Algemeen

Varend erfgoed Nieuwe Meer dreigt verloren te gaan

Zeventien jaar voer motorschip Helena heen en weer over de Nieuwe Meer, maar het varend erfgoed dreigt verloren te gaan nu de veerdienst aan een ander is gegund.

Door: Marc Kruyswijk; 28 mei 2016, 14:15

Zelfs iemand met twee linkerhanden kan enthousiast worden van de machinekamer van de Helena. De motor van het schip is nog uit de tijd van de mechanica: je begrijpt gelijk hoe het werkt, je snapt waarom het schip in beweging komt als de schipper bovenin een beetje gas geeft. En dan die heerlijke dieselgeur.

Rob Piet leidt met zichtbaar plezier rond, af en toe streelt hij het schip, alsof ie het moed inspreekt. De voorkant van de Helena is het product van dikke gebogen staalplaten, zegt hij. “Die hebben ze destijds speciaal gejoggeld.”

Concurrent
Zeventien jaar al is Piet eigenaar van het zestig jaar oude schip dat nu stil ligt bij het Tjotterspad, maar hij is er bepaald niet gerust op dat daar nog veel jaren bij komen. De veerdienst die hij met ingehuurde schippers zoveel jaren draaiende hield, wordt overgenomen door een concurrent.

Nu ligt ie hier maar te liggen en dat is niet goed natuurlijk: zo’n schip moet simpelweg blijven varen.

Rob Piet
“We waren gewend dat het schip het hele weekend over de Nieuwe Meer heen en weer voer tussen de pannenkoekenboerderij in het Amsterdamse Bos en de Oeverlanden aan de overkant. Maar nu ligt ie hier maar te liggen en dat is niet goed natuurlijk: zo’n schip moet simpelweg blijven varen.”

GVB-veerpont
Maar dat gaat dus even anders, naar het zich laat aanzien. In februari kreeg Piet een brief van het Amsterdamse Bos waarin hem werd medegedeeld dat het GVB ‘zijn’ veerdienst zou gaan overnemen. Reden: de Nieuwe Meer is een hoofdwaterweg en dus zou het vervoerbedrijf, dat bijvoorbeeld ook op het IJ de ponten exploiteert, de geëigende partij zijn om de overtochten te gaan verzorgen.

Na een gesprek met het GVB bleek dat echter nog niet zo vanzelfsprekend voor het vervoerbedrijf. Het zou betekenen dat een GVB-veerpont elke zaterdag- en zondagochtend vanaf de werf aan het IJ door de hele stad zou moeten varen, en door de sluis bovendien, voor een niet-rendabele dienst van zes uur. Om vervolgens weer de reis terug naar het IJ te moeten aanvaarden.

Goedkoper
Resultaat: het GVB trok zich terug en Piet was in de veronderstelling dat hij zijn veerdienst zou kunnen behouden. Dat bleek een misrekening. Er kwam een aanbesteding en de eigenaar van de Helena werd gevraagd een offerte uit te brengen. En toen bleek in april dus dat een andere partij het allemaal goedkoper bleek te kunnen, met een veer met een aanmerkelijke lagere capaciteit.

Ik heb dit jarenlang gedaan en ik heb er geen cent aan overgehouden.

Piet zit met de kwestie in zijn maag. Over de gang van zaken en de onmogelijkheid voor hem en zijn advocaat om inzicht te krijgen in de cijfers van de winnaar. “Ik snap het niet. Ik heb dit jarenlang gedaan en ik heb er geen cent aan overgehouden. Met allerlei bijdragen van stadsdeel Nieuw-West en het Amsterdamse Bos heb ik het schip in de vaart weten te houden. En nu kan iemand dit goedkoper?”

Erfgoed
Naast alle ergernis is de belangrijkste grief van Piet dat motorschip Helena varend erfgoed is. Gebouwd in 1956 in Zaandam, de originele motor is, op een jaartje na, precies even oud. Het schip wordt gekoesterd door Piet, die zelf aan de rand van de Nieuwe Meer woont.

“Ik vaar wel eens rond met gasten, laatst nog met stadsdeel Zuid. Maar het is niet genoeg. Ik ben hier zeventien jaar geleden ingestapt omdat ik verliefd werd op het schip en ik wilde dat anderen er ook van zouden kunnen genieten. Maar in plaats van dat ik quitte speel, kost het me nu geld. Dat is eeuwig zonde. Ik kijk het nog even aan, maar de Helena gaan we waarschijnlijk wel in de verkoop doen.”

Uit: het Parool van 28 mei 2016

Van: www.parool.nl/amsterdam/varend-erfgoed-nieuwe-meer-dreigt-verloren-te-gaan

Nieuwe Meer zonder Helena

De argeloze lezer zal wellicht niet meteen weten waarover dit gaat. Helena wie? Degene die bekend is in de buurt zal weten dat dit de veerboot is die sinds 1997 de verbinding tussen de Oeverlanden en het Amsterdamse Bos verzorgt gedurende de weekenden van half april tot half oktober. Het kenmerkende geluid van de Bolnes-motor, een langzaamlopende tweetakt diesel, liet zich de gehele dag horen, lage tonen dragen ver over water.

Active Image
De Helena op de Nieuwe Meer (1997-2015).

Dit jaar bleef het stil, waar was het markante silhouet van de vertrouwde veerpont? Het zestig jaar oude schip, gebouwd in Zaandam, ligt stil in de haven van de IJssloot. Een kleiner bootje heeft de dienst overgenomen, exploitant Rob Piet heeft het nakijken nu een concurrent de aanbesteding gewonnen heeft, zij het dat met een aanzienlijk kleinere boot gevaren wordt. Dat gaat natuurlijk problemen opleveren in de zomer wanneer er grote groepen reislustige wandelaars en fietsers aan de steigers staat te wachten.

 Active Image
De Paddegat III op de Nieuwe Meer (2016).

Het zou allemaal goedkoper worden voor de overheid, minder subsidie hoeft gegeven te worden. Maar de tarieven die de gebruiker betaalt worden wel 50% verhoogd. Allemaal betreurenswaardige zaken die het maatschappelijk plezier en nut van het Nieuwe Meer niet ten goede komt. Hopelijk kan de nieuwe exploitant nog eens met de oude exploitant gaan praten en uiteindelijk weer met motorschip Helena gaan varen, misschien iets minder goedkoop, maar dan blijft boeiend varend erfgoed behouden. Veerboten moeten varen en niet stilliggen in de haven.

Nico Jansen

Uit: de Westerpost van 1 juni 2016.

 

Meer over de Paddegat III:

* www.amsterdamsebos.nl/attracties/veerpont/

* www.veerpontverhuur.nl

* www.meerbode.nl/paddegat-iii-uw-veerpont-voor-deze-week

Drinkwater in oorlogstijd

Erfgoed van de Week – 15 april 2016

Dit jaar is de Stelling van Amsterdam, de 135 kilometer lange verdedigingslinie om Amsterdam, 20 jaar UNESCO werelderfgoed. In het weekend van 16 en 17 april openen veel forten hun deuren voor het publiek tijdens de start van het Fortenseizoen.

In totaal bestaat de Stelling van Amsterdam, grotendeels aangelegd tussen 1874 en 1914, uit 46 forten en batterijen en een grote hoeveelheid dijken en sluizen. Wat wel eens wordt vergeten is dat de verdedigingslinie uit meer bestond dan de waterlinie om de stad. Ook in de stad zijn verschillende bouwwerken te vinden die verbonden waren aan dit Hollands staaltje van waterbouwkundig vernuft.

Active Image
Locatie van de Nooddrinkwatervoorziening nabij de Oude Haagseweg.

Proviand
In tijden van oorlog moesten de burgers en soldaten in het gebied natuurlijk wel voorzien worden van eten en drinken. Daarom werden er binnen de linie verschillende magazijnen gebouwd om bijvoorbeeld kleding en geneesmiddelen op te slaan. De Graansilo in het IJ werd gebouwd voor opslag van graan voor productie van brood. En voor het geval Amsterdam zonder drinkwater kwam te zitten, werd tussen 1901 en 1908 iets ten noorden van het Nieuwe Meer, aan de Oude Haagseweg in Nieuw-West, een Nooddrinkwatervoorziening aangelegd.

Nooddrinkwatervoorziening
Omdat de duinwaterleidinggebieden buiten de stelling lagen, moest in tijden van nood voor maar liefst 1 miljoen mensen water binnen de Stelling van Amsterdam gevonden worden. Langs de Ringvaart en de Riekerpolder werden daarom meer dan 100 putten gegraven voor het oppompen van grondwater. De omvangrijke Nooddrinkwatervoorziening, het grootste complex van de linie, was nodig om dit grondwater dat teveel ijzer en grondgassen bevatte, te reinigen. Een machinegebouw, een ontijzeringsinrichting, een filterbassin en een reinwaterkelder vormen de kern van een oorspronkelijk groter complex. Daarbuiten bevinden zich ook nog drie personeelswoningen op het terrein.

