De tijd vliegt! Weet u het nog? In december 1994 was het referendumcomité ‘Behoud Weilandje Vrije Geer’ druk in de weer om 30.000 handtekeningen van Amsterdammers te verzamelen.
Geen sinecure. Zeker omdat bijna níemand dit kleine weilandje bij Sloten kende. De gemeente wilde het volbouwen en de tram moest er op een dijk dwars doorheen… Mede dankzij De Echo is dit toen voorkomen. Natuurlijk was de krant ook present bij de referendumwinst op 17 mei 1995 en in 2008, toen het gelijknamige natuurpark geopend werd. Recent berichtte de krant nog over het wel en wee van de Vrije Geer-ooievaars.
‘Behoud Weilandje Vrije Geer’.
Hou ’t groen in Amsterdam
Velen hebben zich er indertijd over verbaasd dat het Weilandje-referendum gewonnen werd. Sommigen beweren dat het Weilandje meelifte op het Stadsprovincie-referendum, dat gelijktijdig werd gehouden. “Het échte verhaal is dat beide referenda elkáár versterkten”, zo vertelt Tamar Frankfurther, indertijd lid van het referendumcomité en nog altijd voorzitter van de beheergroep van het natuurpark. “Uit onderzoek van de gemeente bleek namelijk dat hoog opgeleide bewoners uit Zuid en de Binnenstad zich nauwer betrokken voelden bij het referendum over de Stadsprovincie. Maar de ‘gewone’ Amsterdammers in de buitenwijken herkenden zich meer in de discussie over het belang van het behoud van groen in de stad. Het Weilandje stond symbool voor ál het bedreigde groen in héél Amsterdam. Dat werd verbeeld in de ‘Amsterdamse Bedreigde Groene Plekkenkaart’. Wie ONeens stemde, liet weten: “Gemeente, niet alleen het Weilandje, maar ook het groen in míjn buurt moet behouden blijven!”.
Voorbeeldfunctie
Het zou reuze jammer zijn wanneer het unieke verhaal over de inspraak, de acties en dit referendum verloren zou gaan. “Daarom gaan we in een film laten zien hoe we alles gedaan hebben. We mogen de opnamen van AT5 en de landelijke omroepen gratis voor deze film gebruiken. De film ‘De slag om het Weilandje Vrije Geer’ gaat op 17 mei 2020 in première. Daarna kan iedereen gratis kijken via www.geheugenvanwest.nl. Ik hoop dat nieuwe actievoerders geïnspireerd raken door ons positieve voorbeeld”, aldus Tamar.
Afsluitend: “Huis-aan-huisbladen zijn belangrijk. Juist om het kleine nieuws dicht bij huis te melden. Het is dan ook een groot verlies voor Amsterdam dat dit na zoveel jaren de állerlaatste Echo is. Gelukkig heeft Nieuw-West als enige stadsdeel van Amsterdam nóg een krant, de Westerpost.”
Tamar Frankfurther
Uit de Echo van 18 december 2019.
De gemeente Amsterdam is op 14 oktober 2019 begonnen met de sloop van de oude – voor Oud Osdorp gezichtsbepalende – hoeve aan de Osdorperweg, boerderij ‘Nooit Gedacht’.
Sloop van het dak; 26 november 2019.
Foto: Trees Kaizer.
De hoeve, die sinds 1895 wordt bewoond door de familie Worm, bestond uit een woonhuis, wagenschuur en een koeienstal. De gemeente heeft de oude hoeve laten verkommeren. Om spontaan instorten te voorkomen, was sloop helaas noodzakelijk.
Hoeve ‘Nooit Gedacht’ zoals het was; 22 april 2016.
Foto: Erik Swierstra.
De boerderij aan de Osdorperweg 571 op
Bureau Monumenten en Archeologie oordeelde dat de hoeve geen monument kon worden omdat er “te weinig waarden resteren als gevolg van bouwvalligheid”. Hetzelfde lot wacht de oude hooiberg naast de hoeve. Al met al een verdrietige wond in het landelijk gebied van Oud Osdorp… De familie Worm wil nu zo snel mogelijk iets moois gaan terugbouwen, maar daarover volgt later meer.
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 18 december 2019.
* Zie ook: Oudste Osdorpse boerderij gesloopt
* Zie ook: Melkveebedrijf Worm
* Zie ook: Osdorperweg 571
Met het neerhalen van de vier stalen steunpunten van de hooiberg werd op 11 december 2019 de sloop van de oudste nog bestaande boerderij in Osdorp voltooid. Daarmee kwam definitief een eind aan deze karakteristieke, monumentale boerderij met zijn kenmerkende hooiberg die sinds 1895 het straatbeeld van deze eeuwenoude dorpskern heeft bepaald.
De trieste leegte die overbleef na de sloop van de boerderij;
11 december 2019.
Foto: Theo Durenkamp.
Het is woensdagmiddag 11 december 2019 even na 2 uur als het verkeer op de Osdorperweg aan beide zijden wordt stilgezet. Een bouwkraan met grijper krijgt vervolgens de kans om de vier ca. 10 meter hoge stalen steunpunten van de hooischelf veilig te neer te halen.
En hiermee worden dan de laatste restanten op het boerenerf verwijderd en komt er een definitief einde aan de boerderij met inpandig woonhuis die al 124 jaar lang over een lengte van enkele tientallen meters direct aan de smalle Osdorperweg grenst.
Het moment waarop de vier kenmerkende hooischelfgeleiders definitief uit het straatbeeld van de dorpskern Oud-Osdorp verdwenen …
De sloop kwam natuurlijk niet onverwacht: al veel jaren was zichtbaar dat de onderhoudsstaat van de boerderij steeds meer te wensen overliet. Zo werden enkele jaren terug steunbalken onder de verzakte dakgoot gemonteerd en werden eerder dit jaar na een storm uit voorzorg de meeste dakpannen al verwijderd.
De gemeente Amsterdam, eigenaar van de boerderij, heeft nog overwogen het complex de monumentenstatus toe te kennen, maar zal alras besloten hebben dat restauratie niet meer haalbaar was. Nadat enkele maanden terug het pand met hekken werd omgeven met de waarschuwing “instortingsgevaar”, ging afgelopen maand de sloop definitief van start.
Nadat het verkeer op de Osdorperweg was stilgelegd, maakte de grijper de vier hooischelfgeleiders met de grond gelijk …
De familie Worm, die vanaf 1895 deze boerderij van vader op zoon heeft gerund, heeft nu het eerste recht van koop. Het zou nu zo maar kunnen, dat zij na aankoop er een woonhuis zullen bouwen waarbij zij de gevelwand langs de Osdorperweg een uitstraling zullen geven die ons doet herinneren aan deze eeuwenoude plek, en wie weet, met opnieuw de karakteristieke hooiberg …!
Tekst en foto: Theo Durenkamp, Oud Osdorp; 11 december 2019.
Voor meer foto’s en meer informatie: https://www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/oudste-osdorpse-boerderij-gesloopt
Voor meer over de geschiedenis van deze boerderij: https://geheugenvanwest.amsterdam/page/24285/interview-met-henk-worm
Zie ook: Hoeve van Worm gesloopt
Badhoevedorp, Sloten en Oud Osdorp in de jaren vijftig
Vier auteurs vertellen 36 verhalen vol jeugdherinneringen. Een voor velen heel herkenbaar stukje lokale geschiedenis.
Wie herinnert zich niet het hertenkamp bij de Sloterbrug in Badhoevedorp? Of: Köhler’s Zwem- en Strandbad aan de Slotense kant van de brug, waar nu de P. Hans Frankfurthersingel in De Aker ligt. En: Gekke Hans, die bij optochten altijd getooid met pet als kordaat “tamboer-majoor” voorop liep. Een boek vol verhalen.
Schoolstaking Oud Osdorp
De kwaliteit van en de verkeerssituatie op de Osdorperweg op Oud Osdorp was áltijd al onderwerp van discussie, zo blijkt uit een bijdrage van Kees Schelling: “… De bewoners waren het zat. Al jaren hadden ze bij de gemeente geklaagd over de erbarmelijke staat van de weg. Maar er gebeurde helemaal niets. … Op vrijdagavond 25 oktober 1963 werd er in de schuur van Henk Wolkers, die vlakbij Halfweg een tuinderij had, een protestvergadering gehouden. … Leo Barlag, één van de initiatiefnemers, kan het zich nog goed herinneren: “Het was erg vol in die schuur. De meeste mensen zaten op houten planken die op veilingkisten waren gelegd. … Henk Wolkers was aan het woord. … Er waren hardere acties nodig. Het kostte lange Henk dan ook niet veel moeite om de ouders te bewegen om hun kinderen op de daaropvolgende maandag en dinsdag uit protest niet naar school te laten gaan. … Meer dan 200 kinderen bleven maandag en dinsdag thuis.”
