Erik Swierstra

Weeg álle belangen af tijdens tijdelijke bouwstop in Lutkemeerpolder

Tijdens het inspraakmoment van de raadscommissievergadering Ruimtelijke Ordening op 3 september 2025 hebben twee mensen het woord gericht tot de gemeenteraadsleden en de wethouder. De publieke tribune zat bomvol.

Wederom was het onderwerp: het zo veel mogelijk groen houden van de Lutkemeerpolder en hier Voedselpark Amsterdam mogelijk maken.

Plattegrond van de Lutkemeerpolder in Oud Osdorp. Tussen de Kavels N5 en N6 loopt de Lutkemeerweg. Rechts is nog een stukje van woonwijk De Aker te zien. Onderaan: de Etnaweg met rechts het volstrekt ontoereikende verkeersknooppunt op de Ookmeerweg richting de smalle Lijnderbrug naar de A9. Het is onduidelijk waarom de gemeente de sterk vervuilde Kavel N3 – die reeds de bestemming stadslandbouw en/of natuurontwikkeling heeft – niet in de raadsbrief heeft genoemd. Kavel N5 is al sinds 2022 bestemd voor stadslandbouw. Voedselpark Amsterdam heeft recentelijk een prijsvraag gewonnen en mag hier dus aan de slag.

Sinds 2013 heeft Kavel N6 al de bestemming ‘Agrarisch- stadslandbouw’. De wethouder doet in zijn raadsbrief van afgelopen zomer alsof hij met de hand over zijn hart strijkt en de grond van Kavel N6 nu niet langer als bedrijventerrein wil inrichten maar gul beschikbaar stelt aan Voedselpark Amsterdam. Slecht geïnformeerde media blijken deze ‘spin’ van de wethouder helaas over te nemen zonder eerst zelf te controleren of deze informatie correct is. De roze kavels zijn deels al bebouwd.

De Kavel pal achter boerderij De Boterbloem is nog vrij… maar hoe lang nog?

Neem geen overhaaste besluiten die u later betreurt

Pas tijdens de volgende vergadering op 24 september 2025 staat dit onderwerp geagendeerd. Op 3 september benutten beide insprekers de kans om de raadsleden alvast te wijzen op onvolkomenheden en ontbrekende onderwerpen in de raadsbrief die de wethouder Van Weyenberg hierover op 8 juli 2025 heeft opgesteld. De centrale boodschap van de insprekers was: “Neem geen overhaaste besluiten waar je later spijt van krijgt. Stel een tijdelijke bouwstop in en leg alle omgevingsvergunningsaanvragen twee jaar stil. Benut die tijd om de adviezen van uw eigen experts serieus te nemen. Weeg álle belangen af en niet alleen die die voor de korte termijn financieel gewin opleveren. En: leef eerder gemaakte afspraken nou eindelijk een keer na. Zorg voor een betrouwbare overheid.”

Onderwerpen die inspreker Lucie Snoeker onder andere benoemde:
• Op het verst weg gelegen deel van de kavel achter biologische boerderij De Boterbloem staat de enorme hal van Proptimize. Deze hal is slechts voor een klein deel verhuurd / in gebruik: Het bedrijf Medux benut 30 procent van de bedrijfshal. De gemeente heeft eerder vastgelegd dat er nieuwe bedrijfshallen in de Lutkemeerpolder worden gebouwd als er van tevoren sprake is van wat zij noemen ‘een substantieel gebruik’. Maar wat is ‘substantieel’? Blijkbaar vindt men 30 procent al substantieel. En waarom geldt hier niet de regel dat er eerst gebruikers gevonden moeten worden voor de bestaande reeds gebouwde bedrijfshallen alvorens toestemming te verlenen voor de bouw van nieuwe blokkendozen?

• Als bovengenoemd bedrijf Medux straks in de Lutkemeerpolder opengaat, zijn er 500 medewerkers in dienst. Dit zal zeker tot een hogere verkeersdruk leiden. Het is de vraag hoe de gemeente dat ziet als straks ook de overige 70 procent van deze enorme hal in gebruik is genomen. En als er nog meer hallen kunnen worden bijgebouwd? Hierdoor zal het verkeer op het knooppunt Ookmeerweg / Etnaweg nog vaker vast komen te staan. Nóg meer bijbouwen is onverantwoord. Deze uitvalsroute is ook van essentieel belang voor de ontsluiting van een groot deel van het dichtbevolkte stadsdeel Nieuw-West.

• Diverse experts gaven eerder al aan dat de logistiek en bereikbaarheid van de Lutkemeerpolder beroerd is. Inmiddels kan worden vastgesteld dat de resultaten vermoedelijk nog veel slechter zijn. In het eerder gehouden verkeersonderzoek is de impact van het opstarten van vrachtwagens namelijk niet meegenomen. Om de juiste stikstofmetingen te kunnen vaststellen, zal het onderzoek opnieuw moeten worden uitgevoerd.

• Ook op de aangrenzende nu nog braakliggende grond direct achter De Boterbloem wil Heembouw / Proptimize starten met het project Vega Amsterdam. De gemeente heeft de vergunningen hiervoor al verleend. De overdracht van deze grond kan echter nog niet plaatsvinden zolang er geen huurders zijn gevonden die daar hun bedrijf willen vestigen. De gemeente heeft immers beloofd dat er niet voor leegstand gebouwd mag worden. De bouw mag dus niet beginnen. Wie het dossier ‘Lutkemeerpolder’ al langer volgt kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de gemeente er telkens weer voor kiest om de belangen van buitenlandse grondinvesteerders zwaarder te laten wegen dan de belangen van de stad Amsterdam en zijn inwoners.

• De gemeenteraad had gevraagd om scenario’s als middel om een gedegen discussie te kunnen voeren over de voors en tegens over het toekomstig gebruik van de Lutkemeerpolder. Het lijkt er echter op dat de nieuwe wethouder deze intentie van zijn voorganger niet kent of wil kennen. Hij gaat het beloofde debat in ieder geval niet aan.

• De raadsbrief levert wel een belangrijkste winstpunt op: de kosten zijn in de raadsbief beter inzichtelijk gemaakt. Nu duidelijk is hoe groot het gat in de begroting is vraagt Voedselpark Amsterdam aan de gemeenteraad gelegenheid en dus tijd om op zoek te gaan naar verdere financiering.

• In de stukken ontbreekt Kavel N3. De grond van Kavel N3 – die in 2022 door de gemeenteraad bestemd is voor stadslandbouw – is zwaar vervuild. Nu dreigt deze kavel – waarschijnlijk vanwege de kosten – stilletjes uit de plannen te verdwijnen zonder dit opnieuw aan de raad voor te leggen. Wat wil de gemeente met Kavel N3?

• De wethouder laat in zijn raadsbrief weten dat hij met alle relevante partijen heeft gesproken. Hoe kan het dan dat hij – ondanks herhaaldelijke verzoeken – nog altijd niet met de vertegenwoordigers van Voedselpark Amsterdam om tafel heeft gezeten? Voedselpark Amsterdam wordt als burgerinitiatief door 25.000 sympathisanten gesteund. Pas op 19 september heeft de wethouder een gaatje in zijn agenda gevonden om met Voedselpark Amsterdam te overleggen.

Ruimtelijk Kader Lutkemeerpolder (2002)
Tegelijkertijd heeft de gemeente overigens al in het Ruimtelijk Kader Lutkemeerpolder van 2 juli 2022 vastgelegd dat de Kavels N3, N5 en N6 de bestemmingen stadslandbouw en/of natuurontwikkeling zouden krijgen. De wethouder doet telkens ten onrechte voorkomen alsof hij deze zelfde gronden nu als compromis beschikbaar wil stellen aan Voedselpark Amsterdam.

Adviezen van de Ombudsman (2022)

Snoeker is ook van mening dat het gemeentebestuur de adviezen van de Ombudsman uit 2022 nog altijd niet ter harte neemt. Zijn uitspraken gaan onder andere over het grote belang dat bestuurders in meerjarige trajecten regelmatig dienen te beoordelen of de oorspronkelijke plandoelstellingen nog voldoen, dan wel bijstelling behoeven. Ook benadrukt de Ombudsman herhaaldelijk dat de handelwijze van de gemeente veelal niet bijdraagt aan het vertrouwen van bewoners in de gemeentelijke overheid.

Klimaatrechtvaardigheid geldt ook voor stadsdeel Nieuw-West

Annette Terpstra vroeg als bewoner van stadsdeel Nieuw-West aandacht voor het behoud van een zo groen mogelijke Lutkemeerpolder. Zij zei onder andere: “Ik wil u de vraag stellen: wat is de winst voor de bewoners van Nieuw-West als de Lutkemeerpolder is volgebouwd met bedrijfshallen en distributiecentra? De afgelopen drie jaar is er van alles beloofd aan de inwoners van dit op vele terreinen achtergestelde stadsdeel. Beloftes worden niet nageleefd. In tegendeel: de ene na de andere voorziening verdwijnt. U zou de gezondheid van de Amsterdammers en hun kinderen en nageslacht prioriteit moeten geven. De historische klimaatuitspraak van juli dit jaar door het Internationaal Gerechtshof is van levensbelang, ook voor Nieuw-West. Het hof noemt een schone, gezonde en duurzame leefomgeving een mensenrecht. Zonder adequaat op te treden tegen klimaatverandering brengen landen die omgeving in gevaar. Stel in de Lutkemeerpolder een onmiddellijke bouwstop van een jaar in. In die periode kunt u alle belangen en mogelijkheden opnieuw wegen. Brede welvaart en klimaatrechtvaardigheid gelden ook voor Nieuw-West!”