Van grondwater via ontijzeren naar drinkwater
Voor de zuivering werd het grondwater via het machinegebouw met pompen naar de ontijzeringsinrichting geleid. Hier kwam het in de nok van het gebouw in een betonnen goot terecht. Deze goot vertakte in kleinere goten waaraan sproeiers waren bevestigd, die het water vernevelden. Tijdens het neerdalen van de nevel oxideerde het ijzer in het water met zuurstof in de lucht, dat door de lamellenluiken werd binnen gevoerd. Het ontijzerde water en de roest kwamen neer op een drie meter dikke laag cokes, die op de begane grond lag en de gehele verdieping vulde. Het water sijpelde hier doorheen met achterlating van de roest. Het schone water sijpelde door de geperforeerde vloer en stroomde in de kelder naar een tweetal verzamelpunten. De rest van het vuil werd uitgefilterd in het met zand en grind gevulde filterbassin, vanwaar het naar de reinwaterkelder stroomde. Via het machinegebouw kon het water tenslotte op het Amsterdamse waterleidingnet gepompt worden of per waterschuit vervoerd. De Nooddrinkwatervoorziening is maar één keer gebruikt, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het water was ondrinkbaar. De vormgeving van de uit rood baksteen opgetrokken gebouwen is typisch industrieel. De rijke versiering in de vorm van boogvormige vensters, boogfriezen langs de dakranden en de sierlijke profielen van de gootklossen laat zien dit complex belangrijk betekenis had binnen de Stelling van Amsterdam.

Een tweede leven
Vanaf 1950 kreeg het in onbruik geraakt complex een nieuwe functie voor de Luchtverkeersleiding van Schiphol. Het machinegebouw dient als ‘backup’ voor de luchtverkeerleiding, op het filterbassin en de eerste reinwaterkelder kwamen kantoren. Aan het geheel werden twee zendmasten toegevoegd. Ook werd een deel van het complex gesloopt bij de aanleg van de A4. Het meest indrukwekkende gebouw, de ontijzeringsinrichting, stond jarenlang leeg. Begin jaren negentig vormden krakers dit gebouw om tot de zogenaamde Rijkshemelvaartdienst, samen met de tweede reinwaterkelder en een werkgebouw uit de jaren ’50 van de twintigste eeuw. Zo ontstond een levendige woon- en werkgemeenschap. Om de gebouwen geschikt te maken voor bewoning en voor ateliers en werkplaatsen hebben zij raam en deuropeningen, vloeren en scheidingswanden aangebracht. Daarmee kreeg deze oorlogsvoorziening dat eigenlijk nooit als zodanig heeft gefunctioneerd, een tweede leven. Het nieuwe gebruik voegt een extra dimensie toe aan een complex, dat het verhaal van de Stelling van Amsterdam aanvult.

Erfgoed van de Week
In de rubriek Erfgoed van de Week staat elke week een bijzondere archeologische vondst, vindplaats, voorwerp, monumentaal gebouw of historische plek in de stad centraal. Via de website www.amsterdam.nl/erfgoed en twitter @erfgoed020 delen de erfgoedexperts van Monumenten en Archeologie onder #erfgoed020 het erfgoed van de stad met Amsterdammers én overige geïnteresseerden.

Van: www.amsterdam.nl/kunstencultuur/monumenten/nieuws-ma/erfgoed-week/erfgoed-week-b/

Dit artikel als pdf-bestand: Drinkwater in oorlogstijd.pdf

Ooievaars in Sloten, een verhaal van eeuwen

Nu het ooievaar-stel op de nestpaal in het Weilandje voor de derde keer serieus aan het broeden is geslagen, is het misschien aardig om nog eens te herinneren aan de lange geschiedenis van de ooievaars in Sloten.

Veel Slotenaren kennen wel de tekening die Rembrandt omstreeks 1645 maakte van de Sloterkerk, op een van zijn vele tochten rond Amsterdam. De tekening is onder meer te vinden in de boekjes ‘Rembrandt in Sloten’ en ‘De Sloterkerk, een eeuwenoud verhaal’ van Bert Stilma.

