Geschiedenis

Historische film ‘Sloten en de Sloterpolder in 1939’ nu openbaar

De in 1939 gemaakte filmbeelden over het leven in Sloten en de Sloterpolder zijn sinds 1 maart 2021 openbaar. De film van een half uur staat nu op Youtube en is hiermee dus voor iedereen te bekijken.

Omdat de film 82 jaar oud is, zijn de beelden niet optimaal. Wél zijn de beelden van het dorp Sloten heel herkenbaar, omdat het dorpsdecor nauwelijks is veranderd, terwijl de beelden van de Sloterpolder uniek zijn, omdat dit gebied geheel onder het zand is verdwenen door de bouw van Nieuw-West.

Historische film ‘Sloten en de Sloterpolder in 1939’ nu openbaar.

Dorpsleven
De film brengt ons terug naar het eind van de jaren ’30. De dreiging van oorlog hangt in de lucht. Op 1 september valt Duitsland Polen binnen. Maar in de zomer van 1939 is niemand hier nog mee bezig, zo te zien. Ook in het nog volledig agrarische Sloten en de Sloterpolder verloopt alles zoals al jaren. Naast het dagelijkse werk zijn er de nodige ontspannende gebeurtenissen waar het hele dorp op af komt. Er is een actief familie- en verenigingsleven. Bijna alle gefilmde gebeurtenissen verlopen in, rond of vanuit de Sint-Pancratiusparochie waartoe het merendeel van de Slotenaren behoort: de school, het jeugdwerk, de voetbalclub Pancratius.

Oorlogsdreiging
Op de Kerksloot wordt geschaatst en in de Sloterpolder wordt gespeeld en gevaren te midden van al het water. Per schuitje verloopt het groentetransport naar de markt waar dit jaar ontelbare komkommers helaas worden doorgedraaid. Het is het eind van de crisisjaren ’30. Verspreid in het dorp hangen pamfletten die de ‘algemeene mobilisatie’ aankondigen en voor Hotel Centraal houdt een gewapende soldaat de wacht. Het zijn de beelden van het laatste vredesjaar. Maar desondanks wordt er zo te zien volop genoten en gefeest en dat zijn nu eenmaal momenten die je met de filmcamera als eerste vastlegt.

Sloten en een deel van de Sloterpolder vanuit de lucht in 1939 ten tijde van de opgenomen film. Foto: Technische Dienst Luchtvaartafdeeling.

Filmend door het dorp
Het is F.A. van der Burg die in 1939 met zijn filmcamera al deze beelden in Sloten vastlegt. Het is nog de tijd van de ‘stomme’ film: gelijktijdig opnemen van geluid was er toen nog niet bij. Als kapelaan van de Sint-Pancratiusparochie legt hij tal van gebeurtenissen vast die zich rondom de kerk afspelen: huwelijken, jubilea, de voetbalclub Pancratius, het jeugdwerk dat voor jongens en meisjes toen nog volledig gescheiden was. Met zijn camera is hij ook dieper de Sloterpolder ingedoken. Wellicht op huisbezoek bij tuinders die alleen per bootje bereikt konden worden. En hoogstwaarschijnlijk mag hij mee meevaren bij het afleveren van de groenten bij de Centrale Markthallen aan de Jan van Galenstraat en maakt hij daarbij de beelden van de inmiddels verdwenen Sint-Augustinuskerk en de toen monumentale brug over de Postjeswetering bij de Hoofdweg.

Historie vereeuwigd
Dat Van der Burg zeer begaan is met het reilen en zeilen in zijn parochie en het dorp Sloten, blijkt niet alleen uit de films die hij maakt, ook schrijft hij een lijvig boek over de lange historie van de Sint-Pancratiusparochie. En dat alles in de slechts drie jaar dat hij in Sloten kapelaan is van 1938 tot 1941. En 38 jaar na zijn vertrek is hij, inmiddels pastoor in Berkel-Rodenrijs, in 1979 zelfs nog van de partij bij het 65-jarig jubileumfeest van de Sint-Jozefschool.

Massale verspreiding
Het is niet de eerste keer dat deze oude beelden naar buiten zijn gebracht. Tijdens het 65-jarig jubileum van de Sint-Jozefschool in 1979 is deze film al eens vertoond en ook nog eens in 1987 tijdens een drukbezochte voorstelling in de gymzaal. En ook bij de opheffing van de school kon een videoband worden besteld, zodat de film reeds bij een aantal gezinnen in bezit is. Onlangs is deze 82 jaar oude film van een intro en aftiteling voorzien en tevens op youtube geplaatst. Tevens is er de oproep of kijkers nog mensen of gebeurtenissen op de film herkennen. Reageren kan op: info@theodurenkamp.nl

Theo Durenkamp; 1 maart 2021.

Voor het volledige artikel en een overzicht van wat er op te zien is, zie: www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/sloten-en-de-sloterpolder-in-1939

Bekijk de film ‘Sloten en de Sloterpolder in 1939’ en klik op onderstaande link:

www.youtube.com/watch?v=Wl5XZfPvg4c

Bruggen over de Ringvaart

Tussen de Haarlemmermeerpolder en Sloten-Oud Osdorp

Sinds de aanleg van de Ringvaart om de Haarlemmermeerpolder en de droogmaking van de Haarlemmermeerpolder in 1852 zijn er diverse bruggen over de Ringvaart gebouwd.

Sloterbrug
Tussen de vroegere gemeente Sloten en de Haarlemmermeer werd in 1879 de eerste brug gebouwd, de Sloterbrug, in het verlengde van de Akerweg (thans Sloterweg), naar Badhoevedorp. Tot 1938 was dit de enige brugverbinding in deze omgeving. De uit 1879 daterende draaibrug werd in 1962 vervangen door de huidige ophaalbrug. Er bestaan plannen om deze te vervangen door nieuwbouw. Zie ook: www.slotenoudosdorp.nl/geschiedenis-van-de-sloterbrug/

De Sloterbrug tussen Badhoevedorp en Sloten. Foto: Erik Swierstra.

