Sinds zijn komst op Sloten in 1885 moest het brandblusapparaat telkens wegens ruimtegebrek verhuizen.
“Maar nu is-ie hopelijk ècht op zijn definitieve plek op het dorp gearriveerd”, zo laat tuinparkvoorzitter Ko Plooy enthousiast weten. “Hij is hier meer dan welkom!”
Standplaats lange tijd in de tramremise
De historische handspuit uit 1880 arriveerde waarschijnlijk in 1885 op Sloten. In het brandspuitreglement uit dat jaar wordt namelijk ook Sloten als standplaats vermeld.
Aanvankelijk stond de spuit jarenlang in de (in 1988 afgebroken) loods Sloterweg 1275 waarin ook de voormalige tramremise (1918-1925) van de Gemeentetram Sloten gevestigd was. Dat speelde zich allemaal af op het stuk grond achter en tussen het huidige perceel van Sloterweg 1277, waar de familie Van der Puij woonde, en naast de toenmalige garage Kuykhoven (Sloterweg 1269).
Het interieur van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten annex wagenmakerij Van der Puij (eerst van vader Piet en later van zoon Gerrit) werd in 1975 gefotografeerd door Ino Roël. Dit was – voor zover wij kunnen nagaan – tot 1942 de standplaats van de Slotense brandspuit. Op deze foto staat wonderlijk genoeg de brandspuit van de voormalige gemeente Weesperkarspel. Dit zou verklaard kunnen worden uit Gerrit van der Puij’s passie voor het behoud van het rollend erfgoed van de Brandweer. Hij zette zich hier – als voormalig tweede Brandmeester – hartstochtelijk voor in. Hij heeft er ook persoonlijk voor gezorgd dat ook de spuiten van Osdorp en Sloten beide tot op de dag behouden zijn. Die van Osdorp sinds 2005 tentoongesteld in de hal van de brandweerkazerne aan de Ookmeerweg. De Slotense brandspuit staat niet op de foto, want die stond in 1972 in het Spuithuis even verderop.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
De Slotense Rietje de Jong-Mol herinnert zich uit haar vroege kinderjaren nog goed dat als haar vader werd opgeroepen of moest oefenen met de brandploeg dat hij altijd naar de remise annex wagenmakerij ging. Dat was de standplaats van het blusapparaat.
Zij herinnert zich ook dat de afgedankte paarden- en later tractortramwagens links naast de loods buiten stonden en dat zij daar vaak verstoppertje speelde. De wagens die nog wel in gebruik waren, stonden binnen, links in de loods. Rechts daarvan stond allerlei apparatuur van Wagenmakerij Van der Puij.
De voorzijde van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten aan het adres Sloterweg 1275. Rechts het tuinhek van de familie Van der Puij met achter de boom zicht op het in 1942 speciaal voor de brandspuit gebouwde Spuithuis. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam; 1975.
Eigen onderkomen vanaf 1942
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werd de loods van Van der Puij gevorderd door de Duitsers en ging toen fungeren als onderkomen voor soldaten, die – zo herinnert Rietje zich – ook wel eens witbrood deelden met armlastige en hongerige kinderen uit het dorp. Waarschijnlijk is dat de reden waarom de Amsterdamse Brandweer in 1942 een nieuw Spuithuis tussen de tramremise en achter de tuin van Van der Puij liet bouwen. Hierdoor kon de brandploeg voortaan weer ieder moment vrijelijk zo nodig gebruik maken van de brandspuit.
Het Spuithuis werd het tweede onderkomen van de brandspuit op Sloten. Het huisje is tegenwoordig een gemeentelijk monument en staat nu op het erf van de bewoners van Sloterweg 1277. Foto: Erik Swierstra; 5 mei 2015.
Kort in het Dorpshuis Sloten
Nadat Gerrit van der Puij in 1988 was overleden, werd zijn huis gekocht door Arie en Ellen van Genderen. Zij maakten graag gebruik van het gemeentelijke aanbod om de erfpacht af te kopen en het Spuithuis als schuur bij hun tuin te trekken. Omdat het blusapparaat toen dakloos werd, mocht het tijdelijk in de entreegang staan van het Dorpshuis (Nieuwe Akerweg 14). Maar dat was natuurlijk geen ideale plek en ironisch gezien ook zeker niet brandveilig. De grote handspuit blokkeerde namelijk deels de vluchtroute in het pand. Zeker in die jaren werd het pand intensief voor optredens en feesten gebruikt door de jongerensoos SmoeS. De brandspuit kon daar dus niet blijven staan.
In Oud Osdorpse kas
Gelukkig was daar toen Wim Schelling uit Oud Osdorp. Hij bood aan om de Slotense en Osdorpse brandspuiten een plek in zijn kas te geven. Door dat genereuze aanbod kon de Slotense spuit voor Sloten-Oud Osdorp behouden blijven en was het niet nodig elders, bij een museum, aan te kloppen.
In de hal en de tuin van de Molen van Sloten
Vanaf het moment dat de Molen van Sloten in 1991 zijn deuren opende, bood voormalig dorpsraad- en molenvoorzitter Ko Kuiper de spuit meteen een nieuw onderkomen aan in de eentreehal van de molen. De klusploeg van de Molen van Sloten (Joop Kool, Herman Kuykhoven en Wim van de Water) heeft de spuit voor deze gelegenheid helemaal opgeknapt. “Deze drie vrijwilligers kregen zelfs de pomp weer aan de praat. Die spoot weer!”, weet de Oud Osdorpse Ko Kuiper te vertellen. “Later kregen we ruimtegebrek in de hal van de molen. We wilden de bezoekers daar welkom kunnen heten en daarvoor moesten we een balie installeren.
