Vijf oorlogsjaren in de polders van Nieuw-West
Boeken vol zijn er geschreven over de periode 1940-1945. Zoveel boeken dat je je niet kunt voorstellen dat er nog een onderwerp onderbelicht is. Toch moest Pim Ligtvoet diep graven voor een antwoord op de vraag ‘Wat is er in de polders van Nieuw-West in die periode gebeurd?’ Hij maakte er een boek van: In de schaduw van de oorlog.
Door: Shirley Brandeis
“Ik voel me aangetrokken tot ondergeschoven geschiedenis,” zegt Ligtvoet op de vraag: waarom dit boek? Eerder dook hij al in de historie van de Joden in de Zaanstreek, binnenkort start zijn zoektocht naar de Zaankanters die in 1937 tegen de Spaanse dictator Franco vochten. Over zijn laatste onderzoeksonderwerp, de westelijke polders: “Er is zoveel meer gebeurd dan wij weten.” Herdenkend bij het Sierplein op een 4e mei – Ligtvoet is sinds drie jaar lid van het comité 4/5 mei in Slotervaart – vroeg hij zich op een keer af wat er zich tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft afgespeeld onder de meters opgespoten zandlaag waar de Westelijke Tuinsteden op zijn gebouwd.
“Ik wilde weten wat we nu precies hier te herdenken hebben. Wat de bewoners van toen hebben meegemaakt.” De vraag mondde exact zeventig jaar na het einde van die oorlog uit in een boek; na een lange zoektocht.
Wijnvlekken
Die zoektocht startte met dat andere rijkelijk gevulde boek over de periode voordat Cornelis van Eesterens uitbreidingsplan werkelijkheid werd: Ruimzicht. Dit boek van Marja van der Veldt vertelt de verhalen van de boeren die er boerden en hun annexatie vanwege de uitbreiding van de stad. Ligtvoet: “Daar stond ook wat over de periode 1940-1945 in, dat was een mooi startpunt.” Via via ging de tocht: langs mensen met verhalen, met boeken, foto’s, brieven (“Bij iemand kreeg ik een ordner met 181 brieven uit die tijd!”) en zelfs menukaarten met wijnvlekken er nog op… Ligtvoet viel van het een in het ander, kwam af en toe op een dood spoor, richtte zijn blik weer op andere archieven en bronnen en verzamelde zo uit zowel Sloten, Osdorp als de Sloterpolder verhalen en vooral ook veel beeldmateriaal.
Een gezicht
Ligtvoet: “De oorlog kreeg langzaamaan een gezicht. Duidelijk werd dat in deze ’tuinen van Amsterdam’ de hechte gemeenschappen van dorpelingen, boeren en tuinders niet onberoerd door de oorlog kwamen. Ook hier waren mensen betrokken bij het verzet, bij het verstrekken van voedsel aan hongerlijdende Amsterdammers.
Mensen zagen vliegtuigen neerkomen en ook waren er die zich met het zogenoemde zwartslachten verrijkten.” Ligtvoet spoorde alle in de polder neergestorte vliegtuigen op, inclusief foto’s van de piloten, verdiepte zich in de scholen en hun functie tijdens de Duitse bezetting en kwam – “een van mijn grootste ontdekkingen” – er achter waar de ‘verdwenen’ Joodse familie Meijer, die tot 1932 een slagerij in Sloten had, uiteindelijk terecht is gekomen.
“Ik las over de familieleden, maar door het uit te zoeken, kregen zij een gezicht. Dát is wat ik wil. Al deze mensen een gezicht geven.
Reconstrueren wie de mensen uit de verhalen waren en wat er met hen is gebeurd.” En dat is waarmee Job Cohen, die het voorwoord schreef, de auteur complimenteert: ‘Dit boek geeft een gezicht aan een vergeten wereld.’ De oorlog leeft nog steeds, weet Ligtvoet.
“Geïnterviewden vertelden me over hun school die door Duitse soldaten was bezet, uit een dagboek haalde ik het verhaal van de klokkenroof van de Pancratiuskerk en de zus van Dirk van den Broek (een neef van de bekende Dirk) kon me een foto van haar broer sturen, maar praten over wat er gebeurd is, was te heftig voor haar.