Tijdens de commissievergadering van 3 september 2025 zat de publieke tribune vol met sympathisanten van Voedselpark Amsterdam. De Voedselparkers hadden er ook voor gezorgd dat de Willem Kraanzaal van de Stopera werd opgefleurd met zonnebloemen uit de Lutkemeerpolder. Foto: Iris Poels.

Kom op woensdagmiddag 24 september 2025 naar de Stopera

Voor wie op 3 september niet aanwezig kon zijn en de inspraak van Annette Terpstra en Lucie Snoeker heeft moeten missen: kijk via deze link terug bij agendapunt 2B.

Tot slot een oproep: Kom op woensdagmiddag 24 september in groten getale naar de Stopera om de komst van Voedselpark Amsterdam in de bedreigde polder te steunen. Om 13.30 uur zullen er weer insprekers namens Voedselpark Amsterdam het woord tot de gemeenteraad richten. Het is op dit moment nog niet bekend om hoe laat de raadsleden daarna over de toekomst van de Lutkemeerpolder zullen praten. Het wordt spannend: erop of eronder…

Tamar Frankfurther; 5 september 2025

 

Opnieuw bevestigd: Polderheuvel volstrekt ongeschikt voor festivals

Op zaterdag 30 augustus 2025 werd het vijfde en laatste festival dit seizoen – het dancefestival ‘Zeezout’ – op de Polderheuvel in Oud Osdorp georganiseerd. Ook dit evenement bewees opnieuw dat de locatie bij de Polderheuvel volstrekt ongeschikt is voor zó’n massaal gebeuren.

Bewoners in de aangrenzende tuinparken en woonbuurten zijn de geluids- en verkeersoverlast meer dan zat. Het vorige dieptepunt tijdens het grootschalige dancefestival van 5 juli werd geëvenaard.

De verkeersmaatregelen die de gemeente op de smalle wegen in Oud Osdorp had getroffen boden uiteraard geen verlichting op de enorme verkeersdruk als gevolg van het festival ‘Zeezout’. Het eenrichtingverkeer op de Tom Schreursweg was tijdelijk afgeschaft. Ook het paaltje op de Joris van den Berghweg bij de Tinie Wormbrug werd tijdelijk verwijderd. Foto: Mark Spier.

Opnieuw verkeerschaos in Nieuw-West
”
Je zou kunnen verwachten dat de gemeente en festivalorganisaties na het debacle van het grootschalige dancefeest op 5 juli zouden ‘willen bewijzen’ dat de Polderheuvel wél een geschikte locatie is voor dergelijke grote evenementen. Niet dus. Tijdens het ‘Zeezoutfestival’ op 30 augustus liep alles wéér in het honderd. “En dat is logisch”, zo zeggen omwonenden “op die plek in het landelijke gebied kún je gewoon niet zoveel bezoekers ontvangen. Dus zelfs áls de gemeente geprobeerd zou hebben het deze wel goed te laten verlopen, dan zou ze dat nooit gelukt zijn. Het festivalterrein ligt vlak bij woonwijken van Geuzenveld, tuinparken en woningen in Oud Osdorp. Dat zorgt voor grote geluidsoverlast. Bovendien is de ontsluiting van de Polderheuvel beroerd. Het verkeer op de wegen in Nieuw-West stond weer muurvast. Nood- en hulpdiensten konden er weer niet door. Het is ook niet voor niets dat de gemeente in 2007 zélf al in zijn Programma van Eisen vastlegde dat op deze plek alleen kleine akoestische evenementen georganiseerd mochten worden.”

Opnieuw stond het verkeer – zoals hier op de J.M. den Uylstraat in Nieuw-West – vanaf de Haarlemmerweg tot aan de Polderheuvel genadeloos vast. Deze verkeerschaos zorgde wederom voor grote overlast onder bewoners en nood- en hulpdiensten konden dit dichtbevolkte deel van Nieuw-West weer niet bereiken. Foto: Mark Spier.

Gemeente stapte eenzijdig over naar meer en grotere festivals
De festivals in Oud Osdorp kennen inmiddels een lange historie. Reeds in 2020 heeft het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Nieuw-West een unaniem en goed onderbouwd advies aan de gemeenteraad uitgebracht om bij de Polderheuvel niet langer grootschalige en dance-achtige evenementen toe te staan. Deze aanbeveling kwam nadat de gemeente had aangegeven zich niet langer te willen houden aan de afspraak van enkele jaren daarvóór om geen dancefestivals en andere grootschalige evenementen toe te staan in Oud Osdorp.

Het stadsbestuur koos er toen voor om het zogeheten locatieprofiel zodanig aanpassen dat op het terrein de Polderheuvel tóch wél grootschalige dancefestivals konden worden georganiseerd. Voor grote aantallen bezoekers en met luide muziek vol basdreunen die genadeloos doordringen in woonbuurten en tuinhuisjes die ‘om de hoek’ liggen.

Participatieblunder

Vervolgens was het extra wrang toen burgemeester Halsema de omwonenden uitnodigde om plaats te nemen aan de zogenoemde dialoogtafel. Met als doel om tot een nieuwe vaststelling van de aantallen bezoekers en decibellen te komen, die het stadsbestuur kort daarvoor zomaar eenzijdig had verhoogd. Bewoners die eerder hadden geparticipeerd bij de totstandkoming van het oorspronkelijke beperktere locatieprofiel voelden zich terecht geschoffeerd, terwijl andere bewoners om deze reden juist weigerden bij zo’n nieuw zinloos participatiecircus aan te schuiven.

Proeftijd van een jaar duurt nu al vijf jaar

In 2021 werd ‘plechtig beloofd’ dat het nieuwe locatieprofiel dat grote dancefeesten toestond na één jaar geëvalueerd zou worden. Echter, de ‘proeftijd’ loopt ook nu nog… Sindsdien heeft er tegen de afspraken in nooit enige evaluatie plaatsgevonden. Zodoende geldt ook in 2025 nog steeds dat er maximaal 5 evenementdagen mogen plaatsvinden met maximaal 15.000 bezoekers. De impact op de omliggende woonbuurten, het ontoereikende wegennet en het natuurgebied zelf blijkt keer op keer, maar de wethouder wil van geen wijken weten.

Evenementterreur

Een van de buurtbewoners die de werkwijze van de gemeente in al die jaren nauwlettend heeft gevolgd is Mark Spier. Meteen op 30 augustus schreef hij aan DB-bestuurder Sandra Doevendans van stadsdeel Nieuw-West en stelt hij: “Het is nu 2025 en maar liefst vijf jaar van onrechtmatige evenemententerreur verder. En het lijkt verre van denkbeeldig dat zich binnenkort een herhaling van zetten zal voordoen: In die zin dat opnieuw ook ditmaal úw advies zal worden genegeerd. Het kan u als medebuurtbewoner van Buurt 10 (De Eendracht – redactie) onmogelijk zijn ontgaan dat letterlijk ook vandaag weer andermaal wordt bewezen dat de Polderheuvel qua ligging volstrekt ongeschikt blijkt voor grootschalige én dance-achtige evenementen.”

Kleinere en stillere festivals
Op 16 juli heeft stadsdeelbestuurder Doevendans het gevraagde advies van de stadsdeelcommissie overgenomen. Vanuit Nieuw-West klinkt nu de eenstemmige boodschap: “In het nieuwe gemeentelijke Evenementenbeleid moet komen te staan dat er alleen nog kleinschalige evenementen met een lagere geluidsbelasting op de Polderheuvel in Oud Osdorp mogen worden georganiseerd. Dat kunnen door deze randvoorwaarden automatisch geen dancefeesten meer zijn.”

Spier verzoekt aan Doevendans om – als de gemeenteraad straks zal spreken over het nieuwe evenementenbeleid – samen met de buurtbewoners te gaan inspreken en dit advies te verdedigen. Het kan toch niet zo zijn dat wethouder Meliani van bovenaf zomaar het unanieme advies uit stadsdeel Nieuw-West naast zich neerlegt? De enig denkbare uitkomst is dat het nieuwe beleid alleen nog kleinschalige evenementen met een veel lagere geluidsbelasting mogelijk maakt. Bij voorkeur alleen nog met akoestische muziek. Naar verwachting zal de gemeenteraad half september over de locatieprofielen in het nieuwe evenementenbeleid spreken.

Theo Durenkamp; 1 september 2025.

Lees verder…

Opgravingen in het dorp Sloten in 1991

Op de plaats waar sinds de jaren negentig het Dorpsplein van Sloten ligt is in september tot november 1991 een opgraving uitgevoerd door de Afdeling Acheologie van de gemeente Amsterdam. In de Archeologische kroniek Noord-Holland 1991 is hierover een verslag gepubliceerd.

In de dorpsterp van Sloten aan de Sloterweg is in de periode 16 september tot 1 november 1991 een opgraving uitgevoerd. Doel van het onderzoek was de ouderdom en de structuur van deze nederzetting vast te stellen. De opgraving maakt deel uit van een reeks opgravingen die de laatste jaren zijn uitgevoerd in het kader van onderzoek naar de ontginningsgeschiedenis van de regio Amsterdam.

Amsterdam-Sloten. Het inmeten en tekenen van de ophogingslagen in de dorpsterp in 1991. Op de achtergrond de Sloterkerk. Foto Afd. Archeologie, Amsterdam.

De vrij omvangrijke dorpsterp is goed zichtbaar in het huidige stratenpatroon. De terp bevat een kerk met eromheen een (thans gedempte) kerksloot, voorts een weg (de huidige Sloterweg) en ruimte voor huizen. Twee percelen hiervan werden opgegraven. Tot voor kort stonden hier twee 17e-eeuwse huizen, waarvan er één dienst deed als herberg en rechthuis.