Dat was in de tijd van vóór het Kuiperijmuseum (tot 2005), toen de molen nog vrijstond, zonder aanbouw. In de kleine achtkantige hal was toen geen ruimte meer voor die toch wel omvangrijke brandspuit. Herman, Wim en Joop hebben toen een mooi afdakje voor de spuit gemaakt. De brandspuit kreeg een mooie plek in de molentuin, aan de beschutte oostkant van de molen en is sindsdien door al onze bezoekers met be- en verwondering bekeken.”
De zesde woonplek van de brandspuit: onder het afdakje in de tuin van de Molen van Sloten. Foto: Erik Swierstra; 1 februari 2013.
Tot in de zomer van 2021 konden alle molenbezoekers het brandblusapparaat hier bekijken. Op dat moment moest de spuit echter wegens ruimtegebrek opnieuw verhuizen. De Molen van Sloten ging het voormalige Kuiperijmuseum en een groot deel van de tuin verhuren aan de Democratische School Amsterdam. Nu de tuin veel kleiner zou worden, had de molen alle resterende tuinruimte zelf nodig. Voor de spuit moest dus wederom een nieuw onderkomen worden gevonden. Al snel kreeg Tamar Frankfurther van de Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp, formeel de eigenaar van het blusapparaat, daarom het verzoek om ‘even’ een andere plek voor de brandspuit te vinden. Tamar wilde persé dat dit stukje Slotense cultuurhistorie op Slotens grondgebied zou blijven en vond gelukkig al snel gehoor bij het bestuur van Tuinpark V.A.T.
Op 29 juli 2021 verhuisde de door regen, storm en wind gehavende brandspuit naar Tuinpark V.A.T. Foto: Eveline van Rijn.
Zevende en hopelijk laatste standplaats: Tuinpark V.A.T.
Niet alleen biedt het Slotense tuinpark voortaan onderdak aan de spuit: De tuinders gingen de brandspuit ook helemaal opknappen. Dat was wel nodig ook, omdat de spuit – ondanks het bescheiden afdakje – in de molentuin flink had geleden van de Hollandse weersomstandigheden. Tuinvrijwilligers en broers Henny en Robby Lamijo bouwden ook een royaal onderkomen voor het apparaat. De tuinders bedachten hiervoor een slimme bouwconstructie die aan de ene kant volop zicht op de historische spuit biedt en tegelijkertijd het apparaat goed beschermt tegen de weersinvloeden. Het dak is aan de westkant veel langer gemaakt en helt flink over. Hierdoor kunnen slagregens en sneeuwbuien de brandspuit waarschijnlijk niet raken.
Henny gaat straks voor de zekerheid wel in de gaten houden of dit huisje de spuit inderdaad afdoende beschermt: “Zo niet, dan kunnen we overwegen om aan de west- en noordkant de wanden met glas dicht te maken. Het natte weer komt meestal toch uit die hoek. En op deze manier kunnen we het zicht op de brandspuit aan de andere kanten open houden. We moeten maar zien hoe het loopt. Wat vooral telt is dat we de nu net gerestaureerde brandspuit nu zo goed mogelijk tegen alle weersomstandigheden moeten beschermen, zodat we hem hopelijk nooit meer zo grondig hoeven op te knappen als we het afgelopen jaar noodzakelijk was.”
Tijdens openingstijden kan iedereen de spuit voortaan meteen links naast de entree van Tuinpark V.A.T. komen bewonderen. Uitgaande van het warme welkom en de gedegen aanpak van de V.A.T.-ers verwacht en hoopt de Werkgroep Historie erop dat de spuit hier nog heel lang zal kunnen blijven staan. Zo draagt het tuinpark zijn waardevolle steentje bij aan het behoud en tentoonstellen van dit unieke stukje cultureel erfgoed van en op het dorp waar de spuit thuishoort.
Het zevende (en hopelijk laatste!) onderkomen van de Slotense brandspuit: Goed beschermd en meteen links naast de entree van Tuinpark V.A.T. Op een steenworpafstand van zijn oorspronkelijke standplaats in de voormalige tramremise. Het huisje was nog niet gereed en de brandspuit zal – als het andere wiel is gerestaureerd – worden omgedraaid. Foto: Tamar Frankfurther, 12 augustus 2022.
En daarmee nemen de Slotenaren anno 2022 het stokje over van voorgaande generaties, die zich ook iedere keer opnieuw hebben ingezet om dit – toch wat onhandig grote blusapparaat – steeds weer een plek op het kleine dorp te gunnen. Gelukkig bood Oud Osdorp – toen dat hard nodig was – een paar jaar opvang aan de Slotense brandspuit en zo zie je maar hoezeer de dorpen Oud Osdorp en Sloten er voor elkaar zijn als dat nodig is.
Tamar Frankfurther; 15 augustus 2022.
Zie ook:
* Grondige restauratie Slotense brandspuit afgerond
* Slotense brandspuit verhuist van Molen naar Tuinpark V.A.T.
