Amsterdam zit middenin een kolossale bouwopgave waarbij de hoofdstedelijke groenstructuur onder druk staat. Philomene van der Vliet en Jan Maas van BOOM Landscape houden een pleidooi om de scheggen van Amsterdam juist een ambitieuze rol te geven in de ontwikkeling van de stad.
Philomene van der Vliet en Jan Maas – Uit: Archined.nl; 7 maart 2019
Amsterdam kent een geweldige traditie waarin bij grote stadsuitbreidingen flink werd geïnvesteerd in royale groenstructuren. In deze lijn ontstonden het Sarphatipark in het uitbreidingsplan van Kalff, het Oosterpark tijdens het slechten en bebouwen van de bolwerken en het Vondelpark – op privaat initiatief betaald uit bouwspeculaties. Ook in het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) dat in de jaren dertig van de twintigste eeuw werd ontwikkeld om de groei van de stad in grote lijnen vast te leggen, was grote aandacht voor groene (ontspannings)gebieden. Stedenbouwkundige Cornelis van Eesteren beoogde zo een nieuwe stad te creëren waarin iedereen, ongeacht rang of stand, omgeven door voldoende groen, ruimte, en licht, zich kon ontplooien. De realisatie van het AUP leidde in vijftien jaar tot een verdubbeling van de omvang van de stad: 50.000 woningen verrezen in wijken als Bos en Lommer, Watergraafsmeer, Osdorp en Buitenveldert, met daar tussenin omvangrijke parklandschappen; de scheggen van de stad.
Nu, ruim 80 jaar later, zit Amsterdam middenin een kolossale bouwopgave. Om de woningtekorten op te lossen, worden locaties binnen de gemeentegrenzen versneld ontwikkeld om de komende tien jaar 75.000 woningen te realiseren (1); er worden verdichtingslocaties aangewezen, rangeerterreinen opgeheven en bebouwd, bedrijventerreinen getransformeerd, sportvelden opgegeven en oevers volgebouwd. Over deze bouwplannen wordt volop gedebatteerd. Opvallend minder discussie is er over de scheggen, waar ook projecten van start zijn gegaan: in de Diemerscheg zijn 7.000 woningen in aanbouw en in de Brettenscheg, rondom Sloterdijk- Centrum, zijn er plannen voor 7.500 woningen. Ook wordt gestudeerd op de Schiphol-corridor, het gebied langs de Schinkel, het Amsterdamse bos en de Riekerpolder, daarmee zou ook de geliefde Amsterdamse Bosscheg onder druk komen te staan.
De ligging van de scheggen maakt ze aantrekkelijk en daardoor des te kwetsbaarder voor de bouwdrift die gepaard gaat met de huidige uitbreidingsplannen die de stad voor ogen heeft. Een lange traditie dreigt verloren te gaan: de stad rukt op maar investeringen of plannen voor nieuwe groenstructuren blijven achter, en inmiddels staan zelfs oude groenstructuren onder druk.
Dat de scheggen kwetsbaar zijn, bleek begin 2018 uit een aansporing van de minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren. Zij stelt dat gemeentes lef moeten tonen door te bouwen rond de stadsgrenzen: ‘Het moet allebei. En binnenstedelijk én in het groen’. Bouwen in het landschap gaat volgens haar sneller, iets wat het Economisch Instituut voor de Bouw benadrukt: ‘echt tempo maken doe je in het buitengebied.’ Het Planbureau voor de Leefomgeving stelt dat ontwikkelaars zullen kiezen voor het buitengebied, omdat het minder gedoe geeft, meer meters gemaakt kunnen worden en daardoor de winsten daar veel hoger zijn. De roep van politici en ontwikkelaars om te bouwen in het groen rond de stad wordt in navolging van de voormalige wethouder en locoburgemeester van Amsterdam steeds luider.
In de Structuurvisie Amsterdam 2040 (2011) is enkele jaren geleden de ambitie uitgesproken om de acht scheggen in en rondom Amsterdam uit te bouwen tot ‘metropolitane landschappen’. De functies die de gemeente benoemt, benadrukken de geografische en ecologische waarde van de scheggen, waarbij vooral recreatieve functies en voorzieningen (van ecologische bedrijvigheid tot horeca en evenementen) in het oog springen. Veel ideeën in de Structuurvisie betreffen het verbeteren van mobiliteit en het ontsluiten van de scheggen om intensief recreatief gebruik mogelijk te maken en het vestigingsklimaat van de stad te verbeteren. De standaardreactie op de plannen om in het groen te bouwen of er recreatieve functies onder te brengen, is om vooral te laten wat is en met de handen van het groen af te blijven, omdat groen dat verdwijnt nooit meer terugkomt. Hierbij blijft onderbelicht wat het mogelijke verlies betekent voor de relatie tussen stad en landschappelijke omgeving. Kortom: het ontbreekt aan visie.
Een eerste stap hiertoe is de intrinsieke waarde van onze scheggen te onderzoeken voorbij hun huidige en vaak stilzwijgend aangenomen functie als weidegronden, recreatiegebieden en bouwterreinen. Deze beperkte functietoekenning doet namelijk geen recht aan hun potentie, maar getuigt ook niet van inzicht in de problematiek. Het doel zou moeten zijn dat ze niet alleen economisch, maar ook ecologisch productief worden en maatschappelijke meerwaarde opleveren.