De aanleg van deze huizen, zo bleek uit oudere funderingen, dateert al uit de 16e eeuw. Beide percelen vormden daarvoor één perceel waarop, zo tonen de oudere lagen aan, vanaf circa 1175 een boerderij of huis stond. Doordat het perceel gemiddeld om de tien jaar werd opgehoogd konden boven elkaar negen boerderij- en huisplattegronden worden opgetekend. Het eerste huis was 5 m breed en 10 m lang; huis 2: 5,60 x 8,50 m; huis 3: 5,60 x 9,70 m; boerderij 4: 6,60 x 10,80 m (stalgedeelte: 6,60 x 1,30 m); boerderij 5: 5,70 x 12,80 m (stalgedeelte: 5,70 x 2,30 m); boerderij 6: 6,30 x 13,50 m (stalgedeelte: 6,30 x 2,30 m); huis 7: 4,90 x 8,40 m en huis 8: 4,90 x 8,40 m. Huis 9 werd gedeeltelijk opgegraven.

Uit deze ontwikkeling blijkt dat de huizen aanvankelijk geen stalgedeelte hadden, dat daarna een periode aanbrak waarin ze een klein stalgedeelte met ruimte voor slechts enkele koeien hadden en dat uiteindelijk (bij de huizen 7-9) weer geen stalgedeelte meer aanwezig was. De boerderijen/huizen (1-6) lagen met de korte zijde aan de Sloterweg; de huizen 7-9 lagen daarentegen met de lengteas parallel aan de Sloterweg. Wel dient vermeld te worden, dat enige funderingsconstructies, gelegen achter de laatstgenoemde huizen, kunnen wijzen op een afzonderlijk gebouwde stal. De op deze plek aangetroffen mestlagen ondersteunen deze gedachte.

Samengevat kan gesteld worden, dat het huidige Sloten zich vanaf het laatste kwart van de 12e eeuw op deze plaats ontwikkeld heeft, dat het oudste Sloten, bekend uit schriftelijke overleveringen daterend uit de 10e-11e eeuw, zoals door De Cock verondersteld, gezocht moet worden aan de zuidzijde van de Sloterplas en dat een verplaatsing, net zoals dat het geval was met Assendelft, naar de plaats van het huidige Sloten, in de loop van de 12e en 13e eeuw moet hebben plaatsgevonden.

Afdeling Acheologie, Amsterdam, J.M. Baart

Uit: de Archeologische kroniek Noord-Holland 1991; pagina’s 330 en 331.

Advies: Sluit Sloterbrug tijdens spits af voor motorvoertuigen

Decennialang staat de verkeersonveiligheid van de Sloterbrug al op de agenda, maar nog altijd is de brug tussen Sloten en Badhoevedorp levensgevaarlijk voor fietsers en voetgangers.

Ook het anders instellen van de verkeerslichten biedt geen soelaas. Dit leidt vooral tot frustratie onder automobilisten, die veelal dik door het oranjerode licht nog even meeglippen en tot gevaar voor fietsers, die zelden op groen licht wachten.

De huidige verkeerssituatie op de Sloterbrug leidt vooral voor fietsers tot grote onveiligheid. Uit grondig onderzoek van een onafhankelijk verkeerskundig onderzoeksbureau blijkt dat bijna al het gemotoriseerde verkeer dat over de Sloterbrug rijdt, geen bestemmingsverkeer is voor Sloten. Die auto’s en vrachtwagens rijden dus alleen dóór Sloten. Foto: Marc Makkes.

Veiliger, minder sluipverkeer en rustiger rijden
“De brug móet écht op korte termijn veiliger worden en dan vooral voor langzaam verkeer”, zo luidt het advies van Bureau XTNT aan de gemeente Haarlemmermeer, de Vereniging Dorpsraad Badhoevedorp, de werkgroep Sloten, bewoners van Badhoevedorp en nog diverse andere partijen die zitting hebben in de zogenaamde Kopgroep VSP Badhoevedorp. Op zijn website meldt de Contactgroep Mobiliteit van de Dorpsraad ‘van over de brug’ dat er voorafgaand aan dit advies gedegen onafhankelijk onderzoek is gedaan waaraan in de eerste ronde 2.500 personen en in de tweede ronde 3.000 mensen deelnamen. De resultaten daarvan worden in een film besproken.

De aanbevelingen, die het onderzoeksbureau eind juli in zijn Eindadvies Tussenevaluatie Verkeersstructuurplan Badhoevedorp presenteerde, sluiten aan bij concrete zorgen en wensen van bewoners. Dan gaat het om zaken als verkeersveiligheid, overlastbeperking en om een betere toegankelijkheid voor fietsers, voetgangers en kwetsbare groepen. Er worden acht concrete aanbevelingen gedaan: het instellen van 30 km/uur-zones op de hoofdwegen, het doortrekken van de Kamerlingh Onneslaan naar de Schipholweg, het verbeteren van het openbaar vervoer, het verhogen van de toegankelijkheid van de openbare ruimte voor fietsers en voetgangers, het uitwerken en het testen van de ‘knip’ op de Akerdijk, het instellen van een fietsstraat op de Nieuwemeerdijk en het houden van een pilot om de Sloterbrug tijdens de spitsuren voor auto’s af te sluiten.

Gulden middenweg: spits-afsluiting Sloterbrug
Over de Sloterbrug rijden dagelijks ongeveer 11.000 voertuigen. Op de route Sloterbrug – Burgemeester Amersfoordtlaan – Pa Verkuijllaan blijkt veel sluipverkeer naar Schiphol-Noord te rijden. Dit geldt vooral tijdens de spitsuren. Veel inwoners ervaren de Burgemeester Amersfoordtlaan en de situatie bij de Sloterbrug als onveilig. Door de Sloterbrug tijdens de spits af te sluiten voor autoverkeer vermindert de hoeveelheid verkeer met 40% op de Pa Verkuijllaan tot 80% op de Amersfoordtlaan. Acht op de tien respondenten – onder wie ook ondernemers in Badhoevedorp – pleiten echter tegen een volledige afsluiting van de brug. Tegelijkertijd leeft er onder de deelnemers aan het onderzoek een sterke wens om de verkeersveiligheid en leefbaarheid te verbeteren.

Daarom wordt geadviseerd een pilot te starten waarbij de Sloterbrug tijdens de spitsuren voor het autoverkeer wordt afgesloten. De brug zal dan niet worden afgesloten voor fietsers, voetgangers, openbaar vervoer en nood- en hulpdiensten. Ook de mogelijkheid om sluipverkeer door Badhoevedorp te verminderen door de busbaan op de Oude Haagseweg op de (lange) termijn open te stellen wordt genoemd. Dit zou tot een verkeersafname van circa 15 procent kunnen leiden. Hiervoor is echter wel de medewerking nodig van de gemeente Amsterdam, de Vervoerregio Amsterdam en de provincie Noord-Holland.

Vervolgtraject
De adviezen van het externe bureau zullen eerst worden voorgelegd aan de inwoners en ondernemers van Badhoevedorp. Zij zullen hierop kunnen reageren en zullen hun visie delen met de wethouder. Daarna wordt duidelijk welke adviezen het college van de gemeente Haarlemmermeer zal overnemen en volgt er een democratisch inspraaktraject. Zoals het er nu uitziet zal hierover komend najaar in de gemeenteraad van de Haarlemmermeer worden gesproken en valt het besluit eind 2025.

Tamar Frankfurther; 26 augustus 2025.

Schoolarchief Slotense Sint-Jozefschool beschikbaar voor speurneuzen

Sinds half mei 2025 staat het archief van de in 1988 opgeheven Sint-Jozefschool online. In juni 2023 droeg oud-schooldirecteur Theo Durenkamp het ‘Archief Sint-Jozefschool Sloten’ netjes geordend over aan het Stadsarchief Amsterdam.

Ongeveer twee jaar later is het archief inmiddels geïnventariseerd door medewerkers van het archief en staat het online op hun website geplaatst. Dit veelzijdige archief maakt nu deel uit van de bijzondere collectie van het Stadsarchief Amsterdam.

(N.B. Door op de afbeelding te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

Een van de honderden foto’s uit het archief van de Sint-Jozefschool op Sloten: álle leerlingen en docenten samen op de foto. Geheel links Juffrouw Everts en rechts de Meesters Nijman, Schuss en Weegenhuise.
Stadsarchief Amsterdam, collectie Sint-Jozefschool; circa 1950.

Archief start in 1871; lang voor de stichting van de school

In 2022 is Durenkamp – die van 1971 tot en met 1988 aan de school was verbonden – gestart met ordenen en rubriceren van alle papieren herinneringen aan de school. Het merendeel van het schoolarchief betreft brieven, verslagen van besprekingen, schoolgidsen en schoolkranten. Daarnaast bevat het ook veel foto’s uit de periode 1914-1988, het jaar dat de school wegens een gebrek aan leerlingen moest sluiten. Het archief gaat echter veel verder terug. Ook van de periode voor 1914 in de aanloop naar de stichting van de school is van alles bewaard gebleven.

Geschiedenis school en klooster in een notendop

De eerste plannen om een katholieke school te stichten dateren namelijk al uit 1871. In dat jaar werd vanuit de Sint-Pancratiuskerk – toen nog gevestigd in de oude dorpskern van Osdorp aan de Osdorperweg – een vereniging opgericht om hiervoor geld in te zamelen. Pas nadat in 1901 de parochie verhuisd was van Osdorp naar Sloten en de nieuwe kerk het centrum van de Sint-Pancratiusparochie werd, kwam er schot in het oprichten van de school. De Sint-Jozefschool werd op 1 juli 1914 geopend.