Van de brandweer uit de vroegere gemeente Sloten zijn twee brandspuiten bewaard gebleven: één in Sloten en één in Osdorp. Voor de algemene geschiedenis van de brandweer, zie het artikel: De brandweer in de voormalige gemeente Sloten.
De brandspuit van Sloten op zijn standplaats naast de Molen van Sloten; 29 mei 2011. Foto: Erik Swierstra.
Handspuit Otterbein (Sloten)
Eén van de gemeenten die in 1921 geheel geannexeerd werden bij Amsterdam, was het uitgestrekte Sloten. In het hoofddorp Sloten was een vrijwillige brandweer, die beschikte over een tweewielige handbrandspuit van het fabrikaat Otterbein. Deze spuit is tot 1945 in gebruik gebleven en toen vervangen door een aanhangmotorspuitje, afkomstig van de Luchtbeschermingsdienst. Hoewel officieel buiten dienst gesteld, bleef men in Sloten nog jarenlang het jaarlijkse brandspuitbeproeven met de handspuit volhouden. In 1972 werd het vrijwilligerskorps opgeheven, omdat de beroepskazerne aan de Poeldijkstraat in Slotervaart geopend werd. De spuit bleef vervolgens jarenlang bewaard bij de laatste brandmeester (Sloterweg 1277) en heeft ook jaren bij de Molen van Sloten gestaan. In 2021 verhuisde hij naar het Tuinpark V.A.T. en werd daar in 2022 gerestaureerd.
Zie ook: Tuinpark V.A.T.: de zevende standplaats voor de Slotense brandspuit.
Handspuit Otterbein (Oud Osdorp)
Het langgerekte dorp Osdorp, dat bij de gemeente Sloten hoorde, werd ook in 1921 bij Amsterdam gevoegd, waarmee de vrijwillige brandweer daar ook geannexeerd werd. Er waren in Osdorp twee brandspuiten, waarvan er één al in 1922 werd afgevoerd. Die in het spuithuis, dat het verste van de stad lag, werd nog tot 1948 in gebruik gehouden, totdat ook daar een aanhangmotorspuit werd geplaatst. De Osdorpse spuit was – net als die in Sloten – van het fabrikaat Otterbein, maar geplaatst op een vierwielig onderstel en vrijwel gelijk aan die van de Groote IJpolder (eveneens voormalige gemeente Sloten). Na de opening van de nieuwe beroepskazerne aan de Ookmeerweg 2 in Osdorp in 2005 is de oude Osdorpse spuit daar weer in volle glorie te bezichtigen.
Erik Swierstra
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp
Als bomen in de openbare ruimte bij hun driejaarlijkse veiligheidscontrole of bijvoorbeeld na een zware storm onveilig blijken te zijn, dan volgt zo nodig een noodkap. Dit is het geval bij 34 bomen in Nieuw-West.
Meestal is er echter voldoende tijd voor een gewone aanvraagprocedure voor een kapvergunning.
Evenveel bomen kappen als planten
Op de interactieve boomkap- en plantplattegrond van periode laat de gemeente exact zien welke 287 bomen om welke reden worden (of zijn) gekapt. Ook toont de kaart waar precies welke 287 bomen worden geplant. Door dat te doen, houdt de gemeente zijn bomenbestand op peil. Deze plantlocaties zijn grotendeels al zichtbaar, omdat hier markeringsstammetjes in de grond staan. Tegenwoordig kiest de gemeente voor een grotere variëteit aan boomsoorten. Per locatie wordt gekeken welke boomsoort daar passend is. Bij de boomkeuze houdt de gemeente ook rekening met het verander(en)de klimaat.
Kappen en planten overal in landelijke gebied
In Oud Osdorp zal (nog) gekapt en geplant worden in het rond de Osdorper Binnenpolder, langs het Ma Braunpad en op het reeds aangelegde bedrijventerrein in de Lutkemeerpolder. Op Sportpark Sloten wordt vooral gekapt en bij De Oeverlanden wordt geplant. Voordat de gemeente gaat kappen, wordt goed gekeken of er geen broedende vogels of andere verstoringen dreigen.
En goed nieuws voor het dorp Sloten: Eindelijk zal er ook weer een derde boom terugkomen op het Kerkplein voor de Sloterkerk: een Chinese Vernisboom. Als de boom geplant is, volgt meer informatie over deze bijzondere boom.
Toegankelijke interactieve plattegrond
Op de boomkap- en plantplattegrond laat de gemeente precies zien waar met welke reden gekapt is/wordt en waar welk type boom waar wordt (terug) geplant. De vaakst scorende kapreden is de veiligheid in de openbare ruimte. Bomen kunnen bijvoorbeeld ook te dicht bij elkaar zijn geplant waardoor zij elkaar – nu ze gegroeid zijn – in de weg zitten. Af en toe klopt de aangegeven locatie op de plattegrond niet helemaal, maar wie de situatie ter plekke kent, weet voldoende. Op de digitale kaart kunt u met het loepje (rechts) ook op een adres zoeken.
Polderbomen in Oud Osdorp
Langs de Tom Schreursweg in Oud Osdorp zullen – passend in het bestaande bomenlint – nieuwe Gewone Essen worden geplant. Hun voorgangers werden door essentakziekte onveilig en moesten worden gekapt. Deze bomen houden van de voedzame, vochtige bodem in de polder. Langs het Ma Braunpad bij de Osdorper Binnenpolder en elders in het landelijke gebied worden Knotwilgen / Witte Wilgen geplant, die goed passen in het polderlandschap.