Wethouder Joop den Uyl van de gemeente Amsterdam is naar Oud Osdorp
gekomen om de toestand te beoordelen van het wegdek van de
Osdorperweg ter hoogte van nr. 557; november 1963.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Misdienaar Pancratius
Kees Loogman, vertelt dat hij gevraagd werd om misdienaar te worden toen hij een jaar of acht was: “… na een paar maanden gewoon misdienen kwam de kapelaan ook regelmatig aankloppen voor een uitvaart of een huwelijk. Om half tien liep je met z’n tweeën de klas uit, met een serieus gezicht want er was werk in de kerk. Na afloop kreeg je meestal een gevulde handdruk van de vrolijke bruidegom of van een bedroefde nabestaande. ‘Bedankt jongen, en mondje dicht tegen pastoor Dorbeck.’ Dezelfde pastoor die meteen na zo’n dienst vroeg of we nog een extraatje voor de kerk hadden gekregen. Terug in de klas, aan het eind van de ochtend was je dan gemiddeld een rijksdaalder rijker. Als ik voor mezelf praat, heeft dit verhaal nooit de biechtstoel gehaald. Er gaan ook andere verhalen over pastoors en misdienaars. Als ik voor mezelf praat: niets dan lof voor meneer pastoor.”
Rond de Sloterbrug; Badhoevedorp, Sloten, Oud Osdorp in de naoorlogse jaren. 36 verhalen, met foto’s. Auteurs: Paul Kroes, Jan Loogman, Kees Loogman en Kees Schelling. www.ronddesloterbrug.nl; ISBN: 9789082477511. € 19,95 . O.a. verkrijgbaar bij Jaspers (Badhoevedorp) en Meck & Holt (Osdorp) en via genoemde website.
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 27 november 2019.
Ter gelegenheid van het eeuwfeest van de Vereniging Amateur Tuinders verscheen in september 2019 een speciale uitgaven van het V.A.T. nieuws waarin de geschiedenis van de afgelopen honderd jaar werd beschreven. Ontleend uit deze uitgave hieronder een beschrijving van de geschiedenis van de vereniging tussen 1919 en 2019.
“Op 1 september 1919 werd de Vereniging Amateur Tuinders (V.A.T.) officieel opgericht en op 24 september van datzelfde jaar werd de eerste ledenvergadering gehouden in de Conferentie-Bar aan de Kinkerstraat.”
Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
Rond 1916 besloot een aantal Amsterdammers gezamenlijk een stuk grond te huren van een particulier om hierop aardappelen en groenten te verbouwen. Het oog viel op een stuk weiland gelegen aan de Sloterstraatweg. Dit perceel lag ongeveer ter hoogte van de huidige Maassluisstraat in het stadsdeel Slotervaart.
Ligging van de volkstuinen (donkergroene strook) van de Vereniging Amateur Tuinders
in de Sloterpolder tussen de Sloterweg en de Slotervaart tussen 1916 en 1955.
In het voorjaar van 1917 begon men aan de bewerking van de grond en het zaaien en planten van gewassen. Iedere deelnemer kreeg een stukje grond toegewezen van ongeveer 300 vierkante meter. Het geheel bestond uit 60 tuintjes.
Toen de tuintjes na verloop van tijd wat meer bekendheid kregen, werd het aantal aanvragen groter en was het hele complex al snel verhuurd. Vanwege het succes besloot men in 1918 de hele strook weiland te huren die grensde aan de hoofdvaart in de Sloterpolder. Dit betekende dat het looppad een lengte kreeg van ruim een kilometer. Zo groeide het tuincomplex verder uit en telde het 210 leden.
Op 1 september 1919 werd de Vereniging Amateur Tuinders (V.A.T.) officieel opgericht en op 24 september van datzelfde jaar werd de eerste ledenvergadering gehouden in de Conferentie-Bar aan de Kinkerstraat.
Uit archiefstukken blijkt overigens dat er tussen 1915 en 1919 pogingen zijn ondernomen om onder de naam ‘Ons Buiten’ een vereniging op te richten. Het is dus niet uitgesloten dat er tijdens de oprichtingsfase een splitsing is ontstaan in de groep tuinders aan de Sloterstraatweg. Sindsdien is ‘Ons Buiten’ actief aan de Riekerweg, bij de Nieuwe Meer.
Om Koninklijke Goedkeuring te krijgen voor de statuten werd een verzoek ingediend, waaraan gehoor werd aangegeven, met als gevolg: een officiële goedkeuring in het Koninklijk Besluit van 10 juli 1920, ondertekend door Koningin Wilhelmina en de toenmalige minister van justitie.
Ingang van het tuinpark van de Vereniging Amateur Tuinders vanaf
de Sloterweg, met het lange pad tussen de tuinen door; 1954.
Foto: Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.
Tussen de wereldoorlogen
De zogenaamde siertuintjes met bomen, heesters en vaste planten deden hun intrede. Langzamerhand verschenen ook de echte tuinhuisjes die van jaar tot jaar sierlijker en groter werden. Door de verdere uitbouw van het tuincomplex kwamen er voor het bestuur steeds meer werkzaamheden bij. Daarom werd in de twintiger jaren een oude directiekeet gekocht die dienst ging doen als bestuurshuisje.
Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vierde de vereniging in 1939 haar twintigjarig jubileum.
De periode van 1940 tot 1945
Tijdens de Tweede Wereldoorlog braken er ook voor de vereniging moeilijke tijden aan. De Duitse bezetter kwam met diverse bepalingen, bijvoorbeeld het registreren van alle eigendommen die een vereniging in haar bezit had. De leden werden verplicht zich in te schrijven bij het Bureau voor Tuin- en Voedingsgewassen in Alkmaar, waar ze een verenigingskaart kregen voor het naar huis vervoeren van de op hun tuin gekweekte gewassen en vruchten.
De controleambtenaren van de Crisis Controle Dienst (C.C.D.) en de politie traden dikwijls zeer streng op. Zo kon het gebeuren dat de leden last kregen met deze ambtenaren omdat ze groenten en gewassen vervoerden die ze bij de tuinders in de polder ophaalden voordat ze die van hun eigen grond konden oogsten. Minder fraai was dat de Duitsers bezetters alle tuinhuisjes hebben opengebroken om radio’s, koper en dergelijke te roven. Wanneer na de bevrijding de balans wordt opgemaakt, staat het bestuur van de vereniging voor een complete chaos.
Naoorlogse jaren
In 1949 vierde de vereniging haar 30-jarig bestaan in het AMVJ-gebouw aan de Stadhouderskade, tegenover het Leidsebosje. Dit was het eerste feest na de oorlog en het werd uitbundig gevierd. Tijdens dit jubileum zongen de aanwezigen uit volle borst een speciaal geschreven lied, een ode aan het lange smalle pad met aan beide kanten de tuinen; een pad met een lengte van maar liefst 1200 meter: ‘Heb medelij V.A.T., heb medelij V.A.T., heb medelij met het verenigingspad.’ Het was namelijk streng verboden om op het pad te fietsen, maar de leden hadden dikwijls geen zin dat lange pad af te lopen voordat zij op hun tuin aankwamen.
Luchtfoto van de tuinparken van de Vereniging Amateur Tuinders
en Eigen Hof, gezien vanuit het zuidoosten. Links is de Ringvaart
van de Haarlemmermeer, op de achtergrond het dorp Sloten; 1976.
Foto: Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.
Een grootscheepse verhuizing
Begin jaren vijftig ging de grond die de vereniging in huur had over in handen van de gemeente Amsterdam. Nadat in 1952 het huurcontract was opgezegd kon de onteigening in gang worden gezet. Het voortbestaan van de vereniging kwam hierbij in het geding. Er volgden enige jaren van moeizaam onderhandelen tussen het bestuur en de gemeente, die resulteerden in toewijzing van een stuk grond van circa acht hectare aan de Sloterweg in Sloten. Deze locatie was vroeger voor een gedeelte het voetbalveld van een sportvereniging, terwijl de rest (de Punt) het voormalige weiland was van een boer.
Voor de realisering van het nieuwe tuinpark had de gemeente Amsterdam een bedrag van 170.000 gulden uitgetrokken. Hierin waren voorzieningen opgenomen als verharde paden, betonnen bruggen, ringaanleg van waterleiding en de aanplant van honderden sierheesters, bomen en heggen ter verfraaiing. Bovendien werd nog eens een bedrag van 82.000 gulden aan de vereniging ter beschikking gesteld zodat gedupeerde leden renteloze leningen konden krijgen.