Van het toenmalige schoolcomplex resteert tegenwoordig alleen nog de woning van het schoolhoofd op Sloterweg 1190. Kort na de Duitse inval in 1940 verliet de heer Schuss uit veiligheidsoverwegingen de schoolwoning om met vrouw en kind (Fiet) te gaan wonen op Sloterweg 1122. Even later werd de schoolwoning gevorderd voor de vestiging van Duitse officieren. Na de oorlog wilde het echtpaar Schuss niet meer terugkeren naar hun oude woning omdat deze volgens hen bezoedeld was.

Na de Tweede Wereldoorlog stelde de parochie het pand beschikbaar aan nonnen die o.a. les gaven op de eveneens katholieke kleuterschool. Het oorspronkelijke schoolgebouw werd in 1992 deels vervangen door nieuwbouw voor de huidige school voor speciaal basisonderwijs De Driesprong. In het pand waarin de kleuterschool was gevestigd – dat grenst aan de begraafplaats – woont tegenwoordig een gezin.

School was nauw verbonden met dorp
Theo Durenkamp geeft in zijn omschrijving van het archief een goed beeld van de positie van de school op het dorp:

“Uit alle bewaarde archiefstukken blijkt overduidelijk dat de school uitging van de parochiekerk en in nauw verband stond met het dorpsleven van Sloten. Het schoolarchief bevat daarom naast de gebruikelijke schoolstukken ook archiefstukken waaruit de betrokkenheid blijkt bij diverse ontwikkelingen in Sloten, zoals op het gebied van woningbouw, verkeer en vervoer.”

Ook documenten over verkeer, vervoer en woningbouw Sloten

Andere niet-schoolse archiefstukken – die deel uitmaken van het archief van de Sint-Jozefschool – gaan onder andere over de ‘Verkeersvereeniging Sloten’. Dit dossier uit 1915 deelt informatie over de aanleg van een tramverbinding tussen de Overtoomse Sluis en Sloten. Onlangs heeft Erik Swierstra deze archiefstukken opgevraagd en geraadpleegd en hier het artikel ‘Een elektrische tram naar het dorp Sloten?’ over geschreven. Zie ook: www.slotenoudosdorp.nl/een-elektrische-tram-naar-het-dorp-sloten/.

Ook informatie over de planvorming voor de Slotense nieuwbouwwijk tussen de Vrije Geer, Osdorperweg en de Plesmanlaan in de jaren tachtig maakt deel uit van dit archief. Daarnaast bevat het archief ook verkeersveiligheidsplannen voor de dorpskern van Sloten, die dateren van eind jaren zeventig van de vorige eeuw.

Deze stukken zijn in het schoolarchief terecht gekomen omdat zowel de schoolhoofden Schuss als Durenkamp toen deel uitmaakten van deze overleggroepen. Voor het tramdossier uit 1915 is niet duidelijk hoe dit in het schoolarchief terecht is gekomen. De Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp beschikt in de collectie – die in het Dorpshuis Sloten ligt – over diverse andere vergelijkbare plannen en stukken. De werkgroep zal de relevante stukken uit het Sint-Jozefschoolarchief uiteraard ook betrekken bij de inventarisatie van het brede dorpsraadsarchief.

Op het nippertje kwam er geen woonwijk met 135 woningen

In dit schoolarchief bevindt zich nog een ander – veel ouder – dossier dat op het eerste oog niet thuis hoort in een schoolarchief. Dit geldt bijvoorbeeld voor het zeer verrassende archief van de ‘Woningbouwvereeniging Sloten’. Hierin staan de plannen uit circa 1920 om grenzend aan de dorpskern van Sloten een nieuwe wijk van 135 woningen te bouwen. Durenkamp: “Dit plan leed overigens schipbreuk toen de gemeente Sloten in 1921 werd geannexeerd. Een van mijn voorgangers – Hubertus Schuss – was naast schoolhoofd ook een van de initiatiefnemers en secretaris van deze woningbouwvereniging. Hij heeft indertijd dit bijzondere archief bij de historische schoolstukken gevoegd en daardoor is alles bewaard gebleven. In 2019 heb ik hierover een artikel geschreven.”  Zie ook: www.slotenoudosdorp.nl/annexatie-verhindert-dorpsuitbreiding-sloten/.

Grasduinen in het archief en zelf digitale stukken opvragen
Voortaan zijn alle documenten en foto’s die deel uitmaken van dit bijzondere archief toegankelijk voor iedereen die wil speuren in het verleden van de lagere school of belangstelling heeft voor bovengenoemde onderwerpen.

Het Stadsarchief gaat papieren documenten pas digitaliseren als iemand deze stukken wil inzien. Aangezien het archief recentelijk pas online beschikbaar is, moet een groot deel van deze collectie nog gescand worden. U kunt kosteloos via deze website kijken welke documenten u wilt inzien. Als u de eerste bent die bepaalde stukken opvraagt, zult u ongeveer twee weken geduld moeten hebben. Zolang duurt het totdat de aangevraagde documenten gedigitaliseerd zijn. Het archief zal u uiteraard op de hoogte stellen als de stukken online beschikbaar zijn. https://archief.amsterdam/inventarissen/details/31488/keywords/st.%20jozefschool%20sloten/withscans/0/start/0/limit/10/flimit/5

“Wat mij betreft wordt alles openbaar!”
“Eén ding is jammer”, laat Durenkamp afsluitend weten, “namelijk dat sommige archiefstukken niet via de website te raadplegen zijn. Dat komt door ‘auteursrechtelijke bescherming’, zoals de medewerkers van het Stadsarchief dat noemen. Dit geldt bijvoorbeeld voor foto’s waarvan de fotograaf niet bekend is. Daardoor kan er aan niemand toestemming worden gevraagd of hun beelden openbaar gemaakt mogen worden. Bij sommige foto’s staat daarom aangegeven dat die alleen te bekijken zijn in de studiezaal in het Stadsarchief in de Vijzelstraat. Maar weet dat ik hierover nog in gesprek ben met het Stadsarchief. Ik streef ernaar om een zo groot mogelijk deel van deze collectie raadpleegbaar te krijgen via de website. Dan kun je alles gewoon thuis vanuit je luie stoel kunt inzien…”

Tamar Frankfurther; 6 augustus 2025.

Herprofilering Lies Bakhuyzenlaan vertraagd door te hoog maaiveld nieuwbouw

In de bewonersbrief van 9 april 2025 liet de gemeente nog optimistisch weten dat de Lies Bakhuyzenlaan – die o.a. Tuinpark V.A.T. ontsluit – op 25 juli weer open zou gaan voor auto’s. Niet dus.

Tijdens de bouwvakvakantie – die tot 25 augustus duurt – is de smalle laan op de fundering berijdbaar. Volgens de gemeente alleen tot en met de huisnummers 20 en 22, maar vooralsnog is ook de V.A.T. bereikbaar vanaf de Sloterweg.

Het Kadaster heeft de resultaten van de metingen nog niet gedeeld met de Slotenaren. Het is echter vreemd dat in een gemeentelijk systeem wordt gesproken over een wegbreedte van 4 meter. Terwijl met deze foto van Google Maps toch kan worden vastgesteld dat de breedte van de Lies Bakhuyzenlaan 4,40 à 4,50 meter was. Jelle Dijkstra bewerkte deze foto.

Smalle weg tussen twee maaivelden
De gemeente wilde eerder niet luisteren naar de vele signalen dat de nieuwe woningen in strijd met de bouwvergunning op een te hoog maaiveldniveau werden gebouwd. Daardoor loopt de herprofilering nu helemaal spaak. Immers, aan weerszijden van de smalle ‘steeg’ in het hart van het dorp Sloten is nu sprake van twee maaivelden. En die lopen richting de V.A.T. steeds verder uit elkaar. De arbeiderswoningen liggen op het correcte lagere aflopende maaiveld. Alle nieuwbouw ligt op het te hoge niveau van de Sloterweg, die een dijk vormt tussen de polders.

Dit is in strijd met de verleende omgevingsvergunning. En met de voorschriften uit de Cultuurhistorische Verkenning, die de basis vormt van het bestemmingsplan en het Beschermd Dorpsgezicht Sloten. Vreemd genoeg lijkt de gemeente verrast dat de geplande – en na een inspraakprocedure vastgestelde – herprofilering van de Lies Bakhuyzenlaan nu niet meer als gepland uitgevoerd kan worden.

Vragen en zorgen over de wegbreedte
Ook over de breedte van de Lies Bakhuyzenlaan leven grote zorgen. Het Kadaster verrichtte recentelijk metingen. Voorheen bedroeg de breedte ongeveer 4,40 á 4,50 meter. Nu vermeldt ‘Data Amsterdam’ plotseling 4 meter. “Hoe kan dat nou?”, vragen omwonden zich af. “Heeft de bouwer te veel naar het oosten gebouwd en heeft de gemeente ook hier weer niet opgelet?” De laan vormt de levensader voor Tuinpark V.A.T. Voor bevoorrading en voor nooddiensten. Bovendien moet de laan straks voldoende ruimte bieden om vanuit privéparkeerplaatsen de laan op te kunnen draaien.

De fundering van een deel van de Lies Bakhuyzenlaan is geschikt gemaakt om tijdens de bouwvakvakantie overheen te rijden. Op de foto is goed te zien dat het maaiveld van de nieuwbouw te hoog is en niet afloopt vanaf de Sloterweg. Hierdoor wordt de volgens velen toch al te hoge nieuwbouw in de oude dorpskern op het achterland nóg hoger vergeleken met de bestaande bebouwing.

Hoe nu verder? Niemand die het weet. De gemeente is alles aan het uitzoeken. Wat een woordvoerder wel kan delen: “De wegbreedte wordt gelijk aan de situatie van toen de garage er nog stond.” En: “Bij de hoogte van het wegdek wordt rekening gehouden met de arbeiderswoningen.”