Herplant langs Sloterweg buiten dorpskern
Na aanhoudende kap van bomen langs de Sloterweg tussen de Ditlaar en de Johan Huizingalaan, gaat de gemeente hier weer bomen terug planten. Jarenlang dacht de gemeente dat dit niet was toegestaan, omdat de Sloterweg een ‘binnendijk’ is. Aanhoudende aandacht van de toenmalige Dorpsraad en Stadsdeelraad voor het verdwijnen van steeds meer bomen langs de Sloterweg bracht hierin verandering. Na een gemeenschappelijke lobby gaf het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht uiteindelijk groen licht voor herplant. Alleen op buitendijken, direct langs water mogen geen nieuwe bomen meer worden geplant, maar die regels gelden niet voor de Sloterweg. Sindsdien het waterschap dit besluit genomen heeft, plant Amsterdam hier ieder jaar een paar bomen terug. Er zijn nog heel wat open plekken die opgevuld moeten worden, maar het ziet ernaar uit dat de stokoude bomenlaan ook in de toekomst lommerrijk zal blijven.
Verschillende boomsoorten op Sloten
Opvallend is dat de gemeente dit jaar meer verschillende boomsoorten terug plant en niet langer telkens voor de bekende Iep kiest. Alleen voor het adres Sloterweg 1113 wordt nog een resistente Iep geplant. Verderop richting de Johan Huizingalaan plant de gemeente, net als in Oud Osdorp, een hoge Gewone Es. Naast zijn grote CO2-opname zijn deze bomen ook de thuisbasis (waardplant) voor het Vliegend hert en diverse vlinders.
En even verderop bij het fietspad naar de kantoren en De Oeverlanden, komt langs de Sloterweg een hoge Amerikaanse Tulpenboom. Een prachtige laanboom die straks groen met geel en oranje bloemen krijgt. Bij het fietspad wordt een Zwarte Els geplant. Deze boom vormt de thuisbasis voor verschillende vlinderlarven en zijn zaden vormen in de winter een belangrijke voedselbron voor kleine vinkachtige vogels. De Zwarte Els is ook nog eens een bodemverbeteraar, die bijdraagt aan het vasthouden van stikstof. Een grotere variëteit aan bomen vergroot de biodiversiteit en vermindert de kans dat bomen, in geval van ziekte, elkaar besmetten.
Herplant op dezelfde of een andere plek
Voor iedere gekapte boom, zorgt de gemeente dat er binnen twee á drie jaar een boom wordt her plant. Dat gebeurt niet altijd op de plek van de gekapte boom. Dat komt meestal door de aanwezigheid van kabels en leidingen in de grond, het te hoge of lage grondwaterpeil of door bebouwing. Het kan ook zijn dat daar – bijvoorbeeld doordat andere bomen inmiddels flink uit de kluiten zijn gegroeid – te veel licht wegnemen voor nieuwe aanplant en de groeiruimte voor een nieuwe boom te beperkt is. Na de kap van een onveilige boom, onderzoekt de gemeente altijd de kwaliteit en samenstelling van bodem waar de boom stond. Dat levert nuttige informatie op.
Tamar Frankfurther; 11 augustus 2022.
Afgelopen voorjaar kregen lezers van de Nieuwsbrief Sloten-Oud Osdorp het verzoek om spullen in te leveren voor de tijdcapsule.
Ook dit boekje, dat de werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp in 2002 uitgaf, zit in de tijdcapsule. U hoeft geen (halve) eeuw te wachten om het te kunnen lezen. Het is gewoon te koop bij het kleinste Politiebureautje van Nederland.
Voor vijftig tot honderd jaar afgesloten
“Het is echt zo leuk en interessant om te zien wat iedereen allemaal heeft ingeleverd”, zegt de blij verraste initiatiefnemer Guido Frankfurther. “Ik geef een bloemlezing van wat de inzenders van belang vinden om met toekomstige generaties Slotenaren en anderen te delen. Want de kans bestaat dat deze tijdcapsule pas over vijftig of misschien wel honderd jaar weer geopend wordt.”
Persoonlijke bijdragen
Er waren flink wat bijdragen ingeleverd van persoonlijke aard. Guido: “Er zat er een lange en persoonlijke brief bij waarin een inwoonster vertelde over haar familieleden, huisdieren en het leven op het dorp. Ze vertelt ook over wat haar op dit moment zoal bezig houdt in het leven, zoals de oorlog in de Oekraïne, de klimaatveranderingen en de coronapandemie. Een andere inzender heeft ook de bijzondere geschiedenis van de Molen van Sloten nog eens vast willen leggen. Weer iemand anders diende in hoe de geplande elektronische ‘knip’ op de Sloterweg tot stand is gekomen. Ook de verhalen over een heldhaftige reddingsactie uit het water en het dagelijks leven op de school voor bijzonder onderwijs De Driesprong zijn zeer de moeite waard.”
Boekjes van verleden en stille getuigen uit 2022
Anderen kozen ervoor om allerlei (zelf geschreven) boekjes, folders, foto’s en prentbriefkaarten van het hele landelijke gebied in te leveren. Guido: “Iemand heeft zijn exemplaar van het boekje over de Sloterschool 1595-1985 ingeleverd. Daarnaast trof ik onder andere aan: een verhalenboekje van Geheugen van West, een Dorpengids en het boekje ‘De Veldwachter vertelt’ waarin Slotense laatste veldwachter Freek Raat herinneringen ophaalt. Anderen vonden het van belang dat er recente en wat oudere kranten in de tijdcapsule zaten. Ook leverde iemand de zomereditie van de ‘Allerhande’ van Albert Heijn in. Dit laatste item bevatte een briefje met de tekst: “Hierin kunt u zien wat wij in 2022 zoal aten”.
Rechter en linker GEB-deurtje
Als de beide GEB-deurtjes gereed zijn, zullen ze worden teruggeplaatst. De tijdcapsule zal goed verpakt achter het rechter deurtje verdwijnen. Achter het linker deurtje – dat een slot krijgt en weer naar boven opengeklapt kan worden – zal de oude GEB-telefoon uit 1932 (uit het andere GEB-huisje) worden geplaatst.
Tamar Frankfurther; 10 augustus 2022.
Nico Jansen van de Vereniging ‘De Oeverlanden Blijven!’ probeert de cultuurhistorie waar mogelijk zo veel mogelijk te behouden.
Ondanks zijn grote inzet is het niet gelukt om de originele brug van Rijksweg 4 in de Oude Haagseweg te behouden.
Nico Jansen heeft de brug bij De Oeverlanden zijn eigen nummer weer teruggeven.
Foto: Dick van der Horst.
Oude elementen gered
Maar Nico kreeg wèl voor elkaar dat de nieuwe brug op het origineel lijkt. Nico: “Doordat de leuning op de hardstenen sloof zijn teruggeplaatst, blijft de herinnering aan het verleden toch een beetje levend.”
De originele duikerbrug over de Molenwetering van de Riekerpolder is gebouwd in 1938. Wie vanuit Den Haag over Rijksweg 4 naar Amsterdam reed, kwam hier langs. De weg liep door tot het Aalsmeerplein. De brug werd in 2021 gesloopt.
Brugnummer 1863
Nico: “In 1980 droeg Rijkswaterstaat de weg en brug over aan de gemeente Amsterdam, waarna de brug onder nummer 1863 in de gemeentelijke administratie werd opgenomen. Sinds de gemeente eigenaar van de brug was, vond er geen onderhoud meer aan plaats. En dan, zoals je helaas vaker hoort, besluit men bij achterstallig onderhoud al snel dat er dan maar het beste gesloopt kan worden. Dat is duurder en zonde van de grondstoffen, maar blijkbaar wel zo makkelijk…” Nico Jansen blijft echter – ondanks alles – streven zo veel mogelijk behoud van de cultuurhistorie. Daarom bevestigde hij op 4 juni 2022 op de replica van de duikerbrug een nieuw bordje met het brugnummer ‘1863’. Het zijn immers die details die ertoe doen.
Nog een leuning en peilschaal?
Nico blijft hopen dat ook de leuning aan de zuidzijde nog wordt teruggeplaatst. “Dat zou de illusie van een brug nog wat zou versterken. En ook een peilschaal ontbreekt nog, maar wellicht valt daar ook nog aan te komen”, aldus de sympathieke actievoeder.
Tamar Frankfurther; 2 augustus 2022.
Op 13 juli 2022 zagen oplettende Slotenaren dat Tuinpark Eigen Hof een kapvergunning had aangevraagd voor maar liefst vijftien bomen.
Dat roept vraagtekens op, maar na een telefoontje met het Eigen Hof-bestuur is meteen duidelijk dat voor íedere boomkap een gedegen onderbouwing geldt. Het gaat enerzijds om een inhaalslag. Eigen Hof heeft vorig jaar nameljik geen kapaanvraag ingediend, terwijl het parkbestuur dit normaal gesproken jaarlijks doet. Maar er speelt meer.
Bejaarde bomen
Audette, voorzitter van de Tuincommissie, legt uit wat er aan de hand is: “Ons tuinpark is zeer bomenrijk. Omdat het park al meer dan tachtig jaar bestaat, zien we dat sommige bomen een wat ‘kortere’ levenstermijn hebben dan andere. Berken, bijvoorbeeld, leggen helaas het loodje. Ook zijn er bomen met een oppervlakkig wortelgestel die de combinatie van een hoge grondwaterstand, hun inmiddels bereikte eigen hoogte én de westerstormen niet trekken.”
Sparren omgewaaid en afgebroken
Vooral sparren hebben het moeilijk, zo vertelt Audette: “Sommige sparren zijn al omgewaaid of tijdens de stormen van afgelopen winter afgebroken. Een aantal bomen waarvoor we een kapvergunning aanvragen, is al dood. Maar, daar moet je toch ook nog een vergunning voor aanvragen.” Dat klinkt misschien vreemd, maar is niet onlogisch. Als die plicht bij een dode boom zou vervallen, dan zou dat bij sommige mensen misschien vernielzucht van bomen in de hand werken.
Elkaar verdringen
Soms kunnen bomen elkaar in de weg staan. Toen ze nog klein waren, bij het planten, leek het er nog op dat ze goede buren zouden worden. Maar, als ze eenmaal groot zijn, dan kan dat veranderen. De voorzitter van de Tuincommissie van Eigen Hof: “Zes bomen staan langs de oost- en zuidkant van onze heemtuin. Sommige bomen zijn inmiddels zo uit de kuiten gewassen dat zij te veel zon wegnemen om de heemtuin in stand te kunnen houden. Een deel verdringt ook elkaar en zo belemmeren bomen elkaars groei. We hebben bij de kapaanvraag ook gekeken welke bomen, zoals de haagbeuk, een dik bladerdek hebben en daardoor veel zon wegnemen. Wij hebben ons hierbij laten adviseren door een deskundige.”
