Grondige restauratie Slotense brandspuit afgerond

Na hard aanpoten onder tropische temperaturen zijn de vrijwilligers van Tuinpark V.A.T. er samen in geslaagd om alles op tijd gereed te hebben.

Portefeuillehouder ‘Monumenten’ Sandra Doevemans van stadsdeel Nieuw-West kan het historische brandblusapparaat en het beeld ‘De Wiedster’ op zondag 28 augustus 2022 om 11.00 uur komen onthullen.

Een jaar lang restaureren
De oude brandspuit uit 1880 werd begin jaren negentig, toen hij bij de Molen van Sloten kwam, voor het laatst onderworpen aan een grondige opknapbeurt. In de afgelopen 137 jaar stond het blusapparaat lange tijd beschut in afgesloten ruimten. Maar zijn leeftijd en de zestien jaar onder het bescheiden afdakje in de tuin van de Molen van Sloten eisten hun tol. De tuinders van de V.A.T. sloegen de handen ineen en begonnen ongeveer een jaar geleden aan deze grote restauratieklus. Het is onmogelijk om de hele opknapbeurt volledig te beschrijven. Hieronder treft u daarom helaas slechts een impressie van de vele werkzaamheden die de V.A.T.-ers in het afgelopen jaar hebben verricht.

De trekbomen
De houten delen van de brandspuit waren flink rot. Tuinder Hennie Koopmans heeft de trekbomen – waaraan de spuitgasten de spuit voorttrokken – daarom helemaal moeten vernieuwen.

De originele trekbomen verkeerden is te slechte staat om te kunnen opknappen. Op de voorgrond ziet u een van de mallen die Hennie zelf maakte. Aan de hand daarvan kon hij een kopie maken.

De pompstokken
Ook de pompstokken moesten worden vernieuwd. Dat zijn de stokken, waarmee de spuitgasten vroeger aan weerszijden van de pomp zorgden voor zuig- en spuitkracht. “De nieuwe stokken zijn met rubbers in de openingen bevestigd, zodat ze niet kunnen schuiven als er gepompt wordt”, legt parkvoorzitter Ko Plooy uit.

De nieuwe trekbomen zijn zo vakkundig gemaakt en mooi geschilderd dat niet te zien is dat ze nieuw zijn. Hoog op de foto (aan de onderzijde van de dakrand) is ook een van de nieuwe pompstokken zichtbaar.

De Wielen
Het hout in de ijzeren singels van de beide wielen was gedeeltelijk rot. Het wiel dat in de molentuin beschut aan de kant van de molen stond, en de spaken daarvan, vertoonde slechts op enkele plekken houtrot.

“Dat ene wiel kon vrij makkelijk worden hersteld”, zo vertelt vrijwilliger Eric in den Haak. “Ik heb het rotte hout verwijderd, met primer behandeld, laten drogen, opgevuld met houtvuller en afgewerkt. Op deze manier is het gelukt om zo veel mogelijk originele delen te behouden.”

Het wiel dat in de molentuin beschutting van de molen had, had slechts kleine plekken met houtrot. Hier kon daarom worden volstaan met herstelwerkzaamheden.

Helft andere wiel vernieuwd met beukenhout
Het andere wiel stond echter vele jaren aan de verkeerde kant in de buitenlucht. En – ondanks de beschutting van het pittoreske dakje – stond dat wiel volop bloot aan alle weersomstandigheden. “Dat kon je zien ook”, vertelt Eric. “De onderste helft van dat wiel was helemaal rot. Ik heb zoveel mogelijk originele onderdelen behouden, maar de helft van dit wiel moest ik van nieuw beukenhout maken. Dat moest ik natuurlijk kunnen buigen. Daarom heb ik het hout eerst een paar dagen in de sloot achter onze tuin laten weken. Met lijmtangen kon ik het hout daarna in de vorm buigen. Dan op hoogte gelijk schaven en dat herhaal je dan telkens per ontbrekend stuk van het wiel (per schenkel). Ik heb nieuwe slotbouten gekocht om het nieuwe hout goed te kunnen bevestigen aan het ijzer. De oude bouten waren namelijk helemaal verroest.”

Het gehavende wiel tijdens de restauratie: Links het deel dat behouden kon blijven. Op de voorgrond een stuk verrot hout en rechts daarnaast is te zien hoe de drie latten nat beukenhout worden gebogen in de ijzeren singel. Als ze droog zijn, worden ze verlijmd en daarna afgewerkt. Aan de andere kant van het wiel is een stuk wiel te zien dat al gereed is en hoe de nieuwe delen met dook-verbindingen aan elkaar worden verbonden. Stukje bij beetje wordt zo al het verrotte hout in het wiel vervangen.

Ook hier geldt weer: een staaltje degelijk vakwerk! De Schilderploeg van het tuinpark heeft alle onderdelen van de pomp die dat nodig hadden, geschilderd. De ploeg zorgde er ook voor dat ook de binnenkant van de pomp weer goed in de verf komt te staan.

Interieur van de brandspuit: de pompinstallatie.

Huisje: ruime beschutting
V.A.T.-tuinders en broers Henny en Robby Lamijo bouwden het onderkomen voor de brandspuit en het beeld. De maatvoering van het huisje is aangepast aan de grootte van de brandspuit.

Aan de buitenkant is het huisje open, zodat iedereen het brandblusapparaat goed kan zien. De overkapping is rondom echter flink groter. Vooral aan de westkant – waar toch het vaakst nat weer vandaar komt – helt het dak ver over. 

Dit opvallende en luxe onderkomen van de brandspuit ziet niemand over het hoofd.

Henny Lamijo: “Vermoedelijk biedt het dak zo voldoende bescherming tegen alle mogelijke vormen van nattigheid, zodat de spuit niet opnieuw te lijden krijgt van de Hollandse weersomstandigheden.” Maar, als dat nodig mocht zijn, dan staan de broers Lamijo ervoor open om bijvoorbeeld de west- en noordwand van het huisje met glas dicht te maken.

Beeld ‘De Wiedster’
Ook het beeld ‘De Wiedster’ van beeldhouwer J.H. IJdo (1928–1987) krijgt onderdak in het huisje van de brandspuit. Deze Amsterdamse beeldend kunstenaar won in 1953 de Prix de Rome met zijn beeld ‘De oogst’. Een vergelijkbaar beeld van een gebukte vrouw die het koren maait. Dat beeld lijkt qua stijl en onderwerp behoorlijk op ‘De Wiedster’.

Tuinder Nel Timmer heeft in de afgelopen periode met veel geduld en toewijding het beeld helemaal ontdaan van zijn grauwe groene aanslag en mos. Met zeep, water, schuursponsjes en allerhande borsteltjes (op een boormachine).

Als laatste heeft de Elektriciteitscommissie de verlichting in het huisje aangelegd. Zo staan zowel de brandspuit als het beeld ‘De Wiedster’ blijvend letterlijk in de spotlight.

Tamar Frankfurther, 18 augustus 2022.

De foto’s zijn gemaakt door Tamar.

Zie ook:

Zie ook: