Algemeen

Behoud van cultuurhistorie

Slotenaar Jaap Veldhuisen van de Sloterweg vindt ook dat de boogbrug over de molensloot, die in 1932 bij de aanleg van de Oude Haagseweg gebouwd is, behouden moet blijven.

Pal naast waar tegenwoordig de A4 ligt, verzorgt Jaap Veldhuisen zijn hele leven al koeien. (Foto: Marga van Zadelhoff-Veldhuisen; 2009.)

Aan de vereniging ‘De Oeverlanden blijven!’ schrijft hij: “Ja, ik ben het volledig met u eens dat dit stukje cultuurhistorie behouden moet blijven! Wij gebruiken als familie Veldhuisen het stuk land tussen de Geniedijk en de A4 (links van de Gasunie) al 88 jaar voor onze koeien.

Het is hier enorm veranderd. Wist u dat de molensloot begon bij de Sloterweg, rechts van Boerderij de Margareta Hoeve (nummer 1081)? Hij liep in een rechte lijn langs het Genie-weggetje tot het terrein van de Militaire Waterleiding. Daar ging de sloot haaks linksaf. Hier ligt het enige stuk van de molensloot dat nog over is.

Afgelopen najaar is deze sloot door Waternet uitgebaggerd. Op de plek van de brug liep de molensloot vroeger haaks rechtsaf in een rechte lijn naar de Riekermolen. Als die er nog zou staan, zou hij nu middenin de Nieuwemeer staan.”

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 13 januari 2021.

‘Behoud Lutkemeer’ strijdt ook in 2021 door

Tegen de afspraken in heeft de projectontwikkelaar vorig jaar met zwaar materieel 20 hectare landbouwgrond afgegraven. De schade is groot, maar niet onherstelbaar.

(klik op de afbeelding voor een grotere weergave; foto: Lutkemeer.)

‘Behoud Lutkemeer’ is druk bezig met het voorbereiden van nieuwe acties en een omvangrijke rechtszaak. Wie hun protest wil steunen en/of wil doneren, kan voor meer informatie terecht op de website www.behoudlutkemeer.nl.

Het is een verdrietig aangezicht. Waar tot voor kort mooie biologische akkers lagen, overheerst nu vernieling. Wilde vogels en andere dieren zijn gevlucht of gedood. In de polder zijn diepe en brede sloten gegraven. De opgeschepte klei is ter verzwaring op de akkers gestort.

Politiek twijfelt
In de gemeenteraad ontstaat steeds meer onrust over de gang van zaken. Behoud Lutkemeer: “In een aangenomen motie is beloofd dat “er alleen begonnen mag worden met de bouwwerkzaamheden als er ook een koper zou zijn voor het betreffende perceel”. Nog altijd is niet bekend wie die “geheime afnemer” is.

Bovendien is er – voor zover bekend – alleen sprake van een reserveringsovereenkomst en niet van een koopovereenkomst. De termijn voor deze overeenkomst is allang verlopen. Is er wel een koper of wil de GroenLinks-wethouder vooral de polder vernielen in de hoop zo het verzet te breken? Laten we hopen dat de gemeenteraad zijn controlerende taak nu echt gaat oppakken. Dan kan de schade worden hersteld en de biologische landbouw herstart worden.”

Op 13 januari 2021 krijgen de wethouder en de gemeenteraadsleden het rapport ‘Het natuurlijk kapitaal van de Lutkemeerpolder’ van Wageningen University & Research. Behoud Lutkemeer spreekt dan ook in over de Lutkemeer. Wordt dus vervolgd!

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 13 januari 2021.

Acht eeuwen Sloterkerk

Aan de westrand van Amsterdam ligt het oude dorp Sloten, dat zijn karakter ondanks de nabijheid van aangrenzende nieuwbouwwijken in De Aker en Nieuw-Sloten aardig heeft weten te behouden. Blikvanger van de dorpskern is de protestantse Sloterkerk op het Dorpsplein. Het huidige gebouw dateert uit 1861, maar de voorgeschiedenis gaat terug tot ruim acht eeuwen geleden.

Door Bert Stilma – 9 januari 2004

Sloten is als woongemeenschap veel ouder dan Amsterdam, dat waarschijnlijk rond 1200 ontstond. De kapel te ‘Scloten’ wordt voor het eerst genoemd in een oorkonde uit 1063, die waarschijnlijk gebaseerd is op een nog ouder document uit 993. Dat oudste Sloten lag echter niet op de huidige plek, maar een stukje noordelijker, pal ten zuiden van het toenmalige Slotermeer.

De kerk van Sloten in de winter (op het ijs kolfspelers en schaatsers). Schilderij van Jan Abrahamsz. Beerstraten; omstreeks 1650.

Dat meer werd in 1644 drooggemaakt al is het daarna nog een paar keer overstroomd en opnieuw drooggelegd. In het kader van de bouw van de Westelijke Tuinsteden werd de polder kort na 1950 uitgegraven en kreeg het de nieuwe naam Sloterplas. Het oer-dorp lag waarschijnlijk vlakbij het huidige Osdorpplein. Dat blijkt uit de aanduiding ‘Oud Kerkhof’ (in diverse spellingen) op enkele 16de-eeuwse streekplattegronden, want waar een kerkhof was, moeten ook een kerk en woonhuizen zijn geweest.