Herplant uit eigen kweek
het Eigen Hof-terrein heeft sinds enige jaren een eigen bomenkwekerijtje. Zo kunnen bomen op het park die gekapt moeten worden, vervangen worden door inheemse soorten, die ook op Sloten zijn opgegroeid. Audette: “Drie zelf gekweekte zwarte elzen zijn al klaar om komend najaar herplant te worden. Daarnaast zullen we waarschijnlijk berken en andere inheemse soorten gaan planten. De keuze zal mede van het aanbod afhangen.”
Met pijn in het hart
Trudy, secretaris van Eigen Hof-bestuur, vult aan: “Als Eigen Hof staan wij pal voor de bescherming van onze bomen. Er staan honderden bomen op ons tuinpark waaronder enkele exemplaren die op de monumentale bomenlijst van de gemeente worden vermeld. Daar zijn we trots op.”
Beide Eigen Hoffers benadrukken hoe zeer iedere boomkap hen aan het hart gaat: “Wij koesteren het lommerrijke karakter van Eigen Hof, maar ook onze heemtuin. Bij een goed parkbeheer hoort helaas nu eenmaal ook dat er zo nu en dan gekapt moet worden. Wij zijn daar zelf heel kritisch op en we merken – tot ons genoegen – dat ook de gemeente iedere kapaanvraag kritisch beoordeelt. Bovendien houden we ons aan de herplantplicht. Al wordt het in ons volle park nog wel even zoeken wáár precies voldoende ruimte is voor de nieuwe aanplant.”
Tamar Frankfurther 29 juli 2022.
Op zoek naar écht vakmensen die ‘onze’ Slotense GEB-deurtjes goed en verantwoord kunnen restaureren, kreeg initiatiefnemer Guido Frankfurther de tip “het eens bij Smederij Kouwenhoven in de stad te proberen”.
En, inderdaad, het bedrijf dat al meer dan 150 jaar gevestigd is in hartje Amsterdam blijkt de ideale partij om deze klus te klaren.
Smederij Kouwenhoven is sinds 1861 gevestigd aan de Teerketelsteeg tussen de Spuistraat en het Singel.
Renovatie, mét werkend slot en scharnier
Guido: “Deze smederij achter de Spuistraat was bereid de renovatie van de beide GEB-deurtjes op zich te nemen. Die klus werd recent nog wat uitgebreid, toen bekend was geworden dat er achter het linker deurtje een telefoon teruggeplaatst gaat worden. Dat betekende dat er een slot op moest komen en dat het een werkend scharnier aan de bovenkant moest krijgen. Inmiddels is het werk aan deurtjes halverwege. Ze verhuizen nu voor de afwerking naar de firma Braspenning in Noord.”
Zoveel mogelijk van de originele deurtjes behouden
Voor Arno Kouwenhoven, eigenaar van de smederij, was de renovatie nog een flinke klus. “Alles wat maar enigszins bruikbaar was van de oude deurtjes hebben we hergebruikt. Het framewerk en de beplatingen waren echter dermate aangetast dat we daar helaas niets meer mee konden doen.” Ook het scharnier werkt weer. Arno heeft er wel een nieuwe zogenoemde ‘afzethouder’ ingezet. Arno: “Door een afzethouder te plaatsen, kan het deurtje met zijn scharnier aan de bovenzijde omhoog geklapt blijven staan. Zo kon de GEB-medewerker bij regen droog onder het afdakje bellen. Dan kunnen jullie straks precies zo dus weer aan bezoekers laten zien.” Tenslotte is er in de linker deur ook een nieuw penslot aangebracht.
Arno Kouwenhoven werkt aan de scharnieren van het linker GEB-deurtje. Op de grond staan rechts nog de overblijfselen van de oude deurtjes. Die zijn zo verroest dat je er met een pen zo doorheen prikt.
Stralen en schooperen
Binnenkort gaan de deurtjes naar de overkant van het IJ om door de firma Braspenning afgewerkt te worden. Arno: “Eerst gaan ze de deurtjes stralen. Zo verwijderen ze de verfresten van het oude en de ‘walshuid’ van het nieuwe metaal. Een ‘walshuid’ is een meestal blauwzwarte oxidelaag op staal die optreedt bij het warm walsen van het staal, waarbij de harde oxiden in het relatief zachte metaal worden gedrukt.”
Vervolgens worden de deurtjes ‘geschoopeerd’ of verzinkt: Er wordt vloeibare zink op het schoon gestraalde staal gespoten. Ook de poriën in het staal worden hiermee gevuld. Zodoende ontstaat er een beschermlaag tegen roest.
Tenslotte vindt de afwerking plaats. Arno: “Dan komt er eerst nog grondlaag in twee componenten op, een verflaag en een hardere laag. Daarna worden de deurtjes afgelakt met de kleur Amsterdams Grachtengroen, ook weer in twee componenten. De harder zorgt ervoor dat de buitenlaag extra hard wordt en weer voor tientallen jaren bescherming geeft.”