Met de beperkte zienswijze op de scheggen als locaties voor woningen en recreatie, wordt voorbijgegaan aan de noodzaak van het toekomstbestendig maken van de stad en de scheggen zelf. Zoals de scheggen nu functioneren, zal dat in de nabije toekomst niet meer mogelijk zijn of tot problemen leiden. Zo wordt onder andere het peilbeheer van veenlandschappen, zoals de Amstelscheg en Waterland, een steeds duurdere en complexere opgave. Daarnaast zorgt de ontwatering ten behoeve van grasland voor een natuurlijke veenverbranding en een hoge uitstoot van CO2 van circa 30 ton per hectare per jaar. De ontwatering zorgt voor nog een ander probleem: de bodem in deze veengebieden daalt gemiddeld één centimeter per jaar met verzakkingen van wegen, funderingen en hoge beheerkosten tot gevolg.
Tot slot dringt ook de klimaatproblematiek zich steeds sterker op aan de stad; we hebben last van stormen, extreme hitte, droogte en wateroverlast. Onze biodiversiteit neemt af – ruim 40% van de soorten insecten vermindert in aantal en een derde is zelfs bedreigd (2), files nemen toe en de CO2 uitstoot neemt veel langzamer af dan werd aangenomen. Met name de hoge concentraties CO2 rondom steden als Amsterdam en Rotterdam , veroorzaakt door de aanwezigheid van energiecentrales, industrie, autoverkeer en havens, springen in het oog. Wil de stad de groei faciliteren zonder ecologische schade te vergroten dan heeft ze voor het omschakelen naar nieuwe vormen van mobiliteit, klimaatadaptieve maatregelen en schone energie ruimte nodig. Ruimte om water en CO2 te bufferen en uitstoot van CO2 door veenoxidatie tegen te gaan. Ruimte om schone energie op te wekken, te experimenteren met nieuwe compacte landbouwvormen en aaneengesloten natuur te maken om massale sterfte van insecten, vogels terug te dringen. De mogelijkheden voor kwantitatieve groei van groenstructuren in en rondom de stad zijn beperkt maar wil Amsterdam verdichten met 70.000 woningen en tegelijkertijd de leefbaarheid van de stad in stand houden of verbeteren dan zal ze moeten investeren in kwaliteit en de intrinsieke waarde van haar groenstructuren moeten vergroten in plaats van deze te bebouwen. Een van de mogelijkheden is door de scheggen een rol te laten spelen in de grotere opgaven waarvoor de stad zich gesteld ziet.
Vanuit de duurzaamheidagenda van de stad dienen zich talrijke nieuwe vragen aan over de scheggen. Kunnen de scheggen een rol spelen bij het tegengaan van urban heat, het verbeteren van de biodiversiteit en de luchtkwaliteit en het tegengaan van bodemdaling, wateroverlast en watertekorten? Wat betekent dit voor de functies van de scheggen en voor eventuele functiemenging? Hoe kan worden omgegaan met het vraagstuk van de veenbodemdaling en wat betekent dat voor het gebruik van het landschap? Kunnen de scheggen een rol spelen als energielandschappen zonder hun landschappelijke waarde te verliezen?
We zijn toe aan een radicale visie op de scheggen. Een visie die anticipeert op stedelijke verdichting en tegelijkertijd de ecologische waarde van de stad vergroot.
Een plan waarin de scheggen worden omgevormd tot ecologisch productieve landschappen die maatschappelijke meerwaarde opleveren: energie opwekken in plaats van energie kosten, CO2 vastleggen ipv CO2 uitstoten, biodiversiteit verbeteren in plaats van vernietigen door overbemesting en pesticiden, water opnemen in plaats van wegpompen. Een grootschalige transformatie waarin vanzelfsprekend niet wordt gebouwd. Verandering begint met de notie dat de scheggen altijd in transitie zijn geweest: van moeras, naar landschap voor energiewinning tot agrarisch landschap. Een opeenvolgende nieuwe transformatie ligt dus voor de hand. Laten we de erfenis van Van Eesteren, Niftrik, Kalff en Jacoba Mulder verbeteren in plaats van om zeep helpen door te pleiten voor radicale vergroting van de intrinsieke waarde van onze landschappen opdat zowel de leefbaarheid van de stad verbetert als Amsterdam haar eigen ambitieuze doelstellingen overtreft.
1 Het huidige college van Amsterdam heeft ingezet op 7.500 woningen per jaar in de komende vier jaar, een aantal dat daarna moet worden doorgezet (Coalitieakkoord Een Nieuwe Lente en een Nieuw Geluid, mei 2018). In 2025 moeten al 50.000 woningen gereed zijn. (Koers 2025. Ruimte voor de Stad, april 2016)
2 Francisco Sánchez-Bayo, Kris A.G.Wyckhuys, Worldwide decline of the entomofauna: A review of its drivers, in Biological Conservation, vol.232, April 2019, Pages 8-27
Philomene van der Vliet en Jan Maas zijn landschapsarchitecten en richtten in 2012 BOOM Landscape op.