Met behulp van die oude kaarten hebben in 1949 de historisch geïnteresseerde Slotense boeren J.P. Reijnierse en J. Hopman berekend waar in het toenmalige weidelandschap (dat kort daarop volgebouwd zou gaan worden) het Oud Kerkhof en dus ook het oudste dorp gelegen moesten hebben. Ze roeiden erheen, en zowaar, ze groeven er wat brokstukken van kogelpotten op en een beeldje van Sint Barbara. Over de ouderdom van die (slecht gedocumenteerde) vondsten bestaan echter stevige twijfels.

De eerste professionele opgraving, onder leiding van stadsarcheoloog Jan Baart, vond pas plaats toen de Westelijke Tuinsteden al ruim dertig jaar oud waren. Dat was een kort onderzoekje aan het Hoekenespad (ten zuidoosten van het Osdorpplein), toen daar in 1984 een school werd afgebroken. De archeologen vonden er wel wat aardewerkscherven uit de 11de en 12de eeuw, maar geen spoor van een kerk of kerkhof.

Waarschijnlijk lag dat nét iets noordelijker. Dat het Oud Kerkhof nog steeds genoemd werd op kaarten van omstreeks 1600 suggereert dat het nog een paar eeuwen bleef bestaan nadat de nederzetting was verplaatst naar de huidige, zuidelijker gelegen locatie, langs de Sloterweg. Op grond van opgravingen op het Dorpsplein in 1991 trok stadsarcheoloog Jan Baart de conclusie dat die nieuwe nederzetting werd gesticht omstreeks 1175, en dat daar wat later, toen steeds meer dorpelingen naar de nieuwe plek waren verhuisd, een nieuwe kerk is gebouwd. De reden van de verhuizing van het dorp staat niet vast; mogelijk had men last van overstromingen vanuit het Slotermeer.

Het houten kapelletje aan het meer bleef waarschijnlijk ongebruikt staan tot het verging door weer en wind. Op de nieuwe plek bouwden de Slotenaren een stenen kerkje, gewijd aan Sint-Pancras, ongeveer waar de huidige kerk staat. Jan Baart sprak in 1992 in Ons Amsterdam het vermoeden uit dat dat kerkje begin 13de eeuw nog iets van plaats is veranderd: dat viel af te leiden uit de plots veranderde plattegrond van een in 1991 opgegraven huis náást de kerk. (Archeologisch onderzoek onder de kerk zelf was helaas niet mogelijk.)

Sloter Kerck – De Sloterkerk met het verwoeste koor gezien vanuit het noorden; circa 1650. Prent van Roghman, Geertruyd, Roghman, R. (Roelant; 1627-1692).

De oudste – anonieme – tekening van de (bijna?) oudste Sloterkerk in het nieuwe dorp stamt uit 1594, maar die afbeelding moet uit het geheugen zijn gemaakt, want dat gebouw was, in het krijgsgewoel van de Tachtigjarige Oorlog, al in 1572 door de geuzen verwoest. Uit het Kabinet van Nederlandsche en Kleefsche Outheden, dat voor het eerst in de 17de eeuw verscheen, komen we te weten dat de oude kerk van Sloten “veel wyder van omtrek en veel hoger is geweest dan de tegenwoordige kerk die naauwlyks de halve grote der oude heeft”.

Een deel van de ruïne van de oude kerk is nog lang blijven staan, leert een ets van Geertruyd Roghman uit omstreeks 1645. Alleen het westelijkste deel van de verwoeste kerk (het deel bij het ingangsportaal onder de toren) werd opgekalefaterd of nieuw opgetrokken. Links op Roghmans ets staan van het koor (het in een ronding eindigende oostelijke deel van het gebouw) nog geblakerde resten overeind. Die werden in 1654 afgebroken. De vernieuwde kleine kerk, waarvan het schip aanvankelijk provisorisch werd afgesloten door een houten achterwand, kreeg er toen een bescheiden kooromgang bij. In die vorm werd het geschilderd door Jan Abrahamsz Beerstraaten.

Een andere belangrijke verandering was natuurlijk dat het nieuwe kerkje niet meer werd gebruikt voor de katholieke maar voor de protestantse eredienst.

‘Alle dienst onmiddellijk staken’
Toen halverwege de 19de eeuw dit stenen kerkgebouw steeds gammeler werd, begon men te denken aan de bouw van een nieuwe Sloterkerk. Omdat in het jonge Koninkrijk der Nederlanden de rijksoverheid steeds dirigistischer werd, kwam de bouw onder toezicht van Rijkswaterstaat te staan. Als die instantie de bouwkundige kwaliteit van een kerkgebouw onvoldoende bevond, dan werd de kerkelijke gemeente gesommeerd om uit eigen middelen over te gaan tot restauratie.

We weten dit zo precies omdat op 4 april van het jaar 1857 de heer J. Keijzer, opzichter van de Provinciale Waterstaat, zijn bezoek voor een inspectieonderzoek aan de predikant van Sloten aankondigt. Dat inspectierapport moet vernietigend zijn geweest. Het kerkbestuur kreeg het bevel “om alle dienst in de kerk onmiddellijk te staken en tot spoedige sloop van het gebouw over te gaan”.

