarna moeten we hem even missen.

Tamar Frankfurther; 31 juli 2021.

In beroep tegen woningbouw op Oude Begraafplaats Oud Osdorp

De Buurtgroep Oud Osdorp stapt naar de rechter in de hoop te voorkomen dat er gebouwd wordt op de Oude Begraafplaats langs de Osdorperweg.

De Buurtgroep: “Het is volstrekt onbegrijpelijk waarom de gemeente zijn eigen democratisch tot stand gekomen bestemmingsplan niet naleeft. Daarmee kiest de gemeente de zijde van de projectontwikkelaar en niet van ons aller algemeen belang. De gemeente gaat inhoudelijk niet in op onze bezwaren. Wij begrijpen hier niets van.”

Graftombe Oud Osdorp. Foto: Erik Swierstra.

Precedentwerking
Als dit bouwplan wordt goedgekeurd, zet dit de deur wagenwijd open voor andere projectontwikkelaars om nu nog open percelen langs de Osdorperweg vol te bouwen. Dat is het begin van het einde van de cultuurhistorische waarden van Oud Osdorp. “Het gaat hier dus om een heel principiële en belangrijke zaak”, aldus de Buurtgroep. Lees verder…

In beroep tegen woningbouw op Oude Begraafplaats Oud Osdorp
In april 2021 berichtten we dat de gemeente wilde meewerken aan de bouw van twee woningen op het terrein van de Oude Begraafplaats, in het hart van Oud Osdorp. Buurtbewoners, verenigd in de Buurtgroep Oud Osdorp, hebben zich hiertegen vanaf het begin verzet.

Door zienswijzen in te dienen en door hierover in gesprek te gaan met portefeuillehouder Ronald Mauer. Het heeft niet geholpen. Op 16 juni 2021 heeft de gemeente toch een Omgevingsvergunning verleend voor woningbouw aan de Parochie Halfweg, de eigenaar van de grond.

Beroep ingesteld bij de rechtbank
De buurtgroep Oud Osdorp heeft nu beroep ingesteld bij de rechtbank Amsterdam. Daarmee trekt de buurtgroep gelijk op met de eigenaren van de historische graftombe op de begraafplaats, die ook geen woningbouw rond hun familiegraven wensen. Wij stellen beroep in omdat de gemeente nog altijd geen inhoudelijke reacties heeft gegeven op onze belangrijkste bezwaren waarom volgens ons op die plek niet gebouwd mag worden.

Precedentwerking voor hele Osdorperweg
Het is van groot belang om dit bouwproject tegen te houden. Het toestaan van deze bebouwing heeft namelijk waarschijnlijk ‘precedentwerking’ voor alle kavels langs de Osdorperweg. Die kavels zijn nu nog beschermd dat daar niet gebouwd mag worden, omdat het vrije zicht op het groene achterland intact moet blijven. Als bebouwing op de Oude Begraafplaats wordt toegestaan, dan betekent dat dat de kans groot is dat grondeigenaren van andere open plekken langs de Osdorperweg ook hun percelen mogen volbouwen.

Gemeente als lakei van de projectontwikkelaar
Volgens het bestemmingsplan heeft dit open gebied de bestemming ‘recreatie’. Dus is woningbouw verboden. De gemeente had daarom de vergunningaanvraag gemakkelijk kunnen afwijzen. Maar vanaf het begin in 2018 heeft de gemeente alles gedaan om de Parochie uit Halfweg, die daar wil bouwen om de grond te gelde te maken, ter wille te zijn. In de vergunning staat letterlijk dat “het (financieel) belang van de Parochie zwaarder weegt dan de belangen van omwonenden”. Volgens de wet mag een andere bestemming alleen worden toegestaan, als er sprake is van “zware maatschappelijke belangen”. De gemeente doet geen enkele moeite om aan te geven wat in dit geval die maatschappelijke belangen zijn. Logisch, want volgens hen zijn die er blijkbaar niet.