Hij had een rol gespeeld in de zwarte handel, was daarvoor gestraft, gevangen genomen en is uiteindelijk door de slechte omstandigheden in concentratiekamp Neuengamme gestorven.” De puzzel was enorm en alle stukjes heeft hij niet passend kunnen krijgen. “Maar gelukkig heb ik deze verhalen wél kunnen construeren.
Maar ja, er zijn nog veel verhalen niet genoteerd, verzwegen zijn ze, voor altijd misschien wel.”
Boekpresentatie
De verhalen in de polders lagen in de schaduw van de verhalen uit de grote stad, waar de meeste aandacht naar uitging en vaak nog uitgaat. Vandaar de titel: In de schaduw van de oorlog. Geen foto was passend genoeg, vonden Ligtvoet en uitgever, om de omslag te halen.
“Dat zou alles omvattend moeten zijn; die foto bestaat niet.” Het werd een abstract geheel, met een grijze band als een zoeklicht van bovenaf – “de schijnwerpers staan zelden op de plattelandsgeschiedenis”- en een persoonsbewijs met vingerafdruk als symbool voor de oorlog en alle bijbehorende risico’s die ook op het platteland, op de grond onder het later gebouwde Nieuw-West, aanwezig waren. Vandaar ook de boekpresentatie in het Tuinstadhuis aan Plein ’40-’45.
Donderdag 26 november om 16:00 uur krijgt Marjan Schwegman, directeur van het NIOD, daar het eerste exemplaar uit handen van auteur Pim Ligtvoet. Het boek, normaal € 19,50, is na afloop te koop voor de tijdelijke prijs van € 17,50.
In de schaduw van de oorlog, een uitgave van Stichting de Driehoek, 208 pagina’s, € 19,50, ISBN 978-94-90586-12-6. Verkrijgbaar in iedere boekhandel en bij de uitgever www.stichtingdriehoek.nl.
Uit: de Westerpost van 18 november 2015
Zie ook: Aanvullingen en correcties op het boek ‘Schaduw van de Oorlog’
Unieke verhalen vastgelegd in prachtig boek!
Op 26 november 2015 verschijnt een toegankelijk boek waarin een bijzonder stuk van de geschiedenis van Sloten ligt vastgelegd. Marjan Schwegman, directeur van het NIOD, neemt dan om 16.00 uur het eerste exemplaar van ‘In de schaduw van de oorlog, 1940-1945 In de Polders van Amsterdam Nieuw-West’ in ontvangst. Wilt u er bij zijn? Kom dan ook naar het stadsdeelkantoor van Nieuw-West (Plein ’40-’45 nr. 1). Het boek is tijdens de presentatie voor 17,50 euro te koop.
Klokkenroof en hongertochten
In dertien hoofdstukken komen de ervaringen van bewoners aan bod, gecheckt en verdiept door historisch onderzoek. De kinderen van toen vertellen over hun school die door Duitse soldaten was bezet, en met wie ze soms speelden. Een dagboekschrijver maakt ons deelgenoot van de klokkenroof van de Pancratiuskerk en de redding van een Nieuw-Zeelandse boordschutter. De hongertochten van de stedelijke Amsterdammers worden beschreven, evenals de voedselpakketten die in mei 1945 uit de Amerikaanse bommenwerpers werden gegooid. Ook komt de schandpaal aan de orde waarin na de bevrijding een NSB’er werd vastgezet.
Koerier en zwartslachter
Langs de Slotervaart drukte Gerrit Fontijn het illegale Parool, dat via die waterweg door zijn dochters werd verspreid. Gré Ruhe en haar vader Herman maakten deel uit van de lang vergeten verzetsbeweging ‘Groep 2000′. Ruim honderd brieven aan Aart in ’t Veld geven een inkijkje in het leven van een economiestudent, die koerier was tussen Amsterdam en Parijs. Het lot van de kinderen van de joodse slager van Sloten komt in beeld, evenals dat van enkele andere joodse vervolgden. En processtukken worden besproken uit twee zaken tegen ‘zwartslachters’, onder wie Jan van den Broek, vader van de supermarkthouder.
Overal te koop
Pim Ligtvoet interviewde Slotenaren en anderen, zocht illustraties bij de verhalen en maakte hier prettig leesbare verhalen van. Pim: “De ervaringen van oorlog, verzet en bevrijding van de gezinnen van de boeren, tuinders en dorpelingen in Sloten, Osdorp en de Sloterpolder vormen een ‘vergeten geschiedenis’: het gebied verdween grotendeels onder het zand van Nieuw-West. Ik heb dit boek geschreven om hun vergeten geschiedenis weer terug te halen.”