Sloterkerk

Architect P.J. Hamer, die in dienst was van Rijkswaterstaat, ontwierp de huidige Sloterkerk. Jonkheer J.W.G. Boreel van Hoogelanden, het zeven jaar oude zoontje van de commissaris van de koningin in Noord-Holland, mocht op 27 maart 1860 de eerste steen leggen. Een jaar later werd de kerk geopend. Een paar elementen uit de 16de-eeuwse kerk vonden weer een plaats in het nieuwe gebouw: de lezenaars uit 1664, de kroonluchters en het Knipscheer-orgel uit 1850.

Tegen het eind van de 20ste eeuw begon de Sloterkerk weer ernstige gebreken te vertonen. De toren bleek in 1965 zelfs zó bouwvallig, dat die geheel moest worden gesloopt en herbouwd. Maar waarschijnlijk op een koopje, want twee jaar terug bleek het weer slecht gesteld met de leien van de spits en het voegwerk van de kerktoren.

De eigenaar van de toren besloot tot een ingrijpende opknapbeurt. Dat was stadsdeel Osdorp, want begin 19de eeuw werd het eigendom van alle kerktorens toebedeeld aan de lokale overheden, als uitkijkposten voor het signaleren van eventuele branden en onverhoopt oprukkende vijandelijke legers.

Ook de hooggelegen plafonds bleken aan een grondige renovatie toe, net als de tien hoge ramen met hun sterk verweerde houten kozijnen. En om verdere verzakkingen te voorkomen diende de vloer geheel opnieuw te worden gelegd. Die werkzaamheden kwamen voor rekening van het kerkbestuur, eigenaar van de rest van het gebouw. Uit efficiency-overwegingen besloten beide huisbazen hun afzonderlijke karweien samen aan te besteden en tegelijk uit te laten voeren.

De restauratie is ten dele ook een modernisering. De nieuwe vloer wordt bijvoorbeeld van beton, op piepschuim en trekstangen. En de bouw van een podium en een invalidentoilet preludeert op het streven om na de restauratie de Sloterkerk ook open te stellen voor meer algemeen culturele activiteiten.

Interieur Sloterkerk

Het ligt namelijk nadrukkelijk in het voornemen van het kerkbestuur om de Sloterkerk naast de zondagse kerkdiensten ook – al of niet geleidelijk aan – open te stellen voor andere, meer cultureel gerichte activiteiten. Daarbij wordt in eerste instantie gedacht aan het organiseren van muziekuitvoeringen. Zowel de akoestiek als de typische 19de-eeuwse ambiance lenen zich er uitstekend voor.

Er wordt ook gedacht aan het houden van lezingen. Want het kerkbestuur vindt dat dit met rijkssubsidie gerestaureerde monument best een bredere groep mag bedienen dan de eigen geloofsgemeenschap.

B. Stilma is historisch pedagoog en auteur. Als lid van de wijkgemeente van de Sloterkerk verdiepte hij zich in de geschiedenis van de kerk.

 

Zie ook: www.sloterkerk.nl en ‘De Sloterkerk, een eeuwenoud verhaal’, geschreven door Bert Stilma. Hierin wordt nader ingegaan op de geschiedenis van Sloten en zijn kerk. Drukkerij Mart Spruijt verzorgde en sponsorde deze rijk geïllustreerde publicatie.

Van: www.onsamsterdam.nl/acht-eeuwen-sloterkerk

Geschiedenis Sint-Pancratiuskerk Sloten

De Sint-Pancratiuskerk is een rooms-katholieke kerk in het dorp Sloten nabij Amsterdam.

Al in de middeleeuwen stond hier een kerk, die echter in 1573 door de Geuzen grotendeels werd verwoest tijdens het Beleg van Haarlem. De kerk van Sloten, gewijd aan Pancratius, was een dochterkerk van die van Velsen. Het dorp lag aan de ‘Heilige Weg’ van Haarlem naar pelgrimsoord Amsterdam, bekend van het ‘Mirakel’ uit 1345. Waarschijnlijk daarom had Sloten een relatief grote kerk, vanwege de vele pelgrims die hier langs kwamen. De Sloterweg was tot het begin van de 16e eeuw de belangrijkste landverbinding tussen Amsterdam en de rest van Holland, totdat de landbrug naar Haarlem in 1508 door de golven werd weggeslagen. Daarna ging het verkeer via Sloterdijk.

Sint-Pancratiuskerk

De kerk te Sloten werd als Protestantse kerk herbouwd. Dit werd de Sloterkerk. De katholieken waren verdreven uit de kerk van Sloten en moesten enige decennia lang gebruikmaken van boerenschuren die als schuilkerk dienst deden. In 1650 werd als vervanging een kerk te Osdorp gebouwd. Deze katholieke kerk was ook weer gewijd aan de heilige Pancratius. De kerk werd vernieuwd in 1789. De toren is er in 1836 afgewaaid. Door de vervening van de omliggende polders werd de kerk als gevolg van verzakking bouwvallig en moest in 1901 worden afgebroken. Ter vervanging werd in 1901 een nieuwe Sint-Pancratiuskerk aan de oostelijke rand van het dorp Sloten gebouwd. Dit is het nog bestaande gebouw aan de Sloterweg.