Brug in de Haagseweg
De tweede overbrugging werd in 1938 in gebruik genomen als onderdeel van Rijksweg 4, de Haagseweg naar Schiphol en Den Haag. Deze basculebrug deed dienst tot 1966, toen die werd vervangen door de bruggen in de autosnelweg A4, de Nieuwe Haagseweg, nabij de zuidelijke rand van Badhoevedorp.

Ringvaartviaduct A4
De hoge vaste bruggen in de A4 uit 1966-’67 zijn nu de drukste wegverbinding in deze omgeving voor het doorgaande verkeer. Tussen de beide bruggen werden in 1978 en 1996 drie spoorbruggen gebouwd voor de Schiphollijn, de spoorlijn tussen Amsterdam en Schiphol.

Oude Haagsebrug
De Oude Haagsebrug uit 1938 bleef ruim dertig jaar ongebruikt liggen, wel konden fietsers en voetgangers nog van de brug gebruik maken. In de jaren negentig werd het beweegbare deel vervangen door een vaste overspanning. In 2002 werd het wegtracé van de Oude Haagseweg (met de brug) deels in gebruik genomen als vrije busbaan waardoor de buslijnen tussen Amsterdam en Schiphol niet meer in de files op de autosnelweg terecht kwamen. Deze busbaan is sinds 2020 onderdeel geworden van de ‘Westtangent’, een vrije busbaan tussen Sloterdijk, Nieuw-West en Schiphol. Er bestaan plannen om de oude brug door nieuwbouw te vervangen.

De Oude Haagsebrug over de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder.
Foto: Erik Swierstra.

Lijnderbrug
In 2003 kwam er een nieuwe, meer noordelijk gelegen, overbrugging gereed voor het lokale verkeer, dit werd de Lijnderbrug, een hooggelegen ophaalbrug. Deze verbindt Osdorp en De Aker aan de oostkant met Lijnden en Badhoevedorp aan de westkant via de autoweg T106, in het verlengde van de Ookmeerweg. Sinds de groei van de woonwijken en bedrijventerreinen in deze omgeving is dit de drukste wegverbinding voor het autoverkeer tussen Amsterdam Nieuw-West en de Haarlemmermeer geworden.

De Lijnderbrug over de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Foto: Erik Swierstra.

Fietsbrug Zwanenburg
In 2012 werd een kleine klapbrug voor fietsers en voetgangers geopend tussen Oud Osdorp (Raasdorperweg) en Zwanenburg.

Ringvaartviaduct A5
Als laatste nieuwe overbrugging is hoge vaste brug in de autosnelweg A5 (Westrandweg) in 2012 in gebruik genomen. Deze ligt ten zuiden van Zwanenburg, ter hoogte van de Lutkemeerpolder aan de oostkant.

(N.B. Door op de kaart te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

Bruggen over de Ringvaart tussen de Haarlemmermeerpolder en Sloten-Oud Osdorp.

Verkeersproblemen tussen Amsterdam en Haarlemmermeer

Door het steeds verder toegenomen wegverkeer zijn zowel de Sloterbrug als de Lijnderbrug drukke verbindingsschakels geworden. Voor de smalle Sloterbrug bestaan plannen voor vervanging, maar over de breedte van de nieuwe brug en de hoeveelheid verkeer die hierover zou moeten / kunnen rijden bestaan verschillen van inzicht.

Voor meer informatie over de Sloterbrug, zie: www.slotenoudosdorp.nl/sloterbrug-en-sloterweg/

Voor de Lijnderbrug bestaan geen plannen voor vernieuwing, maar de inmiddels bijna twintig jaar oude brug is wel aan onderhoud toe. Dit gaat plaatsvinden van 1 tot 19 maart 2021. In die periode is de brug geheel afgesloten voor het verkeer. Automobilisten die Nieuw-West en de Haarlemmermeer de Ringvaart willen kruisen zullen dus naar alternatieven op zoek moeten.

Zie hiervoor: www.slotenoudosdorp.nl/groot-onderhoud-lijnderbrug-grote-gevolgen-voor-de-aker-sloten-en-nieuw-sloten/

Meer informatie over bovenstaande bruggen op Wikipedia:

Lokaal verkeer
* Sloterbrug: nl.wikipedia.org/wiki/Sloterbrug
* Lijnderbrug: nl.wikipedia.org/wiki/Lijnderbrug
* Fietsbrug Zwanenburg: nl.wikipedia.org/wiki/Fietsbrug_Zwanenburg

Doorgaand verkeer
* Oude Haagsebrug: nl.wikipedia.org/wiki/Oude_Haagsebrug
* Ringvaartviaduct A4: nl.wikipedia.org/wiki/Ringvaartbrug_A4
* Ringvaartviaduct A5: nl.wikipedia.org/wiki/Ringvaartbrug_A5

Erik Swierstra, 20 februari 2021.
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

Na 43 jaar wekelijks in de Westerpost…

De Rubriek Sloten-Oud Osdorp gaat digitaal verder

Eind 1978 bedacht mijn vader P. Hans dat het goed zou zijn om wekelijks in de lokale krant over het nog resterende landelijke gebied van Nieuw-West te schrijven.

Rubriek Sloten-Oud Osdorp in de Westerpost-Haarlemmermeers Weekblad.

Niemand had toen kunnen bedenken dat deze rubriek 2.090 afleveringen later nog zou bestaan! Vanaf volgende week gaat deze digitaal verder. De werkgroep Publiciteit van de Dorpsraad dankt de Westerpost voor de hartelijke samenwerking al die jaren, in het bijzonder de familie Kater, die het mogelijk maakte om 43 jaar lang wekelijks aandacht te schenken aan álles wat in het landelijk gebied gebeurt.