Het ruim geïllustreerde boek is prachtig in full colour uitgegeven en een bijzonder Sint- of Kerstcadeau. Het kost 19,50 euro en is na 26 november bij iedere boekhandel en bij uitgever de Driehoek verkrijgbaar. Meer informatie: [email protected]. (ISBN 978-94-90586-12-6)
De werkgroep Historie van de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp heeft een bescheiden ondersteunende rol vervuld bij de totstandkoming van dit bijzondere boek.
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 18 november 2015.
Zie ook: Aanvullingen en correcties op het boek ‘Schaduw van de Oorlog’
Slotenaar in Badhoevedorp, Toon Loogman 1914-1982
Jan Loogman (1951) groeide op in een groot rooms-katholiek gezin in Badhoevedorp. In zijn onlangs verschenen boek Een temperamentvolle man, Slotenaar in Badhoevedorp, Toon Loogman 1914-1982 neemt hij de lezer mee op zijn zoektocht naar vader Toon die voor hem als jongen voor een deel onbekend was. Maar het boek heeft meer te bieden. Het geeft een prachtig beeld van het leven van de bewoners van Osdorp, Sloten en Badhoevedorp in de periode 1840-1968.
“Je bent er een van Loogman”
Als kind was Jan bang voor de onredelijke woedeuitbarstingen van zijn vader. Nare herinneringen overheersten en hij besloot op zoek te gaan naar wie zijn vader nu werkelijk was. ‘Je bent er een van Loogman’ was de bezweringsformule. Om die te begrijpen begint hij een speurtocht naar het leven van zijn vader. Hij doet dat aan de hand van uiteenlopende bronnen: interviews, literatuur, archieven en websites. Hij begint in de 19e eeuw, bij zijn overgrootvader, die enig aanzien genoot als polderbestuurder, en zijn in 1924 overleden grootvader Jan, die bekend stond als flierefluiter. Daarna beschrijft hij het kleurrijke leven van zijn vader: opgegroeid in Sloten, verhuisd naar Badhoevedorp, de oorlog en zijn huwelijk met Mien Sol. Veel aandacht krijgt zijn werk als schillenboer, bestuurslid en penningmeester van voetbalvereniging Sint Pancratius, waar hij bij de toneelafdeling een succesvol amateur toneelspeler was. Tenslotte werd hij eigenaar van een groentezaak in de Binnen Bantammerstraat.
Een temperamentvolle man
Het verhaal is zeer vlot en met veel inlevingsvermogen geschreven. Het leest als een ooggetuigenverslag. De gevonden puzzelstukjes vormen gaandeweg een ander beeld van de vader die hij zich als kind herinnert. Een temperamentvolle man, maar ook iemand met onaangename driftbuien, die bij fouten van zijn kinderen er op los kon meppen. Zijn grote passie was toneelspelen. Op het toneel kon hij zich laten gaan, maar tegenover zijn kinderen toonde hij niet zijn ware gevoelens. Hij was voorkomend en ging altijd goedgekleed. Hij had de bijnaam “schillenboer met een stropdas”. Hij verdiende goed als schillenboer, maar kon zijn talenten er niet in kwijt. Die kon hij wel kwijt in het verenigingsleven, waar hij als bestuurder en penningmeester van Sint-Pancratius, en vooral als toneelspeler, veel ‘gezag’ opbouwde. Hij was ‘er een van Loogman’, maar ook een mens met gebreken.
Het aardige van dit boek is dat de speurtocht naar de vader van de schrijver ook een prachtig beeld oplevert van het leven in Osdorp, Sloten en Badhoevedorp. Het laat zien hoe de verschillende geloofsgroepen in het nog verzuilde Nederland – tot in de jaren vijftig en zestig – vooral in eigen kring participeerden. Dat op het toegangskaartje voor de toneelvoorstellingen van Sint Pancratius “alleen voor katholieken” stond vermeld, is in dit verband veelzeggend. Maar de tijden veranderden. Nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding kwamen op, de televisie deed zijn intrede en ook aan het verzuilde verenigingsleven kwam een einde.