Gemeente zet sluis open voor nieuwe woningbouwplannen
De gemeente gebruikt in de vergunning als argumenten, dat de voorgestelde woningen passen in de bestaande lintbebouwing en dat naast de woningen doorzicht blijft op het achterliggende polderland. De Buurtgroep constateert dat deze argumenten helemaal niet van toepassing zijn op deze locatie. De gemeente argumenteert omslachtig dat iedere plek weer zijn eigen afweging vraagt. Maar aan de hand van dit voorbeeld kunnen andere projectontwikkelaars bij toekomstige projecten ook hun kavels gaan volbouwen. Dat gaat dan door totdat het bouwlint langs de Osdorperweg helemaal is volgebouwd. Dan zijn de prachtige doorzichten naar het achterland allemaal verdwenen. Een funeste ontwikkeling, die de rechtbank hopelijk gaat voorkomen.

Zichthinder van 9 meter hoge huizen
In het beroepschrift van de Buurtgroep staan ook nog andere argumenten waarom de woningbouw niet mag doorgaan. Zoals net doen alsof zichthinder door negen meter hoge huizen – in de toekomst met begroeiing en tuinschuren – gelijk zou zijn aan de zichthinder door volkstuinen met tuinschuurtjes. En het wegredeneren van het historische en cultuurhistorische belang van de begraafplaats, de graftombe en het omliggende polderlandschap.

Wij hopen op een vernietiging van de Omgevingsvergunning. Zodat de Osdorperweg, en in het bijzonder de kern van Oud Osdorp, de weinige landschappelijke waarden die er nog zijn kunnen behouden. Er is immers de afgelopen twintig jaar al te veel vernield.

Frans van der Woerd, namens de Buurtgroep Oud Osdorp; juli 2021.

Viaductschilderingen onder de A4 bij Sloten

Nabij het dorp Sloten ligt een aantal viaducten waarmee de Nieuwe Haagseweg, de autosnelweg A4 van Amsterdam naar Den Haag, en de Schipholspoorlijn over kruisende wateren en wegen gaan.

Deze viaducten worden gedragen door een groot aantal betonnen kolommen. Diverse kunstenaars, maar ook knoeiers, hebben hun sporen op de kolommen achtergelaten. Naast prutswerk zijn er ook een aantal mooie juweeltjes aan schilderwerk te ontdekken. Dit artikel beschrijft enkele hiervan.

De aanleiding hiertoe waren twee berichten in de Nieuwsbrieven Sloten-Oud Osdorp van 7 en 21 april 2021 die hieraan waren gewijd. Zie: Nieuwsbrief Sloten-Oud Osdorp – 7 april 2021 en: Nieuwsbrief Sloten-Oud Osdorp – 21 april 2021.

In het eerste bericht werd bij een foto van een beer en een jongen de vraag gesteld of deze van de mysterieuze kunstenaar Banksy zou zijn. In het tweede bericht, op 21 april, kwam hierop een antwoord dat dit niet het geval was en dat de schildering van de gemaakt was door ‘Pipsqueak was here’. Dit tweekoppige kunstenaarscollectief koos voor deze naam, omdat “we klein, onbeduidend, maar toch luid en aanmatigend zijn en omdat we met onze kleine stemmen tóch gehoord willen worden. Zo vragen we op onze eigen eigenaardige manier aandacht voor alle grote en kleine zaken van het leven.”

Naar aanleiding hiervan ben ik op 21 april zelf gaan kijken wat er te zien was en langs alle viaducten en kolommen gefietst tussen de Ringvaart van de Haarlemmermeer en het knooppunt Nieuwe Meer in de Riekerpolder. Dit betrof ook de viaducten over de Anderlechtlaan en de Johan Huizingalaan / Oude Haagseweg. Niet alleen de reeds getoonde schilderingen van ‘Pipsqueak was here’ waren te zien, maar ook nog diverse andere van dit duo, maar ook schilderingen van diverse andere makers. Hieronder enkele foto’s gemaakt tijdens mijn fiets- en ontdekkingstocht.

Sommige afbeeldingen komen ook voor op de website www.pipsqueakwashere.com.

Deze bevinden zich op kolommen aan de Amsterdamse kant van de Ringvaart. Daarnaast is er een schildering van dezelfde maker te vinden op een kolom aan de Johan Huizingalaan.

