Algemeen

De vruchtbare grond in de Lutkemeerpolder is veerkrachtig

‘Behoud Lutkemeer’: “Lees onze nieuwe actiekrant!”

De strijd tot behoud van de Lutkemeerpolder op Oud Osdorp is nog lang niet gestreden. De actiegroep blijft geloof houden in een goede afloop. En daar is ook alle reden toe.

“Het was hoog tijd om onze vele duizenden sympathisanten weer bij te praten”, vertelt de altijd optimistische Alies Fernhout van ‘Behoud Lutkemeer’ terwijl ze vol trots de net verschenen 16 pagina’s tellende actiekrant laat zien.

Behoud is nog mogelijk, maar…
Ondanks het brede protest tegen de bebouwing zijn afgelopen najaar voorbereidende werkzaamheden op de polder uitgevoerd. Alies: “De werkzaamheden hebben de vruchtbare akkers grote schade toegebracht. De bodemstructuur en het bodemleven zijn vernietigd. Maar er is niet alleen maar slecht nieuws.

Hoewel de bodem jaren van herstel nodig heeft, is het niet onomkeerbaar. Er zijn geen palen in de grond geslagen, er ligt geen pakket zand op de klei en er liggen nog geen leidingen en kabels. Het is dus nog niet te laat… Maar, dan moet de gemeente wel bij zinnen komen en zijn visie veranderen.

De gemeente moet dan kiezen voor het behoud van het wijdse uitzicht over het historische kavelpatroon en níet voor bedrijventerreinen vol blokkendozen. Dus geen distributiecentra in de Lutkemeerpolder, maar wél biologische landbouw, die hier al sinds de drooglegging in 1864 landbouw bedreven wordt.”

Winstmaximalisatie
De informatieve krant legt ook uit hoe de gemeente Amsterdam met cijfers goochelt. Daardoor lijkt het alsof het financieel onhaalbaar zou zijn om nu alsnog de keuze te maken om de Lutkemeerpolder voor biologische landbouw te blijven gebruiken.

Alies: “De gemeente heeft oogkleppen voor en gaat voor winstmaximalisatie op de korte termijn. Die denkwijze is niet meer van deze tijd. Want hoe kun je bijvoorbeeld het wezenlijke belang van een goed klimaat in geld uitdrukken?”

Acties voor de Biopolder
‘Behoud Lutkemeer’ blijft zich juridisch en politiek verzetten tegen het vernielen van de polder. In deze krant leest u over hun plan ‘Biopolder’ en hun toekomstige acties.

Alies: “Juist nu blijkt hoe kwetsbaar onze wereld is geworden tegen ziektes als corona, is het van groot belang dat de Lutkemeerpolder in gebruik blijft voor de productie van ons eigen voedsel. Wij blijven u op de hoogte houden!”

Helpt u mee?
U kunt de krant ophalen bij diverse supermarkten en bij Ekoplaza. Of kom naar de biologische winkel bij boerderij De Boterbloem aan de Lutkemeerweg 262 B. Trijntje’s gezellige winkel is dagelijks van 9 tot 18 uur geopend, behalve op dinsdag. Op zondagen van 13 tot 17 uur. Wilt u helpen met de verspreiding? Mail dan naar info@behoudlutkemeer.nl.

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 27 januari 2021.

Sterke brug 1863 al half gesloopt

Eerder leefde nog de optimistische hoop dat het bezwaarschrift van de vereniging ‘De Oeverlanden blijven!’ er in ieder geval voor zou zorgen dat de cultuurhistorisch belangwekkende brug 1863 niet zomaar gesloopt zou worden.

Sloop brug 1863. Foto: Nico Jansen.

“Helaas is dat niet het geval”, zo laat Nico Jansen weten: “Het zuidelijke deel van de brug is al gesloopt, althans het gewelf is verpulverd en het bewapeningsstaal steekt uit de zijwanden. De doorstroming wordt nu geblokkeerd door het puin dat in het water is gevallen en de faunapassage die hier door de brug loopt is helemaal kapot.”

Het is een wonderlijk gezicht dat het intensieve busverkeer van en naar Schiphol over de noordelijke helft van de brug ondertussen nog steeds gewoon doorgaat. Nico: “De brug kan dat gewicht duidelijk nog prima houden. Dat geldt ook voor de zware bouwmachines die op de brug staan en er overheen rijden. Die sloop was dus nergens voor nodig.”