Twintig vrijwilligers deden week-in-week uit verslag in de rubriek. Uit het archief van de werkgroep Historie blijkt dat in die 43 jaar vooral héél vaak over het ‘onveilige verkeer’ is geschreven. Zowel over de Oud Osdorpse Osdorperweg als over de Slotense Sloterweg. Logisch: Dat zijn twee overbelaste oude smalle landelijke wegen met aan weerszijden sloten, zonder veilige vrijliggende fiets- of wandel paden.

Rubriek Sloten-Oud Osdorp in de Westerpost.

Recente historie vastgelegd
Maar ook andere onderwerpen kwamen vaak aan bod. Denk aan de zorgen over het steeds verder verstedelijken van het landelijke gebied en de drukke Sloterbrug. Of aan de verslaglegging van de vele dorpsfeesten. De komst en daarna de bouw van de Molen van Sloten, het redden van de Akermolen langs de Ringvaart en het Weilandje Vrije Geer, het Politiebureautje en het groenhouden van de Lutkemeerpolder. Allemaal vervolgverhalen waar lezers telkens over werden bijgepraat. Later stond vaker centraal hoe leuk het is voor bewoners van Nieuw-West om hier ‘om de hoek’ te komen recreëren: fietsen door landelijk Osdorp en wandelen door het Beschermde Dorpsgezicht Sloten.

De rubriek gaat dus digitaal door! Volgende week, op 10 februari 2021, zal rubriek nummer 2.091 verschijnen. Een hartelijk ’tot ziens’ aan alle lezers van de Westerpost!

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 3 februari 2021.

 

Meldt u aan
Wilt u op de hoogte blijven van alle activiteiten, de feesten en het overige nieuws uit Sloten en Oud Osdorp, meldt u dan aan voor de digitale rubriek. Ga naar de website www.slotenoudosdorp.nl en klik op het tabblad ‘Nieuwsbrieven‘. De rest wijst zich vanzelf.

Als u op Sloten of Oud Osdorp woont en geen internet hebt, maar wel de rubriek wil blijven ontvangen, gaan wij ons best doen wat te regelen. In dat geval vragen wij u om een briefje met uw naam, adres en telefoonnummer te sturen naar (of in de bus te doen van) Dorpshuis Sloten, Werkgroep Publiciteit, Nieuwe Akerweg 14, 1066 ES Amsterdam-Sloten.

Goedkoop dronken worden in De Rode Leeuw

De opgravingen aan de zuidkant van de Sloterweg waar de arbeiderswoningen stonden leveren nu al meer informatie op. Dat verbaast archeoloog Thijs Terhorst van de gemeentelijke afdeling Monumenten en Archeologie niets. Een 17e-eeuwse plattegrond laat namelijk zien dat precies op díe plek vroeger al bebouwing stond. Dáár wilde hij dus graag graven.

Leuk detail: De fundering van de waarschijnlijk 17e-eeuwse stal van de herberg staat op dakpannen. Goedkoop bouwen met wat voorhanden was…
Foto: Erik Swierstra; 19 januari 2021.

Dit is een waardevolle vindplaats. De oudste (en diepste) resten stammen waarschijnlijk van rond 1600. Thijs: “We nemen monsters van de houten planken mee. We kunnen dan bepalen wanneer de bomen waar ze van gemaakt gekapt zijn. Daarna hebben we echt een jaartal!”

Halfweg Sloten
Dat de herberg De Rode Leeuw juist híer gevestigd was, is volgens de archeoloog geen toeval: “Deze plek aan de middeleeuwse Sloterweg ligt precíes voorbij de grens ‘halfweg Sloten’. Daardoor mocht Amsterdam hier geen accijns heffen op de alcohol. Omdat de kroegbaas geen last had van die belastingen, konden zijn gasten lekker goedkoop drinken! Het verbaast me niets dat deze kroeg in latere vermeldingen ‘Het Dronkenmanshuisje’ genoemd wordt.”

Rond de haard
Het pand bestond uit twee gebouwen. In het hoofdgebouw aan de westkant is een haard van rond 1650 gevonden. De gasten warmden zich rond de haard, deden hier spelletjes en rookten pijpen. Thijs: “Hoe we dat weten? Op de zandvloer rond de haard hebben een heleboel pijpenkopjes, maar bijvoorbeeld ook een dobbelsteen, knikkers en bikkels gevonden. Die konden de dronken gasten vast niet meer terugvinden in het zand.” De waterput op het voorterrein bleek te zijn gemetseld op een enorme laat 18e-eeuwse houten ton.

Verschillende tijden
Ook twee afvalkuilen achter het pand leveren vondsten van rond 1800 en uit de late 19e-eeuw. De laatste zijn waarschijnlijk van de bewoners van de arbeiderswoningen die hier stonden. Alles gaat mee naar het depot voor nader onderzoek. Wordt dus zeker vervolgd! Het is maar goed dat de gemeente dit alles veilig stelt voordat de nieuwbouw start.

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 3 februari 2021.

Schatgraven: straks verdwijnt deze 17e eeuwse herberg onder nieuwbouw

Ondanks de hotelstop is Amsterdam weer een hotel rijker. De zeventiende-eeuwse Herberg De Rode Leeuw geeft zich bloot aan de Sloterweg.

Dylan Van Eijkeren – Het Parool – 29 januari 2021

De Sloterweg gezien in de richting van Amsterdam. Rechts van de weg een gebouw met een uithangbord boven de deur, vermoedelijk een herberg De Rode Leeuw.
Beeld: Stadsarchief Amsterdam / Kops Goedschalksz., Jacobus.