Enkele gerelateerde Archined artikelen:
Triumph city of Broadacre city, waar zullen we ‘ns bouwen? – Violette Schönberger-Baudet (27.06.18)
De stad van de toekomst is mediterraan – Remco Daalder (05.11.07)
De opmars van de McDonalds natuur – Remco Daalder (23.02.06)
Van: https://www.archined.nl/2019/03/pleidooi-voor-de-scheggen/
Nog ca. € 5.000,– ontbreekt aan het streefbedrag voor het groot onderhoud aan de Molen van Sloten. Op dit moment staat de thermometer op € 44.000,-. Maar er is meer nodig
De afgelopen maanden heeft de molen via allerlei acties geld ingezameld om geld voor het achterstallig bijeen te brengen. Een aantal reparaties zijn inmiddels gedaan; de kap en de wieken zijn prachtig opgeknapt, er zijn onderdelen vervangen en er is geschilderd. Maar er waren ook tegenvallers. Zo bleken sommige balken en ramen in veel slechtere staat dan verwacht.
Met de werkzaamheden aan de stenen onderbouw van de molen kon nog niet worden begonnen, omdat er nog steeds veel geld tekort is. Niet alleen moeten de stenen opnieuw worden gevoegd, er moet ook spouwmuurisolatie worden aangebracht – een post die niet op de begroting stond, maar wel noodzakelijk is om te voldoen aan de duurzaamheidseisen van deze tijd.
De molen roept iedereen met een rekening bij de Rabobank Amsterdam op tot steun via de Rabobank Club Support actie. Vanaf 27 september tot 11 oktober kan er op het project van de Molen van Sloten gestemd worden via: www.rabo-clubsupport.nl/amsterdam/deelnemers. Hoe meer stemmen de molen krijgt, des te groter wordt het bedrag dat de Rabobank ter beschikking stelt. Stemmen kost niets en de molen wordt er beter van!
Met ingang van deze maand heeft de molen een speciale vriendenactie. Wie nu Vriend van de Molen wordt voor een minimumbedrag van € 25,- per jaar, is drie maanden gratis vriend, namelijk tot eind 2020. Vrienden van de Molen mogen het hele jaar door met twee volwassenen en maximaal vier kinderen zo vaak de molen bezoeken als zij willen. Daarnaast organiseert de molen tweemaal per jaar een evenement speciaal voor vrienden. Aanmelden als vriend kan via: www.molenvansloten.nl/vriend-van-de-molen, of aan de balie van de molen.
Natuurlijk zijn alle donaties, groot of klein, nog steeds welkom. Bij de ingang van de molen staat een donatiebox. U kunt ook overmaken op rekening NL03 RABO 0359 6000 50 van de Molen van Sloten. Vermeld “Groot Onderhoud “. Meer informatie op www.molenvansloten.nl/help
Uit: de Westerpost van 2 oktober 2019.
Van: www.westerpost.nl
Op 12 oktober 2019 van 14.00 uur tot 16.00 uur is de laatste kans om duidelijk te maken dat Amsterdammers het niet pikken dat de laatste biologische landbouwgrond van Amsterdam voorgoed onder bouwzand zal verdwijnen. En waarvoor? Een zoveelste bedrijventerrein.
Het stadsbestuur wil op deze plek een distributiecentrum bouwen. De infrastructuur is ongeschikt, lege bouwkavels en distributiecentra liggen om de hoek en bouwen in groengebieden is sowieso waanzin.
De eerste vernielingen zijn aangericht, maar de polder is nog niet verloren. Kom op 12 oktober om de vernietiging van de laatste vruchtbare polder te stoppen nu het nog kan! Omdat we goed voedsel nodig hebben bij de stad, vanwege de klimaatnoodtoestand, omdat we smachten naar groene ruimtes en rust en omdat we onze kinderen aardappels willen laten rooien. Omdat egels en boomvalken belangrijker zijn dan de zoveelste nodeloze grijze doos.
Trek laarzen aan, neem je spade en een bol knoflook mee: samen gaan we de polder weer beplanten. Na de plant- en schepactie is er muziek, een drankje en gezelligheid.
We kunnen heel veel hulp gebruiken bij het mobiliseren voor de 12e oktober. Neem graag contact op via [email protected]
Meer informatie op: www.behoudlutkemeer.nl
Het is al weer ‘even’ geleden, maar toch nog het volgende bericht: Begin juni 2019 heeft de gemeente 25 (!) ontbrekende straatnaamborden op Oud Osdorp (terug)geplaatst. Deze borden waren nooit geplaatst of tijdens werkzaamheden verdwenen en nooit meer teruggeplaatst.
De foutieve tekst “Geuzenveld” is inmiddels overgeplakt met een
correctie-sticker waar “Osdorp” op staat. (Foto: Theo Durenkamp)
Oud Osdorper Theo Durenkamp ergerde zich hieraan. Hij maakte een foto-inventarisatie en plaatste die op zijn eigen website theodurenkamp.nl. Op 10 maart 2019 diende hierover hij een SIA-melding bij de gemeente in met verwijzing naar zijn site. Een kleine drie maanden later werd Theo verrast door de plaatsing van de 25 borden.
Helaas bleek toen dat de wijkaanduiding op een aantal borden niet klopte: De Slibveldenweg hoort natuurlijk de aanduiding “Osdorp” te dragen en niet “Geuzenveld”. Was de gemeente de weg een beetje kwijt? Theo klom dus weer in de digitale pen en de gemeente bracht de correcties aan. De aanhouder heeft gewonnen!
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 2 oktober 2019.