Active Image

Op het kerkdak tekende Rembrandt een – op het oog niet bewoond – ooievaarsnest. Minder bekend is dat de kerk is in diezelfde jaren ook verschillende keren is vastgelegd door Rembrandts goede vriend (en mogelijk leerling) Roeland Roghman. Halverwege de Gouden Eeuw was Roghman een veel gevraagd tekenaar en graveur. Hij vereeuwigde ook de banpaal langs de nog landelijke Sloterweg. Roghmans oorspronkelijke tekeningen zijn niet bewaard gebleven. Wel de etsen en gravures die door hemzelf en anderen naar zijn tekeningen gemaakt zijn.

Roelands zuster Geertruid Roghman maakte de hier afgebeelde gravure is zo’n 370 jaar geleden, naar een tekening van haar broer. Net als op Rembrandts schets zie je het kerkgebouw omgeven door half ingestorte muren. Het is de ruïne van de veel grotere, middeleeuwse Sloterkerk. Die was in 1573, aan het begin van de Tachtigjarige oorlog, door de geuzen verwoest.

Het ooievaarsnest is op deze gravure wel bewoond. Goed is te zien dat het geen eigen bouwsel van de ooievaars kan zijn. Het heeft nog het meeste weg van een houten kribbe die men schrijlings op de punt van het zadeldak heeft geplaatst. Als lentebode en brenger van geluk en nieuw leven was de ooievaar ook toen al een gast die men in dorpen en op boerderijen graag binnen haalde.

Active Image

Het nest op het dak zie je terug op vrijwel alle tekeningen die de volgende twee eeuwen van de Sloterkerk zijn gemaakt. Zoals ook op de tweede, gekleurde gravure uit ca. 1840. Nestelende ooievaars brengen niet alleen geluk, ze brengen ook een hoop rommel, ongedierte en viezigheid mee. Toen in 1860-1861 de huidige kerk werd gebouwd, heeft men zich mogelijk twee keer bedacht alvorens weer een nest op het maagdelijk nieuwe dak te plaatsen. Het komt in ieder geval op latere afbeeldingen niet meer voor.

Ooievaarsnesten op kerkdaken zie je nog bij de vleet in de dorpen van Centraal Spanje en Portugal. De huidige nestpalen in het Weilandje moet je maar zien als praktisch compromis. Met het broedende ooievaarspaar is in ieder geval een eeuwenoude traditie in Sloten hersteld.

Carly Misset

Verantwoording beeld:

De gravure van Geertruid Roghman komt uit eigen collectie. De ingekleurde ets (kunstenaar onbekend, naar Jan Bulthuis 1786) is afkomstig uit de Provinciale Atlas/Noord-Hollands Archief in Haarlem (rechtenvrij te reproduceren).

Archeologisch onderzoek in Sloten in 1988

Uit: Archeologische kroniek van Holland over 1988

In de periode 17 oktober tot en met 10 november 1988 werd onderzoek verricht in de Sloterpolder. Het betreft het gebied nabij de Louwesweg, gelegen ten westen van de Geerban tussen de Sloterweg en de Plesmanlaan, voorheen de Nieuwe Vaart.

Het doel van het onderzoek was de ontwikkeling van de veenontginning Sloten nader te bestuderen. De kerk van Sloten wordt voor het eerst in 1040 vermeld. Het is een dochterkerk van die van Velsen. Op oud kaartmateriaal staat de lokatie van deze kerk van Sloten als ‘Out Kerkhoff’ aangegeven. In 1951 werd deze plaats reeds onderzocht, voordat hij met zand werd opgespoten, en werd er 11e- en 12e-eeuws aardewerk aangetroffen.

In 1984 werd door de Afdeling Archeologie van de Dienst Openbare Werken Amsterdam opnieuw een poging gedaan iets meer te weten te komen over de kerk en omliggende bebouwing. Deze poging leverde, mede vanwege de kleinschalige aanpak, geen nieuwe informatie op.

Een tweede opgraving van de Afdeling Archeologie in dit gebied, uitgevoerd in 1986, betrof een tweetal huispercelen ten oosten van de Geerban direkt gelegen aan de Sloterweg. Hierbij werden gegevens verzameld over de bewoning op huisterpen vanaf ca. 1300.