De parochie van Sint-Pancratius werd in 1893 opgericht. Deze parochie had behoefte aan een eigen kerk, waarbij gekozen moest worden tussen een locatie in Sloten en een plaats in Osdorp. De bouwpastoor J.A. Haverman was een groot voorstander van de huidige locatie en was ook degene die Jan Stuyt aantrok om het gebouw te ontwerpen. Stuyt was een leerling geweest bij A.C. Bleijs (Sint-Nicolaaskerk) en bij P.J.H. Cuypers. Voor Stuyt was dit zijn eerste kerk. In zijn ontwerp voor deze sobere neogotische driebeukige kerk is de invloed van Cuypers goed terug te vinden.

De kerk te Sloten is het eerste door Jan Stuyt gebouwde kerkgebouw. Het is een kleine driebeukige basilicale kerk, gebouwd in een min of meer neogotische stijl. Deze stijl is vrij sober in vergelijking met de meer “traditionele” rijke neogotische stijl die nog steeds de norm was voor katholieke kerken in die tijd. De kerk heeft een korte vierkante toren en een ondiep rechthoekig koor.

Nadat al eerder het interieur werd gerestaureerd werden in 2005 het dak en de torenspits onder handen genomen. Doordat deze restauratie niet goed is uitgevoerd, is de toren in 2013 weer opnieuw gerestaureerd.

Meer informatie over de werken van de architect Jan Stuyt kunt u vinden op de website van Archimon.

Van: www.pancratiussloten.nl

Zie ook: www.archimon.nl

Zie ook: www.nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Pancratiuskerk_(Sloten)

Zie ook: www.reliwiki.nl/index.php/Amsterdam,_Sloterweg_1184_-_Pancratius

Zie ook: www.meertens.knaw.nl/bedevaart/bol/plaats/714

 

Brug 1863 mag niet gesloopt worden

De Vereniging ‘De Oeverlanden Blijven!’ laat weten bezwaar gemaakt te hebben tegen de sloop van brug nummer 1863. Deze brug over de Molenwetering maakte deel uit van Rijksweg 4 naar Den Haag, die in 1938 geopend is. De burg is waarschijnlijk twee jaar eerder gebouwd.

Tot 1968 was de brug in gebruik als onderdeel van de rijksweg, die inmiddels was omgedoopt tot A4. Sinds 1980 is de gemeente Amsterdam eigenaar van dit unieke ‘kunstwerk’ dat nog herinnert aan de begintijd van het rijkswegennet in Nederland. Hoewel de gemeente de brug sindsdien nooit onderhouden heeft, verkeert de brug nog in goede staat.

Vervanging niet nodig
“Hij ziet er ‘strak uit en heeft geen verzakkingen of scheuren”, aldus Nico Jansen van de vereniging ‘De Oeverlanden blijven!’. “Het is een oerdegelijke brug, die de belasting van de bussen naar Schiphol en het bestemmingsverkeer prima aankan. Maar, nu de Westtangent wordt aangelegd, heeft men plotseling bedacht dat deze brug vervangen moet worden.

De projectgroep Westtangent heeft overal in Nieuw-West inmiddels nieuwe vrije busbanen voor deze lijn laten aanleggen. Dat men ook brug 1863 nodeloos wil vervangen komt voort uit protocollair ambtelijk denken. Zo van: Als we toch bezig zijn overal alles te vernieuwen, dan pakken we de vervanging van brug 1863 meteen maar even mee. Blijkbaar bulkt het Westtangent-project van het geld, want er wordt niet eens eerst onderzocht of vervanging wel nodig is…”

Cultuurhistorische waarde
Het verenigingsbestuur oordeelt dus, tot het tegendeel bewezen is, dat sloop van deze brug bij De Oeverlanden niet nodig is: “Deze brug uit 1936 is van zeer grote cultuurhistorische waarde. Het bouwwerk is een van de laatste nog zichtbare stille getuigen uit de Riekerpolder.

Bijna overal in Nederland zijn de bruggen en viaducten van de allereerste generatie rijkswegen inmiddels gesloopt. Het is zonde om deze laatste oude brug zomaar te slopen uit vernieuwingsdrang. Laat een onderzoek eerst maar aantonen dat de bouwkundige staat van de huidige brug zo slecht is, dat hij vervangen moet worden. Volgens ons kan een onderhoudsbeurt volstaan.

Vervanging is pure verspilling van gemeenschapsgeld. Zo nodig zullen wij een voorlopige voorziening bij de rechtbank aanvragen om te voorkomen dat men zomaar gaat slopen en dit cultuurhistorisch erfgoed voor altijd verloren gaat.”

Tamar Frankfurther

Zie ook:
Zie ook:

Succesvol verzet tegen huurverhoging volkstuinparken

Eind vorig jaar ontstond ook op de volkstuinparken op Sloten en Oud Osdorp veel onrust: “Het Amsterdamse gemeentebestuur wilde de huurprijs voor volkstuinparken in 2022 met ruim 400% verhogen (en daarna nog verder tot 700%).