Sinds de opening van de Bovenlandschool op de groenstrook bij de Langsom is er al sprake van een gevaarlijke verkeerssituatie. Deze wordt vooral veroorzaakt door ouders die snel even hun eigen kinderen ‘veilig’ bij school willen afzetten.
Na lang aandringen van de school zelf en de werkgroep Sloten, is de gemeente per 18 september ’s morgens controles gaan uitvoeren op de Slimmeweg en Langsom bij de school. Er zijn al flinke boetes uitgedeeld voor foutparkeren en het creëren van gevaarlijke situaties, zoals het met de auto over het fietspad rijden om kroost weg te brengen. Het bekeuren blijft doorgaan zolang als nodig is. (Foto: Marc Makkes)
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 2 oktober 2019.
Het is nog niet bekend wanneer de plannen voor de vernieuwing van de Sloterbrug en de daar direct mee samenhangende verkeerssituatie op Sloten (de gevaarlijke autodrukte op de Vrije Geer, Ditlaar en Sloterweg) in de Stadsdeelcommissie van Nieuw-West besproken worden. Dit gebeurt op zijn vroegst op 15 oktober 2019. Wij houden u op de hoogte.
Nadat het onderwerp in het stadsdeel behandeld is, wordt het ook bij de gemeenteraad nog besproken. De werkgroep Sloten wil dat er bij dit project breder wordt gekeken dan ‘alleen maar’ naar de vernieuwing van de brug: “Ook de verbetering van de doorstroming op de aan- en afvoerwegen aan alle kanten van het gebied (Badhoevedorp, Sloten en De Aker) richting rijkswegen moet hierbij betrokken worden”.
In het weekend van 28 september ontving Sloten een bewonersbrief. Reactie van de werkgroep Sloten: “Het is een goed teken dat de gemeente doordrongen lijkt van de ernst van de gevaarlijke verkeersituatie op de Sloterweg. De voorgestelde maatregelen op korte en middellange termijn lossen echter niets op. Wij blijven ons inzetten voor een échte oplossing!”
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 2 oktober 2019.
Sloten / Nieuw Sloten – De Dorpsraad Sloten heeft bij de SDC Nieuw-West een voorstel ingediend om de Sloterweg geheel af te sluiten voor doorgaand snelverkeer.
Door: [email protected]
Dit voorstel zou ten koste gaan van de leefbaarheid in Nieuw Sloten, omdat al het doorgaande verkeer vanaf de Sloterbrug en uit De Aker richting de A4, dan via de Anderlechtlaan en de Laan van Vlaanderen naar de Plesmanlaan zou gaan rijden, en omgekeerd. Intussen hebben actieve bewoners in Nieuw Sloten een werkgroep gevormd.
Later dit jaar gaat de SDC Nieuw-West advies geven aan B&W over de “Nota van Uitgangspunten nieuwe Sloterbrug”. Daarmee wordt weer een vervolgstap gezet voor de vervanging van de huidige Sloterbrug.
Het is de Dorpsraad Sloten (hierna: DrS) al jaren een doorn in het oog, dat de verkeersdruk op de Sloterweg, tussen Ditlaar en de Anderlechtlaan, verder toeneemt. In 2020 zijn het naar schatting ca. 15.200 verkeersbewegingen per dag. De DrS heeft de ‘Nota van Uitgangspunten’ voor de nieuwe Sloterbrug aangegrepen om bij de SDC te pleiten voor het tijdelijk stopzetten van de ontwikkeling van die nieuwe brug, totdat er geen doorgaand verkeer meer via de Vrije Geer, Ditlaar en de Sloterweg naar de Anderlechtlaan / A4 kan rijden, en omgekeerd.
Hoek Ditlaar / Sloterweg, waar de blokkade (‘knip’) voor
snelverkeer zou moeten komen.
De DrS stelt de SDC het volgende voor: “Primair en vooruitlopend op nadere stappen, beperking van het autoverkeer over Vrije Geer, Ditlaar, Sloterweg en Kortrijk tot bestemmingsverkeer; vorm te geven door een knip met flitspaal tussen de Dorpskern Sloten en de Westelijke tak van de Sloterweg [hoek Ditlaar / Sloterweg; CF]. Zo kunnen bewoners / vergunninghouders [en lijnbussen van het openbaar vervoer; CF] alle beschikbare richtingen op, terwijl bezoekers de desbetreffende adressen slechts vanuit één richting kunnen bereiken.” Hierdoor kan de Sloterweg niet meer gebruikt worden door doorgaand verkeer. Al het doorgaande verkeer (ca. 15.000 verkeersbewegingen) zal dan dus als sluipverkeer via de Anderlechtlaan en de Laan van Vlaanderen – dwars door Nieuw Sloten – afgewikkeld worden.
Verkeersinfarct Nieuw Sloten
De werkgroep in Nieuw Sloten vindt dat de DrS in het voorstel alleen serieus nagedacht heeft over een oplossing voor de Sloterweg. Want om sluipverkeer door Nieuw Sloten te voorkómen, staat in het voorstel: “Voorkómen van sluipverkeer door Nieuw Sloten door verkeerslichteninstelling bij de westelijke en oostelijke tak van de Laan van Vlaanderen / Plesmanlaan.” Hiermee bedoelt de DrS dat de verkeerslichten op de Plesmanlaan voor afslaand verkeer naar de Laan van Vlaanderen zó lang op rood moeten blijven staan, dat automobilisten ervoor kiezen om het Hoofdnet Auto te volgen, dus via de Plesmanlaan < > Huizingalaan < > Oude Haagseweg < > A4.