Wat hebben Indiana Jones en de ruïnes van Pompeï ­gemeen met de Sloterweg? Exact: een enkele schop in de grond en de historische oudheden openbaren zich als voorjaarsbloemen.

Archeologen van de gemeente spitten, graven en delven sinds maandagochtend 4 januari in de grond van twee percelen aan de Sloterweg, ter hoogte van de nummers 711-715. Daar bevond zich een zogeheten verwachtingsgebied, een plek waarvan de archeologen van de gemeentelijke ­afdeling Monumenten & Archeologie op basis van kaarten en tekeningen vermoeden dat er historische overblijfselen zijn. Onder het maaiveld aan de zuidkant van de Sloterweg, zo was het vermoeden al bij de gemeentelijke archeologen, zouden zich weleens de resten kunnen bevinden van een oude herberg.

Het onderzoek kon worden gedaan omdat daar nieuwbouw is gepland. Nadat een aantal negentiende-eeuwse landarbeidershuisjes het veld had geruimd, groeven de ­archeologen twee proefsleuven. En ­jawel: daar dook Herberg De Rode Leeuw op, een zeventiende-eeuws etablissement. Uit de proefsleuven bleek dat het terrein rond 1600 voor het eerst moet zijn ­bebouwd, in eerste instantie met hout, waartoe rietmatten over het natte veen werden uitgerold.

Ruim een eeuw later maakte de houten herberg plaats voor een eenvoudig stenen pand, gefundeerd op hergebruikte dakpannen. Beide funderingen worden gezien als ‘ontzaglijk zwak’, maar dat heeft een lang leven van de herberg klaarblijkelijk niet in de weg gestaan. De kenmerkende vorm van het gebouw is terug te vinden op zeventiende- en achttiende-eeuwse kaarten en prenten, waarop het pand is aangeduid als Herberg De Rode Leeuw.

Thijs Terhorst (34), een van de drie gemeentelijke archeo­logen die sinds begin deze maand ‘in het veld’ aan de Sloterweg aan het werk is, zegt: “In de middeleeuwen, ­omstreeks de twaalfde eeuw, was de Sloterweg een ontginningsweg, een veendijk. Boeren ontwaterden de grond, ­zodat ze er gewassen konden verbouwen en veen konden ontginnen. Twee eeuwen later werd de Sloterweg vanwege het Mirakel van Amsterdam een pelgrimsroute. Dat er aan de noordkant van de weg oude boerderijtjes en herbergen hebben gestaan, wisten we wel, maar van de zuidkant wisten we niet veel. We hadden een tekening van een herberg en we hadden een kaart waarop bebouwing te zien was, maar wat zich er in de loop der eeuwen had afgespeeld, was niet helder.”

Historische verkoopaktes
Waar de herberg had gelegen, dat wisten de archeologen wel. Terhorst: “De vragen lagen meer bij de ouderdom, de ­inrichting van het terrein door de eeuwen heen en het ­gebruik door de herbergier en de kroeggangers.”

Waar zulk onderzoek overigens niet per se baat bij heeft, is dat ­namen en spellingswijzen aan de lopende band wijzigden en inconsequent werden gebruikt (zie ook het kader: ‘De Rode of De Roode Leeuw?’). Zo zagen de archeologen – die evenzeer halve cartografen zijn als noeste grondwerkers – op historische verkoopaktes dat er sprake was van een ‘Huis te Halfweg’ dat ‘halfweg Sloten’ lag, van een ‘Rode Leeuw’, alsook van een ‘Dronkemanshuisje’.

Terhorst: “De locatie hadden we van tevoren vastgesteld door oude kaarten uit het stadsarchief digitaal over de huidige topografie te leggen. We beginnen aan een opgraving met een bepaalde verwachting. Die toetsen we door eerst een proefopgraving te doen: klopt onze verwachting, hoe oud is de vindplaats, hoe diep liggen de verschillende bouwfases? Toen we meteen de juiste hoek troffen, zeiden we: nu pakken we door.”

Nu liggen er allerhande zaken bloot (al staat van vrijwel alles nog niets helemaal vast): twee rechthoekige panden, een stal, een waterplaats voor paarden, een kuilput, een waterput. Het hart van de herberg lijkt te worden gevormd door twee haarden, die vandaag nog uit de bodem steken – na het weekeinde verdwijnen ze onder het metersdikke ophogingszand van de daar ­geplande zelfbouwwoningen.

Terhorst en collega’s zullen hun veldwerk vanaf volgende week op digitale wijze voortzetten, de zogeheten uitwerkingsfase, waarbij hun interesse vooral uitgaat naar de indeling van een herberg uit die tijd, want daarover is weinig bekend. Voor Terhorst is al wel duidelijk dat het een ‘geïmproviseerd bouwsel’ betreft: destijds gemeengoed, maar geen architectonisch-kunstig paleisje.

Pijpjes, dobbelstenen, munten
In de zandvloer rond de twee haarden vonden de archeologen pijpjes, dobbelstenen en munten, waardoor ze vermoeden dat zich daar de gelagkamer bevond. Opvallend vindt Terhorst dat amper glaswerk is aangetroffen, maar dat is verklaarbaar: glas was duur. Tot nu toe is er geen aardewerken drinkgerei gevonden, wat erop kan duiden dat de vuilstortplaats elders moet zijn geweest.

De strategische ligging van de herberg, halverwege de Sloterweg, is bepaald geen toeval, vermoeden de archeologen met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid. Herberg De Rode Leeuw lag pal buiten het gebied waar Amsterdam accijnzen kon heffen op het tappen en schenken van bier en wijn.