Toon Loogman overleed in 1982, maar de speurtocht eindigt eind jaren zestig, omdat er dan geen spectaculaire veranderingen meer plaatsvinden: de periode die volgt heeft de schrijver niet meer nodig om te weten te komen wie zijn vader is geweest.
Een temperamentvolle man, Jan Loogman, Brave New Books, 174 pagina’s, geïllustreerd, € 19,95, ISBN 9789402135947. Te koop bij Boekhandel Jaspers in Badhoevedorp, bij andere erkende boekhandels en bol.com.
Zie ook: www.geheugenvanwest.nl
In de Sloterkerk, Osdorperweg 22, te Amsterdam zal op zondagmiddag 15 november 2015 om 15.00 uur een matineeconcert gegeven worden.
Onze organist David Schlaffke zal een grotendeels gezamenlijk optreden verzorgen met de klaveciniste Christina Scott.
Op het programma staan werken van Bernardo Pasquini, J.C. Bach en van A. Soler. De spannende combinatie van klavecimbel met het befaamde Knipscheerorgel uit 1851 staat garant voor puur luistergenot.
De toegangsprijs bedraagt 9 euro, inclusief consumptie na afloop.
Meer informatie zoals gewoonlijk op onze website: www.sloterkerk.nl, waar u het volledige programma kunt vinden.
Inlichtingen en reserveringen: 020 – 6157692; via email: [email protected]
Een rustiek laantje met aan beide kanten een rij hoge populieren. Dát is de Slibveldenweg in Tuinen van West. Hekken en waarschuwingsborden maken duidelijk dat het er – zeker sinds de zomerstorm van dit jaar – niet veilig is. In 2016 gaat de Slibveldenweg dan ook op de schop. De projectleider, de landschapsontwerper, de boomadviseur, de ecoloog en een bewoner vertellen.
■ Tekst: Shirley Brandeis (in opdracht van stadsdeel Nieuw-West)
Waar
Pak er een kaart bij, kijk op Google Maps of lees hier even mee. De Slibveldenweg ligt aan de Osdorperweg tussen de Lutkemeerweg en de Raasdorperweg. De weg eindigde tot een jaar geleden in een rechthoekig stuk grond, waar eind jaren vijftig door Rioolwaterzuiveringsinrichting West de ‘slibvelden’ werden aangelegd. Het rioolafval dat daar werd verwerkt, het gedroogde slib genaamd, zou als mest voor de tuinders in het gebied dienen, maar al snel bleek er weinig vraag naar en werd het gebied tot baggerdepot verklaard. De afgelopen jaren gebruikte Rijkswaterstaat het als opslag van zand en grond dat nodig was voor de aanleg van de Westrandweg. Vanwege de komst van deze snelweg – als compensatie voor verdwenen groen (natuurcompensatie) – is het gebied dit jaar heringericht en weer tot natuurgebied gemaakt. Hier, op de voormalige slibvelden, verrees een tien meter hoge terp: de Raasberg, vernoemd naar het vroegere Raesdorp. Het uitzicht is er fraai, zeker op de Slibveldenweg, die als een chique laan vol bomen eenzaam maar niet alleen het landschap markeert.
Waarom
Van dichtbij is de situatie op de Slibveldenweg heel anders. De weg is hobbelig en dunne en dikkere takken, waarvan je sommige exemplaren niet op je hoofd zou willen krijgen, versperren her en der de doorgang. “In de loop der jaren zijn al heel wat bomen gesneuveld,” vertelt Kenny van Grootveld die voor stadsdeel Nieuw-West het project in Tuinen van West leidt. “Zeker de hevige storm van 25 juli dit jaar liet flinke sporen na. De prachtige laan die het ooit was, is er inmiddels niet meer. Wandelen is op eigen risico, fietsen is al niet meer prettig vanwege de oneffen grond.” De resterende bomen kunnen niet blijven staan, constateerde boomtechnisch adviseur Tjeerd Visser Van Treevision na uitgebreid onderzoek. “De meeste, zo niet alle populieren zijn er slecht aan toe. Door allerlei complicaties, denk aan scheuren en snoeiwonden, zijn de bomen zeer gevoelig voor tak- of stambreuk,” aldus Visser. Zijn eindconclusie in het 48 pagina’s tellend rapport: ‘de bomen kunnen niet duurzaam en veilig behouden worden.’