Wie een beetje ter plaatse bekend is, weet dat dit geen reële oplossing is. Want als verkeer – komende vanaf de andere kant (vanaf de A4 dus) richting Osdorp / De Aker – bij de nieuwe turbo-rotonde niet meer linksaf de Sloterweg op kan, zal dat verkeer rechtdoor de wijk Nieuw Sloten inrijden. Daar zal dat sluipverkeer op de beide takken van de Laan van Vlaanderen tot stilstand komen, wachtend totdat de verkeerslichten bij de Plesmanlaan weer wat auto’s doorlaten. Met alle gevolgen voor de leefbaarheid (uitlaatgassen en fijnstof) op de Laan van Vlaanderen.
Alleen integrale benadering
De bewonerswerkgroep in Nieuw Sloten is het met de DrS eens, dat dit moment – waarbij de SDC advies gaat geven over de Nota van Uitgangspunten voor de nieuwe Sloterbrug – aangegrepen moet worden om de ontwikkeling van de nieuwe Sloterbrug voorlopig op te schorten / uit te stellen. Maar verder pleit de werkgroep uit Nieuw Sloten voor een integrale benadering. Dat wil zeggen: geen verkeersmaatregelen treffen op de Sloterweg in de vorm van bijvoorbeeld een afsluiting voor doorgaand verkeer, zolang er geen serieuze oplossing is voor de daardoor verwachte toename van sluipverkeer dwars door Nieuw Sloten.
De geschiedenis herhaalt zich
In feite start de DrS na 10 jaar eenzelfde discussie. In 2009 had het Dagelijks Bestuur van de toenmalige Stadsdeelraad Slotervaart 10 verkeersvarianten uitgewerkt met één of meer tijdelijke of permanente “knips” in de Sloterweg en de Laan van Vlaanderen. Tijdens een informatieavond stelde een bewoner een 11e variant voor: “Niets doen”. Een meerderheid van bewoners steunden de 11e variant en de Stadsdeelraad nam dat voorstel over.
Wordt dus vervolgd…
Uit: de Westerpost van 18 september 2019
Van: www.westerpost.nl
Op 1 september 2019 werd de V.A.T. (Vereniging Amateur Tuinders) honderd jaar. Dit jubileum werd tijdens een drukke feestweek en een receptie en feest op 21 september gevierd.
Het park kreeg een erepenning van de gemeente Amsterdam en voorzitter Co Plooy (81) werd verrast met het lidmaatschap van de Orde van Oranje Nassau.
De net onderscheiden Co Plooy en wethouder Marieke van Doorninck met de Jubileumpenning.
Niets vermoedend van wat hem boven het hoofd hing, hield de V.A.T.-voorzitter een toespraak. Dat wethouder Marieke van Doorninck er ook was, verbaasde hem niet. Zij kwam immers namens de gemeente Amsterdam de Jubileumpenning aan het park uitreiken.
Nooit meer verplaatsen
Van Doorninck blikte terug dat volkstuinen vroeger vooral werden gebruikt om groenten te telen. Door de afnemende armoede in de stad is de nadruk steeds meer op sierbeplanting en recreatie komen te liggen. “Dat de V.A.T. toen moest verhuizen, dat zou nu niet meer gebeuren. Volkstuincomplexen zijn daarvoor te belangrijk voor de stad!”, aldus de GroenLinks-wethouder. En tegen Plooy: “U bent de burgemeester van de V.A.T., bent heel goed van alles op de hoogte en enorm betrokken. U leeft al 22 jaar voor deze vereniging. En daarom heeft het de koning behaagd…”
Historie
Sinds 1958 is het park gevestigd aan de Lies Bakhuyzenlaan op Sloten. “Het begon allemaal eigenlijk al in 1916, toen een aantal Amsterdammers besloot samen een weiland van een particulier te huren om aardappelen op te verbouwen. De toegang tot dat perceel lag aan de Sloterstraatweg, waar nu de Maassluisstraat in Slotervaart ligt”, zo staat in de speciale uitgave van het V.A.T. nieuws.
Verhuizing
“Begin jaren vijftig werd Amsterdam eigenaar van de grond en startte de onteigening. Na moeizame onderhandelingen met de gemeente, verhuisde de vereniging naar het dorp Sloten. Eerder lagen hier de velden van voetbalclub Pancratius en een weiland waar koeien (van Königsmann) graasden. Sindsdien zijn het dorp en het tuinpark nauw met elkaar verbonden.”
Meer weten over deze bijzondere geschiedenis? Ga naar het Slotense Politiebureautje en koop deze informatieve en rijk-geïllustreerde feestuitgave voor één euro. Dat kan dit seizoen nog op alle weekendmiddagen van oktober tussen 13 tot 17 uur. Of: Lees door op www.vat-sloten.nl.
Zie ook: 100 jaar Vereniging Amateur Tuinders
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 25 september 2019.
Ter gelegenheid van het eeuwfeest van de Vereniging Amateur Tuinders verscheen in september 2019 een speciale uitgaven van het V.A.T. nieuws waarin de geschiedenis van de afgelopen honderd jaar werd beschreven. Ontleend uit deze uitgave hieronder een beschrijving van de geschiedenis van de vereniging tussen 1919 en 2019.