Tamar Frankfurther; 26 juli 2022.
Foto’s: Guido Frankfurther
Zie ook: Het oude wijkstation aan de Sloterweg krijgt weer een originele GEB-telefoon
Ten zuiden van de Wijsentkade in Oud Osdorp liggen drie kavels, N3, N5 en N6, die ieder een eigen ‘polderbestemming’ krijgen.
De kavels liggen – net als de bedreigde biologische landbouwgrond – in de Lutkemeerpolder. Even verderop; richting de Osdorperweg.
Iedere kavel krijgt eigen karakter
Het nu vastgestelde ‘ruimtelijk kader‘ vormt straks het toetsingskader voor de aanvragen van omgevingsvergunningen door ondernemers, die op deze kavels aan de slag willen. Behoud van het polderkarakter is een belangrijke randvoorwaarde. De drie kavels hebben ieder eigen uitgangspunten. Op hoofdlijnen gaat het dan om:
Kavel N3
• Beslotenheid met zicht op de omgeving.
• Ontsluiting via de Osdorperweg en de Slibveldenweg (langzaam verkeer met medegebruik door automobilisten met bestemming N3).
• Ruimte voor nieuwe functies die iets toevoegen aan de natuurbeleving en de recreatieve routes. Beperkte bebouwing toegestaan.
Kavel N5 en N6
• Openheid en zichtbaarheid van de Wijsentkade.
• Ontsluiting vanaf de Lutkemeerweg.
• N5 kan worden gebruikt voor stadslandbouw en in de zomer voor kleinschalig kamperen op een klein deel van de kavel. In de winter is het gebied open. Er mogen dan geen tenten staan en de meeste gewassen zijn afgestorven. Alleen in de zone langs het bedrijventerrein mag beplanting komen.
• N6 blijft agrarisch. Hier is geen bebouwing toegestaan. Deze kavel wordt verpacht.
Inspraak deels effectief
Tijdens de inspraakperiode die tot en met 23 januari 2022 liep, zijn acht inspraakreacties binnengekomen. De insprekers bleken vooral bezorgd over de aantasting van natuur en landschap, het verkeer en onveiligheid en overlast in de omgeving Etnastraat/Businesspark Amsterdam Osdorp.
De inspraak heeft niet geleid tot aanpassing van de plannen, maar had wel invloed op de gestelde randvoorwaarden. Het College van Burgemeester en Wethouders heeft het genoemde ‘ruimtelijk kader’ hierover op 5 juli 2022 vastgelegd. Wie het hele plan wil inzien, kan het via deze link het plan downloaden.
Precieze invulling volgt later
Een aantal ondernemers heeft al aan de gemeente laten weten belangstelling te hebben om op een van deze drie kavels aan de slag te willen. Deze (en andere) belangstellenden kunnen te zijner tijd deelnemen aan een ‘prijsvraag’ die de gemeente voor deze nog uit te geven kavels in Oud Osdorp gaat organiseren.
Overigens, de gemeente gebruikt bij het benoemen van een deel van Oud Osdorp sinds enige tijd de naam ‘de Tuinen van West’. Op deze website blijven wij de officiële geografische naam van het gebied hanteren.
Tamar Frankfurther; 22 juli 2022.
Het zijn van die dingen die je niet opvallen tot je het weet: Aan de buitenkant van het wijkstation aan de Osdorperweg, dat nog in gebruik is, zitten óók twee deurtjes, net als op de Sloterweg.
Inmiddels weten we dat daar vroeger, en zoals nu ontdekt op de Osdorperweg, ook een GEB-telefoon achter zat. Daarmee kon de monteur rechtstreeks met het hoofdkantoor bellen. Dankzij de slimme constructie kon hij bij regen of sneeuw dan onder het mini-afdakje schuilen.
De Gemeente Electriciteitswerken (GE) van Amsterdam, na 1941 Gemeente Energiebedrijf (GEB), beschikte over een eigen telefoonnet (het ‘meetdradennet’). Dit was bedoeld om (vooral voor de storingsdienst) de eigen telefonische communicatie te onderhouden. Ook de Gemeente Tram Amsterdam (GTA) maakte hiervan gebruik.
De twee deurtjes van T.307
In het wijkstation voor de elektriciteit T.307 aan de Osdorperweg op Sloten zitten, net als aan de Sloterweg, ook twee deurtjes. En ook hier is de linker de thuisbasis voor de telefoon. In de kast achter het rechter deurtje hangt de apparatuur voor de openbare verlichting voor dit gedeelte van het dorp. André Bank, Operationeel Installatie Verantwoordelijke bij Alliander: “Deze OV-groep is nog steeds operationeel, maar bevat geen tijdklok meer. Via een draadloze verbinding ontvangt deze een inschakelcommando, zodat de openbare verlichting gaat branden. Mocht het signaal op een of andere wijze worden gemist, dan onthoudt de groep de laatste in- en uitschakeltijden.”
Op afstand kan de groep ook ingeschakeld worden, zodat de lampen in de omgeving kunnen worden getest. André: “Dat bespaart een monteur een gang naar de groep om de overbruggingsschakelaar in te schakelen.”
De originele telefoon hangt er nog!
Anders dan in het wijkstation Sloten aan de Sloterweg, hangt achter het linker deurtje aan de Osdorperweg nog wél de originele telefoon, vermoedelijk uit 1932. Maar die is uiteraard niet meer in gebruik. Alliander heeft zich bereid verklaard deze oude telefoon te verplaatsen naar het linker – nu nog lege – kastje aan de Sloterweg.