De tuinders willen best wat meer betalen voor hun groene oases in en om de stad, maar dit ging veel te ver”, zo verwoordde Pia Smit van het V.A.T.-bestuur de mening van velen. “Als de gemeenteraad zou hebben ingestemd met dit plan, dan zouden Amsterdammers met een kleine beurs straks niet meer van hun tuintjes kunnen genieten. Die heerlijke ontsnapping aan hun kleine stadswoning verdwijnt dan. Het sociale netwerk op de parken voorkomt vereenzaming van veel Amsterdammers.”

Samen sterk
Vertegenwoordigers van de volkstuinparken bundelden het verzet en overhandigden op 9 december een petitie die in korte tijd door bijna 27.520 mensen gesteund werd. Hierin werd aan de gemeente gevraagd om geleidelijk een redelijke huurverhoging door te voeren. Volkstuinparken moeten bereikbaar blijven voor álle Amsterdammers.

Wethouder Marieke van Doorninck schrok behoorlijk van alle ophef en gaat haar plannen nu aanpassen. Mogelijk worden tuinders met een kleine beurs ontzien en/of wordt de huurverhoging over meer jaren gespreid. Zij geeft aan dat een huurverhoging naar haar mening wel noodzakelijk is omdat de gemeente riolering op de parken moet aanleggen. Daar wordt nog altijd rechtstreeks op het oppervlaktewater geloosd. Ongeveer een kwart van de aangekondigde huurverhoging zou besteed worden aan het aanleggen van deze riolering.

Het is niet duidelijk welke andere dure beheertaken de gemeente voor de volkstuinparken in gedachten heeft. “Als dat grote huurverhogingen voorkomt, kunnen wij met onze tuinders ook zelf het nodige werk verzetten”, aldus Pia Smit. Naar verwachting komt de wethouder komend voorjaar met een nieuw plan…

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 6 januari 2021.

Evenemententerrein Polderheuvel

Aanvankelijk was er geen wolkje aan de lucht. De voorstellen in het Programma van eisen Westrandweg uit 2008 waren het oorspronkelijke uitgangspunt voor de plannen voor Tuinen van West, gebaseerd op kleinschalige evenementen passend binnen het karakter van het gebied.

De gemeente stelde in vervolg op de zoektocht naar evenementenlocaties in Amsterdam in het rapport uit 2017 “Onderzoek Evenementenlocaties” vast dat de Polderheuvel (in de Tuinen van West) met betrekking tot festivals een zogenaamde ‘categorie 3-locatie’ is (redelijk geschikt onder beperkende voorwaarden m.b.t muziekversterking en onder toepassing van een verruiming van de algemeen geldende geluidsnormen).

Daarbij werd voorbijgegaan aan de eerdere uitspraken over kleinschaligheid, en begon der salamitactiek tot oprekken van toegestane evenementen. In het concept beleidsplan ‘Evenementen 2021’ bleek de Polderheuvel plotseling bevorderd tot ‘categorie 1-locatie’voor evenementen terwijl er fysiek niets is veranderd.

Gemeente negeert eigen onderzoek
Zonder enig overleg met de omwonenden negeerde de gemeente in 2020 zijn eigen onderzoeksresultaten. Nu zijn grootschalige dance-evenementen dus blijkbaar wél verantwoord en dus toegestaan! Als dit beleidsplan wordt aangenomen, betekent dit dat heel Oud Osdorp en omgeving voortaan op zomerse weekenden ongevraagd overdag en tot ’s avonds laat mag ‘meegenieten’ van keiharde basdreunmuziek van dancefestivals en versterkt geschreeuw van DJ’s.

Bezwaar en aanbevelingen
Tijdens de voorlichtingsbijeenkomst op 2 december 2019 ontving de gemeente het manifest ‘Van Dancefestival naar Buurtfestival’, opgesteld door de werkgroep ‘GeenN1″. In dit manifest wordt het voorgenomen beleid bekritiseerd en wordt geschetst welke ernstige gevolgen dit beleid voor zijn omgeving zal hebben en worden voorstellen gedaan voor verbetering. Gebaseerd op dit manifest werd door “geenn1” op 4 september 2020 een bezwaarschrift ingediend tegen de op 27 juli gepubliceerde conceptwijziging evenementenbeleid 2021.

Ook de Dorpsraad, de werkgroep Oud Osdorp en belanghebbende Oud Osdorpers hebben gelijkluidende bezwaarschriften ingediend.

Belangrijk argument hierbij is dat er op de Polderheuvel geen grootschalige dance-evenementen kunnen plaatsvinden omdat de gemeente dit zélf geconstateerd heeft tijdens zijn eigen locatie-onderzoek in 2017.

Meer informatie treft u op de website van www.geenn1.nl.

In 2021 zal deze procedure vervolgd worden. De werkgroep zal dit proces nauwgezet volgen en, in samenwerking met de genoemde partijen zich maximaal inzetten om de komst van (grootschalige) dance-evenementen op de Polderheuvel te voorkomen.