“Op 1 september 1919 werd de Vereniging Amateur Tuinders (V.A.T.) officieel opgericht en op 24 september van datzelfde jaar werd de eerste ledenvergadering gehouden in de Conferentie-Bar aan de Kinkerstraat.”
Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
Rond 1916 besloot een aantal Amsterdammers gezamenlijk een stuk grond te huren van een particulier om hierop aardappelen en groenten te verbouwen. Het oog viel op een stuk weiland gelegen aan de Sloterstraatweg. Dit perceel lag ongeveer ter hoogte van de huidige Maassluisstraat in het stadsdeel Slotervaart.
Ligging van de volkstuinen (donkergroene strook) van de Vereniging Amateur Tuinders
in de Sloterpolder tussen de Sloterweg en de Slotervaart tussen 1916 en 1955.
In het voorjaar van 1917 begon men aan de bewerking van de grond en het zaaien en planten van gewassen. Iedere deelnemer kreeg een stukje grond toegewezen van ongeveer 300 vierkante meter. Het geheel bestond uit 60 tuintjes.
Toen de tuintjes na verloop van tijd wat meer bekendheid kregen, werd het aantal aanvragen groter en was het hele complex al snel verhuurd. Vanwege het succes besloot men in 1918 de hele strook weiland te huren die grensde aan de hoofdvaart in de Sloterpolder. Dit betekende dat het looppad een lengte kreeg van ruim een kilometer. Zo groeide het tuincomplex verder uit en telde het 210 leden.
Op 1 september 1919 werd de Vereniging Amateur Tuinders (V.A.T.) officieel opgericht en op 24 september van datzelfde jaar werd de eerste ledenvergadering gehouden in de Conferentie-Bar aan de Kinkerstraat.
Uit archiefstukken blijkt overigens dat er tussen 1915 en 1919 pogingen zijn ondernomen om onder de naam ‘Ons Buiten’ een vereniging op te richten. Het is dus niet uitgesloten dat er tijdens de oprichtingsfase een splitsing is ontstaan in de groep tuinders aan de Sloterstraatweg. Sindsdien is ‘Ons Buiten’ actief aan de Riekerweg, bij de Nieuwe Meer.
Om Koninklijke Goedkeuring te krijgen voor de statuten werd een verzoek ingediend, waaraan gehoor werd aangegeven, met als gevolg: een officiële goedkeuring in het Koninklijk Besluit van 10 juli 1920, ondertekend door Koningin Wilhelmina en de toenmalige minister van justitie.
Ingang van het tuinpark van de Vereniging Amateur Tuinders vanaf
de Sloterweg, met het lange pad tussen de tuinen door; 1954.
Foto: Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.
Tussen de wereldoorlogen
De zogenaamde siertuintjes met bomen, heesters en vaste planten deden hun intrede. Langzamerhand verschenen ook de echte tuinhuisjes die van jaar tot jaar sierlijker en groter werden. Door de verdere uitbouw van het tuincomplex kwamen er voor het bestuur steeds meer werkzaamheden bij. Daarom werd in de twintiger jaren een oude directiekeet gekocht die dienst ging doen als bestuurshuisje.
Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vierde de vereniging in 1939 haar twintigjarig jubileum.
De periode van 1940 tot 1945
Tijdens de Tweede Wereldoorlog braken er ook voor de vereniging moeilijke tijden aan. De Duitse bezetter kwam met diverse bepalingen, bijvoorbeeld het registreren van alle eigendommen die een vereniging in haar bezit had. De leden werden verplicht zich in te schrijven bij het Bureau voor Tuin- en Voedingsgewassen in Alkmaar, waar ze een verenigingskaart kregen voor het naar huis vervoeren van de op hun tuin gekweekte gewassen en vruchten.
De controleambtenaren van de Crisis Controle Dienst (C.C.D.) en de politie traden dikwijls zeer streng op. Zo kon het gebeuren dat de leden last kregen met deze ambtenaren omdat ze groenten en gewassen vervoerden die ze bij de tuinders in de polder ophaalden voordat ze die van hun eigen grond konden oogsten. Minder fraai was dat de Duitsers bezetters alle tuinhuisjes hebben opengebroken om radio’s, koper en dergelijke te roven. Wanneer na de bevrijding de balans wordt opgemaakt, staat het bestuur van de vereniging voor een complete chaos.
Naoorlogse jaren
In 1949 vierde de vereniging haar 30-jarig bestaan in het AMVJ-gebouw aan de Stadhouderskade, tegenover het Leidsebosje. Dit was het eerste feest na de oorlog en het werd uitbundig gevierd. Tijdens dit jubileum zongen de aanwezigen uit volle borst een speciaal geschreven lied, een ode aan het lange smalle pad met aan beide kanten de tuinen; een pad met een lengte van maar liefst 1200 meter: ‘Heb medelij V.A.T., heb medelij V.A.T., heb medelij met het verenigingspad.’ Het was namelijk streng verboden om op het pad te fietsen, maar de leden hadden dikwijls geen zin dat lange pad af te lopen voordat zij op hun tuin aankwamen.
Luchtfoto van de tuinparken van de Vereniging Amateur Tuinders
en Eigen Hof, gezien vanuit het zuidoosten. Links is de Ringvaart
van de Haarlemmermeer, op de achtergrond het dorp Sloten; 1976.
Foto: Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.
