Op 16 april 2023 overleed Wies Reimers-de Waal, die 62 jaar woonde in de arbeiderswoning aan het adres Osdorperweg 54 op Sloten.
Ongeveer een jaar geleden verhuisde Wies noodgedwongen naar De Meerwende in Badhoevedorp. Dat was niet wat Wies wilde, want eigenlijk wilde ze, naar eigen zeggen tot het eind in haar eigen huis blijven wonen: “Daar wil ik na al die jaren ook tussen zes planken worden uitgedragen.”
Tussen de kassen van de Zuiderakerweg
Wies is geboren in een gezin van negen kinderen (vier meisjes en vijf jongens) op het Onderweggetje van de Osdorperweg in Oud Osdorp. Toen ze drie jaar jong was, verhuisde het gezin naar de Zuiderakerweg 100. Wies’ vader overleed helaas al snel en haar moeder voedde alle alleen kinderen op. Wies heeft goede herinneringen aan haar jeugd op de Zuiderakerweg, waar zij te midden van vele tuindersgezinnen met veel kinderen woonden. Er waren dus altijd kinderen om mee te spelen in het mooie tuinbouwgebied. Tijdens een van de vele gesprekken in Wies’ gezellige huis vertelde ze daar graag over: “We sliepen met zijn allen in een klein huis met twee kamers. We deelden bijna allemaal een bed met zijn tweeën. Ik samen met mijn zus Truus. We waren niet rijk, maar we hadden het goed en we luisterden meestal naar onze moeder. Alle kinderen zijn getrouwd en goed terechtgekomen.”
Naar de Sint-Jozefschool op Sloten
Wies: “Iedereen ging naar de Sint-Jozefschool op Sloten. Daar liepen we altijd naartoe. Tussen de middag gingen we even op en neer even naar huis om een boterham te eten. We wandelden wat af… Op sommige dagen was er ’s morgens vroeg voorafgaand aan de schooldag een speciale kinderviering in de Sint-Pancratiuskerk. Voor de communie moest je dan nuchter zijn. Dan kregen we brood mee om daarna op te eten.”
Van de ene naar de andere Slotense bakker
Na school ging Wies op het dorp werken als winkelmeisje bij Brood- en Banketbakkerij bij Verseur, gevestigd op de Sloterweg 1247. Nadat Verseur gestopt was, werkte Wies korte tijd bij Hekker Bakkerij Hekker op Sloterweg 1236, waar later kruidenier Holla kwam. Daarna kwam Wies als verkoopster in dienst bij Brood- en Banketbakkerij Scheltes op de Sloterweg 1329. “Daar heeft tantje Pietje haar succesvol gekoppeld aan brood- en banketbakker Hans Reimers”, zo weet Wies’ dochter te vertellen. Beiden hebben hier met veel plezier gewerkt totdat ook deze bakkerij op 15 september 1969 definitief zijn deuren sloot.
62 jaar op de Osdorperweg 54
Na hun ontmoeting wisten Hans en Wies al snel dat zij voor elkaar waren bestemd. Ze trouwden in de Sint-Pancratiuskerk en bleven altijd verbonden aan deze kerk. Toen ze op zoek naar een woning, vonden ze dat tot hun beider geluk op Sloten. Wies: “Het was erg fijn dat we gewoon op het dorp konden blijven en deze arbeiderswoning aan de Osdorperweg van de familie Königsmann konden huren. Daar hebben we met zijn vijven, met drie kinderen, gewoond en dat ging prima.” Over hun vroegere woonsituatie vertelde een van Wies’ kinderen: “Als je nu terugkijkt, kun je je bijna niet voorstellen dat we daar met zijn allen in dat kleine huisje woonden. We hadden vroeger zelfs regelmatig logés. Toch paste dat allemaal!” De kinderen vlogen uit en haar man overleed in 1994. Wies bleef er wonen. Ze was trots op haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen van wie er overal in de kleine woonkamer telkens weer nieuwe mooie foto’s stonden.