Dorpsraad: “Gemeente moet zich houden aan vastgesteld plan”
Dorpsraadsvoorzitter Sjoerd Jaasma is kritisch en laat weten: “Als Dorpsraad hechten wij sterk aan correcte uitvoering van wat na een zorgvuldig democratisch traject is vastgesteld. De goedgekeurde herprofilering met de ongewijzigde breedte van de Lies Bakhuyzenlaan moet uiteraard op het lage bestaande maaiveld worden aangelegd en geen centimeter hoger. Dit zou slecht zijn voor de muren van de monumentale arbeiderswoningen uit 19de eeuw.

Wij gaan uit van aanleg van het toegezegde zelfde straatprofiel met dezelfde stenen als elders op het dorp en – zo veel mogelijk – met paaltjes. Als het écht niet anders kan en treden voor de entrees geen soelaas bieden, kan een laag mooi passend hekje worden geplaatst, als afscheiding van de hogere loopstrook voor de nieuwbouw. De gemeente heeft toegezegd voorafgaand aan de uitvoering hierover met ons in overleg te gaan. Als de aangepaste herprofilering te zeer afwijkt van wat is afgesproken, overwegen wij om desnoods via de rechter een nieuwe inspraakprocedure over de herprofilering van de laan te krijgen.”

Tamar Frankfurther; 25 juli 2025.

Tramlijn Amsterdam – Sloten

In het begin van de 20e eeuw was er een diligencedienst tussen de Overtoomse Sluis en Sloten via de Sloterkade en Sloterweg. Deze was ingesteld in 1841 om mensen de gelegenheid te geven de droogleggingswerkzaamheden van de inpoldering van de Haarlemmermeer bij Sloten te bekijken.

Dit is artikel een bewerkte en aangevulde versie van het in 2008 verschenen artikel ‘De tram naar Sloten’.

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

Opening van de paardentramlijn van Sloten naar Amsterdam. Voorafgegaan door een fanfare rijden de feestelijk versierde paardentrams door de dorpsstraat van Sloten; 13 augustus 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

In 1901 kwam er zelfs een tweede omnibusdienst, die ook door particulieren werd geëxploiteerd. Vanaf 1900 werden in Amsterdam de paardentrams door elektrische trams vervangen. De laatste paardentram reed in 1916 tussen Nassauplein en Sloterdijk.

Paardentram van de Gemeentetram Sloten op het vertrekpunt in de Bosboomstraat. Na annexatie door Amsterdam werd de naam van deze straat gewijzigd in Andreas Schelfhoutstraat, omdat er in Amsterdam al een Bosboom-Toussaintstraat bestond, waarmee verwarring zou kunnen ontstaan. Op de achtergrond is de brug van de Overtoomse Sluis zichtbaar die de verbinding vormde tussen de Sloterkade (gemeente Sloten) en de Amstelveenseweg (gemeente Amsterdam, voorheen Nieuwer-Amstel), waar kon worden overgestapt op de elektrische tramlijn 1; circa 1920. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

In diezelfde periode wilde ook de gemeente Sloten zijn verbinding tussen Sloten en Amsterdam verbeteren. Daarom wilde men de diligencedienst vervangen door een gemeentelijke tramdienst. Al in 1906 waren er plannen voor een tramverbinding langs de Sloterstraatweg. Ondanks de verleende vergunning duurde het nog meer dan een decennium voordat de plannen tot uitvoering kwamen.

Paardentram van de Gemeentetram Sloten in de Jacob Marisstraat onderweg in de richting van het dorp Sloten; circa 1920. De huizen op de achtergrond zijn voor een deel nog aanwezig in deze straat. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

In juni 1917 besloot de gemeenteraad van Sloten tot aanleg van een elektrische tramlijn. Al eerder was er ook een elektrische tramlijn tot stand gekomen tussen Amsterdam en Sloterdijk, in 1904 via de Admiraal de Ruijterweg en in 1916 via de Haarlemmerweg. Als gevolg van Eerste Wereldoorlog waren de kosten voor aanleg voorlopig nog te hoog. Uiteindelijk kon de tram in 1918 worden gerealiseerd.

Paardentram bestaande uit twee rijtuigen (een gesloten en open rijtuig), getrokken door twee paarden onderweg van Amsterdam naar Sloten rijdt langs de Sloterweg; circa 1920. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Over de Sloterkade en Sloterweg werd aan de zuidkant van de weg een tramspoor aangelegd, met een wisselplaats onderweg. De baanlengte was 5200 meter. Een moderne elektrische tram was echter te hoog gegrepen. De gemeente Amsterdam wilde daaraan ook geen medewerking verlenen. Daarom werd het toch weer een paardentram. Dit was de laatste nieuw aangelegde paardentramlijn in Nederland. In het dorp Sloten werd een oud graanpakhuis verbouwd tot onderkomen voor de tramwagens. Nieuw materieel was echter te duur, dus tweedehands rails en trams werden aangeschaft. De rails waren afgedankt door de Stoomtram Oostelijk Groningen. De tramwagens hadden eerder gereden in Amersfoort, Gouda en Winschoten.

Paardentram verlaat het dorp Sloten richting Amsterdam. Rechts op de achtergrond is de in 1901 gebouwde R.K. Sint-Pancratiuskerk zichtbaar; circa 1920. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Op 13 augustus 1918 kon de nieuwe tramdienst feestelijk worden geopend. Aanvankelijk reed er iedere anderhalf uur een tram, vanaf 1919 was er een veertigminutendienst. Bij grotere drukte reden er twee gekoppelde wagens. De trams reden van de Andreas Schelfhoutstraat bij de Overtoomse Sluis via de Jacob Marisstraat (die toen nog Bosboomstraat heette), Theophile de Bockstraat, Sloterkade en Sloterweg naar de Akerweg, bij de brug naar Badhoevedorp.

Paardentram in de dorpsstraat van Sloten. Links van de tram is achter de boom het thans nog aanwezige politiebureautje te zien. Op de achtergrond is nog de toren zichtbaar van de R.K. Sint-Pancratiuskerk; circa 1920. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Per 1 januari 1921 werd de gemeente Sloten geannexeerd door Amsterdam. De directeur van de Slotense tram stelde aan zijn Amsterdamse collega voor om te gaan ‘samenwerken’, maar het verschil in grootte tussen de beide trambedrijven was te groot om aan dit voorstel gehoor te geven, dus ook dit werd annexatie. De Gemeente Tram Sloten ging hierbij ook op in de Gemeente Tram Amsterdam.

Paardentram aan het eindpunt Akerweg, nabij de Sloterbrug over de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder; circa 1920. Het gebouw links achter de tram bestaat nog als restaurant op Sloterweg nr. 1345. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Zoals hiervoor vermeld had men net vijf jaar eerder de laatste paardentram door een elektrische tram vervangen. Maar het vervoer naar Sloten was te gering en de investering te hoog om ook deze tramlijn te elektrificeren. Bovendien had men in Sloten uit zuinigheids overwegingen gekozen voor smalspoor (1067 mm), terwijl de Amsterdamse tram gebruik maakte van normaalspoor (1435 mm), zodat een kostbare omsporing nodig zou zijn. Voorlopig liet men de tram naar Sloten bij het oude. Wel werd het rollend materieel vervangen. De eerdere tweedehandsjes werden vervangen door afgedankte Amsterdamse paardentramwagens.

Motortram met autobus nr. 2 en tramrijtuig nr. 4 (ex-paardentram van de Amsterdamsche Omnibus Maatschappij), nu van de Gemeentetram Amsterdam, onderweg op de Sloterweg, richting Sloten. Het koersbord vermeldt de route Akerweg – Bosboomstraat; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Een jaar later werd als proef het paard vervangen door een tractor. Dit was een in de jaren twintig in Nederland wel meer toegepaste modernisering. Tevens werd het vertrekpunt van de Andreas Schelfhoutstraat verplaatst naar de toen nog nieuwe Jacob Marisstraat en kreeg de tram een lijnnummer: 21. De laatste paardentram reed op 28 februari 1922.

Motortram onderweg naar Sloten rijdt links op de Sloterweg. Om het tegemoetkomende verkeer te waarschuwen staat op het dak de tekst ‘TRAM’. Ook is het nieuwe lijnnummer 21 aangebracht; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

In een volgend stadium konden er ook passagiers mee in het trekvoertuig. Toen in 1925 betere motorvoertuigen beschikbaar kwamen liet men de paardentramwagen achterwege en werden de passagiers voortaan nog uitsluitend in het trekvoertuig vervoerd. Hiermee kwam op 3 december 1925 een einde aan de tramdienst. De autobus naar Sloten was geboren.

Pekelwagen nr. 14, afkomstig van de Gemeentetram Amsterdam, voor de remise van de Slotense tram in het dorp Sloten. In de deuropening is nog een trambus te zien; 1925. Dit gebouw (Sloterweg 1275) was een voormalig graanpakhuis en als remise in gebruik van 1918 tot 1925. Het werd in 1988 gesloopt. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Terwijl de tram vanaf de annexatie het lijnnummer 21 droeg, werd de bus van de lijnletter G voorzien. Vanaf 1927 ging deze via de nieuwe Zeilbrug naar het Haarlemmermeerstation rijden. In 1960 werd de route verlegd via de Vlaardingenlaan en Johan Huizingalaan. Dit bleef zo tot 1965, toen lijn G werd vervangen door buslijn 29. In 1970 nam lijn 69 zijn plaats in. Deze ging tevens doorrijden naar Badhoevedorp. In 1980 ging de exploitatie over naar Centraal Nederland, sinds 1999: Connexxion. In 1988 werd het vroegere onderkomen van de paardentramwagens in het dorp Sloten gesloopt, waarmee een einde kwam aan de laatste tastbare herinnering aan de tram in Sloten.