Veiligheid voorop
Het is niet duidelijk of de zijwanden en vloer van de brug ook gesloopt worden. Mogelijk storten ze de betonnen bak (wat er nog van over is) vol zand. Ook nu brug 1863 vernield is, blijft Nico onvermoeibaar aandacht vragen voor het algemeen belang: “Het wandelpad aan de zuidzijde van de Oude Haagseweg, dat nu compleet vernield is, zal hersteld moeten worden. En het fiets- en wandelpad langs de Anderlechtlaan, tussen de Sloterweg en de Oude Haagseweg, smeekt om een betere inrichting. Het is immers van groot belang dat bezoekers vanuit Sloten en Nieuw Sloten veilig met de fiets en lopend De Oeverlanden kunnen bereiken.”

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 27 januari 2021.

De 1800 Roe en andere Roeden

Ten westen van de Tuinstad Geuzenveld bevindt zich langs de Haarlemmerweg het complex de 1800 Roe. In deze vroegere munitieopslagplaats van Defensie is tegenwoordig een kunstenaarskolonie gevestigd met de naam het Kruithuis.

Kunstenaarskolonie het Kruithuis ‘de 1800 Roe’; 29 juni 2004. Foto: Erik Swierstra.

Het defensiecomplex werd gebouwd tussen 1870 en 1910 als onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Deze stelling lag weliswaar in een ring op ruime afstand van de stad, maar ook in het gebied daarbinnen waren ondersteunende voorzieningen aanwezig. Een daarvan was de munitieopslagplaats langs de Haarlemmerweg. 
Doel van het complex was: ‘Oplegging van munitie en explosieven voor de Sector Sloten’. Na de Tweede Wereldoorlog was het een opslagplaats voor de Artillerie Inrichtingen.

Het complex omvat zes bakstenen gebouwen A t/m F en was in gebruik tot 1984. In 1996 werd het in gebruik genomen door kunstenaars. In 1998 werd het als onderdeel van de Unesco-lijst van Werelderfgoed De Stelling van Amsterdam op de Rijksmonumentenlijst geplaatst. Op 13 november 1999 verbrandde het dak van gebouw A. Gelukkig is dit inmiddels in de oorspronkelijke staat hersteld. In de dakpannen van de noordelijke loods, langs de weg, staat de tekst ‘1800 roeden’. Vanuit de auto op de Haarlemmerweg is dit te zien.

De naam 1800 Roe is gebaseerd op de afstand tot de Haarlemmerpoort, tot 1870 de westelijke begrenzing van Amsterdam. Vanaf deze poort liep sinds 1632 de trekvaart naar Haarlem, met daarlangs een jaagpad. In 1767 werd dit zandpad van bestrating voorzien, dit werd de tegenwoordige Haarlemmerweg. Bouwwerken langs deze weg kregen een aanduiding met de afstand buiten de stad. Een Amsterdamse Roe kwam overeen met 3,767 meter. De 1800 Roe bevindt zich dus 6.780 meter, ofwel bijna zeven kilometer ten westen van de Haarlemmerpoort. Andere bouwwerken met een Roe-naam waren de Hofstede Geuzenveld, ofwel 1300 Roe, de molens de 1200 Roe (nog aanwezig) en 1100 Roe (nu bij Sportpark Ookmeer) en de ook nog bestaande korenmolen de 400 Roe, ofwel de Bloem, nabij begraafplaats Vredenhof.

Plegtige Inwijding van den IJzeren Spoorweg op 20 september 1839.

De Eenhonderd Roe was de naam van een herberg op de grens van de gemeenten Amsterdam en Sloten. Deze naam is een bekend begrip geworden in de geschiedenis van de Nederlandse Spoorwegen omdat vanaf deze plek op 20 september 1839 de eerste trein in Nederland naar Haarlem vertrok. Eigenlijk reed deze niet van Amsterdam, maar van Sloten naar Haarlem, omdat wegens problemen met de grond het tijdelijke station de Eenhonderd Roe net buiten de Amsterdamse gemeentegrens was gebouwd. Pas drie jaar later kon de trein, vanaf 4 oktober 1842, werkelijk doorrijden tot aan de Willemspoort in Amsterdam. De Amsterdamse Roe is in onbruik geraakt met de invoering van het metrieke stelsel, maar leeft dus nog steeds voort in naamgeving langs de Haarlemmerweg.

Erik Swierstra
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp; 21 november 2004,

Zie ook: https://geheugenvanwest.amsterdam/page/983/de-1800-roe-en-andere-roeden

Start Nederlandsche treingeschiedenis in Sloten

Op 20 september 2009 was het 170 jaar geleden dat de eerste trein van Nederland reed tussen Amsterdam en Haarlem.

Plegtige Inwijding van den IJzeren Spoorweg op 20 september 1839.