Tamar Frankfurther; december 2020.

100 jaar bij Amsterdam

Op 1 januari 2021 is het precies 100 jaar geleden dat Amsterdam een enorme gebiedsuitbreiding kreeg. Vijf omliggende gemeentes werden compleet door de stad ingelijfd, en daarmee dus opgeheven. Daarnaast moesten zes andere gemeentes delen van hun gebied afstaan. Alles bij elkaar werd Amsterdam 100 jaar geleden door de annexaties van zijn 11 buurgemeentes in één klap vier keer zo groot.

Dit artikel is een gedeelte uit een langer artikel van Theo Durenkamp. Voor het gehele verhaal en meer foto’s, zie: www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/100-jaar-bij-amsterdam

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

De Overtoomse Sluis in de Kostverlorenvaart of Schinkel is tot 1921 de grens tussen de gemeente Amsterdam (links) en de gemeente Sloten (rechts). De sluis bevindt zich nét voor de Andreas Schelfhoutstraat, de eerste zijstraat rechts vlak vóór het nog steeds bestaande Aalsmeerse Veerhuis, dat uiterst rechts nog is te zien. Op deze foto uit de jaren ’20 is de ophaalbrug vlak voorbij de sluis al vervangen door een nieuwe brug iets meer noordwaarts, dus net buiten beeld. De beide hoge huizen links op de achtergrond staan ter weerszijden aan het begin van de Amstelveenseweg. Op die plek lag jaren eerder nog een andere gemeentegrens, die met Nieuwer-Amstel. Vandaar de ‘Dubbele Buurt’, waarmee dit grensgebied van 3 samenkomende gemeentes toen werd aangeduid. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De 5 aangrenzende gemeentes die door annexatie op 1 januari 1921 geheel worden opgeheven zijn Sloten, Watergraafsmeer, Buiksloot, Nieuwendam en Ransdorp. De andere aangrenzende gemeentes die geamputeerd worden zijn Westzaan, Zaandam, Oostzaan, Diemen, Ouder-Amstel en Nieuwer-Amstel. In één klap wordt het Amsterdams grondoppervlak uitgebreid van 4.630 naar 17.455 hectare. En met alle 36.000 inwoners uit deze randgemeentes tezamen stijgt de Amsterdamse bevolking met 5 (!) procent van ca. 640.000 naar 676.000.

Amputatie
Eerder, eind 19e eeuw, is de stad dan al uitgebreid met delen van deze buurgemeentes: zo moest Sloten al eerder stukken afstaan voor de Spaarndammerbuurt en de Staatsliedenbuurt. En Nieuwer-Amstel werd geamputeerd voor de bouw van Oud-West, Oud Zuid, De Pijp en de Rivierenbuurt. De gemeente Nieuwer-Amstel, die het raadhuis destijds bewust zo dicht mogelijk tegen de grens met Amsterdam bouwde aan de Amsteldijk hoek Tolstraat, heeft op deze wijze echter maar enkele jaren weerstand tegen zijn opdringerige grote broer kunnen bieden.

Amsterdam vóór 1921 betrof alleen het gele gebied. Op 1 januari 1921 werden alle gebieden met een andere kleur geannexeerd, inclusief een stuk van Het Y en de Zuiderzee. Kaart: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Annexatie als wens…
Opvallend bij deze grote annexatie van 1921 zijn de verschillen in reacties van de bewoners van de op te heffen gemeentes. De dorpen in Noord zijn blij, de overige bieden min of meer felle weerstand. Dat de drie voormalige gemeentes ten noorden van het IJ geen weerstand bieden, heeft alles te maken met de armoede in het dunbevolkte Waterland, nog eens verergerd door de watersnoodramp van 1916 waarbij het zoute zeewater (van de Zuiderzee, want nog geen Afsluitdijk) alle agrarische grond deed verzilten. Aansluiting bij Amsterdam is daarom de wensdroom van de bewoners die nu uit kan komen…

Annexatie als bedreiging
De gemeenten Sloten en Watergraafsmeer zitten in een heel andere situatie. Hun randgebieden tegen de grote stad zijn al uitgegroeid tot forenzenwijken van Amsterdam hetgeen de welvaart van de gehele plattelandsgemeente ten goede komt. De annexatie brengt hier dan ook geen financieel voordeel. De agrarische bevolking ziet de aansluiting bij de grote stad vooral als een bedreiging voor het plattelandskarakter. Hoezeer Watergraafsmeer de afbouw als zelfstandige gemeente beleeft, compleet met een begrafenis op oudejaarsdag 1920, is te lezen op www.annexaties1921.com/watergraafsmeer/

De verrader van Sloten
Hoe anders loopt dat allemaal in de gemeente Sloten. Ook hier is de weerstand tegen de  annexatie groot. Maar wat de kwestie nog verergert, is het optreden van de Slotense wethouder Willem Hendrik de Buisonjé. Omdat hij daarnaast ook nog Tweede Kamerlid is, speelt hij bij de behandeling van de naderende annexatie een wel heel bedenkelijke rol door in het Parlement te verkondigen dat de meerderheid van de gemeente Sloten hiermee instemt! Gevolg hiervan is dat een amendement van een collega-Tweede Kamerlid, nl. om alleen het min of meer verstedelijkte grensgebied van Sloten bij Amsterdam te voegen, hierdoor geen kans meer krijgt. De Buisonjé gaat vanaf dat moment de geschiedenis in als de ‘verrader van Sloten’…