Deze foto is op dezelfde locatie genomen als foto nr. 6. Vanaf 1925 was buslijn G de opvolger van de vroegere tram naar Sloten. Deze buslijn reed tot in 1965 de oude route via de Sloterweg en door het dorp Sloten tot bij de Sloterbrug. Daarna werd deze vervangen door buslijn 29, die om het dorp heen ging rijden. Autobus 4 in de dorpsstraat van Sloten. Links op de achtergrond is nog de toren zichtbaar van de R.K. Sint-Pancratiuskerk; 8 augustus 1965. 
Foto: Tj.E. Swierstra.

Vanaf 1993 reed Connexxion-buslijn 145 elk half uur van de Marnixstraat naar Station Hoofddorp tussen de Johan Huizingalaan en de Ditlaar over de Sloterweg. In 2016 verdween deze lijn van de Sloterweg en ging omrijden via de Plesmanlaan. In 2017 werd lijn 145 opgevolgd door buslijn 195 die sindsdien de verbinding verzorgt vanaf Station Amsterdam Lelylaan via Johan Huizingalaan, de Sloterweg, Ditlaar en Vrije Geer en verder naar Badhoevedorp en Schiphol. Dit is dus een verre nazaat van de vroegere Slotense paardentram.

De route van de tramlijn Amsterdam – Sloten ingetekend op een recente kaart. De lijn volgde van linksonder (vanaf de Akerweg) de Sloterweg tot aan de Sloterkade en boog daar af naar het noorden. Aan het einde van de lijn is ook de slinger via Theophile de Bockstraat – Jacob Marisstraat – Andreas Schelfhoutstraat te zien. Het middelste gedeelte van de Sloterweg tussen de Johan Huizingalaan en het Aalsmeerplein is in de jaren zeventig onder het zand verdwenen i.v.m. de aanleg van de Ringweg A10. Bron: Wikimedia.

In 1991 kwam er weer een tram naar Sloten, nu echter naar de nieuwbouwwijk Nieuw-Sloten die toen verrees op het grondgebied van het vroegere tuinbouwgebied Sloten. Tramlijn 2 werd op 23 september 1991 verlengd vanaf de Louwesweg over een nieuwe trambaan die toen nog door een zandvlakte leidde. Langzamerhand kwam deze in de bebouwing te liggen en kreeg de tram zijn eindhalte bij het Oudenaardeplantsoen, nabij de Anderlechtlaan. Van daaruit is het nog tien minuten lopen naar het dorpsplein in Sloten. Met enige fantasie kan men bedenken dat Sloten weer per tram bereikbaar is.

Erik Swierstra; 25 juli 2025
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

Literatuur
* De Amsterdamse paardentrams. Auteur: H.J.A. Duparc. Uitgave: Schuyt en Co, Haarlem, 1997. ISBN 90-6097-455-7
* Het autobusbedrijf, de werk- en dienstauto’s van de Gemeentetram Amsterdam, 1905-1950, door P.H. Kiers, 1994.
* Amsterdam 366 dagen. Auteurs: Mariëlle Hagman, Martin Harlaar en Richard Hengeveld. Uitgeverij THOTH Bussum / Stadsarchief Amsterdam, 2006 ISBN 90-6868-425-6

Zie ook:
*
*

* De tram naar Sloten op het Geheugen van West
* Trams naar Sloten op het Geheugen van de Amsterdamse Tram
* De Gemeentetram Sloten op Wikipedia

 

Diverse afbeeldingen van de Tramlijn Amsterdam – Sloten

Op nummer E113 aan de Sloterkade is Café Sluiszicht en daarvoor staat een diligence die een verbinding verzorgt tussen de Overtoomse Sluis en het dorp Sloten; circa 1910. Sloterweg E110 – E114 (ged.) v.r.n.l., Gemeente Sloten. (Later hernoemd naar Sloterkade 11 – 14 v.r.n.l.). Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Omnibusdienst Sloten – Overtoomse Sluis. Ter hoogte van Sloterkade 56 (Sloterweg E 204), café ‘Aalsmeerder Veerhuis’, Eigenaar L. van Putten; 1914. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Opening van de paardentramlijn Amsterdam – Sloten, nabij de tramremise in het dorp. Op de voorgrond het remisespoor; 13 augustus 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Opening van de paardentramlijn Amsterdam – Sloten, nabij de tramremise in het dorp. Op de voorgrond het remisespoor. Op het weiland op de achtergrond verrees enkele jaren later de Speeltuin Sloten; 13 augustus 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Paardentram in de Dorpsstraat van Sloten met links op nr. A 173 (later Sloterweg 1190) het huis van de hoofdonderwijzer van de naastgelegen Sint-Jozefschool; circa 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Paard met koetsier voor de remise van de Gemeentetram Sloten (GTS) op nr. A 236 (later Sloterweg 1275); circa 1920. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Paardentram met twee rijtuigen (een open en een gesloten rijtuig) met daarvoor twee paarden aan het eindpunt Akerweg van de tramlijn van Sloten naar Amsterdam. Links op de achtergrond Café ‘Rustoord’ aan de Akerweg op nr. A 283 (later ‘de Halve Maen’ op Sloterweg 1345); circa 1920. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Voormalige Gemeentetram Sloten (GTS), sinds 1921 tramlijn 21 van de Gemeentetram Amsterdam (GTA). Motortram op de lijn Andreas Schelfhoutstraat – Akerweg (Sloten) in de Jacob Marisstraat bij de Andreas Schelfhoutstraat (tot 1922 Bosboomstraat); augustus 1925. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Motortram van de Gemeentetram Amsterdam op lijn 21 Andreas Schelfhoutstraat – Akerweg (Sloten) met bus nr. 4 en rijtuig nr. 3 (ex-paardentram Amsterdam) voor de huizen Jacob Marisstraat 83-93, gezien naar de Andreas Schelfhoutstraat; 10 augustus 1924. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Voormalige Gemeentetram Sloten, sinds 1921 tramlijn 21 van de Gemeentetram Amsterdam. Motortram op de route Andreas Schelfhoutstraat (voorheen Bosboomstraat) – Akerweg (Sloten), met provisorische auto-trekktracht en twee rijtuigen, waaronder rijtuig nr. 7, afkomstig van de Slotense paardentram. Op de achtergrond de huizen Jacob Marisstraat 89-97. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Motortram op de lijn Jacob Marisstraat – Akerweg met een provisorische trekkracht in de vorm van vrachtauto nr. 14 van de Gemeente Amsterdam en een rijtuig van de Gemeentetram Amsterdam, afkomstig van de Amsterdamse paardentram, in de Jacob Marisstraat; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Motortram met een autobus als trekkracht en een rijtuig afkomstig van de Amsterdamse paardentram op lijn 21 Jacob Marisstraat – Akerweg (Sloten) buigt af vanaf het Jacob Marisplein naar de Theophile de Bockstraat; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Tram wordt voortgetrokken door een auto voor personenvervoer op de hoek Jacob Marisplein en Theophile de Bockstraat 2 – 4 (v.r.n.l.). Het spoor buigt rechtsaf naar de Sloterkade en gaat verder langs de kade en de Sloterweg naar Sloten; circa 1922. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Voormalige Gemeentetram Sloten, sinds 1921 tramlijn 21 van de Gemeentetram Amsterdam, op het eindpunt Akerweg (Sloten) nabij de Sloterbrug; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Rijtuig nr. 3 van de tramlijn Amsterdam – Sloten met aanrijdingsschade te Sloten. Dit rijtuig is een voormalige Amsterdamse paardentram; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Na de opheffing van de tramlijn Amsterdam – Sloten in 1925 werd de dienst op deze verbinding vele jaren onderhouden door buslijn G van de Gemeentetram Amsterdam. De bus had een keerlus aan de Akerweg, nabij de Sloterbrug. Rechts is het wachthuis van de bus te zien. Op de achtergrond in de verte de bomen van de Osdorperweg; 1938. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Buslijn G verzorgde tussen 1925 en 1965 de verbinding van het dorp Sloten met Amsterdam (Haarlemmermeerstation). De bus op het eindpunt bij de Ringvaart van de Haarlemmermeer tegenover Sloterweg 1345 met autobus 74 van het Gemeentevervoerbedrijf (GVB); juni 1953. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De steeg tussen de huizen Sloterweg 1269 en 1277 gezien in zuidelijke richting. Op de achtergrond, op nummer 1275, de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten annex-brandweerkazerne van de gemeente Sloten; 25 april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De voorgevel van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als het pakhuis van Gerrit van der Puij en was nauwelijks gewijzigd (zie ook foto nr. 10). Het werd gesloopt in 1988. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De achtergevel van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als magazijn / opslagruimte. Het werd gesloopt in 1988. Rechts is nog de torenspits van de Sloterkerk te zien. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De achtergevel van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als magazijn / opslagruimte. Het werd gesloopt in 1988. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Interieur van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als het pakhuis van Gerrit van der Puij. Het werd gesloopt in 1988. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Interieur van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als magazijn / opslagruimte voor oude auto’s. Het werd gesloopt in 1988. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De dorpsstraat van Sloten met tramrails die een goede indruk geven van de route van de tramlijn door het dorp. Links is het voormalige Rechthuis zichtbaar op nr. A 218 en A 219 (vanaf 1922: Sloterweg 1230); circa 1918. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De dorpsstraat van Sloten met tramrails die een goede indruk geven van de route van de tramlijn door het dorp. Links zijn zichtbaar de huizen A 201 en 202 (vanaf 1922: Sloterweg 1224-1220). In de verte de toren van de Sint-Pancratiuskerk; circa 1918. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De Akerweg te Sloten met tramrails die een goede indruk geven van de route van de tramlijn door het dorp. Links zijn zichtbaar de huizen A 284 en A 285 (vanaf 1922: Sloterweg 1252 en 1246). In de verte de toren van de Sint-Pancratiuskerk; circa 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

 

Een elektrische tram naar het dorp Sloten?