Dit is in de Nederlandse geschiedenisboekjes een belangrijke datum. De eerste trein vertrok op 20 september 1839 vanaf het provisorische station d’Eenhonderd Roe, dat bijna vierhonderd meter ten westen van de Haarlemmerpoort was gelegen. Dit was net even voorbij de stadsgrens van Amsterdam, op het grondgebied van de gemeente Sloten. Deze locatie was gekozen omdat er problemen waren met de verwerving van grond op Amsterdams grondgebied. De eerste trein in Nederland reed dus eigenlijk van Sloten naar Haarlem.

Over de spoorbaan evenwijdig aan de Haarlemmervaart reed deze trein, getrokken door locomotief ‘de Arend’, via Sloterdijk en Halfweg naar Haarlem. Pas drie jaar later, in 1842, werd de spoorlijn doorgetrokken naar Amsterdam en kreeg een eindstation tegenover de Haarlemmerpoort. Dit werd het Station Willemspoort, tegenover de poort met die naam. Over een groot deel van deze route rijdt nog steeds de trein tussen Amsterdam en Haarlem. Tussen de Haarlemmerpoort (Willemspoort), Sloterdijk en Geuzenveld werd de spoorlijn in 1878 en 1985 in noordelijke richting verlegd, maar ten westen van Geuzenveld wordt dus al 170 jaar dezelfde route gevolgd.

Nadat de spoorlijn in 1878 tussen Sloterdijk en Singelgracht een noordelijker tracé ging volgen, dat verder liep naar het in 1889 geopende Centraal Station, werd op de oude route langs de Haarlemmervaart de Westergasfabriek en het Westerpark aangelegd. De gasfabriek werd in gebruik genomen in 1883, terwijl het park in 1890 voor het publiek werd geopend. Sinds 2003 is het terrein van de Westergasfabriek onderdeel geworden van het Cultuurpark dat aansluitend aan het oude Westerpark werd gerealiseerd. Daarmee is dit terrein tegenwoordig openbaar toegankelijk geworden.

Dit opende ook de mogelijkheid om 170 jaar na het vertrek van de eerste trein, vrijwel precies op de oorspronkelijke locatie stil te staan bij dit jubileum. Eerdere spoorwegjubilea, in 1889, 1939, 1964 en 1989, werden elders (in Amsterdam, Haarlem en Utrecht) gevierd, maar nog nooit op de plaats van het oudste station. Dit eerste station d’Eenhonderd Roe lag niet op het grondgebied van de stad Amsterdam, doch op het grondgebied van de buurgemeente Sloten, waarvan het deel waar de spoorlijn oorspronkelijk begon in 1877, respectievelijk 1896 werd geannexeerd, totdat deze gemeente in 1921 geheel in Amsterdam opging.

Plaquette 170 jaar spoorlijn Amsterdam – Haarlem.
Foto: Erik Swierstra; 20 september 2009.

Op initiatief van Reizigersvereniging Rover en Stadsdeel Westerpark werd een plaquette gemaakt die op de plaats van het station d’Eenhonderd Roe in de bestrating werd bevestigd. Deze ligt niet precies op de oorspronkelijke plek, daar hij anders in het zuiveringsgebouw van de Westergasfabriek terecht zou zijn gekomen. Nu ligt hij aan de Polonceaukade, ter hoogte van nummer 13. Tijdens een korte feestelijke plechtigheid werd de plaquette door de vertegenwoordigers van gemeente, stadsdeel en Rover onthuld. Nu kan iedere belangstellende kennis nemen van het startpunt van de Nederlandse spoorweggeschiedenis.

Erik Swierstra; 7 oktober 2009, Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

 

Zie ook: https://geheugenvanwest.amsterdam/page/9901/start-nederlandsche-treingeschiedenis

Foutieve info over Brug 1863

Op de voorpagina van de Westerpost stond vorige week een groot artikel waarin de gemeente liet weten dat de unieke Brug 1863 helaas niet behouden kan blijven. Cees Fisser en Nico Jansen laten weten dat de feiten in dit artikel niet correct zijn.

In 2015 begon de gemeente met de voorbereidingen voor de aanleg van de vrije busbaan voor de Westtangent bij De Oeverlanden. Tijdens de inspraakprocedure in 2015 meldde de gemeente in de ‘Inspraaknota Westtangent’ (25-11-2015) dat “naast de aanleg van een vrije busbaan op de Anderlechtlaan – het kruispunt Anderlechtlaan / Oude Haagseweg niet of nauwelijks gewijzigd zou worden”. De tekst in de Westerpost “de uitwerking van de maaiveldoplossing bij de aanleg van de Westtangent identiek aan de huidige inzichten” klopt dus aantoonbaar niet. De gemeente heeft immers beloofd dat er bij De Oeverlanden niets zou veranderen: Alleen de bushalte zou hier komen te vervallen. De vereniging ‘De Oeverlanden blijven!’ heeft daarom toen geen bezwaar gemaakt.