In 1955 begon de verhuizing van de eerste tuinders naar het nieuwe park. Het grote werk van afbraak en opbouw was begonnen. Veel oudere leden zagen tegen de verhuizing op, anderen haakten af, zodat ten slotte 116 leden overgingen naar het nieuwe tuinpark.
Opening tuinpark V.A.T. in 1958 in Sloten
Door het hijsen van de V.A.T.-vlag en de onthulling van het beeldje ‘De Wiedster’ werd op zaterdag 28 juni 1958 het tuinpark in Sloten officieel geopend. Dit beeldje werd door de V.A.T.-leden als blijk van waardering aan de gemeente Amsterdam aangeboden.
Tijdens de feestelijkheden was er ’s middags een rondgang door het park met een drumband, gevolgd door een poppenkastvoorstelling voor de kinderen en in de avonduren werden er op een tijdelijk podium allerlei toneelstukjes opgevoerd en dia’s vertoond van het oude en het nieuwe tuinpark.
Het tuinpark van de Vereniging Amateur Tuinders; 2019.
Foto: website V.A.T.
De banden van de vereniging met Sloten
In de beginperiode waren er nog volop winkels in Sloten. De winkeliers zagen uit naar de tijd dat de volkstuinders hun huisjes op het park betrokken; dat gaf drukte in de winkels. Daarnaast gingen de kinderen voor een paar maanden in Sloten of Badhoevedorp naar school. In het begin kon men ook nog bij de Punt in de Ringvaart zwemmen.
Er had zich daar een strandje ontwikkeld waar men kon komen via een plank over de Westersingel. Moeders en kinderen maakten daar bij mooi weer dankbaar gebruik van.
Oprichting tuinkrant ‘Nieuws van V.A.T.’
Om iedereen op het tuinpark beter te kunnen informeren over allerlei verenigingszaken en -activiteiten, besloot een aantal leden een tuinkrant op te richten onder de naam ‘Nieuws van V.A.T.’ De redactie had het niet zo makkelijk, want er was weinig geld en er waren geen adverteerders. Het eerste gestencilde krantje verscheen in het voorjaar van 1980. Tot op de dag van vandaag verschijnt het verenigingsblad regelmatig, tegenwoordig onder de naam ‘V.A.T. Nieuws’.
Opening van De Schakel
Vanwege het ontbreken van een geschikte accommodatie voor het houden van verschillende tuinevenementen, drong een aantal V.A.T.-leden bij het bestuur aan op het bouwen van een eigen clubhuis. Er werd een bouwcommissie ingesteld die deze enorme klus moest klaren. Om een deel van de bouw te kunnen financieren wist men bij de gemeente Amsterdam een bedrag van 80.000 gulden aan subsidie los te krijgen. Binnen een tijdsbestek van slechts vijf maanden werd het verenigingsgebouw opgeleverd.
Wachthuisje ingang
In opdracht van het bestuur werd in juli 1999 bij de ingang van het tuinpark een wachthuisje geplaatst. Dit is vooral een uitkomst voor bejaarden en personen die slecht ter been zijn en moeten wachten op de stadsmobiel. De bouw hiervan is door vrijwilligers tot stand gekomen.
Verbouwing vuilcontainerruimte aan de Parkhuislaan
In het voorjaar van 1997 ontving het bestuur een bijdrage uit het Schipholfonds. Dit bedrag werd in de periode 1998-1999 besteed aan de verbouwing van de bestaande vuilcontainerruimte aan de Parkhuislaan. Sindsdien worden tuinafval en huishoudelijk afval van elkaar gescheiden.
80-jarig V.A.T.-jubileum
Op zaterdag 28 augustus 1999 vierde de vereniging haar 80-jarig jubileum met een receptie en een gezellige feestavond in de Schakel. Tijdens de receptie hield de voorzitter een kort welkomstwoord, waarin niet alleen werd teruggeblikt maar ook werd gewezen op de activiteiten ten aanzien van de ‘Groene AS’, waar de vereniging sinds enige tijd deel van uitmaakte. Dit bood voor de toekomst van het tuinpark perspectief, want na het jaar 2000 zouden de leden ongestoord van hun tuintje kunnen blijven genieten.
Een nieuwe naam voor het V.A.T.-laantje
Het sinds 1958 ingeburgerde ‘V.A.T.-laantje’, dat vanaf de Sloterweg tot aan de ingang van het tuinpark loopt, kreeg eind 2000 een nieuwe naam. De stadsdeelraad besloot om het laantje te vernoemen naar Lies Bakhuyzen, een befaamd raadslid van de dorpsraad Sloten Oud-Osdorp.
Brugverbinding tussen V.A.T. en Eigen Hof
Na ruim vijf jaar met stadsdeel Osdorp te hebben onderhandeld over een permanente brugverbinding met tuinpark Eigen Hof, werden de inspanningen van het bestuur in 2004 eindelijk gehonoreerd. Het stadsdeel Osdorp schonk aan de beide Slotense tuinparken de brug die lag in de Akerpolder aan de Noorderakerweg. Alleen de transportkosten kwamen voor rekening van de tuinparken. De houten brug weegt ruim twee ton en heeft een lengte van ongeveer 6,5 meter. Tijdens het 85-jarig jubileum werd de brugverbinding officieel geopend.
Opening V.A.T.-tuinhuisje nummer 1
Op vrijdag 8 juli 2005 vond op het tuinpark de officiële opening plaats van het tuinhuisje nummer 1, door wethouder Welzijn en ouderenzorg van stadsdeel Osdorp. Dit fraaie tuinhuisje, waarin oudere bewoners uit verpleeghuizen, dienstencentra en woonzorgcentra kunnen genieten van het buiten zijn, is een uniek project.
De laatste tien jaar
Het laatste decennium heeft het tuinpark een meer openbaar karakter gekregen, iets wat ook de gemeente graag ziet en stimuleert. Mede in het kader daarvan is er naast De Schakel een heemtuin gekomen, ook wel Het Schakelpark genoemd. Voor bezoekers van het tuinpark is het in de heemtuin aangenaam toeven, want er is een behoorlijke variatie aan bloemen en planten; een variatie die ook de leden inspiratie kan bieden. Bij de beplanting wordt vaak gekozen voor ‘bijvriendelijkheid’, onder andere omdat de vereniging sinds een paar jaar over een bijeneiland beschikt. Bijen zijn belangrijke bestuivers voor de productie van voedsel en als landbouwgewassen niet worden bestoven, komen ze niet tot ontwikkeling. Op het bijeneiland staan drie kasten, waarin tienduizenden bijen zijn gehuisvest. Om bloemrijke beplanting te bevorderen vinden de leden eens in de zoveel tijd een zakje met bloemenzaad in hun brievenbus.
Daarnaast is er op het tuinpark steeds meer sprake van ecologisch tuinieren. Dat wil zeggen: respect voor de bodem, het bodemleven en al wat leeft. Bijvoorbeeld gevarieerde beplanting zal veel verschillende diertjes aantrekken die onderling zorgen voor het natuurlijk evenwicht. Bodemziekten worden zo vermeden en voedingsstoffen kunnen optimaal benut worden.
Niet alle vooruitgang heeft betrekking op de natuur, want de vereniging heeft er ook voor weten te zorgen dat er, voor de leden die dat willen, wifi-verbinding is. Verdeeld over het hele tuinpark zijn zendpalen neergezet, zodat een ideale verbinding overal mogelijk is.
Uit: Speciale uitgave V.A.T. nieuws
V.A.T. 1919-2019 – September 2019.
Zie ook: http://www.vat-sloten.nl/wp-content/uploads/2019/09/VAT-2019-Jubileum-uitgave.pdf
In het eerste deel van dit artikel zijn de Sloterweg en het Dorp Sloten (Wijk A) aan bod gekomen. In deel 2 komen de andere wijken in de vroegere gemeente Sloten aan bod.
Van de meeste andere wijken is veel minder overgebleven. Het dorp Sloterdijk (Wijk B) is in de jaren vijftig en zestig voor een groot deel afgebroken, alleen rond de voor sloop geredde Petruskerk zijn nog enkele oude huizen overeind gebleven. Oude huisnummers zijn hier echter niet meer aan te treffen.
In Oud Osdorp zijn langs de Osdorperweg en Lutkemeerweg (Wijk C) nog een aantal oude huizen en boerderijen aan te treffen uit de tijd van de gemeente Sloten. Ook hier zijn geen oude huisnummers meer te zien.