Vooral kolommen van de viaducten over de Ringvaart dragen flink wat schilderingen van diverse kunstenaars. Van de sommige is mij niet bekend wie de maker(s) is / zijn, maar er zijn duidelijk verschillende stijlen te herkennen.

Op de kolommen van de viaducten over de Anderlechtlaan zijn ook enkele schilderingen van onbekende herkomst aan te treffen, ook de viaducten over de Johan Huizingalaan dragen enkele schilderingen, maar de meeste kolommen zijn hier nog onbeschilderd.

Ten slotte is er nog de oude overbrugging van de Oude Haagseweg over de Ringvaart. Ook hier zijn aan de Amsterdamse kant enkele schilderingen aan te treffen. Dit betreft een ‘groepsportret’ van apen en daartegenover een gekleurd vlak in een diagonaal verdeeld in rood-wet en zwart-wit.

Zo blijkt de omgeving van Sloten toch over een aardige collectie ‘viaductkunst’ te beschikken. Leuk voor een ontdekkingstocht.

Heeft iemand meer informatie over deze schilderingen? Wie weet er meer van? Reacties aan: eriksw@wxs.nl

Tekst en foto’s: Erik Swierstra; april-mei 2021.

 
(N.B. Door op de afbeelding te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

Viaducten over de Ringvaart van de Haarlemmermeer, zijde Amsterdam

Water, melon, sugar. David Shillinglaw (London).

Twee beren en een jongen. Pipsqueak was here.

Beer en jongen. Pipsqueak was here; ’Local Cathedral; 19 april 2013.

Beer en jongen. Pipsqueak was here; ’Local Cathedral; 19 april 2013.

Portret van een jonge vrouw (1). Pipsqueak was here.

Portret van een jonge vrouw (1). Pipsqueak was here.

Ooh Boy. Pipsqueak was here.

Ooh Boy. Pipsqueak was here.

Portret van een oudere heer. Pipsqueak was here.

Portret van een oudere dame. Pipsqueak was here.

Portret van een oudere dame. Pipsqueak was here.

All systems are go! Pipsqueak was here.

Portret van een jonge vrouw (2). Pipsqueak was here.

Portret van een jonge vrouw (3). Pipsqueak was here.

Staande beer. Pipsqueak was here.

Kolommen van de viaducten van de Schipholspoorlijn en de A4 (Nieuwe Haagseweg) over de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder.

Kolommen van de viaducten van de A4 (Nieuwe Haagseweg) over de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder.

Brug in de Oude Haagseweg over de Ringvaart van de Haarlemmermeer, zijde Amsterdam

Groepsportret chimpansees. “The circus has left town… We just stuck around…”. Pipsqueak was here. Amsterdamse Straatkunstprijs; 13 mei 2011.

Rode en zwarte driehoek. Jan van der Ploeg.

In maart 2022 werden de rode en zwarte driehoek vervangen door het blauw-geel van de Oekraïense vlag.

In oktober 2022 was de viaductpijler weer betongrijs.

In november 2022 was er een ‘zebrapad’ beschildering gekomen.

Viaducten over de Anderlechtlaan, westzijde

‘Superbear’ – beer en jongen met cape. Pipsqueak was here.

Man met een ‘hengel’ (?). Onbekende kunstenaar.

Viaducten over de Johan Huizingalaan, westzijde

Olifant en meisje. Pipsqueak was here.

Abstracte symbolen. Onbekende kunstenaar.

Kolommen van viaducten over de Johan Huizingalaan.

Symbolen lijken op cijfers. Onbekende kunstenaar.

Kolommen van viaducten over de Johan Huizingalaan.

Symbolen lijken op cijfers. Onbekende kunstenaar.

Foto’s: Erik Swierstra, 21 april 2021.

Weelderige bermen in en om Sloten, een rondgang

De afgelopen weken kijken we onze ogen uit als we vanaf de Plesmanlaan richting dorp Sloten fietsen en in de omgeving van Sloten wandelen. De bermen langs de paden staan uitbundig in bloei en vooral hommels en bijen zweven van plant tot plant.

Er bloeit van alles: Klaprozen, Korenbloemen, Cichorei, diverse soorten Boterbloemen en Klaver. Wat een weelde ten opzichte van het vorige jaar.