In hetzelfde artikel beweert de gemeente dat er geen vergunning nodig is voor de sloop van de brug. “Dat is opvallend, want op 4 november 2020 publiceerde de gemeente Amsterdam geen ‘melding’ maar toch echt een ‘Aanvraag-omgevingsvergunning’ voor het slopen van de brug”, aldus Cees Fisser. En Nico Jansen vult aan: “Sloop van deze sierlijke en solide brug 1863 is een ‘bloody shame’. Totdat de gemeente zich bewust werd dat ze geen bouwtekeningen van de brug meer konden vinden, voldeed de brug aan alle wensen en veiligheidseisen!”

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 20 januari 2021.

Zie ook: Brug 1863 mag niet gesloopt worden

Zie ook: Brug 1863, Oude Haagseweg en Westtangent (1)

Dorp Sloten is geen afvaldump-locatie

Al decennia lang gaat de prachtige dorpskern Sloten gebukt onder een continue stroom van afval. De enorme bergen grofvuil trekken de meeste aandacht, maar wie over de Slimmeweg, het Sloterpleintje of de Akersluis loopt, struikelt over fastfood-verpakkingen.

Foto: Diana Hense.

Het zijn meestal jongeren die deze rommel achteloos achterlaten, maar ook gezinnen met kinderen kunnen er wat van. Als corona-uitje wordt in de auto met het hele gezin gesnackt. Na het wegrijden blijven verpakkingen van de bekende ketens, etensresten en zelfs volle luiers achter op straat. De werkgroep ‘Sloten Schoner’ gaat iedere week dapper de rommel te lijf, maar er valt eigenlijk niet meer tegenop te prikken.

Afvaltoerisme?
Wie zijn het toch, die het lef hebben om zoveel grof vuil gewoon in een woonwijk te dumpen? Het zijn geen bewoners van het dorp, die af en toe met een kruiwagen een afgedankt meubelstuk naar de containers komen brengen. Het enige dat we zeker weten is dat het grofvuil meestal met busjes of auto’s afgeleverd wordt. Dan vraag je je af: Waarom rijd je dan niet meteen een paar minuten verder door naar het afvalpunt bij de Henk Sneevlietweg? Dat is, ook in deze coronatijden, gewoon open.

Of zijn het bewoners uit Badhoevedorp, die in de Haarlemmermeer met een strenger afvalregime te kampen hebben? In Badhoevedorp mag je per jaar tot drie kubieke meter grofvuil gratis wegbrengen of twee kubieke meter gratis laten ophalen. Een klusser overschrijdt die hoeveelheid al snel… Dus dan maar dumpen nét over de grens in Amsterdam waar het gratis lijkt? Ja, maar wél op rekening van alle Amsterdammers… Hier rijst de afvalstoffenheffing dan de pan uit.

Camera’s
Voor wie durft: Vraag aan mensen die hun grofvuil op Sloten staan uit te laden, waarom ze niet doorrijden naar de Henk Sneevlietweg. Waarschijnlijk is het nodig dat de gemeente hier camera’s ophangt. Dan wordt de illegale vuilstort vastgelegd en kan de gemeente aan de hand van kentekens mensen aanspreken op hun asociale gedrag.

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 20 januari 2021.

Filmpjes met interviews Sloten-Oud Osdorp nu te bekijken op youtube

Interviewproject – Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

In 2012 is in samenwerking met het Geheugen van West en het Amsterdam Museum een project gestart waarbij (ex-)bewoners van Sloten, de Noorder- en Zuiderakerweg en Oud Osdorp in Amsterdam Nieuw-West worden geïnterviewd om zo de herinneringen aan het vroegere leven in het landelijk gebied te documenteren in een audio(visueel) archief.

De interviews gaan niet alleen over het dorpsleven in vroeger tijden, maar ook de recentere geschiedenis komt aan bod: de gevolgen van de verstedelijking en veranderingen die de oprukkende stad met zich meebracht.

Tussen 2012 en 2019 zijn er door Bram de Waard en Tamar Frankfurther bijna 80 filmpjes geproduceerd, waarvan er 60 zijn gepubliceerd op www.geheugenvanwest.amsterdam. Sinds januari 2021 zijn zij (ook) te zien op youtube.com.

De filmpjes zijn te bekijken op: www.youtube.com

Voor vragen kunt u terecht bij: eriksw@wxs.nl of dorpsloten@gmail.com

Erik Swierstra
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

De poldermolens van Slotermeer en Sloten

Halverwege de negentiende eeuw stonden er op het grondgebied van de vroegere gemeente Sloten negen poldermolens die zorg droegen voor de bemaling.