Uitstel van executie?
Interessant bij dit alles is vooral ook de hele geschiedenis rond deze ‘verrader’ in de jaren rond 1920. Slotenaar Kees Loogman dook in diens persoonlijke historie en dan wordt duidelijk wat er in zijn privé- en zakelijk leven allemaal voorafging. Lees het op www.slotenoudosdorp.nl/het-verhaal-van-willem-de-buisonje-de-man-die-sloten-verraadde/ en www.parool.nl/nieuws/het-verhaal-van-willem-de-buisonje-de-man-die-sloten-verraadde~b25b15de/

Het blijft natuurlijk koffiedik kijken wat er gebeurd zou zijn, als De Buisonjé in de Tweede Kamer wél de juiste mening van Sloten had ingebracht. Wie weet was de annexatie dan tóch beperkt gebleven tot de buurt rond de Admiraal de Ruyterweg (waar de tram naar Zandvoort al reed) en de buurt rond de Sloterkade. Maar in dat geval zou de annexatie jaren later toch zeker opnieuw zijn doorgerold tot de ringvaart van de Haarlemmermeer. En … zou het tuinstadplan van Van Eesteren in de jaren ’30 er dan heel anders hebben uitgezien…?

30 jaar wachten
Dat het nog minstens 30 jaar gaat duren eer het agrarische Sloten onder het zand zal verdwijnen is bij de annexatie in 1921 niet voorzien. In de jaren ’20 ontwikkelt de gemeentelijke afdeling Publieke Werken bouwplannen voor Nieuw-West die echter door het Rijk worden afgeschoten. De latere plannen van de gerenommeerde planoloog Cornelis van Eesteren kunnen wél genade vinden, maar dan zijn de crisisjaren ’30 al aangebroken, gevolgd door de oorlog. Pas na de bevrijding komen de plannen uit de jaren ’30, al of niet aangepast, tot verdere ontwikkeling om vanaf begin jaren ’50 te worden uitgevoerd met als eerste de opening door Koningin Juliana van Tuinstad Slotermeer op 7 oktober 1952. Het gezin Reusch, de eerste bewoners van Nieuw-West aan de Walraven van Hallweg 5, krijgt die middag een uur lang de Majesteit op theevisite!

Theo Durenkamp; 9 december 2020.

Voor het volledige artikel en meer foto’s: zie: www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/100-jaar-bij-amsterdam

Alles rond de annexaties van 1921 is te lezen op www.annexaties1921.com/

De strijd tegen sluipverkeer Sloterweg en Nieuw Sloten

Toen ik aan het begin van deze eeuw namens de Fietsersbond in de verkeerscommissie van het stadsdeel Slotervaart zat speelde het al; de gevaarlijke verkeerssituatie voor fietsers op de Sloterweg.

Er is in vele vergaderingen en werkgroepen uitgebreid nagedacht over het verbeteren van de verkeersveiligheid voor fietsers op deze dijkweg. Maar allerlei technische oplossingen liepen vast. De Sloterweg is een oude, slappe veendijk die trillingen sterk doorgeeft aan de omgeving. Drempels zijn daardoor onmogelijk. Bovendien is het verboden om te graven in de kruin van een dijk. Verbreding van de weg is ook onmogelijk omdat er aan beide zijden van de dijk water loopt.

Na veel wikken en wegen kwam men op het idee van een ‘knip’ voor gemotoriseerd verkeer in de Sloterweg. Maar dat zou een enorme verkeerstoename betekenen voor het toch al ernstig door sluipwerkeer dat richting snelweg rijdt, geteisterde Nieuw Sloten. Dagelijks vinden er binnen Nieuw Sloten honderden (fiets)oversteek bewegingen plaats, onder andere door kinderen die naar een van de vier basisscholen in de wijk onderweg zijn.

Wat te doen? De Fietsersbond heeft in november 2009 een enquête gehouden onder haar leden in het betreffende gebied en het stadsdeelbestuur organiseerde drukbezochte inspraakavonden voor bewoners en ondernemers van Sloten en Nieuw Sloten. Omdat bleek dat inderdaad “elk voordeel zijn nadeel had”, werd unaniem besloten om niets te doen.

Ondertussen werd de situatie er zowel in Nieuw Sloten als op de Sloterweg niet beter op. De rotonde Sloterweg / Anderlechtlaan werd dubbelbaans en fietsers werden met een kulargument uit de voorrang gehaald. De Fietsersbond heeft geprobeerd dit tegen te houden maar helaas, andere krachten waren sterker.

Ondertussen werd het hoofnet auto geknepen door versmallingen aan te brengen op de Johan Huizingalaan ter hoogte van Nieuw Sloten waardoor de doorstroming werd belemmerd. En als klap op de vuurpijl kwam het besluit om de Sloterbrug te verbreden, waardoor er een verkeertoename over de Sloterweg van 40% werd voorspeld. Dit kon niet langer zo doorgaan.