Terhorst: “Oorspronkelijk reikte dit gebied tot aan de stadsmuren. Handige ondernemers zorgden ervoor dat passanten en buurtbewoners goedkoper konden drinken.” De stad Amsterdam liep zodoende inkomsten mis en breidde in 1539 het accijnsgebied uit tot ‘Halfweg Sloten’; De Rode Leeuw bevond zich net aan gene zijde van de ­alcoholaccijnsgrens.

Overigens is de term herberg wellicht wat misleidend voor wat De Rode Leeuw echt was: een dranklokaal waar reizigers en drinkers eventueel de nacht konden doorbrengen. Dat blijkt ook uit de latere naamswijziging van de nering: eind achttiende eeuw werd de kroeg overgenomen en herdoopt in het ‘Dronkemanshuisje’. In 1811 heette de uitspanning nog steeds zo; al met al heeft op deze plek aan de Sloterweg ruim tweehonderd jaar een herberg gestaan.

Wanneer volgende week zand zal worden gestort, duikt de herberg weer even schielijk onder als ze nu prudent is blootgelegd, maar dat staat verder ­onderzoek niet in de weg. Door middel van tekeningen en foto’s wordt de herberg in drie dimensies virtueel herbouwd, en gaat het ­onderzoek vanachter het bureau verder. Dat zal maximaal nog twee jaar in beslag nemen, zegt Terhorst. “We maken er echt een mooi verhaal van, van zo’n eindrapport.”

Nog even geduld dus, totdat we te weten komen hoe een herberg op het Amsterdamse platteland er vierhonderd jaar geleden uitzag, hoeveel gasten er konden overnachten, wat de drinkers dronken en wat de rokers rookten, welk dobbelspel de passanten beoefenden en hoeveel munten ze al doende in de zandvloer verloren.

Op de voorgrond wordt de zuidmuur van een mogelijk stalgebouw blootgelegd dat bij de herberg hoorde. Op de achtergrond wordt gegraven naar resten van de houtbouwfase van de herberg. Beeld: Nosh Neneh.

De Rode of Roode Leeuw?
De deze maand aan de Sloterweg opgedoken Herberg De Rode Leeuw zal menig Amsterdammer even uit evenwicht hebben gebracht: ken ik niet al een Rode Leeuw? Dat zit er dik in: aan het Damrak huist sinds 1911 Brasserie De Roode Leeuw, dat in een of andere vorm, van herberg tot koffiehuis, zelfs al sedert 1454 bestaat – en dus in zekere zin ouder is dan de herberg in Sloten. Oprichter en eerste tapper was Simon Pietersz, die destijds het pand pachtte van priester Jan ­Damaesz.

Dat de nu gevonden, iets jongere Rode Leeuw met één o en niet twee o’s wordt gespeld, is te danken aan ­archeoloog Thijs Terhorst, die op oude kaarten onvolledige woorden aantrof, zoals Ro en Leeu. “Ook was de spelling indertijd nog niet zo consequent als nu.” Daarom houdt hij de hedendaagse spelling aan.

Van: www.parool.nl/ps/schatgraven-straks-verdwijnt-deze-17de-eeuwse-herberg-onder-nieuwbouw

Zie ook: Restanten van herberg De Rode Leeuw weer zichtbaar

Restanten van herberg De Rode Leeuw weer zichtbaar

Dat de Sloterweg de oudste of één van de oudste wegen van Amsterdam is, wordt weer eens bevestigd: Na de verdrietige sloop van de arbeiderswoningen aan de Sloterweg 711 een jaar geleden werd begin 2021 gestart met het rooien van het resterende groen.

Archeologische opgravingen Sloterweg 711.

Voordat de bouwwerkzaamheden op deze kavel van start gaan, komt de afdeling Monumenten & Archeologie van de gemeente Amsterdam eerst uitvoerig onderzoek doen.

Inmiddels zijn de contouren van de voormalige herberg, die hier stond, al goed zichtbaar. Het gaat waarschijnlijk om twee langwerpige panden die van de Sloterweg aflopen. Medewerker Archeologie Ronald Klein staat bij een waterput, die later nog wordt uitgegraven. Ronald: “Het bouwjaar van de put is nog niet bekend, maar we weten wel dat het pand hier zeker rond 1770 gestaan heeft. We beschikken namelijk over een tekening en kaarten van herberg De Rode Leeuw uit die periode.”

De Sloterweg gezien in de richting van Amsterdam. Rechts van de weg een gebouw met een uithangbord boven de deur, vermoedelijk gaat het om herberg De Rode Leeuw. Tekening: Jacobus Kops Goedschalksz (datering 1750 t/m 1775), Stadsarchief Amsterdam.

In de loop van deze maand wordt nog meer blootgelegd en dieper gegraven. Er volgt dus zeker meer nieuws over dit bijzondere project. Nu u er alvast van afweet kunt u, als u dat wilt, vanaf de Sloterweg een kijkje gaan nemen naar de opgravingen. Een mooie bestemming voor een wandeling in de buurt.

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 27 januari 2021.

Zie ook: Schatgraven: straks verdwijnt deze 17e eeuwse herberg onder nieuwbouw

De 1800 Roe en andere Roeden

Ten westen van de Tuinstad Geuzenveld bevindt zich langs de Haarlemmerweg het complex de 1800 Roe. In deze vroegere munitieopslagplaats van Defensie is tegenwoordig een kunstenaarskolonie gevestigd met de naam het Kruithuis.

Kunstenaarskolonie het Kruithuis ‘de 1800 Roe’; 29 juni 2004. Foto: Erik Swierstra.

Het defensiecomplex werd gebouwd tussen 1870 en 1910 als onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Deze stelling lag weliswaar in een ring op ruime afstand van de stad, maar ook in het gebied daarbinnen waren ondersteunende voorzieningen aanwezig. Een daarvan was de munitieopslagplaats langs de Haarlemmerweg. 
Doel van het complex was: ‘Oplegging van munitie en explosieven voor de Sector Sloten’. Na de Tweede Wereldoorlog was het een opslagplaats voor de Artillerie Inrichtingen.