Bloemrijke berm langs de Plesmanlaan te Sloten. Foto: Anne Nicolai.

Het voelt vooral goed aan, omdat we ook weten dat veel verschillende soorten beplanting een voorwaarde is voor een rijk insectenleven. En wel omdat veel insecten er afhankelijk van zijn. Het biedt beschutting tegen belagers (vogels). Het blad van veel planten is voedsel voor o.a. rupsen, sprinkhanen. De nectar van bloemen is van levensbelang voor zweefvliegen, bijen en vlinders. En deze vliegende bezoekers zorgen weer voor bevruchting van veel planten, waaronder allerlei fruitbomen, die ons van voedsel voorzien. Veel insecten betekent vervolgens ook een rijk vogelleven.

Als ‘Vlindergroep Sloten’ zijn we hier blij mee. Dit is ook de reden, dat we ongeveer om de twee weken een ‘rondje Sloten’ maken, om daarin vast te stellen hoe de bermen gemaaid worden. Het resultaat zetten we in een overzicht, zodat we een totaalbeeld van het beheer krijgen.

Icarusblauwtje in Natuurpark Vrije Geer; 8 juli 2021. Foto: Els Albers.

Maaien op zich is niet verkeerd voor bloemrijk grasland. Dit moet echter met beleid gebeuren. Aandachtspunten zijn onder andere: niet vaker dan twee x per jaar maaien, de eerste keer maaien na 1 juli en dan ongeveer de helft van de begroeiing laten staan, de tweede keer een ander deel maaien en steeds het maaisel na enkele dagen verwijderen. Zo ontstaat er een voedselarme bodem, waar bloemrijke kruiden het best op groeien.

Inmiddels hebben we begrepen dat deze werkwijze ook past in het beleid van de gemeente Amsterdam die het groen in de wijken wil versterken. We hopen dat deze trend zich de komende jaren verder doorzet, zodat er mooie groene en gezonde wijken ontstaan, waar we dan ook veel vlinders hopen te ontdekken.

Namens de Vlindergroep Sloten, Anne Nicolai; 20 juli 2021.

Nieuw meldpunt voor geluids- en stankoverlast Schiphol

Het was altijd al een doorn in het oog van velen dat de registratie van Schiphol-overlast werd uitgevoerd door partijen die niet onafhankelijk waren. Als door een slager die zijn eigen vlees keurt…

www.vliegherrie.nl

Een groep omwonenden van Schiphol is daarom samen met diverse maatschappelijke en bewonersorganisaties een eigen website begonnen: “Meld vliegherrie!” Iedereen kan zoveel meldingen indienen als hij wil, maar het is wel van belang om eerst een account aan te maken.

Alle klachten over Schiphol, in de breedste zin, zijn hier welkom. Het hoeft dus niet alleen over geluidsoverlast te gaan, maar kan ook over stankoverlast (van kerosine), veiligheidszorgen of andere milieu- gerelateerde onderwerpen gaan. Alle geregistreerde klachten blijven openbaar en voor iedereen opvraagbaar. Via deze link kunt u een account aanmaken op deze website

Openbaar en transparant
Deze website is voor en door omwonenden van Schiphol. De initiatiefnemers: “Onze site is een aanvulling op de reguliere sites voor klachten over vliegverkeer, die worden beheerd door de luchtvaartindustrie zelf of door overheidsorganen die weinig prioriteit geven aan de meldingen. ‘Meld vlieghinder!’ functioneert als toegangspoort voor wetenschappers en journalisten naar de persoonlijke verhalen van melders.

Op deze site telt iedere melding, al maakt u vijfduizend meldingen in een jaar. Alle meldingen zijn openbaar toegankelijk – uiteraard zonder de NAW-gegevens van de melders. Eén voorwaarde: geen schuttingtaal of enge ziektes in uw meldingen. Wij zijn geen experts en wij beantwoorden dus geen vragen over vliegtuigoverlast. Wij inventariseren alleen en publiceren iedere week een nieuwe landkaart waarop alle meldingen te zien zijn.” Deze site is een gezamenlijk initiatief van diverse maatschappelijke organisaties en bewonersplatforms rond Schiphol.