De werkgroep verkeer van de Dorpsraad Sloten stelde opnieuw voor een knip in de Sloterweg te maken. In Nieuw Sloten werd tegelijkertijd, we hebben het over de zomer van 2019, de werkgroep Stop Sluipverkeer Nieuw Sloten (formally known als de Fietsplaatjes) weer nieuw leven ingeblazen. Ik nam, als voormalig Verkeersouder én Fietsersbondlid, plaats in deze werkgroep.

Ons doel was een oplossing voor het hele gebied. Toen begon het lobbywerk. Ik kan je zeggen; dat was af en toe met bloed, zweet en tranen. De werkgroep werd een handje geholpen door het noodlot, 13 tot en met 17 januari 2020 was de Sloterweg af gesloten. Wat de werkgroep SSNS al vreesde gebeurde; het autoverkeer explodeerde.

Vijf maal werd langzaam verkeer geschept. Auto’s reden in grote getalen door rood en over de fietspaden en stoepen. Er werd gescheurd door kleine binnenstraatjes om zo iets op te schuiven in de file. En toen…luisterde het stadsdeel, inmiddels Nieuw West, ineens wél naar ons.

Ondertussen zijn wij in nauwe samenwerking met onze buren uit Sloten tot een prachtig gemeenschappelijk plan gekomen. Wethouder Sharon Dijksma gaat in principe akkoord met ons plan om (sluip)verkeer over de Sloterweg en door Nieuw Sloten tegen te gaan met “elektronische knips” die werken door middel van nummerbordherkenning.

Zoiets werpt uiteraard heel veel vragen op bij automobilisten en buurtbewoners. Dat is dan ook meteen de reden dat ik op dit moment nog geen details uit de doeken kan doen. Maar wat in ieder geval vast staat is dat zowel de Sloterweg als Nieuw Sloten in de zomer van 2021 een stuk veiliger wordt voor langzaam verkeer. Wordt vervolgd.

Namens de werkgroep Stop Sluipverkeer Nieuw Sloten

Henny Ridderikhoff

Uit: OEK op eigen kracht – Blad van de afdeling Amsterdam van de Fietsersbond – nr. 111; december 2020.

Zie ook: www.fietsersbond.amsterdam

Zie ook: www.slotenoudosdorp.nl/sloterbrug-en-sloterweg/

De geannexeerde gemeente Sloten; toen, nu en straks

Doe mee met de schilderwedstrijd

Op 1 januari 1921 annexeerde de gemeente Amsterdam het grote Slotense grondgebied: vanaf de Schinkel tot aan de Haarlemmermeer. Op de huidige plattegrond van Amsterdam gaat het om het grondgebied van heel stadsdeel Nieuw-West plus nog een stuk van West.

‘Blik op Sloterdijk’ (1920) van Dirk Johannes van Haaren (1878 – 1953).

Het schilderij ‘Blik op Sloterdijk’  uit 1920 laat zien hoe dit stuk van de gemeente Sloten er honderd jaar geleden uitzag. Er is daar sindsdien heel wat veranderd…

Nu, honderd jaar later, organiseert de werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp in samenwerking met Ons Amsterdam een schilderwedstrijd. Deelnemers worden uitgenodigd te verbeelden hoe Sloten er vroeger uitzag, hoe het huidige grondgebied er uitziet of hoe u verwacht (of vreest) dat het er in de toekomst uit zal zien. In schilderijen is álles mogelijk: Ook een combinatie van verleden, heden en toekomst is mogelijk.

Mooie prijzen
Op deze manier wil de werkgroep Historie aandacht vragen voor een stukje recente geschiedenis van Amsterdam en het behoud van de cultuurhistorie uit de voormalige gemeente Sloten. Alle (amateur)schilders van alle leeftijden mogen deelnemen aan deze wedstrijd, die ook een leuke vrijetijdsbesteding (in coronatijd) wil bieden. Er zijn geen kosten verboden aan deelname. Een professionele jury voorgezeten door een oud-docent van de Rietveld academie zal een keuze maken uit de inzendingen. De winnaars ontvangen een cheque van 500 euro, 250 euro en een duo-cadeaubon voor een workshop. Deze wedstrijd wordt mogelijk gemaakt door het Fonds voor Nieuw-West.

Annexaties1921.com
Van twintig genomineerde schilderijen zal een tentoonstelling worden gemaakt. Aan alle inzenders wordt gevraagd bij de inzending bondig te omschrijven wat er te zien is op het schilderij. Alle inzendingen zullen met deze teksten worden opgenomen op de website geheugenvanwest.amsterdam. Als de kunstenaar daar toestemming voor geeft, dan zal het Amsterdam Museum bekijken of een of meer inzendingen in hun collectie passen. Schilderijen kunnen tot en met 15 juni ingestuurd worden. Meer informatie staat op de website annexaties1921.com.

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 30 december 2020.

 

* Voorwaarden schilderwedstrijd ‘De geannexeerde gemeente Sloten; toen, nu en straks’

* Inschrijfformulier schilderwedstrijd ‘De geannexeerde gemeente Sloten; toen, nu en straks’