Twee molens aan de Kostverlorenvaart in de wijken die nu liggen in het voormalige Stadsdeel De Baarsjes zijn al in het laatste kwart van de 19e eeuw verdwenen en door een gemaal vervangen. Dit gemaal werd in 1951 op zijn beurt weer vervangen door het huidige Akergemaal te Sloten. Twee molens ten noorden van de Haarlemmertrekvaart zijn in de jaren twintig vervangen door gemalen.

In het gebied ten westen van de stad en ten zuiden van de Haarlemmerweg, waar nu de Westelijke Tuinsteden liggen, bevonden zich vijf poldermolens.

Molens langs de Haarlemmerweg
Met de aanleg van de Haarlemmertrekvaart in 1632 werd de afwatering van de ten zuiden hiervan gelegen polders bemoeilijkt. Twee afzonderlijke polders werden samengevoegd tot de Sloterbinnen- en Middelveldse gecombineerde polder. Deze kreeg drie molens, waarvan twee aan de Kostverlorenvaart (de Noordermolen en de Zuidermolen) en een aan de Haarlemmerweg, de 1100 Roe. Deze laatste werd gebouwd in 1674 en vervangen in 1757.

De twee molens langs de Haarlemmerweg. Op de voorgrond de 1200 Roe, in de verte de 1100 Roe. Op de achtergrond de Tuinstad Slotermeer in aanbouw; circa 1955.

Ook de Osdorper Binnenpolder kreeg in 1632 een poldermolen die het water uitsloeg op de Haarlemmervaart, onderdeel van Rijnlands Boezem. Deze molen werd de 1200 Roe genoemd, naar de afstand tot de Haarlemmerpoort. Een Amsterdamse Roede was een oude lengtemaat en bedroeg 3,767 meter. Deze molens behielden hun functie tot 1951 toen het gebied met zand werd opgehoogd voor de aanleg van de tuinsteden Slotermeer en Geuzenveld.

De Ookmeermolen, voorheen molen de 1100 Roe, verplaatst van de Haarlemmervaart naar Sportpark Ookmeer aan de rand van de Osdorper Binnenpolder; 10 oktober 2005. Foto: Erik Swierstra.

De 1100 Roe werd in 1961 gedemonteerd, naar Sportpark Ookmeer overgebracht en in 1965 weer opgebouwd. Daar staat deze op een fraaie plek met uitzicht op het nog overgebleven veenweidegebied van de Osdorper Binnenpolder. De Ookmeermolen heeft nu een functie in de waterbeheersing van het sportpark. De 1200 Roe bleef zonder functie achter op zijn oude plek en geraakte in verwaarloosde toestand. In de jaren zeventig ontbraken uiteindelijk de wieken. Tussen 1977 en 1979 werd de molen gerestaureerd en is nog steeds een herinnering aan het oude polderland.

De molen de 1200 Roe nabij de Willem Molengraafstraat in Slotermeer is de laatste nog op zijn oorspronkelijke plaats staande molen in het gebied van de huidige Westelijke Tuinsteden; 27 maart 2011. Foto: Erik Swierstra.

Sinds 2003 is er een nieuwe molenaar aangesteld, die zorg draagt voor het in goede staat houden van de molen. Doordat de flats van Slotermeer veel wind wegnemen was er weinig gelegenheid de molen daadwerkelijk te laten draaien. In 2004 kwam Rein Arler er als nieuwe molenaar wonen, en werd de mogelijkheid hersteld om de molen ook bij noordelijke windrichtingen te laten draaien. Sindsdien wordt hij regelmatig in werking gesteld, zodra er voldoende wind is draait de molen. Zo is de 1200 Roe per week minstens enkele dagen in beweging tot soms bijna dagelijks.

De molenstomp van de vroegere molen van de Sloterdijkermeerpolder. Op de achtergrond de Sloterplas in aanleg, die op de plek van de vroegere polder kwam; circa 1954. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Molen van de Sloterdijkermeerpolder
Ook de Sloterdijkermeerpolder had zijn eigen molen. De Slootermeer werd drooggelegd in 1644, de molen stond aan de oostelijke oever van het vroegere meer. Dit meertje werd als circa 111 ha grote onderbemaling door een molen bemalen. Deze brandde in 1893 af. Ter vervanging werd een windmotor met centrifugaalpomp gebouwd, die niet voldeed. In 1895 werd deze vervangen door een achtkante vijzelmolen. Hierbij werd gebruik gemaakt van de een jaar tevoren buiten gebruik gestelde Noordermolen van de Sloterbinnen- en Middelveldse gecombineerde polders. Hij werd ook wel Witte Molen genoemd en deed tot 1925 dienst. Vier jaar later werd hij onttakeld en in 1954 geheel afgebroken. De Sloterdijkermeerpolder werd vergraven tot Sloterplas. Op de plaats van de molenstomp werd de Jan Evertsenstraat aangelegd tussen de Ringspoordijk en de Burg. Cramergracht. Het uit 1925 daterende rioolgemaal bleef nog staan tot 1995 en werd afgebroken voor de bouw van de nieuwe wijk Oostoever.