Wel behouden
Maar de boomadviseur pleit ook voor compensatie. “En dat gaan we zeker ook doen,” vertelt landschapsontwerper Chris van der Hoef. “Een aantal bomen, waaronder ook fruitdragende bomen en struiken – denk aan walnoten, kersen en mispels – wordt herplant op de voormalige slibvelden aan het eind van de weg. De Slibveldenweg zelf zal aan beide kanten na de kap nieuwe populieren krijgen. Omdat de huidige grote populieren een buizerd, een boomvalk en een paar dwergvleermuizen onderdak bieden, zullen we zowel aan het begin als aan het eind een rij van vijf bestaande bomen behouden.
Hier kunnen de dieren een nieuw onderkomen vinden.” Dat de Slibveldenweg als markante lijn in het polderlandschap voor de toekomst moet worden behouden, stond voor de landschapsontwerper vanaf het begin vast. “We willen deze lijn in het landschap een openbare functie geven. Er een mooie doorgaande route van maken, met gescheiden paden voor wandelaars en fietsers, zodat je vanaf de Osdorperweg richting de Ringvaartdijk en de nieuwe fietsbrug Zwanenburg de Haarlemmermeer kunt bereiken. Zo krijgen we een veilige recreatieve route door natuurgebied, waar ook speelmogelijkheden voor kinderen zullen komen en waar een biologische stadsboerderij gebouwd zal worden.”
Niet in één keer!
Alhoewel alles volgens de regels gaat en er buiten het broedseizoen van de aanwezige vogels om wordt gewerkt, maakt Osdorperwegbewoonster Trees Kaizer zich zorgen. “Ik ben dol op de natuur en speciaal deze omgeving. Eerder maakte ik een inventarisatie van libellen hier en op verzoek van de gemeente monitorde ik ook dagvlinders in en rond de Slibveldenweg en de Wijsentkade. Toen ik hoorde dat de populieren zullen worden gekapt, dacht ik meteen aan de vleermuizen en nachtvlinders, waarvan veel soorten er gehuisvest zijn. Maar liefst driekwart van alle nachtvlinders in Nederland, waaronder ook veel prachtig gekleurde soorten, wordt bedreigd en we hebben ze hard nodig; hun rupsen zijn belangrijk voedsel voor vogeljonkies en de volwassen nachtvlinders zijn voer voor vleermuizen. Ik ben niet tegen bomenkap als dat nodig is, maar wel tegen alles in één keer kappen. Dat er bomen worden teruggeplaatst is fijn, maar dat levert niet meteen behuizing voor de al aanwezige dieren op.”
Nee, niet in één keer
Stadsecoloog Anneke Blokker is hierover gerust. “De kap geschiedt niet in één keer. In eerste instantie wordt alleen de westelijke bomenrij gekapt en een groot deel van de oostelijke bomenrij. Pas wanneer de nieuw aangeplante populieren voldoende hoog zijn, wordt het resterende deel gekapt. Een klein deel van de bomen blijft dus staan voor de aanwezige dieren.
Ja, hun beschermde verblijfplaatsen verdwijnen. Maar er worden vleermuiskasten geplaatst in de nieuwe bomen, voor de buizerd en de boomvalk blijven er broedopties in deze omgeving en waarschijnlijk worden er kunstnesten voor deze vogels aangebracht. De bomenkap leidt dus niet tot verstoring van hun reproductie.” Van Grootveld vult aan: “Ook zullen de werkzaamheden plaatsvinden als de dieren niet aanwezig zijn en zal een ecoloog de komende vier jaar de nieuwe broedplaatsen monitoren. Alles moet en zal volgens de regels van de Flora- en Faunawet verlopen.”
Wanneer
De gemeente zal binnenkort de ontheffingsaanvraag indienen. Van Grootveld: “Het wachten is dan op akkoord van het ministerie. Afhankelijk van het tijdig verkrijgen van de ontheffing starten de werkzaamheden in oktober 2016.” De werkzaamheden duren ongeveer zes maanden. Daarna kunt u weer wandelen en fietsen over de Slibveldenweg en genieten van de nieuwe natuur.
De herinrichting van de Slibveldenweg is mogelijk gemaakt door een subsidie van de Provincie Noord-Holland.
Uit: de Westerpost van 4 november 2015.
Afgelopen vrijdag was in de Molen van Sloten een bijzondere presentatie: een boekje over de beroemde schilder Rembrandt.