Wijk B
De huisnummering van Wijk B begon aan de Spaarndammerdijk aan de noordwestkant van het dorp Sloterdijk, bij de grens met Wijk F. Dit deel van het dorp is in de jaren zestig onder het dijklichaam van de Ringweg A10 (Einsteinweg) verdwenen. Hier lagen aan de westkant de huisnummers B1 t/m B39. Dit laatste was het hoekhuis met de dorpsstraat, die vanaf 1938 Velserweg ging heten. Vanaf de hoek (B39) tot aan de Haarlemmertrekvaart bevonden zich de nummers t/m B70. Tussen het Gemeentehuis op nr. B43 (Velserweg 41-43) en het huis op nr. B44 lag de spoorlijn Amsterdam – Haarlem. Het oude Rechthuis was gevestigd op nr. B68. Vanaf 1930 was de Coca Colafabriek gevestigd op de nummers B 67 t/m B70 (later Velserweg 5 t/m 9). Deze bebouwing verdween begin jaren zestig voor de verbreding van de overweg en de aanleg van het dijklichaam.
De kaart is een uitsnede uit een kaart van de Dienst der Publieke Werken
van de Gemeente Amsterdam uit de Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Aan de oostkant van de straat, bij de brug over de Haarlemmertrekvaart, stond de Sloterdijkschool (later Gereformeerde school) op nr. B71 (na 1956 Molenwerf). De nummers B72 t/m B80 waren huizen langs de zuidkant van de steeg aan de oostkant. De nummers B81 en B82 (na 1956 Molenwerf 3) behoorden bij Drukkerij Laporte en Dosse. De dichte bebouwing tussen de noordkant van de steeg en de spoorbaan had de huisnummers B83 t/m B117. Ten oosten hiervan was evenwijdig aan de Trompettersloot een naar het zuidoosten (de fabriek van de LinMij) lopend straatje (Plaats) met de huisnummers B120 t/m B137. De LinMij had nr. B135 (na 1956 Molenwerf 2). Deze gehele bebouwing, behalve de LinMij, werd gesloopt in 1955 voor de aanleg van het (eerste) Station Sloterdijk, met het bijbehorende voorplein met bushaltes. Dit plein kreeg in 1956 de naam Molenwerf, naar de verfmolen ‘De Star’ die hier stond van 1733 tot 1847. Het station bleef in gebruik tot 1985 en werd daarna afgebroken. De LinMij bleef bestaan tot 1993 en werd in 1995 afgebroken.
Ten noorden van de spoorwegovergang hadden de huizen langs de (latere) Velserweg tot aan de Spaarndammerdijk de nummers B148 t/m B151. Deze kregen later de huisnummers Velserweg 24 t/m 32. Deze huizen bestaan nog steeds.
Vanaf de hoek met de Spaarndammerdijk waren de huizen in noordoostelijke richting tot aan de Petruskerk genummerd B 152 t/m 157. De huizen tussen de kerk en de spoorbaan waren genummerd B158 t/m B167. Deze huizen werden later Spaarndammerdijk 689 t/m 715 (andersom genummerd) en bestaan nog steeds.
De Petruskerk had het nummer B168 en is nu Spaarndammerdijk 681. De huizen achter de kerk waren de nummers B169 en B170 en zijn nu Spaarndammerdijk 675 en 677. Ook stonden hier B172 en B173.
Ten noorden van de Petruskerk staan langs de dijk de huizen B171, B174 t/m B176 en erachter B177 en B178. Dit zijn tegenwoordig de nummers 657 t/m 667 (andersom genummerd).
Voorbij het aflopende pad staan de huizen B179 t/m B184 en er vlak achter B185 t/m B190. Dit zijn nu de nummers 639 t/m 649 en er vlak achter 639a t/m 649a (andersom genummerd). Dan een vrijstaand huis met nr. B191, nu nr. 635. De laatste oude nog bestaande huizen waren de nummers B192 t/m B195, zij zijn nu genummerd Spaarndammerdijk 625 t/m 631.
Ten noordoosten hiervan ging de lintbebouwing langs de zuidkant van de dijk nog een heel eind door, tot nummer B283. Verder was er verspreide bebouwing en waren er onderaan de dijk ook enkele boerderijen. Het hoogste nummer langs de Spaarndammerdijk, bij de gemeentegrens met Amsterdam, was B321. De nummers B319 t/m B321 werden Spaarndammerdijk 299 en bestaan nog als ‘buurtboerderij Ons Genoegen’.
De volgende nummers in de B-serie waren toebedeeld aan de bebouwing langs de Haarlemmerweg, vanaf de gemeentegrens in westelijke richting. De nog bestaande Begraafplaats ‘Vredenhof’, net ten westen van de gemeentegrens sinds 1896, had het nummer B325 en is nu Haarlemmerweg 365. Ten westen daarvan staat Molen ‘De Bloem’, deze had de aanduiding B343 en is nu Haarlemmerweg 465. Tussen deze molen en de Admiraal de Ruijterweg was verspreide bebouwing van huizen en boerderijen, deze hadden de nummers B344 t/m B414. In de jaren twintig en dertig is deze bebouwing geheel verdwenen en vervangen door nieuwbouw.
Wijk C
Van de bebouwing in Wijk C zijn hier en daar nog oude huizen bewaard gebleven, met name langs de Osdorperweg en de Lutkemeerweg. Ook hier zijn geen oude huisnummers meer aan te treffen. Langs de Haarlemmerweg staat nog als herinnering aan het vroegere polderlandschap Molen ‘De 1200 Roe’, deze had de aanduiding C325. Nu is het Haarlemmerweg 701. Molen ‘De 1100 Roe’, die vroeger iets ten oosten van deze molen stond en in 1965 is verhuisd naar het Herman Bonpad in Sportpark Ookmeer, had de aanduiding C337. Verder naar het oosten is er langs de Haarlemmerweg van de oude bebouwing niets bewaard gebleven.
Langs de Haarlemmerweg, ten westen van de Admiraal de Ruijterweg, stonden als belangrijkste gebouwen van oost naar west: Boerderij Vredelust (nr. C6), Molen ‘De 1100 Roe’ (nr. C337), Boerderij ‘D’Eenhoorn’ (nr. C336; tussen de beide molens), Molen ‘De 1200 Roe’ (nr. C325), Boerderij ‘Braak en Bosch’ (nr. C323), Boerderij ‘Geuzenveld en Heereshaven’ (nr. C319), Boerderij nr. C318, Boerderij nr. C306 en de Rijksmagazijnen (nr. C305; nu ‘De 1800 Roe’).
De Groeneweg, Uitweg en de Sloterdijkermeerweg, en de daaraan liggen bebouwing, zijn geheel van de kaart verdwenen bij de aanleg van de Westelijke Tuinsteden en de Sloterplas in de jaren vijftig.
Voor een overzicht van de oude en nieuwe huisnummers langs de Slimmeren en Osdorperweg zie onderstaande overzichten:
* Huisnummers Osdorperweg met vernummering – pdf
* Huisnummers zijstraten en -wegen van de Osdorperweg – pdf
Wijk D
Ook van de Slatuinen en De Baarsjes is buiten de Slatuinenweg weinig bewaard gebleven. De huizen langs het Slatuinenpad ten zuiden van de Admiraal de Ruijterweg hadden van noord naar zuid de nummers D11 t/m D33 en D72 t/m D90 (westzijde) en D51 t/m D57 (oostzijde). Na de annexatie werd de straatnaam in 1924 gewijzigd in Slatuinenweg en de nummering gewijzigd: van zuid naar noord: 1 t/m 65 (westzijde; oneven) en 20 t/m 32 (oostzijde; even).
Van de oneven nummers bestaan nog de huizen: D11 t/m D79 (nu 29 t/m 65) en D82 t/m D85 (nu 19 t/m 25). Van de even nummers bestaan nog de huizen D51 t/m D57, nu 20 t/m 32.
De kaart is een uitsnede uit een kaart van de Dienst der Publieke Werken
van de Gemeente Amsterdam uit de Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
De nummering van de Baarsjesweg begon ten noorden van de Wiegbrug. Ter hoogte van waar nu de huidige Korte Geuzenstraat ligt was een zijstraat met de nummers D6 t/m D27, ten zuiden van de Admiraal de Ruijterweg lagen de nummers D28 t/m D35 (later de nummers 122 t/m 130). Naast dit laatste huis was tot 1916 een overhaal voor de schuiten naar de Sloterpolder. Langs de sloot, en noorden hiervan, waren de nummers D36 t/m D45 te vinden (later de nummers 131 en 132). Hier ligt nu Keerweer.