Aangezien ook het gebied tussen Sloterweg en Plesmanlaan in verband met nieuwbouw binnenkort onder het zand zal verdwijnen richtte het onderzoek in 1988 zich op eventuele verplaatsingsfasen van het oude dorp Sloten naar het huidige dorp, dat sinds ca. 1300 aan de Sloterweg gelegen is. Er is gekozen voor reeksen grondboringen, om de tien meter, en voor het graven van onderzoekssleuven over een aantal kavels, lopend van de Plesmanlaan tot aan de Sloterweg. Het gehele onderzochte gebied bracht geen huisterpen aan het licht, zodat er voorlopig van uitgegaan moet worden dat, in tegenstelling tot de ontginningen van Assendelft en Waterland, de ontginning van Sloten geen tussenfasen kent in de verschuiving van het oude dorp Sloten naar de huidige lokatie.

Halverwege de kavels loopt parallel aan de Sloterweg een oud pad, de Louwesweg. Evenwijdig aan deze weg werd ten zuiden ervan een dijk of kade aangetroffen. Deze kade kon over een lengte van 150 m gevolgd worden. De basis van deze kade was ruim 3 m breed en lag op een diepte van 4 m NAP . Een nauwkeuriger datering dan de periode He tot 13e eeuw is niet mogelijk, daar ter plaatse slechts houten drinkbakjes en zware behakte houten balken en planken werden aangetroffen.

Archeologische Dienst Amsterdam, J-M. Baart.

Uit: www.assets.geschiedenisvanzuidholland.nl/assets/archeologische-kroniek-1988 ; pagina 27 (301).

Fotowedstrijd 25 jaar Molen van Sloten ‘Van Bouw tot Nou’

Op 11 september 2016 is het 25 jaar geleden dat de Molen van Sloten door HKH Prinses Juliana geopend werd. Er werd toen een fotowedstrijd georganiseerd waarbij de bouw van de molen natuurlijk het centrale thema was. Sindsdien is er veel in en rond de molen gebeurd.

Daarom organiseren we tijdens het feestelijke jubileum ook nu weer een fotowedstrijd. Fotojournalisten van de Westerpost, De Echo en het Witte Weekblad en Jaap Wals, die al jaren onze molen vastleggen, vormen de jury.

Active Image
Foto: Rein Arler.

Hebt u één of meer (maximaal vijf) mooie foto’s die met de molen te maken hebben? Met de bouw, een trouw of een ander evenement, dan nodigen wij u van harte uit mee te doen.

U kunt prachtige prijzen winnen:
1e – Geheel verzorgde vier gangen Dinner Cruise van 2,5 uur door de grachten voor twee personen van Blue Boat Company.
2e – Compleet diner voor twee personen; genieten van de exquise Turkse keuken van Restaurant Bir Bey in de Jan Rebelstraat in Osdorp.
3e – Nieuwste model van de Nestlé Dolce Gusto-machine. Voor heerlijke koffie – gewoon thuis!

Stuur uw foto’s voor 1 juli 2016 naar: molenvanslotenfotowedstrijd@gmail.com
of geef ze af bij de receptie van de molen (Akersluis 10, Amsterdam-Sloten).

De winnende foto’s en eervolle vermeldingen zijn vanaf 11 september 2016 te zien tijdens een speciale tentoonstelling in de Tuinzaal onder het Kuiperijmuseum bij de molen.

Op de website www.molenvansloten.nl staan de spelregels van deze fotowedstrijd vermeld.

Verslag ‘Huis van Verzet’ 2016 in Parochiehuis Sint-Pancratius, Sloten

Er waren op 4 mei 2016 rond zestig mensen aanwezig bij dit Huis van Verzet, merendeels uit de directe omgeving.

De middag bestond uit drie delen: interviews met oude dorpsbewoners over de Duitsers in het dorp tijdens de oorlogsjaren; toelichting bij 18 foto’s die door Duitse militairen in het dorp waren gemaakt; nieuwe informatie over de bekendste verzetsstrijder van het dorp, Jan Kars.

De bezoekers werden ontvangen met thee en koffie, herhaald in de pauze, en kregen de gelegenheid tot napraten onder het genot van een drankje en een hapje na afloop van het inhoudelijke gedeelte.

Active Image
Pim Ligtvoet interviewt Joop Kool. Foto Erik Swierstra.