Nu zijn er al bibliotheken vol geschreven over het leven en de werken van Rembrandt, maar dit boekje concentreert zich op de relatie van Rembrandt met het dorp Sloten. In een periode waarin hij weinig opdrachten had ging Rembrandt op stap. Met schetsboek en krijt. Onder andere naar Diemen, Durgerdam en dus ook Sloten. Een serie bijzondere tekeningen van de oude Sloterweg en de door de watergeuzen vernielde grote kerk in Sloten is het resultaat.
Een ander, niet zo bekend feit is dat Rembrandt zelf de zoon van een molenaar was. Reden om de presentatie van het boekje in de Molen van Sloten te houden. En nog een relatie met Sloten was dat hij trouwde met Saskia van Uylenburgh, een huwelijk waarbij de Slotense predikant Sylvius als getuige optrad. Deze Sylvius doopte ook de eerste twee kinderen van Rembrandt en Saskia, voordat hij predikant werd in Amsterdam. En zo staat het boekje vol met wetenswaardigheden en voorbeelden van de relatie tussen Sloten en de beroemde schilder. En niet te vergeten, er staan ook veel prenten van hem in.
Het eerste exemplaar van het boekje werd door Bert Stilma, initiatienemer voor het boekje, uitgereikt aan Frans van der Avert, algemeen directeur van Amsterdam Marketing (bijv. I AMsterdam). Die toonde zich blij verrast met het werkje en gaf te kennen dat hij het zeer zeker onder de aandacht zal brengen van iedereen die zich bezig houdt met de Amsterdam promotie.
Het past ook goed in het streven van Amsterdam om het toerisme wat meer te spreiden over stad en ommelanden. Met de molen en de relatie met Rembrandt past Sloten goed in dat plaatje. Vanwege de toeristen is het boekje tweetalig: Nederlands en Engels. Het is te koop in o.a. de Molen van Sloten voor rond de vier euro
Arie van Genderen
Uit: de Westerpost van 21 oktober 2015.
Maar, hopelijk krijgen we na een jaar onze haltes terug!
Op dinsdag 13 oktober 2015 heeft wethouder Pieter Litjens van de Stadsregio Amsterdam een belangrijke toezegging gedaan. Hij gaat een groot onderzoek laten uitvoeren naar de gevolgen van alle busveranderingen hier in de buurt.
Zoals u weet, was het in de busstrijd – die dit hele jaar al gaande is – helaas niet mogelijk om bus 192 naar Schiphol en Osdorp en de rechtstreekse verbinding van 145 met het Leidseplein overeind te houden. Gezien de enorme bezuinigingen op het openbaar vervoer en de manier waarop ‘men’ tegenwoordig over busvervoer denkt, was dat onhaalbaar.
De beste optie die voor ons overbleef, was, nu bus 145 een andere route moet gaan volgen, die verandering ten minste nuttig in te zetten. Dan kunnen de oude route over de Sloterweg en de nieuwe route vergeleken worden. Wij gaan ervan uit dat dat in ons voordeel uitpakt. Omdat de oude route sneller is en waarschijnlijk meer passagiers oplevert. Het is jammer dat het zo moet, maar de wethouder heeft dit nu tenminste toegezegd. Het klinkt u misschien vreemd in de oren, maar dat is al heel wat… Het is een taaie materie…
De heer Litjens heeft nu beloofd dat er een zogenaamde “netwerkanalyse” uitgevoerd gaat worden. Dat betekent dat al het openbaar vervoer tussen de zuidwesthoek van Amsterdam (Sloten/Osdorp), Badhoevedorp en Schiphol doorgelicht gaat worden. Tijdens de eerste vergadering van de Regioraad na de zomer van 2016 komt dit onderwerp dan weer op de agenda.
Goede samenwerking
We hadden dit resultaat niet kunnen bereiken zonder al die honderden mensen die geprotesteerd hebben tegen de veranderingen. De hulp van twee mensen wil ik hier nog even apart vermelden. Allereerst noem ik Badhoevedorper Hans Spijker van Eén Haarlemmermeer. Hij heeft als lid van de regioraad onze belangen (en die van Badhoevedorp) heel goed vertegenwoordigd en ervoor ‘gestreden’. Daarnaast wil ik molenaar Rein Arler noemen. Hij heeft prachtige plattegrondjes gemaakt, die zijn gebruikt om de raadsleden – die de situatie hier natuurlijk niet kennen – beter te kunnen uitleggen waar het om ging. En dit resultaat is natuurlijk in goede samenwerking met de Dorpsraad tot stand gekomen.