Ten zuiden van de overhaal bevonden zich de nummers D47 t/m D50. Dit laatste was het hoekhuis met Slatuinenpad / Slatuinenweg. Tussen deze straat en de Van Rijnstraat (sinds 1923 Chasséstraat) bevonden zich nog een reeks huizen met de nummers D90 t/m D117. Vanaf 1923 kregen deze de nummers 137 t/m 156. Een deel van deze huizen is blijven staan tot in de jaren zeventig. Vrijwel alle huizen zijn sindsdien vervangen door nieuwbouw. Tegenwoordig bestaat alleen nog het huis Baarsjesweg D50, thans nr. 136. Dit is de voormalige politiepost van de gemeente Sloten.
Wijken E, F, G en K
De huizen in het tuinbouwgebied in de Sloterpolder waren in de E-serie genummerd. Alles is verdwenen voor de bouw van de stadsuitbreidingen. Er is echter nog één huis bewaard gebleven met een zichtbaar E-nummer, dat is het pand op de hoek van de Andreas Schelfhoutstraat en de Sloterkade (nr. 20), hier is nog het oude huisnummer E137 af te lezen.
Ook de huizen in de F-serie en de G-serie zijn volledig verdwenen. Ook van de K-serie is er niets meer overgebleven.
Wijk H
Van de H-serie is juist weer meer bewaard gebleven. Diverse huizen langs de Jacob Marisstraat en Theophile de Bockstraat zijn nog herkenbaar aan de oude huisnummer plaatjes met een H-nummer. Deze straten kregen hun naam in 1905 en werden vervolgens bebouwd. Nog zichtbaar zijn dertien huisnummers: H74, H83, H84, H85, H91, H92, H94, H100, H104, H108, H110, H112 en H114.
Wijk J
Ook langs de Admiraal de Ruijterweg en zijstraten zijn nog oude huisnummers aan te treffen. Vooral tussen de Krommert en de Jan van Galenstraat zijn nog diverse huizen van een oud huisnummer voorzien in de J-serie. De trambaan van de Haarlemse tram van de Wiegbrug naar Sloterdijk en verder richting Haarlem werd in gebruik genomen in 1904. De weg er langs werd in 1908 aangelegd en kreeg de naam Admiraal de Ruijterweg. Toen startte ook de bouw van forensenwoningen. Op de kaart van 1913 lopen de huisnummers tot 127 (oneven) en 162 (even).
Ook kwamen er enkele zijstraten met de volgende huisnummers:
* Langs de Van Rijnstraat (nu Chasséstraat) 2 t/m 18
* Langs de Witte de Withstraat 1 t/m 33 (nu nrs. 117 t/m 153) en 2 t/m 4 (nu nrs. 184 t/m 186)
* Langs de Jan Evertsenstraat 1 t/m 13 en 2 t/m 10.
* Langs de Reinier Claeszenstraat waren er alleen de nummers 2, 5 en 7.
* Langs de Maarten Harpertzoon Trompstraat waren er de nummers 1 t/m 27 en 4 t/m 36.
* Langs de Emmastraat (nu Lumeijstraat) waren nog geen huisnummers.
* Langs de Wilhelminastraat (nu Bestevâerstraat) alleen nr. 2.
Enkele straten kregen na de annexatie in 1923 een andere naam omdat de oorspronkelijke naam al in Amsterdam voorkwam.
De kaart is een uitsnede uit een kaart van de Dienst der Publieke Werken
van de Gemeente Amsterdam uit de Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Meer dan een eeuw later waren de volgende huisnummers in 2018 nog aanwezig (soms slechts vaag leesbaar).
Admiraal de Ruijterweg: J5 (119), J7 (117), J79 (100), J85 (136), J87 (138), J89 (140), J93 (144), J95 (146); J90 (117), J94 (121), J96 (123), J116 (143), J118 (145), J120 (147), J124 (151), J126 (153), J128 (155), J142 (169), J144 (171), J197 (243), J199 (239).
Ook in de zijstraten zijn nog enkele oude huisnummers te zien. Vooral in de Maarten Harpertzoon Trompstraat: J6 (6), J8 (8), J10 (10), J12 (12), zijn de oude nummers nog goed leesbaar. Voorts ook de Reinier Claeszenstraat: J17 (17), J19 (19) en de Chasséstraat: J17 (84).
Zie ook: Oude huisnummers en wijkletters van de gemeente Sloten – deel 1.
Zie ook: Oude huisnummers en wijkletters van de gemeente Sloten – deel 3.
Tekst, foto’s en bewerking kaarten:
Erik Swierstra; augustus 2019.
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Voordat de gemeente Sloten in 1921 door de gemeente Amsterdam werd geannexeerd had Sloten een eigen systeem van huisnummers en wijkletters. Dit systeem was ingevoerd omstreeks 1915. Voordien werden percelen en de huizen die daar eventueel op stonden aangeduid met de kadastrale gegevens, die waren vastgesteld in de jaren twintig van de 19e eeuw.
Omstreeks 1900 groeide het aantal inwoners van Sloten onder andere door de toename van het aantal Amsterdammers dat een woning betrok net buiten de gemeentegrens van de stad. In de randgemeenten Sloten, Nieuwer-Amstel en Watergraafsmeer kon men goedkoper wonen dan in de stad en door de verbeterde (tram)verbindingen en de bouw van forensenwoningen ontstonden buurten met veel bewoners die op de stad waren gericht.
Zo werd in 1908 de Admiraal de Ruijterweg, tussen De Baarsjes en het Dorp Sloterdijk, met enkele zijstraten in de omgeving aangelegd. Ook bij de Overtoomse Buurt kwamen nieuwe woningen langs de nieuw aangelegde Jacob Marisstraat. Ten westen van de begraafplaats Huis te Vraag werd een zijstraat aan de Sloterweg met nieuwe huizen gebouwd, de Generaal Vetterstraat. Ook nabij de latere Ringspoordijk kwam een nieuw buurtje met arbeiderswoningen, Veelust.
Door het toegenomen aantal huizen in de gemeente voldeed het oude nummersysteem niet meer en werd omstreeks 1915 een nieuwe wijkindeling en huisnummering ingevoerd.
Wijkletters Gemeente Sloten
A – Sloterweg / Dorp Sloten / Riekerpolder
B – Sloterdijk / Spaarndammerdijk / Haarlemmerweg
C – Osdorperweg / Akerwegen / Lutkemeerweg / Haarlemmerweg / Groeneweg / Uitweg / Sloterdijkermeerweg
D – Slatuinen / De Baarsjes
E – Sloterpolder / Overtoomse Buurt
F – Spieringhorn / Grote IJpolder
G – Veelust (aan de Sloterweg)
H – Jacob Marisstraat / Theophile de Bockstraat
J – Admiraal de Ruijterweg en omgeving
K – Ringweg Grote IJpolder
Wijk A
Huizen langs de Sloterweg kregen een combinatie van een letter A met een nummer. Bij de Sloterkade begon de nummering met A1, en verder oplopend, A2, A3, etc. Via de Sloterweg richting het Dorp Sloten liep de nummering op. Tussen het Tolhuis aan de oostgrens van het dorp en de Slimmeweg (thans Osdorperweg) waren de nummers A154 t/m A224. Langs de Akerweg (thans Sloterweg) ten westen hiervan tot aan de Sloterbrug waren de nummers A225 t/m A287.
Langs de huidige Nieuwe Akerweg, Akerpolderstraat en Osdorperweg (tot aan de Vrije Geer) waren de nummers A288 t/m A324. Tussen de Vrije Geer en de Zuiderakerweg waren de huizen langs de Slimmeweg (thans Osdorperweg) genummerd A325 t/m A333.
In de Riekerpolder ten zuiden van de Sloterweg bevonden zich ook nog enkele gebouwen. De Militaire Bronwater Installatie had de nummers A389 t/m A391. De Militaire Magazijnen aan de Ringvaart was A392 en A393.
Ook langs het verdwenen deel van het Jaagpad waren er enkele oude nummers. ‘Het Kruithuis’ aan Jaagpad 200-201 was voorheen A390. ‘Café Meerzicht’ (ook wel ‘Café Opoe’) aan Jaagpad 241 was voorheen A394. De Riekermolen werd aangeduid met A356.
Na de annexatie werden door de gemeente Amsterdam enkele straatnamen gewijzigd, zo werd het gedeelte van de Sloterstraatweg langs de Schinkel tussen de Overtoomse Buurt en de bocht naar het westen bij het vroegere Huis te Vraag vanaf april 1923 Sloterkade genoemd. De Sloterstraatweg heette voortaan Sloterweg en liep voortaan vanaf de bocht bij de Schinkel tot aan de Ringvaart van de Haarlemmermeer, bij de Sloterbrug. De Akerweg werd nu een onderdeel van de Sloterweg en de Slimmeweg werd een onderdeel van de Osdorperweg.