Het complex omvat zes bakstenen gebouwen A t/m F en was in gebruik tot 1984. In 1996 werd het in gebruik genomen door kunstenaars. In 1998 werd het als onderdeel van de Unesco-lijst van Werelderfgoed De Stelling van Amsterdam op de Rijksmonumentenlijst geplaatst. Op 13 november 1999 verbrandde het dak van gebouw A. Gelukkig is dit inmiddels in de oorspronkelijke staat hersteld. In de dakpannen van de noordelijke loods, langs de weg, staat de tekst ‘1800 roeden’. Vanuit de auto op de Haarlemmerweg is dit te zien.

De naam 1800 Roe is gebaseerd op de afstand tot de Haarlemmerpoort, tot 1870 de westelijke begrenzing van Amsterdam. Vanaf deze poort liep sinds 1632 de trekvaart naar Haarlem, met daarlangs een jaagpad. In 1767 werd dit zandpad van bestrating voorzien, dit werd de tegenwoordige Haarlemmerweg. Bouwwerken langs deze weg kregen een aanduiding met de afstand buiten de stad. Een Amsterdamse Roe kwam overeen met 3,767 meter. De 1800 Roe bevindt zich dus 6.780 meter, ofwel bijna zeven kilometer ten westen van de Haarlemmerpoort. Andere bouwwerken met een Roe-naam waren de Hofstede Geuzenveld, ofwel 1300 Roe, de molens de 1200 Roe (nog aanwezig) en 1100 Roe (nu bij Sportpark Ookmeer) en de ook nog bestaande korenmolen de 400 Roe, ofwel de Bloem, nabij begraafplaats Vredenhof.

Plegtige Inwijding van den IJzeren Spoorweg op 20 september 1839.

De Eenhonderd Roe was de naam van een herberg op de grens van de gemeenten Amsterdam en Sloten. Deze naam is een bekend begrip geworden in de geschiedenis van de Nederlandse Spoorwegen omdat vanaf deze plek op 20 september 1839 de eerste trein in Nederland naar Haarlem vertrok. Eigenlijk reed deze niet van Amsterdam, maar van Sloten naar Haarlem, omdat wegens problemen met de grond het tijdelijke station de Eenhonderd Roe net buiten de Amsterdamse gemeentegrens was gebouwd. Pas drie jaar later kon de trein, vanaf 4 oktober 1842, werkelijk doorrijden tot aan de Willemspoort in Amsterdam. De Amsterdamse Roe is in onbruik geraakt met de invoering van het metrieke stelsel, maar leeft dus nog steeds voort in naamgeving langs de Haarlemmerweg.

Erik Swierstra
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp; 21 november 2004,

Zie ook: https://geheugenvanwest.amsterdam/page/983/de-1800-roe-en-andere-roeden

Start Nederlandsche treingeschiedenis in Sloten

Op 20 september 2009 was het 170 jaar geleden dat de eerste trein van Nederland reed tussen Amsterdam en Haarlem.

Plegtige Inwijding van den IJzeren Spoorweg op 20 september 1839.

Dit is in de Nederlandse geschiedenisboekjes een belangrijke datum. De eerste trein vertrok op 20 september 1839 vanaf het provisorische station d’Eenhonderd Roe, dat bijna vierhonderd meter ten westen van de Haarlemmerpoort was gelegen. Dit was net even voorbij de stadsgrens van Amsterdam, op het grondgebied van de gemeente Sloten. Deze locatie was gekozen omdat er problemen waren met de verwerving van grond op Amsterdams grondgebied. De eerste trein in Nederland reed dus eigenlijk van Sloten naar Haarlem.

Over de spoorbaan evenwijdig aan de Haarlemmervaart reed deze trein, getrokken door locomotief ‘de Arend’, via Sloterdijk en Halfweg naar Haarlem. Pas drie jaar later, in 1842, werd de spoorlijn doorgetrokken naar Amsterdam en kreeg een eindstation tegenover de Haarlemmerpoort. Dit werd het Station Willemspoort, tegenover de poort met die naam. Over een groot deel van deze route rijdt nog steeds de trein tussen Amsterdam en Haarlem. Tussen de Haarlemmerpoort (Willemspoort), Sloterdijk en Geuzenveld werd de spoorlijn in 1878 en 1985 in noordelijke richting verlegd, maar ten westen van Geuzenveld wordt dus al 170 jaar dezelfde route gevolgd.

Nadat de spoorlijn in 1878 tussen Sloterdijk en Singelgracht een noordelijker tracé ging volgen, dat verder liep naar het in 1889 geopende Centraal Station, werd op de oude route langs de Haarlemmervaart de Westergasfabriek en het Westerpark aangelegd. De gasfabriek werd in gebruik genomen in 1883, terwijl het park in 1890 voor het publiek werd geopend. Sinds 2003 is het terrein van de Westergasfabriek onderdeel geworden van het Cultuurpark dat aansluitend aan het oude Westerpark werd gerealiseerd. Daarmee is dit terrein tegenwoordig openbaar toegankelijk geworden.

Dit opende ook de mogelijkheid om 170 jaar na het vertrek van de eerste trein, vrijwel precies op de oorspronkelijke locatie stil te staan bij dit jubileum. Eerdere spoorwegjubilea, in 1889, 1939, 1964 en 1989, werden elders (in Amsterdam, Haarlem en Utrecht) gevierd, maar nog nooit op de plaats van het oudste station. Dit eerste station d’Eenhonderd Roe lag niet op het grondgebied van de stad Amsterdam, doch op het grondgebied van de buurgemeente Sloten, waarvan het deel waar de spoorlijn oorspronkelijk begon in 1877, respectievelijk 1896 werd geannexeerd, totdat deze gemeente in 1921 geheel in Amsterdam opging.