Afwachten tot volgend jaar…
We hebben voor Sloten het maximale er uitgehaald. Ik heb goede hoop dat we – met de resultaten van het onderzoek in de hand – de haltes Osdorperweg, Ditlaar en Sportpark Sloten per december 2016 weer feestelijk in gebruik kunnen gaan nemen. (Stadsdeel Nieuw-West laat de bestrating van de haltes komend jaar liggen.) De vervoersbehoefte van bus 145 ligt op zijn nieuwe route waarschijnlijk lager. Maar, het kan zijn dat ik me vergis. Dan krijgen we de haltes waarschijnlijk niet terug… Het kan echter ook zijn dat de maatschappelijke functies van de haltes in Sloten (de basisschool, de volkstuinparken en het sportpark) of andere conclusies uit het onderzoek ervoor zorgen dat de haltes weer in ere hersteld worden. Afwachten maar! U moet maar denken: We hebben op Sloten voor wel meer zaken moeten ‘knokken’ in een strijd die ook in het verleden soms járen duurde… Daar laten wij ons niet door afschrikken. Ik houd u op de hoogte!
Tamar Frankfurther
In april 2012 nam de gemeenteraad van Amsterdam het besluit om de noordelijke Oeverlanden van het Nieuwe Meer binnen het beheergebied van het Amsterdamse Bos te brengen. Dit ter compensatie van verlies aan areaal ten gevolge van de verbreding van de A9. Uiterlijk per 1 januari 2015.
In 2,5 jaar zou dit natuurlijk makkelijk moeten kunnen, een gebied dat tamelijk overzichtelijk is overhevelen van het stadsdeel Nieuw-West naar het Amsterdamse Bos. Een interne organisatorische klus die voor een buitenstaander een appeltje-eitje lijkt. Maar buiten de waard gerekend, een ruzie tussen allerlei gemeentelijke koninkrijkjes barstte los, zodanig dat de ingangsdatum verschoof naar 1 januari 2016.
Net toen alle ambtelijke neuzen dezelfde kant op leken te staan kwam via via informatie dat wethouder Eric van der Burg een studie wil laten verrichten naar bebouwing van Oeverlanden Nieuwe Meer en Brettenzone. Wat de Oeverlanden betreft wordt hiermee een oude discussie opgerakeld over een stedenbouwkundig ongelukkig plan dat altijd op te weinig draagvlak onder de Amsterdammers kon rekenen. Dit zwenkend overheidsbeleid wekt natuurlijk woede wanneer de burger niet meer aankan op het gemeentebestuur.
Te hopen valt dat het onderzoek van de wethouder de uitkomst heeft dat de Brettenzone, de Oeverlanden en het volkstuinpark Ons Buiten, onmisbare elementen zijn van de lobbenstad die Amsterdam is, sinds het Algemeen Uitbreidingsplan van 1934. Dat de kwaliteit en de belevingswaarde van deze gebieden voor de stadsbewoners niet verloren mag gaan.
Nico Jansen
Uit: de Westerpost van 14 oktober 2015.
In antwoord op het verzoek van de dorpsraad om deze huisjes een status van gemeentelijk monument te geven, laat de bestuurscommissie weten dat het verzoek in overweging wordt genomen.
Begin volgend jaar zal hiernaar gekeken gaan worden. Hoe in de tussentijd deze huisjes geconserveerd worden wordt niet gemeld. Ronald Mauer, lid van het dagelijks bestuur van de BC, zegt dat deze huisjes een waardevol element vormen in de belevingswaarde van de oude Sloterweg.
De archeologische dienst van de gemeente Amsterdam heeft dit deel van de Sloterweg ook benoemd als aandachtsgebied, waar niet zonder onderzoek bouwactiviteiten mogen plaatsvinden. Deze hoopvolle tekenen mogen de opvatting doen steunen dat behoud en herstel van deze huisjes tot de mogelijkheid behoort en dat planvorming met grote mate van voorzichtigheid moet geschieden.