Voor het verslag volg ik de grote lijnen van een mail die een van de bezoekers, lokaal historicus Kees Schelling, enige dagen na de middag aan mij schreef. Hij was een van de velen die enthousiast op de middag reageerden. “Ik wil je hierbij nog even laten weten dat ik het huis van verzet vorige week een bijzondere bijeenkomst vond. Mooi die verhalen van Joop Kool, mevrouw Dekker-van Eden en Niek Dekker met bijbehorende foto’s; merkwaardige reactie uit de zaal (van de Portugese kleinzoon) – over zijn grootvader. “

Deze opa was NSB-er was en kwam in Sloten bij café Germania (Sloterweg 1345, nu ‘Halve Maen’). Dat was naast het Speeltuingebouw een van de plekken waar de soldaten van de 2e compagnie van het Luftwaffe Bau Bataljon tussen 2 juni 1940 mei 1941 verbleven. Een mevrouw uit de zaal wist dat er foto’s van bestonden. De kleinzoon bracht enkele aanwezigen tot ontzetting door te verklaren dat de joden, vooral de zionisten, het er wel naar gemaakt hadden. Er waren immers contacten tussen SS-ers en zionistische leiders. Interviewer en gespreksleider Pim Ligtvoet verwees een gesprek hierover naar de pauze, zoals ook gebeurd is.

“Er was een mooie presentatie van het NIOD over die foto’s die door Duitse soldaten gemaakt waren (voor mij een nieuw verhaal) en ook mooie beelden uit dat foto-album over Sloten in de oorlog.” De presentatie over het verschijnsel Duitse foto’s in bezet Nederland werd gedaan door Harco Gijsbers. Het foto-album was kort tevoren afgestaan aan de werkgroep Historie van de Dorpsraad.

“En tenslotte jouw presentatie over het verhaal van Jan Kars. Hartstikke goed gedaan. Mooi om te zien dat één (kort) leven nog zo veel gebeurtenissen en lagen kan bevatten. Je moet er veel uitzoekwerk aan hebben gehad. Ik heb het boekje over Jan Kars thuis nog eens rustig doorgelezen. Mooi werk ook.” Marechaussee Kars sneuvelde ver van huis, in West Zeeuws-Vlaanderen, Waterlandkerkje.

Verschillende contacten in Oostburg, Breskens en Amsterdam stuurden krantenknipsels en een oorlogsdagboek waar Jan Kars op voorkomt.

Daarnaast leenden familieleden foto’s en documenten uit. Dat leidde tot een artikel van 20 pagina’s met ruim 20 illustraties, dat aan alle aanwezigen werd uitgedeeld.

De samenwerking tussen Dorpsraad, werkgroep Historie, het NIOD, de Sint-Pancratiusparochie en Pim Ligtvoet was uitstekend. Via het Huis van de Wijk werd een subsidie verkregen waardoor de gemaakte kosten konden worden bestreden.

Pim Ligtvoet

Uit: de Westerpost van 25 mei 2016.

Feest 95 jaar Speeltuin Sloten

Op 28 mei 2016, van 13.00 tot 16.00 uur is het groot feest in de speeltuin van Sloten ter ere van het 95-jarig bestaan van de tuin. Daarover later meer. Eerst even een duik in de geschiedenis, met als basis het boekje dat is uitgegeven bij het 75-jarig bestaan.

“In het najaar van 1921, kwamen enkele Slotense winkeliers en zakenlieden bijeen om te overleggen over de oprichting van een veilige speelplaats voor de jeugd. Er hadden zich in het dorpsleven juist een aantal ingrijpende veranderingen voltrokken. Zo was op 1 januari van dat jaar de voordien zelfstandige gemeente Sloten (dorp Sloten, Osdorp en Sloterdijk), ondanks heftige protesten van de Slotense gemeenteraad, geannexeerd door Amsterdam, dat uitbreiding nodig had voor de groeiende bevolking.

Het moet in dat jaar 1921 geleken hebben of het eeuwenoude plattelandsdorp tegen wil en dank met een klap in de twintigste eeuw was gezet, en opeens van alle kanten werd overspoeld door het moderne leven. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat de Slotense heren (vrouwen kwamen in het he1e verhaal voorlopig niet voor) zich zorgen maakten over de gevaren waaraan de Slotense jeugd blootstond. ‘Wij zullen hen moeten beschermen’, luidde het devies van de initiatiefnemers, die actief  waren in een vereniging die zich – ook toen al! – bezighield met ‘de plaatselijke belangen en het verkeer’. Het inrichten van een veilige plek om te spelen en het organiseren van de kinderen in clubverband, diende als eerste stap in de goede richting.”