Ook werd een nieuwe huisnummering volgens het Amsterdamse systeem ingevoerd. Terwijl de nummering in Sloten afwisselend links en rechts van de weg was, heeft Amsterdam het systeem dat de huizen links van de weg (vanaf de stad gerekend) oneven nummers hebben en de huizen rechts van de weg even nummers hebben.
Van de huizen en boerderijen langs de Sloterweg is in de loop van de 20e eeuw een groot aantal verdwenen door de stadsuitbreidingen, maar ten westen van de Johan Huizingalaan en in het Dorp Sloten zijn nog een behoorlijk aantal oude huizen uit de tijd van de gemeente Sloten bewaard gebleven. Op sommige van deze huizen is na bijna honderd jaar nog, soms vaag, een oud huisnummer beginnend met A aan te treffen.
Op de volgende huizen zijn de oude huisnummers (vaag) nog af te lezen: Sloterweg A110 (831), A111 (833), A143 (1081), A151 (1185), A152 (1187), A173 (1190), A217 (Osdorperweg 24), A221 (1257), Akerweg A272 (Sloterweg 1325), Heerenstraat A287 (Akerpolderstraat 9; Wees en Armenhuis), Slimmeweg A310 (Osdorperweg 42), Slimmeweg A311 (Osdorperweg 44).
De gegevens van de oude huisnummers zijn ontleend aan de kaarten van de Dienst der Publieke Werken schaal 1 à 1.000, die vanaf 1913 werden vervaardigd. Deze kaarten zijn te bekijken op de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam. Zie: www.archief.amsterdam/beeldbank/
Omdat niet alle kaarten in de Beeldbank aanwezig zijn, is de lijst niet compleet te maken. Op basis van de beschikbare kaarten is de lijst zo volledig mogelijk gemaakt, maar er ontbreken dus gedeelten waarvan de kaarten niet afgelezen konden worden.
De kaart is een uitsnede uit een kaart van de Dienst der Publieke Werken
van de Gemeente Amsterdam uit de Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Enkele opvallende huizen en boerderijen
* Sloterweg A31 = Sloterweg 51 (Begraafplaats)
* Generaal Vetterstraat A1 t/m A18 = Generaal Vetterstraat 1 t/m 18
* Sloterweg A57 = Sloterweg 125 (‘Harterust’) vervangen door Sloterweg 145 (Luchtvaartlaboratorium)
* Sloterweg A62 = Sloterweg 210 (‘Het Torentje’)
* Sloterweg A66 = Sloterweg 305 (‘Milden Rust’)
* Sloterweg A84 = Sloterweg 490 (‘Middelhof’)
* Sloterweg A94 = Sloterweg 600 (‘Tusschenmeer’)
* Sloterweg A103 = Sloterweg 720 (‘Zomerlust’)
* Sloterweg A104 = Sloterweg 734 (‘De Bijweg’)
* Sloterweg A114 = Sloterweg 867, 869, 871 (‘Lissabon’)
* Sloterweg A121 = Sloterweg 1025 (‘Hoeve Tutor’)
* Sloterweg A125 = Sloterweg 1047 (‘Ida Hof’)
* Sloterweg A143 = Sloterweg 1081 (‘Margaretha Hoeve’)
* Sloterweg A154 = Sloterweg 1193 (Tolhuis)
* Sloterweg A156 = Sloterweg 1186 (R.C. Kerk)
* Sloterweg A212 = Sloterweg 1226 (Politiepost)
* Sloterweg A217 = Osdorperweg 24 (Pastorie Sloterkerk)
* Akerweg A233 = Sloterweg 1269 (Kuykhoven)
* Akerweg A245 = Sloterweg 1289 (‘Akerstein’)
* Akerweg A249 = Sloterweg 1301 (Dokterswoning)
* Heerenstraat A287 = Akerpolderstraat 9 (Wees en Armenhuis)
* Slimmeweg A301 = Osdorperweg 28 (Sloterkerk)
* Slimmeweg A324 = Osdorperweg 70 (‘Welgelegen’)
In de bijlagen zijn lijsten opgenomen met de oude en nieuwe straatnamen en huisnummers.
Zie ook: Oude huisnummers en wijkletters van de gemeente Sloten – deel 2.
Tekst, foto’s en bewerking kaarten:
Erik Swierstra; augustus 2019.
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Erfgoed van de Week – Luchtvaartgebouwen in de stad
Een ander gebouw dat met de Nederlandse luchtvaart te maken heeft, is het voormalige nooddrinkwatercomplex aan de Oude Haagseweg. Dit werd tussen 1901 en 1908 gebouwd als onderdeel van de Stelling van Amsterdam. In tijden van belegering kon deze installatie maar liefst een miljoen mensen voorzien van drinkwater.
Omdat het principe van de Stelling al snel achterhaald bleek te zijn, werd het complex niet lang na de Tweede Wereldoorlog opgedoekt. Vervolgens gebruikte KLM het terrein tijdelijk om tests met proefmotoren te doen. In 1950 betrok de Rijksluchtvaartdienst, de huidige Luchtverkeersleiding Nederland, het oude machinegebouw op het oostelijk deel van het terrein.
Daar had de dienst een goede reden voor: dit bleek namelijk de beste plek te zijn voor storingsvrije radiocommunicatie met de vliegtuigen. Zij liet er dan ook 2 zendmasten neerzetten, die tot op de dag van vandaag functioneren. In het machinegebouw is nu onder andere het bedrijfsmuseum te vinden.
Twee gebouwen van de oude Rijksluchtvaartdienst hebben nu een heel andere bestemming. 30 jaar geleden werd een deel van het terrein gekraakt door een groep kunstenaars. Na de uitspraak van de rechter tegen sloop op Hemelvaartsdag, richtten ze de Rijkshemelvaartdienst op. Sindsdien is het een culturele broedplaats met een creatieve woon- en werkgemeenschap. Bovendien hebben het oude machinegebouw en de ontijzeringsinrichting sinds december 2018 de status van gemeentelijk monument.
Van: www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/erfgoed-week/luchtvaartgebouwen/ – 15 augustus 2019
Dit artikel als pdf-bestand: Van militaire watervoorziening tot broedplaats.pdf
Na de annexatie van de gemeente Sloten door de gemeente Amsterdam per 1 januari 1921 maakte Amsterdam plannen om het nieuw verworven grondgebied (grotendeels) te gebruiken voor uitbreiding van de stad.
Het landelijke gebied van de vroegere gemeente Sloten, met rechts boven het dorp Sloterdijk,
links midden Oud Osdorp en midden onder het dorp Sloten. Rechts de westelijke begrenzing van
de stadsuitbreidingen van de jaren dertig; circa 1940. Dit gebied is nu voor een groot deel
gevuld met de westelijke uitbreidingen van Amsterdam van na 1950.
Nadat in de jaren twintig en dertig al de wijken van Plan West tot stand kwamen in de buurten rondom het Hoofddorpplein, Surinameplein en Mercatorplein werd voor verdere uitbreiding van de stad in 1928 de afdeling Stadsontwikkeling van de Dienst der Publieke Werken opgericht. Hoofd van deze afdeling werd Cornelis van Eesteren die plannen uitwerkte voor de uitbreiding van de stad in westelijke en zuidelijke richting. Dit resulteerde in het Algemeen Uitbreidings Plan (AUP) van 1935. Volgens dit plan werden in de jaren vijftig en zestig de Westelijke Tuinsteden en Buitenveldert gebouwd. Ook de aanleg van het Westelijk Havengebied was onderdeel van het plan.
Van het grondgebied van de vroegere gemeente Sloten, dat in 1921 nog grotendeels een agrarische bestemming had werd meer dan 90% bestemd voor stedelijke woonbebouwing en/of bedrijventerreinen. Slechts een beperkt gebied aan de westelijke en zuidwestelijke rand van de stad zou een agrarische bestemming houden. Dit was voornamelijk de omgeving van de dorpen Sloten en Oud Osdorp.
Uitsnede uit de kaart van het AUP uit 1935 met de Westelijke Tuinsteden (rood)
en het landelijke gebied van Sloten-Oud Osdorp (lichtgroen).