Plaquette 170 jaar spoorlijn Amsterdam – Haarlem.
Foto: Erik Swierstra; 20 september 2009.

Op initiatief van Reizigersvereniging Rover en Stadsdeel Westerpark werd een plaquette gemaakt die op de plaats van het station d’Eenhonderd Roe in de bestrating werd bevestigd. Deze ligt niet precies op de oorspronkelijke plek, daar hij anders in het zuiveringsgebouw van de Westergasfabriek terecht zou zijn gekomen. Nu ligt hij aan de Polonceaukade, ter hoogte van nummer 13. Tijdens een korte feestelijke plechtigheid werd de plaquette door de vertegenwoordigers van gemeente, stadsdeel en Rover onthuld. Nu kan iedere belangstellende kennis nemen van het startpunt van de Nederlandse spoorweggeschiedenis.

Erik Swierstra; 7 oktober 2009, Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

 

Zie ook: https://geheugenvanwest.amsterdam/page/9901/start-nederlandsche-treingeschiedenis

Filmpjes met interviews Sloten-Oud Osdorp nu te bekijken op youtube

Interviewproject – Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

In 2012 is in samenwerking met het Geheugen van West en het Amsterdam Museum een project gestart waarbij (ex-)bewoners van Sloten, de Noorder- en Zuiderakerweg en Oud Osdorp in Amsterdam Nieuw-West worden geïnterviewd om zo de herinneringen aan het vroegere leven in het landelijk gebied te documenteren in een audio(visueel) archief.

De interviews gaan niet alleen over het dorpsleven in vroeger tijden, maar ook de recentere geschiedenis komt aan bod: de gevolgen van de verstedelijking en veranderingen die de oprukkende stad met zich meebracht.

Tussen 2012 en 2019 zijn er door Bram de Waard en Tamar Frankfurther bijna 80 filmpjes geproduceerd, waarvan er 60 zijn gepubliceerd op www.geheugenvanwest.amsterdam. Sinds januari 2021 zijn zij (ook) te zien op youtube.com.

De filmpjes zijn te bekijken op: www.youtube.com

Voor vragen kunt u terecht bij: eriksw@wxs.nl of dorpsloten@gmail.com

Erik Swierstra
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

De poldermolens van Slotermeer en Sloten

Halverwege de negentiende eeuw stonden er op het grondgebied van de vroegere gemeente Sloten negen poldermolens die zorg droegen voor de bemaling.

Twee molens aan de Kostverlorenvaart in de wijken die nu liggen in het voormalige Stadsdeel De Baarsjes zijn al in het laatste kwart van de 19e eeuw verdwenen en door een gemaal vervangen. Dit gemaal werd in 1951 op zijn beurt weer vervangen door het huidige Akergemaal te Sloten. Twee molens ten noorden van de Haarlemmertrekvaart zijn in de jaren twintig vervangen door gemalen.

In het gebied ten westen van de stad en ten zuiden van de Haarlemmerweg, waar nu de Westelijke Tuinsteden liggen, bevonden zich vijf poldermolens.

Molens langs de Haarlemmerweg
Met de aanleg van de Haarlemmertrekvaart in 1632 werd de afwatering van de ten zuiden hiervan gelegen polders bemoeilijkt. Twee afzonderlijke polders werden samengevoegd tot de Sloterbinnen- en Middelveldse gecombineerde polder. Deze kreeg drie molens, waarvan twee aan de Kostverlorenvaart (de Noordermolen en de Zuidermolen) en een aan de Haarlemmerweg, de 1100 Roe. Deze laatste werd gebouwd in 1674 en vervangen in 1757.

De twee molens langs de Haarlemmerweg. Op de voorgrond de 1200 Roe, in de verte de 1100 Roe. Op de achtergrond de Tuinstad Slotermeer in aanbouw; circa 1955.

Ook de Osdorper Binnenpolder kreeg in 1632 een poldermolen die het water uitsloeg op de Haarlemmervaart, onderdeel van Rijnlands Boezem. Deze molen werd de 1200 Roe genoemd, naar de afstand tot de Haarlemmerpoort. Een Amsterdamse Roede was een oude lengtemaat en bedroeg 3,767 meter. Deze molens behielden hun functie tot 1951 toen het gebied met zand werd opgehoogd voor de aanleg van de tuinsteden Slotermeer en Geuzenveld.

De Ookmeermolen, voorheen molen de 1100 Roe, verplaatst van de Haarlemmervaart naar Sportpark Ookmeer aan de rand van de Osdorper Binnenpolder; 10 oktober 2005. Foto: Erik Swierstra.

De 1100 Roe werd in 1961 gedemonteerd, naar Sportpark Ookmeer overgebracht en in 1965 weer opgebouwd. Daar staat deze op een fraaie plek met uitzicht op het nog overgebleven veenweidegebied van de Osdorper Binnenpolder. De Ookmeermolen heeft nu een functie in de waterbeheersing van het sportpark. De 1200 Roe bleef zonder functie achter op zijn oude plek en geraakte in verwaarloosde toestand. In de jaren zeventig ontbraken uiteindelijk de wieken. Tussen 1977 en 1979 werd de molen gerestaureerd en is nog steeds een herinnering aan het oude polderland.

De molen de 1200 Roe nabij de Willem Molengraafstraat in Slotermeer is de laatste nog op zijn oorspronkelijke plaats staande molen in het gebied van de huidige Westelijke Tuinsteden; 27 maart 2011. Foto: Erik Swierstra.