Meer geschiedenis
Natuurlijk zijn de omstandigheden in veel opzichten anders dan 95 jaar geleden. Maar één ding is niet veranderd, het is nog steeds belangrijk dat de kinderen uit Sloten en omgeving een veilige plek hebben om te spelen. De speeltuinvereniging Sloten biedt die plek. Al 95 jaar dus. Wie in de geschiedenis van de vereniging duikt ziet hoogtepunten en dalen. Een eerste dieptepunt was het afbranden van het verenigingsgebouw in 1931. Nadat er met veel pijn en moeite een nieuw gebouw was verrezen brak de oorlogsperiode aan. Het verenigingsgebouw werd gevorderd door de bezetter, die overigens keurig netjes huur betaalde aan de vereniging. Om precies te zijn f 1.497,50, geld dat in eerste instantie door de gemeente Amsterdam werd geclaimd, maar later kwijtgescholden. Het bevrijdingsfeest dat de speeltuin organiseerde werd voor een deel betaald uit dat potje.

In de eerste 20-30 jaar na de oorlog kende de vereniging een bloeiperiode. Er werd van alles georganiseerd en talloze Slotenaren zetten zich vrijwillig in om de activiteiten te begeleiden. En net als bij zoveel verenigingen begon in de jaren ’70 de sleet er wat in te komen. Het werd lastiger om voldoende vrijwilligers en bestuursleden te vinden. En toch werden er nog steeds dingen georganiseerd, zoals het huttenkamp aan het eind van de grote vakantie. Begin jaren ’90 rommelt het opnieuw. De bescheiden subsidie wordt stopgezet, de toen nog betaalde toezichthoudster wordt noodgedwongen ontslagen en als klap op de vuurpeil wil het stadsdeel huur gaan vragen voor het clubgebouw. Een lang verhaal kort: er werd in 1994 een projectgroep opgericht die het bestuur moest gaan ondersteunen bij de onderhandelingen met het stadsdeel en de toen broodnodige renovatie van gebouw en terrein. En in 1996 kon met veel tromgeroffel het 75-jarig bestaan worden gevierd. In een gerenoveerd gebouw en een volledig nieuw ingericht terrein.

Twintig jaar later
De geschiedenis herhaalt zich. Zo’n twee jaar geleden was de vereniging weer in een kleine crisis beland. Te weinig bestuursleden, te weinig vrijwilligers en gebouw en terrein konden na twintig jaar wel weer eens een grondige opknapbeurt gebruiken. En er was geen geld. En net als de vorige keer stonden ook nu weer mensen op die zich het lot van de speeltuin aantrokken en aan de slag gingen. Het gebouw kreeg een andere functie en een nieuw bestuur is bezig met plannen om het speelterrein te herinrichten, met nieuwe toestellen en er is ook aandacht voor de drainage, zodat de grote plassen die er nu staan na een flinke regenbui, tot het verleden zullen horen. Tijdens het jubileumfeest zal in de Tuin van Sloten het herinrichtingsplan ter inzage liggen.

Het feest
Het jubileumfeest is vooral gericht op de kinderen. Er zijn tal van (sportieve) activiteiten die worden begeleid door oud-studenten van de opleiding Sport en Bewegen, onder toezicht van een docent. Voor dit soort activiteiten heeft men een speciale organisatie opgericht: de Gymnastiekfabriek, die wordt gesubsidieerd door IMPULS. Daarnaast is er een ‘Boefjesmarkt’ waar ouders hun overtollige kinderkleren en speelgoed kunnen verkopen. Voor  € 2,50 kan men een plaatsje reserveren bij Alexander in de Tuin van Sloten. Zelf een tafel of een kleed meenemen. En natuurlijk is er volop eten en drinken te krijgen in de Tuin van Sloten en bij het snoephuisje.

Zie ook: www.westerpost.nl/feest-95-jaar-speeltuin-sloten

Arie van Genderen

Uit: de Westerpost van 25 mei 2016.

Ds. Robert Jan Bakker, hervormd wijkpredikant, met pensioen

Deze maand, mei 2016, stopt ds. Robert Jan Bakker met zijn werk als predikant in de Protestantse Wijkgemeente Osdorp-Sloten. Hij heeft hier dan 36 jaar ‘gestaan’. Velen kennen hem als ‘de dominee’.

 Sample Image
Dominee R.J. Bakker tijdens de Dodenherdenking aan de Osdorperweg op 4 mei 2016.
Foto: Erik Swierstra.