Het AUP over de tuinbouw
In het AUP is in Hoofdstuk VII, bladzijde 65, een paragraaf over tuinbouw opgenomen. Er wordt vermeld dat de tuinbouw steeds verder wordt verdreven uit de stadsrand. De oorspronkelijke terreinen werden steeds weer onder zand bedolven. Dit gold bijvoorbeeld voor de tuinbouw bij de Boerenwetering in Zuid en voor de tuinbouw in de Baarsjespolder bij het Slatuinenpad in West. In het AUP werd voorzien om voor de bedrijfsvoering betere terreinen in te richten. Hierbij was het ook gewenst om alle kleine stukjes en beetjes tuinbouw samen te voegen op grotere terreinen. Hiervoor werd gedacht aan de Middelveldsche Akerpolder, de Osdorper Bovenpolder, waar reeds een aantal tuinderijen zich hadden ontwikkeld, maar ook om een groot aaneengesloten gebied in de Sloterpolder èn complexen in de Osdorper Binnenpolder blijvend (sic!) hiervoor aan te wijzen.
Slateelt bij de Raasdorperweg in de Osdorper Bovenpolder vond nog plaats tot enkele jaren geleden.
Op de achtergrond de Westrandweg, die het gebied inmiddels doorsnijdt; 26 mei 2017.
Foto: Erik Swierstra.
Tuinbouw in vier polders
Er werd gedacht aan de volgende verdeling: Sloterpolder 190 ha, Middelveldsche Akerpolder 80 ha, Osdorper Bovenpolder 85 ha en Osdorper Binnenpolder 50 ha. Dit is totaal 405 ha, waarvan 125 ha al aanwezig was in de eerste drie vermelde polders, dus het supertotaal komt uit dan op 530 ha tuinbouw.
Citaat:
“voor den tuinbouw is de beteekenis met bestemming tot warmoezeniersgrond gelegen in de omstandigheid, dat door dezen op de wet steunenden maatregel de bedoelde terreinen slechts voor het speciaal genoemde (of een daarmede nauw verwant) doel zullen mogen worden gebruikt. Een eenmaal op tot tuinbouw bestemd terrein gevestigd bedrijf kan zich dus verder rustig ontwikkelen zonder vrees voor verplaatsing en zich daardoor al naar behoefte aanpassen aan de moderne bedrijfseischen.”
Hoe die ‘rustige verdere ontwikkeling’ is verlopen kunnen we zien aan de autosloperijen, lege en met auto’s, caravans en bomengroei bezette kassen in de Osdorper Bovenpolder. Ja, die polder die in zijn geheel was bestemd voor tuinbouw…. In de Akerpolder en Sloterpolder is tuinbouw inmiddels geheel vervangen door huizenbouw.
Luchtfoto van tuinbouw in kassen nabij het dorp Sloten.
Links de Sloterweg, in het midden de Ditlaar; 9 mei 1969.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Open gebied tussen Amsterdam en Haarlem
Op de pagina’s 68 t/m 71 gaat het plan verder in op het landelijke gebied. Hierin wordt nadrukkelijk het belang vermeld het gebied open te houden, zodat Amsterdam en Haarlem niet aan elkaar zouden groeien. Het contact tussen de stadsbewoners en het landelijk gebied is van blijvend belang. Deze open ruimte is met behulp van het Rijk en de Provincie aardig in stand gehouden (Rijksbufferzone). Als het aan de gemeente Amsterdam had gelegen was de Osdorper Binnenpolder-Noord (Eendrachtpolder) vanaf de jaren tachtig geheel gevuld met bedrijventerreinen (woningbouw was met het Luchthavenindelingbesluit Schiphol onmogelijk geworden).
De Lutkemeerpolder is inmiddels wel gedeeltelijk gevuld met bedrijventerreinen, terwijl in het AUP juist deze polder in zijn geheel voor landbouw (akkerbouw, dat is wat anders dan tuinbouw) behouden zou moeten worden. In een gedeelte van de polder, nabij de Wijsentkade, is nog steeds akkerbouw.
Op Kaart D ‘Werkgebieden in het AUP’ zijn duidelijk de bedoelingen met het Landelijk gebied te zien: de zuidoosthoek van de Osdorper Binnenpolder-Noord én een groot deel van de Osdorper Binnenpolder-Zuid zijn daarop bestemd voor tuinbouw. Opvallend is dat het grootste deel van de Osdorper Binnenpolder-Noord nog niet bestemd is. Wel zien we de vermelding ‘in vervening’ op de kaart. Dit was de veenderij ‘De Eendracht’. De gehele Osdorper Bovenpolder is/was bestemd voor tuinbouw, zo ook de Akerpolder en de Sloterpolder ten noorden van de Sloterweg.
Luchtfoto van de Eendrachtpolder gezien naar het noordwesten tijdens de vervening in de
jaren twintig. Op de achtergrond links de Osdorperweg, rechts de Haarlemmerweg.
Luchtfoto van de Eendrachtpolder gezien naar het noordwesten, na vervening en droogmaking
ingericht als Sportpark De Eendracht (voorgrond) en als akkerland (achtergrond).
Links liggen de volkstuinparken; 6 juni 1975. Dit gebied is nu onderdeel van de ‘Tuinen van West’.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Omlegging Osdorperweg
Op Kaart J, ‘Hoofdverkeerswegen in het AUP’ is een bijzonder detail te zien: een groot deel van de Osdorperweg zou daaronder vallen in relatie met een circuit (reuzenrotonde) rond het dorp Sloten én in relatie met een omlegging van de Osdorperweg dóór de Osdorper Binnenpolder-Noord naar de omlegging van de Haarlemmerweg in verband met het geplande Kanaal om de West. De Haarlemmerweg zou in deze plannen met de spoorlijn omgelegd worden ten noorden van het dorp Halfweg. Deze plannen zijn echter nooit gerealiseerd en de spoorlijn en Haarlemmerweg liggen daar nog steeds op het oorspronkelijke tracé.
Osdorper Binnenpolder-Zuid
Ten slotte: Als we kijken naar de kaart ‘Het AUP, Plan in Hoofdzaak’ dan is er nog iets bijzonders te zien: naast tuinbouw is daarop de gehele Osdorper Binnenpolder-Zuid gevuld met een stukje woningbouw én veel Volkstuincomplexen tot tegen de Ookmeerweg aan. Bijzonder is dat juist déze polder zijn oorspronkelijke middeleeuwse karakter heeft behouden met uitzondering van de bedrijfsloodsen van de firma Rutte.
De Osdorper Binnenpolder-Zuid is nog als veenweidegebied gedeeltelijk behouden gebleven; 2 mei 2015.
Foto: Erik Swierstra.
Kanaal om de West
De noordwesthoek van de Osdorper Bovenpolder ligt niet in de gemeente Amsterdam maar in de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, (sinds 1 januari 2019 gemeente Haarlemmermeer). Bij de planning van het Kanaal om de West werd daarop vooruitlopend in 1963 een grondruil gedaan: alles ten westen van het tracé werd van Haarlemmerliede, alles ten oosten van Amsterdam, waardoor het kanaal geheel in Amsterdam zou komen te liggen. Kijkend naar de tuinbouw is het boeiend te zien dat in de gemeente Haarlemmermeer de tuinbouw een geheel eigen leven is gaan lijden/leiden. Uit de kassen groeit natuur dwars door de beglazing heen.
Het ontworpen tracé van het Kanaal om de West tussen de Ringvaart van de
Haarlemmermeerpolder en Zijkanaal F op de kaart van het AUP uit 1935.
In geel in het midden is de omgelegde Osdorperweg door de Osdorper Binnenpolder aangegeven.
Tuinbouwgebied Sloten
In het Algemeen Uitibreidings Plan werd de Sloterpolder vrijwel geheel bebouwd, alleen nabij het dorp Sloten zou een deel agrarisch blijven. De tuinders die in de Overtoomse Polder (het deel van deze polder ten westen de Overtooomse Buurt) hun bedrijven hadden, zouden worden verplaatst naar het Tuinbouwgebied Sloten, tussen de Plesmanlaan, Louwesweg en Sloterweg. Dit tuinbouwgebied werd in de jaren 1958-1960 ingericht. De laatste tuinders in Overtoomse Veld vertrokken in 1959 in het gebied waar tegenwoordig het Rembrandtpark ligt.
Het Tuinbouwgebied Sloten zou uiteindelijk slechts drie decennia blijven bestaan, want in de jaren tachtig werden ook voor dit gebied plannen voor bebouwing gemaakt. In 1988 moesten de tuinders hier weer vertrekken, waarna in de jaren negentig hier de wijk Nieuw Sloten verrees. Een deel van de tuinders vond een nieuwe plek nabij Almere, anderen vertrokken naar elders in Nederland of stopten met hun bedrijf.
Luchtfoto van het Tuinbouwgebied Sloten, gezien in westelijke richting.