Een grootscheepse verhuizing
Begin jaren vijftig ging de grond die de vereniging in huur had over in handen van de gemeente Amsterdam. Nadat in 1952 het huurcontract was opgezegd kon de onteigening in gang worden gezet. Het voortbestaan van de vereniging kwam hierbij in het geding. Er volgden enige jaren van moeizaam onderhandelen tussen het bestuur en de gemeente, die resulteerden in toewijzing van een stuk grond van circa acht hectare aan de Sloterweg in Sloten. Deze locatie was vroeger voor een gedeelte het voetbalveld van een sportvereniging, terwijl de rest (de Punt) het voormalige weiland was van een boer.
Voor de realisering van het nieuwe tuinpark had de gemeente Amsterdam een bedrag van 170.000 gulden uitgetrokken. Hierin waren voorzieningen opgenomen als verharde paden, betonnen bruggen, ringaanleg van waterleiding en de aanplant van honderden sierheesters, bomen en heggen ter verfraaiing. Bovendien werd nog eens een bedrag van 82.000 gulden aan de vereniging ter beschikking gesteld zodat gedupeerde leden renteloze leningen konden krijgen.
In 1955 begon de verhuizing van de eerste tuinders naar het nieuwe park. Het grote werk van afbraak en opbouw was begonnen. Veel oudere leden zagen tegen de verhuizing op, anderen haakten af, zodat ten slotte 116 leden overgingen naar het nieuwe tuinpark.
Opening tuinpark V.A.T. in 1958 in Sloten
Door het hijsen van de V.A.T.-vlag en de onthulling van het beeldje ‘De Wiedster’ werd op zaterdag 28 juni 1958 het tuinpark in Sloten officieel geopend. Dit beeldje werd door de V.A.T.-leden als blijk van waardering aan de gemeente Amsterdam aangeboden.
Tijdens de feestelijkheden was er ’s middags een rondgang door het park met een drumband, gevolgd door een poppenkastvoorstelling voor de kinderen en in de avonduren werden er op een tijdelijk podium allerlei toneelstukjes opgevoerd en dia’s vertoond van het oude en het nieuwe tuinpark.
Het tuinpark van de Vereniging Amateur Tuinders; 2019.
Foto: website V.A.T.
De banden van de vereniging met Sloten
In de beginperiode waren er nog volop winkels in Sloten. De winkeliers zagen uit naar de tijd dat de volkstuinders hun huisjes op het park betrokken; dat gaf drukte in de winkels. Daarnaast gingen de kinderen voor een paar maanden in Sloten of Badhoevedorp naar school. In het begin kon men ook nog bij de Punt in de Ringvaart zwemmen.
Er had zich daar een strandje ontwikkeld waar men kon komen via een plank over de Westersingel. Moeders en kinderen maakten daar bij mooi weer dankbaar gebruik van.
Oprichting tuinkrant ‘Nieuws van V.A.T.’
Om iedereen op het tuinpark beter te kunnen informeren over allerlei verenigingszaken en -activiteiten, besloot een aantal leden een tuinkrant op te richten onder de naam ‘Nieuws van V.A.T.’ De redactie had het niet zo makkelijk, want er was weinig geld en er waren geen adverteerders. Het eerste gestencilde krantje verscheen in het voorjaar van 1980. Tot op de dag van vandaag verschijnt het verenigingsblad regelmatig, tegenwoordig onder de naam ‘V.A.T. Nieuws’.
Opening van De Schakel
Vanwege het ontbreken van een geschikte accommodatie voor het houden van verschillende tuinevenementen, drong een aantal V.A.T.-leden bij het bestuur aan op het bouwen van een eigen clubhuis. Er werd een bouwcommissie ingesteld die deze enorme klus moest klaren. Om een deel van de bouw te kunnen financieren wist men bij de gemeente Amsterdam een bedrag van 80.000 gulden aan subsidie los te krijgen. Binnen een tijdsbestek van slechts vijf maanden werd het verenigingsgebouw opgeleverd.
Wachthuisje ingang
In opdracht van het bestuur werd in juli 1999 bij de ingang van het tuinpark een wachthuisje geplaatst. Dit is vooral een uitkomst voor bejaarden en personen die slecht ter been zijn en moeten wachten op de stadsmobiel. De bouw hiervan is door vrijwilligers tot stand gekomen.
Verbouwing vuilcontainerruimte aan de Parkhuislaan
In het voorjaar van 1997 ontving het bestuur een bijdrage uit het Schipholfonds. Dit bedrag werd in de periode 1998-1999 besteed aan de verbouwing van de bestaande vuilcontainerruimte aan de Parkhuislaan. Sindsdien worden tuinafval en huishoudelijk afval van elkaar gescheiden.
80-jarig V.A.T.-jubileum
Op zaterdag 28 augustus 1999 vierde de vereniging haar 80-jarig jubileum met een receptie en een gezellige feestavond in de Schakel. Tijdens de receptie hield de voorzitter een kort welkomstwoord, waarin niet alleen werd teruggeblikt maar ook werd gewezen op de activiteiten ten aanzien van de ‘Groene AS’, waar de vereniging sinds enige tijd deel van uitmaakte. Dit bood voor de toekomst van het tuinpark perspectief, want na het jaar 2000 zouden de leden ongestoord van hun tuintje kunnen blijven genieten.