Op 17 februari 1980 wordt ds. Bakker bevestigd als predikant voor halve werktijd in de Sloterkerkgemeente. In 1988 wordt hij voltijds predikant. Dan vallen ook de hervormden die kerken in kerkgebouw De Uitweg onder hem. Deze kerk aan het eind van Tussen Meer moet echter worden verkocht en gesloopt.

De hervormden gaan dan samen met de gereformeerde gemeente in De Opgang. Memorabel is de Eeuwigheidszondag 1989, toen de hervormden onder leiding van ds. Bakker kerkgebouw De Uitweg verlieten en in optocht naar De Opgang liepen.

Ds. Bakker houdt van de mensen in de kerk. Hij kent iedereen en iedereen kent hem, ook buiten de wijkgemeente. En hij onthoudt ook veel van iedereen. Zijn belangstelling voor de individuele mens, met zijn vreugde en zijn zorgen, heeft hem tot een geliefde pastor gemaakt. Hij is heel goed in het leiden van begrafenissen.

Velen, ook mensen die weinig of niet in de kerk komen, vragen hem een uitvaartdienst van een geliefde te verzorgen. Hij bekommert zich om de nabestaanden.

Belangstelling voor mensen, in hun geloofsvragen, maar ook in hun dagelijkse bezigheden, dat is wat ds. Bakker altijd drijft.

Daarom heeft hij bijvoorbeeld zo’n goede band met onze Indische gemeenteleden, met hun vaak roerige levensgeschiedenissen.

Daarom hecht hij ook zo veel waarde aan de contacten met de andere christelijke kerken in Osdorp-Sloten. Daarom, ten slotte, probeert hij in gesprek te komen met de islamitische gemeenschappen in de buurt. Ds. Bakker is ook bij velen bekend doordat hij jaarlijks spreekt bij de Dodenherdenking op 4 mei bij het monument aan de Osdorperweg op Oud-Osdorp.

Ds. Bakker vindt dat hij het met zijn wijkgemeente Osdorp-Sloten zeer heeft getroffen. Hij is daar dankbaar voor. De ‘verstadste’ Sassenheimer is zich hier zelfs zo gaan thuis voelen dat hij na zijn emeritaat in Osdorp blijft wonen. U zult ‘de dominee’ – die op 26 april voor al zijn werk binnen en vooral ook buiten de kerk een koninklijke onderscheiding heeft gekregen – dus nog zeker een keer tegen het lijf kunnen lopen.

Uit: de Westerpost van 18 mei 2016.

Bestuurscommissie zegt nee

Geen vergunning dance-festival Oeverlanden

Al twee jaar dendert in mei de dancemuziek over de Oeverlanden en wijde omgeving. Op een plek bestemd voor recreatie en natuur wordt twee dagen lang door enkele duizenden jongens en meisjes gedanst onder zware basdreun, vaak gedrenkt in alcohol en/of drugs. Nu gun je die kinderen natuurlijk een prettig verblijf in de prachtige omgeving van het Nieuwe Meer, maar niet ten koste van de rust van vele andere recreanten en de planten en de dieren die hier leven.

Daarnaast zijn er ook op die plek omwonenden die twee dagen lang in het mooiste deel van de lente twee dagen worden opgezadeld met enorme geluidoverlast. Op basis van een unaniem aangenomen motie van de deelraad, na de laatste editie van het festival in 2015, waarin wordt bepaald dat de Oeverlanden geen geschikte locatie is voor dit soort evenementen, weigerde het dagelijks bestuur een omgevingsvergunning, die sinds dit jaar noodzakelijk is voor activiteiten die niet passen binnen het bestaande bestemmingsplan, ten gevolge van jurisprudentie van een rechtzaak bij de Hoge Raad van bewoners in Zuidoost tegen een festival aan de Gaasperplas.

De al eerder verleende evenementenvergunning werd daarmee teniet gedaan. De poging van de festivalorganisator Daniel van Drunen om dit besluit van het stadsdeel aan te vechten bij de voorzieningenrechter bleef vruchteloos, na een voor hem negatieve rechterlijke uitspraak. Wel krijgt hij de kans om komend weekeinde bij Sloterdijk zijn festival te houden. Wij blijven verschoond van hinder, maar elders zijn misschien bewoners die minder blij zijn met deze verplaatsing.

De discussie over hinderlijke activiteiten in het openbare groen en parken in Amsterdam zal de komende tijd zeker in de aandacht blijven. Politiek en bestuur moet zich realiseren dat dit de Amsterdammers na aan het hart ligt.

Uit: de Westerpost van 18 mei 2015.