In 1915 werd op verzoek van de Verkeersvereniging Sloten een onderzoek gedaan naar de mogelijkheid tot het aanleggen van een elektrische tramlijn langs de Sloterweg tussen de Overtoomse Sluis en de Ringvaart bij het dorp Sloten. In het archief van de Sint-Jozefschool te Sloten, opgenomen in het Stadsarchief Amsterdam, bevinden zich ook enkele stukken met betrekking tot een plan voor een elektrische tram naar het dorp Sloten.

In een rapport van de heer Van Melden in Zandvoort van 10 juli 1915 werden de mogelijkheden beschreven. Hieronder een samenvatting van de tekst van Van Melden.

De tramlijn zou worden uitgevoerd in smalspoor, met een spoorwijdte van één meter. Het voorstel was om de tramdienst te gaan onderhouden met één tramwagen. De lengte van de tramlijn zou circa 5 kilometer gaan bedragen, waarbij gerekend werd op een gemiddelde snelheid van 20 à 25 km/h. De ritduur zou hierbij circa 15 minuten bedragen. Als de tram iedere 40 minuten van het eindpunt zou vertrekken, zou er aan de eindpunten circa 5 minuten overblijven.

Mocht later blijken dat toename van het vervoer meerdere diensten vereist, dan zouden er op meerdere plaatsen onderweg wisselplaatsen kunnen worden aangelegd, zodat er met meerdere wagens vanaf de beide eindpunten gereden zou kunnen worden.

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

Elf profielen van de geplande elektrische tramlijn langs de Sloterweg; juli 1915.

Langs de kant van de Sloterstraatweg
Het was wenselijk vanaf de Ringvaart, waar in de omtrek ook de remise zou worden geplaatst, de noordelijke sloot langs de weg te dempen, zodat de tram daar buiten de straatweg zou komen te lopen. Bij de uitspanning van Kuiper zou de trambaan de weg moeten kruisen en dan verder langs de zuidelijke kant moeten vervolgen. Waar de sloot gedempt wordt blijft de weg vrij voor het overige verkeer. De scherpe bochten vervallen hiermee waardoor minder geleidings-(bovenleidings)-palen nodig zijn en er minder slijtage aan rails en wielbanden zal zijn. Ook is de tram zo van verre zichtbaar en dus niet plotseling ‘om de hoek zal komen’.

De tram houdt de zuidelijke kant van de weg, aan de noordelijke kant liggen waterleidingbuizen van de Genie, dit zou gevaren opleveren, nog afgezien van of er wel toestemming voor zou komen. Aan de zuidkant liggen alleen gasbuizen, die voor de aanleg geen ‘noemenswaardig’ bezwaar op zouden leveren.

Tussen de Hoeve ‘Welgelegen’ en de Hoeve ‘Lissabon’ maakt de weg een sterke bocht. Hier zou het wenselijk zijn de trambaan over een lengte van 75 meter achter de bomen te leggen. Hiervoor zal de sloot gedeeltelijk moeten worden gedempt en een aantal bomen verwijderd worden. Een klein deel van het aanliggende weiland valt in de aan te leggen baan.

Ontworpen trambaan met keerlus voor de elektrische tramlijn naar Sloten bij de Overtoomse Sluis; juli 1915.

Keerlus bij de Overtoomse Sluis
De trambaan volgt de zuidelijke kant van de weg tot aan de Theophile de Bockstraat. Daar wordt de weg gekruist en rijdt de tram door deze straat en zwaait vervolgens af naar de Jacob Marisstraat. Aan het einde van deze straat komt de tram via de Bosboomstraat nabij de sluis weer bij de Sloterweg. Hier wordt dan een lus gevormd waarmee de tram steeds dezelfde kant uitrijdt, hetgeen de motor van de tram ten goede komt. Op het smalle deel van de weg bij de sluis moeten de bomen langs de huizen verdwijnen.

De gehele Sloterstraatweg leent zich goed voor de tramweg, alleen bij de lus is het wat moeilijker met de smalle straten aldaar. Als voorbeeld werd Haarlem aangehaald waar de tram ook al door diverse smallere straten rijdt en waar zich ‘nimmer iets voordeed’.

In de bijlage zijn drie afbeeldingen gevoegd van de wegprofielen, de situatie bij de Overtoomse Sluis en een ontwerp van een motorwagen, gedeeltelijk ingericht voor het vervoer van goederen.

De bijgevoegde tekeningen

De route zou lopen vanaf de Overtoomse Sluis via de Sloterweg tot aan de Sloterbrug. Er werden opmetingen gedaan t.b.v. de aanleg van de trambaan. Hiervoor werden profieltekeningen gemaakt van elf locaties langs de route. Op een aantal plaatsen zou de trambaan buiten de bomenrij gelegd moeten worden, waarvoor sloten moesten worden gedempt. Dit zou uiteindelijk niet gebeuren, het tramspoor werd aan de kant van de weg aangelegd.

Ook werd een ontwerp gemaakt voor het eindpunt nabij de Overtoomse Sluis. Hiervoor was een keerlus voorzien waarbij de tram komende van de Sloterstraatweg (thans Sloterkade) een lus zou beschrijven via de Theophile de Bockstraat, Jacob Marisstraat en -plein naar de Bosboomstraat (vanaf 1923 Andreas Schelfhoutstraat) en terug via de Sloterkade. Bij de uiteindelijke aanleg van de tramlijn in 1918 kwam er een kopeindpunt in de Bosboomstraat.

Ontwerp voor een elektrische motorwagen voor de tramdienst Amsterdam – dorp Sloten; juli 1915.

Ontwerptekening motorwagen
Er was ook een ontwerptekening voor een elektrisch motorrijtuig. De tekenaar heeft zich duidelijk laten inspireren door de stadstram van Haarlem, waar de Electrische Spoorweg-Maatschappij (ESM), voorheen Eerste Nederlandsche Electrische Tram-Maatschappij (ENET), op meterspoor een tramdienst exploiteerde. De voor de Slotense tram getekende tram heeft sterke gelijkenis met de in 1913 verbouwde motorwagens van de serie 41-57 (in 1899 gebouwd als bijwagens), met maximum-traction draaistellen en vijf zijruiten. Afwijkend was dat er ook een bagageruimte was voorzien, waardoor deze tram iets langer zou zijn geworden.

Modeltekening van een motorwagen uit Haarlem van de serie 41-57 van de ENET.

In 1917 besloot de gemeenteraad van Sloten tot aanleg van deze elektrische tramlijn. De tijd was echter niet gunstig, mede als gevolg van de Eerste Wereldoorlog was er schaarste aan geld en middelen en was een elektrische tram te hoog gegrepen. Uiteindelijk werd met tweedehands materialen (rails en tramrijtuigen) in de zomer van 1918 een paardentramlijn geopend, die slechts een beperkte levensduur van enkele jaren zou kennen.

Erik Swierstra, 23 juli 2025.

Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

De kaarten zijn afkomstig uit het Stadsarchief Amsterdam.

* Voor de verdere geschiedenis van ‘De tram naar Sloten’: zie:

* Meer over de bovenstaande tekst is te vinden in het Stadsarchief Amsterdam op: https://archief.amsterdam/inventarissen/details/31488/path/19 (op punt 19)

19 Archief van de Verkeersvereniging Sloten 1915, plannen voor de aanleg van een elektrische tramverbinding tussen Amsterdam en Sloten, respectievelijk vanaf de Overtoomse Sluis tot de ringvaart bij het dorp Sloten, in tegenstelling tot dit plan voor een elektrische tram ging de lijn in 1918 van start als paardentram en zonder demping van sloten om daarmee de tram buiten de rijbaan aan te leggen, omdat de lijn en smalspoor was kon deze na de annexatie in 1921 niet op het Amsterdamse tramnet worden aangesloten, Wel werd het paar vervangen door een auto tractor totdat in 1923 de lijn definitief werd opgeheven

89 Aan het Bestuur der Verkeersvereniging te Sloten N.H., brief van de ontwerper Van Melden aan het bestuur der Verkeersvereniging Sloten N.H., 10 juli 1915, als toelichting op het plan met de drie bouwtekeningen voor de aanleg van een elektrische tramverbinding tussen Amsterdam en Sloten, 3 pagina’s getypt, 1915

Bijzondere bomen in Sloten en Oud Osdorp

Binnen de gemeente Amsterdam staan er zo’n 1 miljoen bomen. Daarvan zijn er circa 4.000 zo bijzonder dat de gemeente er extra zuinig op wil zijn. Een deel van deze bomen krijgt extra bescherming. Hiervan worden er 119 zo bijzonder gevonden dat zij een ‘kampioenboom’ zijn. Een onafhankelijke adviescommissie adviseert hierover.