In het midden de Louwesweg; 21 juli 1983. Hier ligt nu de wijk Nieuw Sloten.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Middelveldsche Akerpolder
Ook ten noorden van het dorp Sloten werd het nog overgebleven poldergebied bestemd voor de tuinbouw. Dit betrof in eerste instantie de Middelveldsche Akerpolder. Ook hier maakten weilanden plaats voor tuinbouwbedrijven. Deze bleven iets langer bestaan dan het hiervoor genoemde Tuinbouwgebied Sloten, maar moesten in de jaren negentig ook wijken voor woningbouw. In de jaren negentig verrees hier de wijk De Aker. Wel bleven de oude Noorder Akerweg en de Zuider Akerweg bestaan met bebouwing die nog deels dateert uit de tijd van de tuinbouw.
Het tuinbouwgebied in de Middelveldsche Akerpolder, gezien in noordelijke richting.
Op de voorgrond de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder, rechtsonder de Zuiderakerweg,
linksboven de Noorderakerweg; april 1973. Hier ligt nu de wijk De Aker.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Osdorper Binnenpolder
Ook het restant van de Osdorper Binnenpolder, voor zover niet bebouwd met de huizen van de tuinstad Geuzenveld en gebruikt voor het Sportpark Ookmeer, behield deels een agrarische bestemming. Hier geen tuinbouw, maar in het veenweidegebied ten noorden van de Ookmeerweg bleven weilanden zoals vanouds, terwijl in de uitgeveende Eendrachtpolder deels akkerland bleef bestaan en een deel een bestemming kreeg als sportpark of als terrein voor volkstuinparken. De akkerbouw bleef bestaan tot in het begin van de 20e eeuw, de grond hiervan werd sinds 2012 onderdeel van de Tuinen van West met recreatieve bestemmingen, maar ook een nieuwe tuinbouwbestemming in de vorm van de Fruittuin van West.
Osdorper Bovenpolder
De Osdorper Bovenpolder behield ook deels een bestemming met weilanden (in het zuiden) en het noordelijke deel werd bestemd voor tuinbouw, vooral in kassen. Deze bestemmingen zijn voor een groot deel tot nu toe blijven bestaan.
Lutkemeerpolder
De Lutkemeerpolder behield aanvankelijk zelfs grotendeels de bestemming van akkerbouwgebied. Uitzonderingen waren de aanleg van de Begraafplaats Westgaarde aan de zuidoostkant en de aanleg van de slibvelden aan de noordwestkant. Deze hebben inmiddels plaatsgemaakt voor het recreatiegebied de Raesberg.
Boerderij ‘De Melkweg’ aan de Lutkemeerweg is nog een van de laatste boerderijen met een agrarische functie.
Deze boerderij en de boerderij ‘Tijd is Geld’ staan nu op de gemeentelijke monumentenlijst; 4 november 2013.
Foto: Erik Swierstra.
Boerderijen
Van de akkers is inmiddels al weer een deel verdwenen. In het noordwesten van de polder werd een natuurgebied aangelegd. Ten zuidwesten van de begraafplaats is inmiddels het bedrijventerrein Lutkemeer 1 aangelegd, terwijl er plannen zijn voor Lutkemeer 2. De Boerderij De Boterbloem is in een strijd voor het voortbestaan gewikkeld tegen de plannen voor de aanleg van dit tweede bedrijventerrein. Wel is de Lutkemeerweg in zijn geheel blijven bestaan, van de oorspronkelijke vijf boerderijen bestaan er nu nog drie, waarvan er inmiddels twee op de lijst van gemeentelijke monumenten staan. Tussen de oorspronkelijke agrarische bebouwing is inmiddels een lintbebouwing van vrijstaande huizen en villa’s verrezen.
Erik Swierstra en Pieter Boekschooten; augustus 2019.
Zie ook de cultuurhistorische gids Fietsen door Landelijk Osdorp.
Ter hoogte van de Ringspoordijk lagen er jarenlang naast de Sloterweg twee landhoofden die herinnerden aan de aanleg van deze dijk t.b.v. de Ringspoorbaan in de jaren dertig. De landhoofden werden gebouwd in 1931 en gesloopt in 1982.
Nog voordat het Centraal Station werd gebouwd was er in 1864 al sprake van een ‘Ceintuurspoorbaan’ rond de toenmalige stad, met een Centraal Station ter hoogte van het Sarphatipark. Deze werd echter niet gebouwd, de regering besloot dat er een Centraal Station in het IJ moest komen, dit werd geopend op 15 oktober 1889.
De oude, nog smalle, Sloterweg voor de verbreding met het in 1931 gebouwde viaduct
in de Ringspoorbaan, nog met de brugliggers, gezien in westelijke richting; jaren dertig.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
In 1905 werd een nieuw plan gemaakt om een Ringspoorbaan aan te leggen van Sloterdijk naar Duivendrecht. Deze zou komen te liggen door de polders ten westen en ten zuiden van de stad en was vooral bestemd om het goederenverkeer vanuit de havens aan de westkant buiten de stad om te voeren richting Amersfoort en Utrecht. In 1915 volgde het besluit tot aanleg. In het Plan Berlage uit 1917 was ook een Zuiderstation opgenomen op de plek waar nu Station Amsterdam Zuid ligt.
Na de annexatie in 1921 van (delen van) de aanliggende gemeenten, waaronder Sloten, startte nog datzelfde jaar de aanleg van het dijklichaam, eerst aan de zuidkant van de stad, later in de jaren twintig ook aan de westkant, door de Sloterpolder. Vanaf 1933 werd de aanleg van de dijk ook benut in het kader van de Werkverschaffing om zo de werklozen aan het werk te zetten. Dit werk concentreerde zich aan de zuidoostkant, waar in 1939 het gedeelte tussen Watergraafsmeer en Duivendrecht voor het spoorwegverkeer in gebruik werd genomen. De rest van het tracé werd niet voltooid.
Over enkele kruisende wegen werden viaducten gebouwd: Sloterweg, Haarlemmermeerspoorlijn en Amstelveenseweg. Ook over de Boerenwetering kwam er een brug. Deze waren compleet, alleen de rails behoefden nog te worden aangelegd. Zij waren gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School en een ontwerp van Piet Kramer.
De Haagseweg (voorheen Sloterweg), aangelegd in 1938, met de nooit gebruikte landhoofden
van het viaduct in de Ringspoorbaan, zonder de in 1945 verwijderde brugliggers,
gezien in oostelijke richting in de richting Aalsmeerplein; 29 september 1971.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
In 1945 werden de overspanningen van de niet gebruikte viaducten verwijderd om daarmee een vernielde brug bij Warmond in de spoorlijn Haarlem – Leiden weer berijdbaar te maken. Sindsdien zijn de landhoofden ongebruikt blijven staan. Voltooiing van de spoorlijn was in de jaren vijftig en zestig niet meer aan de orde. Bij de Amstelveenseweg en de Boerenwetering werden de restanten gesloopt in de jaren zestig toen de dijk daar werd verbreed t.b.v. de aanleg van de Ringweg A10.
Bij de Sloterweg (inmiddels Haagseweg) bleven de landhoofden liggen tot 1982. Aanleiding tot de sloop was de aanleg van de nieuwe spoorverbinding Centraal Station – Sloterdijk – Schiphol waartoe in 1981 werd besloten. Terwijl de oorspronkelijk geplande Ringspoorbaan ten zuiden van de Sloterweg naar het zuidoosten afboog, boog de nieuwe Schipholspoorlijn ten zuiden van de Sloterweg naar het zuidwesten af. Bovendien lag de as van de nieuwe spoorlijn niet op de zelfde plek als die van de oude dijk. Het dijklichaam dat naar het zuidwesten afboog sloot niet aan op de oude landhoofden, zodat deze in 1982, na ruim een halve eeuw ongebruikt te hebben gelegen, werden gesloopt. Op de plaats van de inmiddels verdwenen Sloterweg / Haagseweg kwam een dijklichaam te liggen. De nieuwe spoorlijn werd geopend op 31 mei 1986.
Elf jaar later kwam er alsnog een railverbinding vanaf deze plek in zuidoostelijke richting, toen op 1 juni 1997 metrolijn 50 (Isolatorweg – Gein) werd geopend, die hier de ooit geplande verbinding vormt tussen Sloterdijk, Station Zuid en Duivendrecht.
Erik Swierstra; april 2019.
Zie ook:
* https://www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/terug-naar-het-fort-op-de-sloterweg
* https://www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/de-verdwenen-sloterweg
* https://geheugenvanwest.amsterdam/page/1021/de-ringspoordijk
* https://nl.wikipedia.org/wiki/Ringspoorbaan
* https://nl.wikipedia.org/wiki/Spoorwegviaduct_Sloterweg