André Bank: “Ja, ik was ook benieuwd of die telefoon er nog inzat. Sinds de komst van de gsm-telefoon is hij buiten gebruik en wij willen graag meewerken aan het overzetten van de telefoon.”
Oude telefoon straks te zien op Sloterweg
Initiatiefnemer van het deurtjesproject Guido Frankfurther is hier enthousiast over: “Deze unieke kans om (alweer) een stukje Slotense historie tot leven te brengen mochten we niet laten lopen. Fijn dat Alliander zo fantastisch meewerkt en dat Smederij Kouwenhoven ter elfder uren hiervoor alsnog een werkende deur van wil gaan maken. We waren nog net op tijd!” Het deurtje dat omhoog klapt zal straks dus net als vroeger geopend kunnen worden door de sleutelbewaarder. Het ligt voor de hand dat ‘beheerder van het Politiebureautje’ Ben Meijer deze ‘eervolle taak’ erbij gaat krijgen. Bij toekomstige rondleidingen kan hij dan ook het telefoondeurtje voor geïnteresseerden openen en het bijhorende verhaal vertellen.
Rechter kast voor tijdcapsule
Dit alles betekent overigens dat alleen de rechter kast aan de Sloterweg als tijdcapsule gaat dienen. Er zijn veel en totaal verschillende bijdragen (verhalen, foto’s, tekeningen, speciale uitgaven) ingeleverd. Guido: “Gelukkig is daar in de rechter kast voldoende ruimte voor. Dus alleen die kast gaat potdicht. Misschien wel voor honderd jaar. Zo zorgen we ervoor dat de inhoud van de tijdcapsule in goede staat bewaard blijft.”
De foto’s in dit artikel zijn gemaakt door Guido Frankfurther.
Tamar Frankfurther; 21 juli 2022.
Zie ook: Oude telefoon uit 1932 of 1949 geplaatst in GEB-kastje Sloterweg
Zie ook: Smederij Kouwenhoven renoveert beide Slotense GEB-deurtjes
Zie ook: Oude en nieuwe GEB-Wijkstations op Sloten
Zie ook: Achter de GEB-deurtjes hing een telefoon en zaten een OV-klok en schakelaar
Zie ook: Hoe Sloten begin 20e eeuw elektriciteit kreeg
* Overzicht artikelen over gedenksteen ‘Sloten 100 jaar geannexeerd en GEB-deurtjes in Sloten (pdf)
Voor alle Oud Osdorpse automobilisten is dit een herkenbaar probleem: Wie vanaf de Osdorperweg linksaf wil slaan, staat eindeloos te wachten.
En als je eenmaal het voorste voertuig bent, moet je op een gegeven moment dapper de sprong maken en in één keer de onoverzichtelijke kruising oversteken.
Bij de foto: Deze kruising is echt onverantwoord onoverzichtelijk. Een goedkope oplossing is voorhanden. Foto: Theo Durenkamp.
Zonder tussenstop in één keer linksaf
Bewoner en correspondent ‘Oud Osdorp’ Theo Durenkamp: “Autoverkeer dat vanaf de Osdorperweg linksaf de Ookmeerweg op wil, moet extra lang wachten tot er een moment komt dat er zowel van links als van rechts geen verkeer meer komt. Midden op de kruising is immers geen opstelgelegenheid om tussentijds te wachten op verkeer van rechts. Je moet deze kruising in één keer nemen. Het verkeer wordt hier alsmaar drukker. De verwachting is dat als de Sloterweg-West in het eerste kwartaal van 2023 dichtgaat voor doorgaand verkeer dat het hier nóg drukker wordt. Dan wordt het schier onmogelijk om vanaf de Osdorperweg linksaf te slaan.”
Aanleg van ‘botonde’ staat in de ijskast
De gemeente realiseert zich dat deze verkeerssituatie bijzonder onveilig is. Echter, de plannen om dit op te lossen, door een ‘botonde’ aan te leggen, zijn wegens geldgebrek in de ijskast gezet. Een ‘botonde’ is een rotonde die één geheel gaat vormen met de al bestaande rotonde even verderop bij de Baden Powellweg.
Trek de middenberm door
Durenkamp denkt echter graag mee en heeft een relatief eenvoudige – en dus goedkope oplossing – bedacht waarvan hij hoopt dat die snel wordt ingevoerd. De Oud Osdorper: “Als je de middenberm van de Ookmeerweg over deze kruising doortrekt, dan dwing je het verkeer dat vanaf de Osdorperweg komt rechtsaf te slaan. Dan kun je bij de rotonde ter hoogte van Westgaarde keren en via de rotonde in de Baden Powellweg je reis naar Osdorp voortzetten. Verkeer dat vanaf de T106 en Lijnden komt, kan dan ook niet meer linksaf meteen de Osdorperweg op rijden, maar moet via de Baden Powellrotonde keren en kan dan rechtsaf de Osdorperweg op draaien. Met minimale kosten zou de gemeente dit plan op korte termijn kunnen uitvoeren. Dan wordt de huidige extreem onoverzichtelijke en dus zeer gevaarlijke verkeerssituatie op deze kruising beëindigd.”
Tamar Frankfurther; 14 juli 2022.