Sinds 2003 is er een nieuwe molenaar aangesteld, die zorg draagt voor het in goede staat houden van de molen. Doordat de flats van Slotermeer veel wind wegnemen was er weinig gelegenheid de molen daadwerkelijk te laten draaien. In 2004 kwam Rein Arler er als nieuwe molenaar wonen, en werd de mogelijkheid hersteld om de molen ook bij noordelijke windrichtingen te laten draaien. Sindsdien wordt hij regelmatig in werking gesteld, zodra er voldoende wind is draait de molen. Zo is de 1200 Roe per week minstens enkele dagen in beweging tot soms bijna dagelijks.

De molenstomp van de vroegere molen van de Sloterdijkermeerpolder. Op de achtergrond de Sloterplas in aanleg, die op de plek van de vroegere polder kwam; circa 1954. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Molen van de Sloterdijkermeerpolder
Ook de Sloterdijkermeerpolder had zijn eigen molen. De Slootermeer werd drooggelegd in 1644, de molen stond aan de oostelijke oever van het vroegere meer. Dit meertje werd als circa 111 ha grote onderbemaling door een molen bemalen. Deze brandde in 1893 af. Ter vervanging werd een windmotor met centrifugaalpomp gebouwd, die niet voldeed. In 1895 werd deze vervangen door een achtkante vijzelmolen. Hierbij werd gebruik gemaakt van de een jaar tevoren buiten gebruik gestelde Noordermolen van de Sloterbinnen- en Middelveldse gecombineerde polders. Hij werd ook wel Witte Molen genoemd en deed tot 1925 dienst. Vier jaar later werd hij onttakeld en in 1954 geheel afgebroken. De Sloterdijkermeerpolder werd vergraven tot Sloterplas. Op de plaats van de molenstomp werd de Jan Evertsenstraat aangelegd tussen de Ringspoordijk en de Burg. Cramergracht. Het uit 1925 daterende rioolgemaal bleef nog staan tot 1995 en werd afgebroken voor de bouw van de nieuwe wijk Oostoever.

De Akermolen langs de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder, de molenstomp die overbleef na de onttakeling van de molen van de Middelveldsche Akerpolder; 27 maart 2011. Foto: Erik Swierstra.

Akermolen
Een andere molenstomp, die nog wel bestaat, is die van de Akermolen langs de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Deze molen werd in 1876 gebouwd, ter vervanging van een kleinere voorganger, bij de start van de vervening van de Middelveldse Akerpolder. Het was een van de grootste poldermolens van Holland. In 1920 werd hij vervangen door een gemaal en bleef alleen de bakstenen onderbouw over, met daarin nog gevelstenen uit 1876 en 1896. Na een dreigende sloop kwamen plannen om de zwaar verwaarloosde resten van de oude molen te restaureren. Uiteindelijk werd de Akermolen tussen 2008 en 2010 door Stadsherstel Amsterdam gerestaureerd en sinds 2010 is er een kleinschalige horecagelegenheid gevestigd.

De Riekermolen, met zicht in noordelijke richting op de Riekerpolder. In de verte de Sloterweg en links het dorp Sloten; 1922. Foto: J. van Eck – Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Riekermolen
De Riekermolen stond in de polder ten zuiden van de Sloterweg, de Riekerpolder. Dit was de oudste molen van Sloten, gebouwd in 1636, toen de Riekerpolder werd bedijkt. De molen bleef in gebruik tot 1932, toen er een motorgemaaltje naast werd geplaatst, maar werd als reserve achter de hand gehouden. Toen in de jaren vijftig de Nieuwe Meer voor de zandwinning in noordelijke richting werd uitgebreid ontstond de Riekerplas. De molen moest daar verdwijnen en werd in 1956 afgebroken, maar kon in 1961 gelukkig weer opgebouwd worden op een andere locatie, aan de Amstel bij de Kalfjeslaan. Daar is deze molen nog steeds te bewonderen.

De Riekermolen staat sinds 1961 aan de Amstel bij de Kalfjeslaan. Foto: Erik Swierstra; 7 april 2020.

Molen van Sloten
De huidige Molen van Sloten is in gebruik genomen in 1991. Deze molen kwam tot stand met gebruikmaking van delen van een molen uit de Watergraafsmeer. Die molen was gebouwd in 1847 voor de bemaling van deze droogmakerij aan de oostkant van Amsterdam. In 1878 werd de functie door een stoomgemaal overgenomen. De molenstomp bleef nog een eeuw, tot in de jaren tachtig, op zijn plaats, maar moest toen wijken voor de aanleg van de Ringweg A10. Al sinds de jaren zestig was er het plan om nabij het dorp Sloten (weer) een molen te plaatsen. Aanvankelijk was de molen de 1200 Roe hier voor bestemd, maar deze bleef uiteindelijk op zijn oude stek.

De Molen van Sloten staat nabij de Sloterbrug over de Ringvaart van de Haarlemmermeer; 11 september 2006. Foto: Erik Swierstra.

De in 1981 opgerichte Stichting Molen van Sloten zag uiteindelijk kans om de molenstomp uit de Watergraafsmeer over te nemen en te restaureren. In 1990 werd een bakstenen onderbouw bij de Sloterbrug gemetseld waarop de houten bovenbouw uit de 19e eeuw werd geplaatst. De molen werd gecompleteerd met een nieuwe kap en wieken. Het is de enige werkende molen die (bijna) dagelijks te bezichtigen is en ook nog over een lift beschikt. Hiermee heeft Sloten sinds 1991 een fraaie aanwinst die vele toeristen heeft gelokt.

De provincie Noord-Holland is een aanwijzingsprocedure gestart om van de Molen van Sloten een provinciaal monument te maken.

Erik Swierstra; oktober 2004, Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

Bron: De Molens van Amsterdam in oude Ansichten, deel 3. Uitgave van de Europese Bibliotheek te Zaltbommel, 1983 / 2001.

Zie ook: https://geheugenvanwest.amsterdam/page/987/de-poldermolens-van-slotermeer-en-sloten