Nieuws

Nieuws

Een elektrische tram naar het dorp Sloten?

In 1915 werd op verzoek van de Verkeersvereniging Sloten een onderzoek gedaan naar de mogelijkheid tot het aanleggen van een elektrische tramlijn langs de Sloterweg tussen de Overtoomse Sluis en de Ringvaart bij het dorp Sloten. In het archief van de Sint-Jozefschool te Sloten, opgenomen in het Stadsarchief Amsterdam, bevinden zich ook enkele stukken met betrekking tot een plan voor een elektrische tram naar het dorp Sloten.

In een rapport van de heer Van Melden in Zandvoort van 10 juli 1915 werden de mogelijkheden beschreven. Hieronder een samenvatting van de tekst van Van Melden.

De tramlijn zou worden uitgevoerd in smalspoor, met een spoorwijdte van één meter. Het voorstel was om de tramdienst te gaan onderhouden met één tramwagen. De lengte van de tramlijn zou circa 5 kilometer gaan bedragen, waarbij gerekend werd op een gemiddelde snelheid van 20 à 25 km/h. De ritduur zou hierbij circa 15 minuten bedragen. Als de tram iedere 40 minuten van het eindpunt zou vertrekken, zou er aan de eindpunten circa 5 minuten overblijven.

Mocht later blijken dat toename van het vervoer meerdere diensten vereist, dan zouden er op meerdere plaatsen onderweg wisselplaatsen kunnen worden aangelegd, zodat er met meerdere wagens vanaf de beide eindpunten gereden zou kunnen worden.

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

Elf profielen van de geplande elektrische tramlijn langs de Sloterweg; juli 1915.

Langs de kant van de Sloterstraatweg
Het was wenselijk vanaf de Ringvaart, waar in de omtrek ook de remise zou worden geplaatst, de noordelijke sloot langs de weg te dempen, zodat de tram daar buiten de straatweg zou komen te lopen. Bij de uitspanning van Kuiper zou de trambaan de weg moeten kruisen en dan verder langs de zuidelijke kant moeten vervolgen. Waar de sloot gedempt wordt blijft de weg vrij voor het overige verkeer. De scherpe bochten vervallen hiermee waardoor minder geleidings-(bovenleidings)-palen nodig zijn en er minder slijtage aan rails en wielbanden zal zijn. Ook is de tram zo van verre zichtbaar en dus niet plotseling ‘om de hoek zal komen’.

De tram houdt de zuidelijke kant van de weg, aan de noordelijke kant liggen waterleidingbuizen van de Genie, dit zou gevaren opleveren, nog afgezien van of er wel toestemming voor zou komen. Aan de zuidkant liggen alleen gasbuizen, die voor de aanleg geen ‘noemenswaardig’ bezwaar op zouden leveren.

Tussen de Hoeve ‘Welgelegen’ en de Hoeve ‘Lissabon’ maakt de weg een sterke bocht. Hier zou het wenselijk zijn de trambaan over een lengte van 75 meter achter de bomen te leggen. Hiervoor zal de sloot gedeeltelijk moeten worden gedempt en een aantal bomen verwijderd worden. Een klein deel van het aanliggende weiland valt in de aan te leggen baan.

Ontworpen trambaan met keerlus voor de elektrische tramlijn naar Sloten bij de Overtoomse Sluis; juli 1915.

Keerlus bij de Overtoomse Sluis
De trambaan volgt de zuidelijke kant van de weg tot aan de Theophile de Bockstraat. Daar wordt de weg gekruist en rijdt de tram door deze straat en zwaait vervolgens af naar de Jacob Marisstraat. Aan het einde van deze straat komt de tram via de Bosboomstraat nabij de sluis weer bij de Sloterweg. Hier wordt dan een lus gevormd waarmee de tram steeds dezelfde kant uitrijdt, hetgeen de motor van de tram ten goede komt. Op het smalle deel van de weg bij de sluis moeten de bomen langs de huizen verdwijnen.

De gehele Sloterstraatweg leent zich goed voor de tramweg, alleen bij de lus is het wat moeilijker met de smalle straten aldaar. Als voorbeeld werd Haarlem aangehaald waar de tram ook al door diverse smallere straten rijdt en waar zich ‘nimmer iets voordeed’.