Een nieuwe naam voor het V.A.T.-laantje
Het sinds 1958 ingeburgerde ‘V.A.T.-laantje’, dat vanaf de Sloterweg tot aan de ingang van het tuinpark loopt, kreeg eind 2000 een nieuwe naam. De stadsdeelraad besloot om het laantje te vernoemen naar Lies Bakhuyzen, een befaamd raadslid van de dorpsraad Sloten Oud-Osdorp.
Brugverbinding tussen V.A.T. en Eigen Hof
Na ruim vijf jaar met stadsdeel Osdorp te hebben onderhandeld over een permanente brugverbinding met tuinpark Eigen Hof, werden de inspanningen van het bestuur in 2004 eindelijk gehonoreerd. Het stadsdeel Osdorp schonk aan de beide Slotense tuinparken de brug die lag in de Akerpolder aan de Noorderakerweg. Alleen de transportkosten kwamen voor rekening van de tuinparken. De houten brug weegt ruim twee ton en heeft een lengte van ongeveer 6,5 meter. Tijdens het 85-jarig jubileum werd de brugverbinding officieel geopend.
Opening V.A.T.-tuinhuisje nummer 1
Op vrijdag 8 juli 2005 vond op het tuinpark de officiële opening plaats van het tuinhuisje nummer 1, door wethouder Welzijn en ouderenzorg van stadsdeel Osdorp. Dit fraaie tuinhuisje, waarin oudere bewoners uit verpleeghuizen, dienstencentra en woonzorgcentra kunnen genieten van het buiten zijn, is een uniek project.
De laatste tien jaar
Het laatste decennium heeft het tuinpark een meer openbaar karakter gekregen, iets wat ook de gemeente graag ziet en stimuleert. Mede in het kader daarvan is er naast De Schakel een heemtuin gekomen, ook wel Het Schakelpark genoemd. Voor bezoekers van het tuinpark is het in de heemtuin aangenaam toeven, want er is een behoorlijke variatie aan bloemen en planten; een variatie die ook de leden inspiratie kan bieden. Bij de beplanting wordt vaak gekozen voor ‘bijvriendelijkheid’, onder andere omdat de vereniging sinds een paar jaar over een bijeneiland beschikt. Bijen zijn belangrijke bestuivers voor de productie van voedsel en als landbouwgewassen niet worden bestoven, komen ze niet tot ontwikkeling. Op het bijeneiland staan drie kasten, waarin tienduizenden bijen zijn gehuisvest. Om bloemrijke beplanting te bevorderen vinden de leden eens in de zoveel tijd een zakje met bloemenzaad in hun brievenbus.
Daarnaast is er op het tuinpark steeds meer sprake van ecologisch tuinieren. Dat wil zeggen: respect voor de bodem, het bodemleven en al wat leeft. Bijvoorbeeld gevarieerde beplanting zal veel verschillende diertjes aantrekken die onderling zorgen voor het natuurlijk evenwicht. Bodemziekten worden zo vermeden en voedingsstoffen kunnen optimaal benut worden.
Niet alle vooruitgang heeft betrekking op de natuur, want de vereniging heeft er ook voor weten te zorgen dat er, voor de leden die dat willen, wifi-verbinding is. Verdeeld over het hele tuinpark zijn zendpalen neergezet, zodat een ideale verbinding overal mogelijk is.
Uit: Speciale uitgave V.A.T. nieuws
V.A.T. 1919-2019 – September 2019.
Zie ook: http://www.vat-sloten.nl/wp-content/uploads/2019/09/VAT-2019-Jubileum-uitgave.pdf
Onder een stralende donkere hemel
Alsof er niets aan de hand is, kon iedereen op zondag 22 september 2019 zelf biologische geteelde Carolus aardappelen bij De Boterbloem op Oud Osdorp rooien.
De belangstelling voor dit jaarlijkse evenement was groot, de sfeer goed, maar toch ervoer iedereen de zware donkere wolk in de stralend zonnige hemel boven De Boterbloem hangen: “Is dit werkelijk de állerlaatste aardappelrooidag met heerlijke zelfgemaakte aardappel-hapjes bij De Boterbloem?”
Blijven hopen
Wie al die positieve bedrijvigheid ziet, kan zich bijna niet voorstellen dat de gemeente er alles aan lijkt te doen om deze kostbare landbouwgrond zo snel mogelijk onder het asfalt te laten verdwijnen. Sterker nog, op het aangrenzende weiland, waar eerder de Tuinen van de Lutkemeer waren, liggen grote hopen aarde en zijn al sloten gegraven. “Hoe is het mogelijk”, vragen alle aanwezigen zich af, “dat een groen College dít laat gebeuren? De gemeente had toch beloofd dat de Lutkemeerpolder onaangetast zou blijven zolang er nog geen gebruikers zijn voor de vijf lege hectares van de Eerste Fase even verderop? Schendt men dan álle afspraken en geldt de nieuwe stikstof-regel hier dan niet? “Dan mag er toch geen schop de grond in?”
Ondertussen stralen Trijntje en Alies stoer hoop en positivisme uit: “De rechter moet zich nog buigen over het weigeren van de woonvergunning in de boerderij en ook de opzegging van 1 februari 2020 is niet juridisch getoetst. Ondanks alles hopen we er met de gemeente uit te komen. Vorige week hebben we ons laatste voorstel herhaald en gevraagd om een gesprek over de mogelijkheden.”
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 25 september 2019.