Er zijn lijsten opgesteld voor de diverse stadsdelen, waaronder Nieuw-West. Binnen dit stadsdeel ligt ook het landelijke gebied Sloten-Oud Osdorp. Ook hier zijn op de lijst diverse bijzondere bomen opgenomen. Hierbinnen zijn er ook weer diverse categorieën:
* beschermwaardige houtopstand
* ander waardevol groen
* niet (opnieuw) opnemen in de lijst
* nog te (her)beoordelen
* kampioenboom

Als we verder inzoomen op de lijst en op de kaart dan staan er zowel in Sloten als Oud Osdorp circa veertig individuele interessante bomen (beschermwaardige houtopstand) alsmede een bomenrij van circa honderd bomen en voorts nog een klein aantal ‘kampioenbomen’. De betreffende bomen zijn te vinden op: https://maps.amsterdam.nl/bomen_bijzonder_nieuwwest/

Kampioenbomen
Dit zijn bomen van een uitzonderlijke betekenis, van een klasse apart. Als dat niet op het niveau is van Nederland of Amsterdam, dan toch overduidelijk voor het betreffende stadsdeel. Die uitzonderlijkheid kan bijv. liggen in het zijn van de dikste, hoogste, oudste, zeldzaamste, e.d., maar ook in het bijzondere verhaal achter de boom, zoals bij de Anne Frankboom het geval was.

De rooie reus van Sloten. Foto: Tamar Frankfurther (2016).

Van deze laatste categorie zijn er in Sloten-Oud Osdorp vijf aanwezig:
* de Bruine beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’) uit 1865, in de tuin achter de Sloterkerk aan de Osdorperweg 28,
(zie ook: www.slotenoudosdorp.nl – en
zie ook: www.geheugenvanwest.amsterdam – Rooie Reus van Sloten)
* de Oosterse plataan (Platanus orientalis) uit 1910 tegenover de Sint-Pancratiuskerk aan de Sloterweg 1186 uit 1910,
* de kampioenboom op het Volkstuinenpark Ons Buiten is een Osagedoorn (Maclura pomifera) uit 1950,
* in Oud Osdorp is er de Treures (Fraxinus excelsior ‘Pendula’) uit 1860 bij het oude kerkhof aan de Osdorperweg bij 532,
* en aan de Lutkemeerweg 272 bevindt zich een Peer (Pyrus communis) uit 1875.

Beschermwaardige houtopstand
In de categorie “beschermwaardige houtopstand” heeft het dorp Sloten nog twaalf bomen, waaronder bomen bij de Sloterkerk (Oosterse plataan), de Sint-Pancratiuskerk (Gewone esdoorn), bij de boerderij aan de Osdorperweg 70 (twee Gewone esdoorns (cultuurvariëteit) en nabij de Speeltuin nog twee Bruine beuken (Sloterweg 1252), vier Hollandese lindes (naast Sloterweg 1289) en een Witte paardenkastanje (Sloterweg 1301). Buiten het dorp staat bij de Sloterweg 1047 nog een Bruine beuk.

Ten zuiden van de Sloterweg
In de Riekerpolder zijn in het tuinpark Eigen Hof ook nog drie bomen van deze categorie te vinden. Dit betreft een Moerascipres en twee Watercipressen.

Ook in het Siegerpark zijn er nog tien bomen in de categorie beschermwaardige houtopstand te vinden. Hier staan enkele bijzondere soorten die elders weinig voorkomen. Dit betreft een Osageboom, Perzisch ijzerhout, Japanse levensboom, Prieelberk, Japanse walnoot, Zeeden, Witte paardenkastanje en twee Oostenrijkse eiken.

Aan de Oude Haagseweg 54 bevindt zich een Witte paardenkastanje, aan het Anton Schleperspad staat nog een Gewone Esdoorn op de lijst.

Het Volkstuinenpark Ons Buiten heeft een groot aantal bijzondere bomen, waarvan er dertien op de lijst beschermenswaardige bomen staan. Dit betreft een Zwarte populier, Schietwilg, drie Watercipressen, Zwarte moerbei, Canadapopulier, Zachte berk, Perzisch ijzerhout, Moseik, twee Japanse cipressen en een Moerascipres.

Akerpolder
In de Middelveldsche Akerpolder zijn er bij de Akersluis een Zomereik, langs de P.H. Frankfurthersingel een Huntingdon-iep en twee Esdoornbladige platanen aan te treffen. Voorts zijn langs de Zuiderakerweg nog twee beschermenswaardige bomen aan te treffen: een Gele treurwilg bij nr. 52 en een zelfde boom bij nr. 99. Ook aan de Noorderakerweg staat nog zo’n boom bij nr. 295.

Oud Osdorp
In Oud Osdorp zijn nabij de oude dorpskern aan de Osdorperweg nog vier beschermenswaardige bomen: een Gele treurwilg aan de Osdorperweg 501, een Es (tegenover Osdorperweg 513), een Zomereik op Osdorperweg 576 en een Hollandse linde bij Osdorperweg 614.

In de Polder de Eendracht staat op het Nieuwe Bijenpark aan de Baron Schimmelpenninck van der Oyeweg 4 nog een bijzondere Watercipres en bij de Haarlemmerweg 103 / Joris van den Berghweg 105 (1800 Roe) een Hollandse linde.

Nico Broekhuysenweg
Tot slot is het grootste aantal beschermwaardige houtopstanden te vinden aan de Nico Broekhuysenweg. De bomen zijn onderdeel van nog ruim honderd van de oorspronkelijke aanplant overgebleven prachtige volgroeide Essen in rijen.

Welke bomen bijzonder zijn is ook te vinden op de kaart: https://maps.amsterdam.nl/bomen_bijzonder/

Erik Swierstra; 21 juli 2025.

De Wijsentkade

De Wijsentkade is een uit de Middeleeuwen daterende kade (lage dijk) die de scheiding vormt tussen de Osdorper Bovenpolder en Middelveldsche Akerpolder enerzijds en de Lutkemeerpolder anderzijds. Voor 1795 was dit tevens de grens tussen de ambachtsheerlijkheden Osdorp, Raesdorp en Nieuwerkerk.

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

Kaart van de Lutkemeer e.o. vervaardigd door Floris Floris Balthasars en zijn zoon Balthasar Florisz van Berckenrode; circa 1615. Linksboven is de naam ‘de Wijsent’ te zien.

De kade liep vroeger in noordelijke richting door, langs de buurtschap Raesdorp, naar Houtrijk en Polanen (Halfweg) en in westelijke richting naar het door de Haarlemmermeer verzwolgen dorp Nieuwerkerk. De ‘Wijsent’ is een naam die in Noord-Holland vaker voorkomt en schijnt afkomstig te zijn van een Oudfries woord dat ‘veld’ of ‘weide’ betekent.
* Zie ook: nl.wikipedia.org/wiki/Wijsentkade.

De Lutkemeer en omgeving omstreeks 1746. Het gele gebied is Raesdorp, het roze gebied is het restant van Nieuwerkerk, het groene gebied is Oostdorp (Osdorp), met onderaan ‘De Naecker Molen’. De ‘Wijsent Kade’ loopt langs de noordgrens van Raesdorp, de noord- en oostgrens van de Lutkemeer. De grijze strook onderaan is door de Haarlemmermeer weggespoeld land.

De Lutkemeer en Raasdorp met de pas gegraven Ringvaart van de Haarlemmermeer, die zelf nog niet is drooggemaakt. Links nog het laatste restant van Nieuwerkerk aan den Drecht. Onderaan de Akerpolder, met de (oude) Akermolen. Rond de Lutkemeer loopt de Wijsentkade; circa 1848.

De Wijsentkade bij de Lutkemeerpolder; 2 mei 2015.
Foto: Erik Swierstra.

De dijkcoupure in de Wijsentkade gezien in oostelijke richting; 15 september 2018. Foto: Erik Swierstra.

In West-Friesland (gemeente Medemblik) bestaat een buurtschap met een verwante naam: Wijzend. Deze naam wordt als volgt verklaard:
De plaatsnaam Wijzend verwijst naar de ligging van de weiden ten opzichte van de dijk de Wijzend. De plaatsnaam komt in 1639 voor als Wijsent.
* Zie ook: nl.wikipedia.org/wiki/Wijzend.

Na de inpoldering van de Lutkemeer in 1865 vormde de Wijsentkade een ringdijk rondom de Lutkemeerpolder, geheel gelegen binnen de gemeente Sloten. Sindsdien vormt deze kade de begrenzing met de Osdorper Bovenpolder aan de noordoostkant en de Middelveldsche Akerpolder aan de zuidoostkant. In het onbebouwde deel van de polder is de kade grotendeels in het landschap terug te vinden. Bij de Lutkemeerweg ligt een coupure in het dijklichaam van de Wijsentkade.

 

Over de polders in de voormalige gemeente Sloten is meer te lezen op: .

Zie verder:
* De Osdorperpolders
* De Lutkemeerpolder
* De Middelveldsche Akerpolder

Erik Swierstra; 8 juli 2025.

Dit artikel is ook te lezen als pdf: De Wijsentkade (pdf).

Huis op de Wijsentkade, links de coupure in de dijk, op de achtergrond de Lutkemeerweg; 12 juli 1967. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Huis op de Wijsentkade, links de coupure in de dijk, op de achtergrond de Lutkemeerweg; jaren tachtig. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Huis op de Wijsentkade, links de coupure in de dijk, op de achtergrond de Lutkemeerweg; 17 mei 2023.
Foto: Erik Swierstra.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Lutkemeerpolder in 1903 met langs de Lutkemeerweg vijf boerderijen: Tijd is geld, De Melkweg, de Boterbloem, Nooit Gedacht en ’t Oog in ’t Zeil. Aan de linkerkant het stoomgemaal langs de ringvaart, aan de onderkant het nog bestaande Stoomgemaal De Lijnden. Links van de Ringvaart een een gedeelte van Raesdorp en Nieuwerkerk. De Wijsentkade vormt de noord- en oostgrens van de Lutkemeerpolder.

Kaart van de Lutkemeerpolder (boven), met de Begraafplaats Westgaarde, en de Middelveldsche Akerpolder, reeds gedeeltelijk bebouwd met de westpunt van de Tuinstad Osdorp; 1983. De Wijsentkade vormt nog steeds de noord- en oostgrens van de Lutkemeerpolder.