In de bijlage zijn drie afbeeldingen gevoegd van de wegprofielen, de situatie bij de Overtoomse Sluis en een ontwerp van een motorwagen, gedeeltelijk ingericht voor het vervoer van goederen.

De bijgevoegde tekeningen

De route zou lopen vanaf de Overtoomse Sluis via de Sloterweg tot aan de Sloterbrug. Er werden opmetingen gedaan t.b.v. de aanleg van de trambaan. Hiervoor werden profieltekeningen gemaakt van elf locaties langs de route. Op een aantal plaatsen zou de trambaan buiten de bomenrij gelegd moeten worden, waarvoor sloten moesten worden gedempt. Dit zou uiteindelijk niet gebeuren, het tramspoor werd aan de kant van de weg aangelegd.

Ook werd een ontwerp gemaakt voor het eindpunt nabij de Overtoomse Sluis. Hiervoor was een keerlus voorzien waarbij de tram komende van de Sloterstraatweg (thans Sloterkade) een lus zou beschrijven via de Theophile de Bockstraat, Jacob Marisstraat en -plein naar de Bosboomstraat (vanaf 1923 Andreas Schelfhoutstraat) en terug via de Sloterkade. Bij de uiteindelijke aanleg van de tramlijn in 1918 kwam er een kopeindpunt in de Bosboomstraat.

Ontwerp voor een elektrische motorwagen voor de tramdienst Amsterdam – dorp Sloten; juli 1915.

Ontwerptekening motorwagen
Er was ook een ontwerptekening voor een elektrisch motorrijtuig. De tekenaar heeft zich duidelijk laten inspireren door de stadstram van Haarlem, waar de Electrische Spoorweg-Maatschappij (ESM), voorheen Eerste Nederlandsche Electrische Tram-Maatschappij (ENET), op meterspoor een tramdienst exploiteerde. De voor de Slotense tram getekende tram heeft sterke gelijkenis met de in 1913 verbouwde motorwagens van de serie 41-57 (in 1899 gebouwd als bijwagens), met maximum-traction draaistellen en vijf zijruiten. Afwijkend was dat er ook een bagageruimte was voorzien, waardoor deze tram iets langer zou zijn geworden.

Modeltekening van een motorwagen uit Haarlem van de serie 41-57 van de ENET.

In 1917 besloot de gemeenteraad van Sloten tot aanleg van deze elektrische tramlijn. De tijd was echter niet gunstig, mede als gevolg van de Eerste Wereldoorlog was er schaarste aan geld en middelen en was een elektrische tram te hoog gegrepen. Uiteindelijk werd met tweedehands materialen (rails en tramrijtuigen) in de zomer van 1918 een paardentramlijn geopend, die slechts een beperkte levensduur van enkele jaren zou kennen.

Erik Swierstra, juli 2025.

Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

De kaarten zijn afkomstig uit het Stadsarchief Amsterdam.

* Voor de verdere geschiedenis van ‘De tram naar Sloten’: zie: https://slotenoudosdorp.nl/de-tram-naar-sloten/

* Meer over de bovenstaande tekst is te vinden in het Stadsarchief Amsterdam op: https://archief.amsterdam/inventarissen/details/31488/path/19 (op punt 19)

19 Archief van de Verkeersvereniging Sloten 1915, plannen voor de aanleg van een elektrische tramverbinding tussen Amsterdam en Sloten, respectievelijk vanaf de Overtoomse Sluis tot de ringvaart bij het dorp Sloten, in tegenstelling tot dit plan voor een elektrische tram ging de lijn in 1918 van start als paardentram en zonder demping van sloten om daarmee de tram buiten de rijbaan aan te leggen, omdat de lijn en smalspoor was kon deze na de annexatie in 1921 niet op het Amsterdamse tramnet worden aangesloten, Wel werd het paar vervangen door een auto tractor totdat in 1923 de lijn definitief werd opgeheven

89 Aan het Bestuur der Verkeersvereniging te Sloten N.H., brief van de ontwerper Van Melden aan het bestuur der Verkeersvereniging Sloten N.H., 10 juli 1915, als toelichting op het plan met de drie bouwtekeningen voor de aanleg van een elektrische tramverbinding tussen Amsterdam en Sloten, 3 pagina’s getypt, 1915

Recente berichten