De Akermolen langs de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder, de molenstomp die overbleef na de onttakeling van de molen van de Middelveldsche Akerpolder; 27 maart 2011. Foto: Erik Swierstra.

Akermolen
Een andere molenstomp, die nog wel bestaat, is die van de Akermolen langs de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Deze molen werd in 1876 gebouwd, ter vervanging van een kleinere voorganger, bij de start van de vervening van de Middelveldse Akerpolder. Het was een van de grootste poldermolens van Holland. In 1920 werd hij vervangen door een gemaal en bleef alleen de bakstenen onderbouw over, met daarin nog gevelstenen uit 1876 en 1896. Na een dreigende sloop kwamen plannen om de zwaar verwaarloosde resten van de oude molen te restaureren. Uiteindelijk werd de Akermolen tussen 2008 en 2010 door Stadsherstel Amsterdam gerestaureerd en sinds 2010 is er een kleinschalige horecagelegenheid gevestigd.

De Riekermolen, met zicht in noordelijke richting op de Riekerpolder. In de verte de Sloterweg en links het dorp Sloten; 1922. Foto: J. van Eck – Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Riekermolen
De Riekermolen stond in de polder ten zuiden van de Sloterweg, de Riekerpolder. Dit was de oudste molen van Sloten, gebouwd in 1636, toen de Riekerpolder werd bedijkt. De molen bleef in gebruik tot 1932, toen er een motorgemaaltje naast werd geplaatst, maar werd als reserve achter de hand gehouden. Toen in de jaren vijftig de Nieuwe Meer voor de zandwinning in noordelijke richting werd uitgebreid ontstond de Riekerplas. De molen moest daar verdwijnen en werd in 1956 afgebroken, maar kon in 1961 gelukkig weer opgebouwd worden op een andere locatie, aan de Amstel bij de Kalfjeslaan. Daar is deze molen nog steeds te bewonderen.

De Riekermolen staat sinds 1961 aan de Amstel bij de Kalfjeslaan. Foto: Erik Swierstra; 7 april 2020.

Molen van Sloten
De huidige Molen van Sloten is in gebruik genomen in 1991. Deze molen kwam tot stand met gebruikmaking van delen van een molen uit de Watergraafsmeer. Die molen was gebouwd in 1847 voor de bemaling van deze droogmakerij aan de oostkant van Amsterdam. In 1878 werd de functie door een stoomgemaal overgenomen. De molenstomp bleef nog een eeuw, tot in de jaren tachtig, op zijn plaats, maar moest toen wijken voor de aanleg van de Ringweg A10. Al sinds de jaren zestig was er het plan om nabij het dorp Sloten (weer) een molen te plaatsen. Aanvankelijk was de molen de 1200 Roe hier voor bestemd, maar deze bleef uiteindelijk op zijn oude stek.

De Molen van Sloten staat nabij de Sloterbrug over de Ringvaart van de Haarlemmermeer; 11 september 2006. Foto: Erik Swierstra.

De in 1981 opgerichte Stichting Molen van Sloten zag uiteindelijk kans om de molenstomp uit de Watergraafsmeer over te nemen en te restaureren. In 1990 werd een bakstenen onderbouw bij de Sloterbrug gemetseld waarop de houten bovenbouw uit de 19e eeuw werd geplaatst. De molen werd gecompleteerd met een nieuwe kap en wieken. Het is de enige werkende molen die (bijna) dagelijks te bezichtigen is en ook nog over een lift beschikt. Hiermee heeft Sloten sinds 1991 een fraaie aanwinst die vele toeristen heeft gelokt.

De provincie Noord-Holland is een aanwijzingsprocedure gestart om van de Molen van Sloten een provinciaal monument te maken.

Erik Swierstra; oktober 2004, Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

Bron: De Molens van Amsterdam in oude Ansichten, deel 3. Uitgave van de Europese Bibliotheek te Zaltbommel, 1983 / 2001.

Zie ook: https://geheugenvanwest.amsterdam/page/987/de-poldermolens-van-slotermeer-en-sloten

De Haarlemmertrekvaart en Haarlemmerweg

Tot in het begin van de 17e eeuw liep de belangrijkste vaarweg van Amsterdam naar Haarlem over het IJ. De landweg liep tot het begin van de 16e eeuw via Sloten en Vijfhuizen.