Grondig doorspitten van de beeldbank van het gemeentearchief leverde nog een paar aardige vondsten op. Twee tekeningen uit de tweede helft van de 18de eeuw, beide in oostelijke richting gezien. Ze zullen na de middag met de zon in de rug gewerkt hebben. De eerste laat een boer zien met 3 varkens op weg richting Amsterdam. Het platteland voedt de stad. Een ruiter met paard en enkele gasten voor de herberg.
Een tekening van Jacobus Kops Goedschalksz uit 1760. De tweede tekening, van Herman Schouten, uit 1785, laat een boer met enkele koeien zien die richting Sloten gaan. Een paard dat voor een sjees gespannen staat krijgt fourage bij de Rode Leeuw. Dit type taferelen kom je ook tegen op schilderijen in het Rijksmuseum en vormde in die tijd een populair genre. Denk aan Paulus Potter, e.d.
Een derde vondst betreft een steen die zich in de tuin van bureau monumentenzorg aan de Keizersgracht bevindt, getiteld: De Roo Leew. Deze steen blijkt eerder in een gevel aan de Valkenburgerstraat te hebben gezeten, maar kan wellicht afkomstig zijn van de Sloterweg. De stijl van het beeldhouwwerk en de belettering duiden op een behoorlijke ouderdom die past bij de 16de eeuwse oorsprong van onze herberg, waar nu de huisjes 711-715 staan.
Deze geschiedenis moet nog verder ontrafeld worden en als er nadere vondsten gedaan worden zal ik ze zeker melden.
Nico Jansen
Uit: de Westerpost van 14 oktober 2015.
Komt u ook ondersteunen?
Op dinsdagavond 13 oktober 2015 vindt in de Rooszaal in het Amsterdamse stadhuis (Amstel 1) om 18.30 uur een belangrijke vergadering plaats. Dan vergadert de commissie Verkeer en Vervoer van de Regioraad. Hopelijk lukt het dan om de bushaltes Osdorperweg, Ditlaar en Sportpark Sloten te behouden. Komt u ook ter ondersteuning? U bent van harte welkom!
Ook de Dorpsraad van Badhoevedorp zal weer gaan inspreken, want ook over de brug is er sprake van een grote kaalslag in het openbaar vervoer. Toen we afgelopen voorjaar inspraken, dachten we nog dat het mogelijk was om bus 192 te behouden en bus 145 tot het Leidseplein, of tenminste tot het Haarlemmermeerstation, te laten rijden. Inmiddels weten we helaas dat dat een gelopen race is, die we niet gaan winnen.
Overstappen, maar behoorlijk snel
Het enige waar ik – in goede samenwerking met de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp – nu nog voor strijd is het behoud van de drie bushaltes, die ik hierboven noemde. Dan hebben we tenminste in Sloten binnen de officiële norm van 400 meter nog bushaltes. Bovendien: bus 145 gaat elk kwartier rijden.
Ja, we moeten dan overstappen, maar de verbindingen naar de stad, Nieuw-West en naar Schiphol zijn dan altijd nog behoorlijk. Bus 69 rijdt straks namelijk elke tien minuten naar Schiphol, het Osdorpplein, Plein ‘40-’45 en station Sloterdijk. Naar Schiphol rijdt de bus over de Oude Haagseweg. Dat betekent dat je er veel sneller bent dan wanneer je via – zoals nu nog het geval is – via Badhoevedorp moet rijden. Wel minder comfort door het overstappen, maar – als we die haltes maar in de buurt houden – toch wel een goed alternatief.
Politiek de baas?!
Of het gaat lukken om bus 145 voor het dorp te behouden, is nog de vraag. De Stadsregio en busmaatschappij Connexxion willen – tegen alle logica in – onze drie haltes opheffen. Als het écht niet anders kan, komt Plan B boven tafel. Dat betekent dat als 145 straks alleen nog één halte bij de Sloterbrug overhoudt, omdat de bus dus anders gaat rijden, dat we ons best doen om de bus na een jaar weer terug te krijgen. In 2016 gaat dan onderzocht worden of de nieuwe route een succes is. Hoogstwaarschijnlijk blijkt dan ons gelijk en krijgen we de bushaltes na een jaar weer terug. Wel een heel gedoe allemaal… Laten we hopen dat de politici ons massaal zullen steunen: tegen de commercie en vóór goede argumenten!
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 7 oktober 2015.