Tamar Frankfurther; 23 juli 2021.

Vissterfte karpers en brasem, voorn en andere vissen

Het landelijke gebied is sloot-rijk. Verschillende mensen zagen in de afgelopen periode dode vissen in de sloten drijven. Zij meldden dit aan de gemeente en aan Waternet.

Osdorperweg Oud Osdorp. Foto: Erik Swierstra.

Waternet laat weten dat er inderdaad sinds half mei sprake is van een hogere vissterfte dan gebruikelijk.

Polders van Oud Osdorp
Waternet: “Vooral in de Lutkemeerpolder en Osdorper Binnenpolder is sprake van een enorme sterfte. Samen met de Amsterdamse Hengelsportvereniging hebben we gezocht we naar de oorzaak van deze opvallende vissterfte die alleen karpers treft. Deze karpers overleden aan een specifiek karpervirus met de naam ‘Carp Edema Virus’. Het is niet makkelijk om maatregelen te nemen om dit te bestrijden. Wel proberen we verspreiding van dit virus zoveel mogelijk te voorkomen.

Bij hogere watertemperaturen groeit het virus minder goed, dus hopelijk helpt het warmere weer mee om deze vissterfte te beperken. De dode karpers worden door ons verwijderd. Het virus is niet schadelijk voor de mens. Toch is het verwijderen van de dode karpers erg belangrijk om het ontstaan van ziektes te voorkomen, zoals Botulisme.”

Meld dode vissen en dichtgeslibde sloten
Naast de sterfte van karpers kreeg Waternet ook meldingen over vissterfte van brasem, voorn en andere soorten. Daarover meldt het waterschap: “Het is normaal dat er in het voorjaar tijdens de paaiperiode vissterfte optreedt. Dit jaar is de vissterfte hoger dan gebruikelijk. Dit komt vermoedelijk door het koude voorjaar. Hierdoor zijn vissen in een slechtere conditie, waardoor ze gevoelig zijn voor ziektes. Tijdens de stressvolle paaiperiode neemt hun weerstand nog verder af en dat kan dan tot hun dood leiden.”

Het waterschap en de gemeente vragen aan iedereen die dode vissen ziet drijven, dit gemeente dit vooral te melden. Deze worden dan verwijderd. Ook dichtgeslibde sloten dragen niet bij aan het welzijn van vissen. Via bovenstaande link kunt u ook melden wanneer bepaalde sloten hoognodig toe zijn aan een baggerbeurt.

Tamar Frankfurther, 23 juli 2021.

Fietsersbond blij met snelfietsroute tussen Schiphol en de Zuidas

De Fietsersbond Amsterdam stemt in grote lijnen in met de voorstellen uit de Concept Ontwikkelstrategie voor De Oeverlanden. Zo blijkt uit hun Inspraakreactie.

Het bestuur geeft aan verheugd te zijn dat de snelfietsroute Schiphol − Oeverlanden − Zuidas een belangrijk onderdeel van de plannen is. Voor de overige fietsroutes binnen het gebied pleiten zij voor terughoudendheid: de bestaande Oeverroute biedt al veel afwisseling en doorzichtjes.

Doorsteek vanaf Plantijnpad is wenselijk
De betere toegankelijkheid, met nadruk op Johan Huizingalaan en Anderlechtlaan, is teveel vanuit de auto gedacht. Beide wegen zijn Hoofdnet Auto, en daarmee druk en onaantrekkelijk om langs te fietsen. Zet voor fietsers daarom vooral in op de drie overige ingangen: Jaagpad (autoluw), Christoffel Plantijnpad (autovrij) en Ringvaartdijk (autovrij). Vanuit het Plantijnpad is een, nu ontbrekende, logische en korte doorsteek richting Oeverpad wenselijk.

Voor fase I heeft de Fietsersbond een sterke voorkeur voor realisatie van het snelfietspad Oude Haagseweg- Riekerweg, met tijdelijke doorbinding langs het Jaagpad naar de Schinkelsluizen. Dit hoeft relatief weinig te kosten.

Tamar Frankfurther; 23 juli 2021.