Toen deze landverbinding in 1508 door het Haarlemmermeer was weggespoeld bleef over land alleen de route over de bochtige Spaarndammerdijk over.

Trekvaart
In 1631 besloten de steden Amsterdam en Haarlem om een trekvaart tussen beide steden aan te leggen. Dit was de eerste trekvaart in Holland. In Vlaanderen waren er al dergelijke vaarwegen.

De Haarlemmertrekvaart als een rechte lijn tussen Amsterdam (rechts) en Halfweg (midden), doorsnijdt het polderlandschap van Sloten en Osdorp. Kaart van Hoogheemraadschap Rijnland, Amsterdam – Halfweg; 1746.

De vaart werd in een vrijwel rechte lijn gegraven tussen de Haarlemmerpoort in Amsterdam en de Amsterdamse Poort in Haarlem. In 1632 was de Haarlemmervaart gereed en kon de dienst met trekschuiten van start gaan. Langs de trekvaart was een jaagpad aangelegd. Dit werd in 1762 van wegverharding voorzien. Dit was het begin van de Haarlemmerweg.

Comfortabel
De trekschuit was de meest comfortabele, regelmatige en betrouwbare vorm van transport in de Nederlanden in de 17e en 18e eeuw. Alleen tijdens vorstperioden in de winter was het vervoer gestremd. In de rest van het jaar was er een frequente dienst. Halverwege de beide steden was de vaart onderbroken door de uitwateringssluizen van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Hier moesten de reizigers overstappen. Er ontstond een buurtschap met herbergen etc. Dit werd het dorp Halfweg.

‘Haerlemse Jaegschuyties’; circa 1652-1654. De trekschut tussen Amsterdam en Haarlem, nabij het vertrekpunt bij de Haarlemmerpoort in Amsterdam. Prent van Reinier Nooms (1623-1664). Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Nog enige tijd na de opening van de spoorlijn in 1839 bleven de trekschuiten varen, maar dit vervoermiddel moest het na enige tijd toch afleggen tegen de snellere trein. In 1883 voer hier de laatste trekschuit. Regelmatig scheepvaartverkeer is er niet meer. Maar de trekvaart heeft nog wel een functie in de waterhuishouding. Zo is het gedeelte tussen Halfweg en het Westerpark in Amsterdam een boezemwater van het Hoogheemraadschap Rijnland gebleven.

De Haarlemmerweg
Langs de Haarlemmertrekvaart tussen Amsterdam en Haarlem werd een jaagpad aangelegd ten behoeve van de trekschuiten. Dit pad werd in 1762 van een wegverharding voorzien, waarmee het pad tot Haarlemmerweg werd. Het gedeelte tussen Halfweg en Haarlem heet Amsterdamseweg. In de Franse tijd werd de weg tot ‘Route Impériale’ verheven. Sinds de annexatie van de gemeente Sloten in 1921 ligt de weg geheel binnen de gemeente Amsterdam.

De Haarlemmervaart met trekschuit bij het tolhek van Sloterdijk. In de verte is Haarlem te zien; circa 1750 t/m 1780. Tekening van Hendrik Spilman. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Langs de Haarlemmerweg en met name in de omgeving van het dorp Sloterdijk werden in de 17e en 18e eeuw diverse hofsteden gebouwd. In de 19e eeuw kwam er ook enige industrie. Ook de Westergasfabriek, die een belangrijke rol vervulde in de gasvoorziening van Amsterdam verrees in 1883 nabij de Haarlemmerweg.

De Haarlemmertrekvaart ter hoogte van Sloterdijk, met in de verte de brug naar het dorp. Links een theekoepel behorend bij het Rechthuis; circa 1860. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Molens
Langs de Haarlemmerweg verrezen drie molens: Molen de Bloem, de 1100 Roe en de 1200 Roe. Een Roede is een oude lengtemaat en is 3,767 meter. Ook d’Eenhonderd Roe is een bekend begrip langs de Haarlemmerweg. Hier stond een herberg met die naam. Het eerste station van Amsterdam werd hier in 1839 tegenover gebouwd: dit werd Station d’Eenhonderd Roe.

De twee molens langs de Haarlemmerweg. Op de voorgrond de 1200 Roe, in de verte de 1100 Roe. Op de achtergrond de Tuinstad Slotermeer in aanbouw; circa 1955.

Tramlijn
In 1882 werd tussen het Nassauplein en Sloterdijk een tramlijn aangelegd. Tot 1888 reed deze met stoomtractie, daarna als paardentram, vanaf 1905 in gemeentelijke exploitatie. In 1916 werd deze als laatste Amsterdamse tramlijn geëlektrificeerd. Daarna reed hier lijn 12, die, na de annexatie van Sloterdijk door Amsterdam in 1921, in 1922 werd opgevolgd door lijn 18. Deze werd per 1 januari 1951 vervangen door een busdienst. Eerst lijn L, daarna lijn 18.

Motorwagen 3 van de ESM (Electrische Spoorweg Maatschappij). De eerste electrische tram Amsterdam – Haarlem, feestelijk versierd. De tramlijn Amsterdam – Haarlem werd in gebruik genomen op 6 oktober 1904. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

In 1904 werd de tramlijn Amsterdam – Haarlem – Zandvoort van de Electrische Spoorweg-Maatschappij (ESM) geopend die tussen Sloterdijk en Halfweg langs de Haarlemmerweg lag. Deze werd opgeheven op 31 augustus 1957 en vervangen door een busdienst van de NZH, tegenwoordig Connexxion.

De Haarlemmervaart met rechts de spoorlijn Amsterdam – Haarlem en links de Haarlemmerweg, nabij Sloterdijk. Na opbraak van de trambaan van de tram naar Haarlem wordt de weg verbreed; 1961. Fotocollectie Anefo / Nationaal Archief.

Verbreding
Diverse malen werd de Haarlemmerweg verbreed. De laatste keer was na de opheffing van de Blauwe Tram toen de weg ten westen van Sloterdijk twee gescheiden rijbanen kreeg met vier rijstroken. Het gedeelte ten westen van Halfweg werd in de jaren zeventig gedeeltelijk verbouwd tot autosnelweg. Deze kreeg de aanduiding A5. Later is dit de A200, respectievelijk N200 geworden. Het Amsterdamse deel van de Haarlemmerweg wordt aangeduid als s103.

De Haarlemmervaart in avondstemming. De stille vaart heeft nog een functie in de waterbeheersing, er naast de drukke Haarlemmerweg; 20 januari 2020. Foto: Erik Swierstra.

De Haarlemmerweg is nu de noordelijke begrenzing van de Staatsliedenbuurt en de wijken Bos en Lommer, Slotermeer en Geuzenveld.

Erik Swierstra; 9 december 2009, Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

 

Literatuur

* Tot gerief van de reiziger, vier eeuwen Amsterdam – Haarlem. Auteur: Willem van der Ham. Uitgave: SDU, Den Haag, 1989. ISBN 90-12-06312-4

* Tussen Haarlemmerpoort en Halfweg, Historische atlas van de Brettenzone in Amsterdam. Auteurs: Jaap Evert Abrahamse, Menne Kosian en Erik Schmitz. Uitgeverij Thoth, Bussum, oktober 2010. ISBN 978-906868-515-2

Zie ook: https://geheugenvanwest.amsterdam/page/10328/de-haarlemmertrekvaart-en-haarlemmerweg

Zie ook: Haarlemmertrekvaart in Wikipedia

Sloten niet langer oprit A4, A9 en A10? Deel VIII

Wéér een ongeluk op de Sloterweg

Het kan zo écht niet langer. “Het is hier onverantwoord onveilig”, zo oordelen ook de Centrale Verkeerscommissie en de Verkeerspolitie. De smalle Sloterweg kan de enórme stroom van te snel en agressief rijdend sluipverkeer tussen Nieuw-West en de A4 gewoonweg niet aan.

En dan te bedenken dat de Sloterweg onder het ‘Hoofdnet Fiets’ valt. Hier moeten álle fietsers, passanten, sporters, volkstuinders en bewoners, veilig kunnen fietsen. Het is hoog tijd dat er wordt ingegrepen. Uitstel en vertraging zijn onverantwoord.

Na 40 jaar nog stééds onveilig
De Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp is sinds de jaren tachtig, nu dus al veertig (!) jaar, in gesprek met de gemeente om de Sloterweg veilig te maken. En dan te bedenken dat het in de jaren tachtig dus al zo onveilig was dat dit nodig was. De woonwijken De Aker, Nieuw Sloten en grote delen van Osdorp met hun tienduizenden nieuwe inwoners waren toen nog niet eens gebouwd en men bezat in die tijd per gezin ook minder auto’s. De invoering van stadsdeelbesturen heeft niet echt geholpen. Alle inzet van de bewoners leidde tot nu toe nog niet tot een effectieve maatregel.

De verkeerssituatie is zo onveilig dat de vrees – die niemand durft uit te spreken – reëel wordt: “Tot nu toe gaat het vooral om hersenschuddingen en blikschade. Maar, als we lang genoeg wachten, kunnen we zeker ook op de Sloterweg een dode betreuren. Daar gaan we toch niet op wachten?” Wat weegt zwaarder: Enkele minuten omrijden of een mensenleven?

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 13 januari 2021.

Zie ook: www.slotenoudosdorp.nl/sloterbrug-en-sloterweg/