Even zwaaien en een praatje
Veel Slotenaren kwamen regelmatig bij Wies langs voor een praatje en kregen dan vaak wat lekkers mee. Wies: “Neem alsjeblieft wat fruit mee. Het was in de bonus 2 voor de prijs van 1 bij AH. Ik kan het zelf niet allemaal op tijd opeten. Dan wordt het rot. Dat is zonde.” Ook Slotenaren die haar persoonlijk niet kenden, zullen zich wel herinneren dat ze altijd vrolijk door het raam werden toegezwaaid door een vriendelijke mevrouw. Toeristen die even binnen wilden kijken, waren ook welkom. Pastoor Bankras kwam altijd gezellig bij Wies voetbal kijken en prikte dan graag meteen een vorkje mee. In de steeg was zij in al die jaren voor heel veel kinderen ‘Oma Wies’.
Op 22 april werd tijdens een mooie afscheidsviering in de Sint-Pancratiuskerk afscheid van Wies genomen. Daarna werd zij op het kerkhof achter de kerk begraven, bij haar lieve Hans.
Tamar Frankfurther; 22 april 2023.
Er komt met ingang van 1 juli 2023 een algehele afsluiting op de Sloterweg West (tussen de rotonde en het dorp, ter hoogte van huisnummer 1160) waar alleen hulpdiensten, bussen en (brom)fietsers nog langs mogen rijden.
“Dit besluit heeft het DB van stadsdeel Nieuw-West vanmorgen genomen”, zo maakte portefeuillehouder Verkeer Nazmi Türkkol bekend aan het begin van de stadsdeelcommissievergadering van 18 april 2023.
Alle adressen blijven bereikbaar
Hiermee loopt het DB vooruit op de invoering van verkeersvariant 2A. In de loop van mei zal de gemeente hiervoor een verkeersbesluit nemen waartegen bezwaar kan worden aangetekend. Alle adressen rond de knip blijven voor iedereen bereikbaar. Sportpark Sloten en alle adressen ten oosten van de knip zullen vanaf de rotonde bereikbaar blijven en het dorp Sloten vanaf de Langsom en de Plesmanlaan.
Risico op ernstige verkeersslachtoffers te groot
Portefeuillehouder Nazmi Türkkol zei tijdens de commissievergadering dat het DB heeft dit historische besluit voor Sloten heeft genomen “omdat hier in de afgelopen periode bijna wel iedere maand een ongeluk plaatsvond met een kind en een fiets. Landelijk neemt het aantal dodelijke ongelukken van fietsers als verkeersslachtoffers toe. Ik vond het niet langer verantwoord om langer te wachten op de intelligente toegang.” De portefeuillehouder overdrijft hierbij niet. Sinds half juni 2022 moest een ambulance al meer dan 50 keer met spoed naar de Sloterweg komen en tussen 11 maart en 19 april van dit jaar zelfs al zes keer.
Eind 2023 start ontheffingen voertuigen van bewoners
Dat dit intelligente toegangssysteem – waarbij met name voertuigen van omwonenden in aanmerking zullen komen voor een gratis ontheffing – staat vast. Dit blijkt ook uit de raadsbrief van 19 april 2023. Hierin kondigt wethouder Melanie van der Horst aan dat het systeem van intelligente toegang uiterlijk eind van 2023 wordt ingevoerd op de Sloterweg West en op beide takken van de Laan van Vlaanderen in Nieuw Sloten. “De gemeente geeft hierbij voorrang aan de Sloterweg boven andere projecten elders in de stad.”, aldus Türkkol. Aangezien ook de beide knips op de Laan van Vlaanderen onder dit project vallen, zullen beide hierin meteen worden meegenomen.
Eind 2023 ook selectieve knip op Sloterweg Oost
In de raadsbrief wordt wonderlijk genoeg niet gesproken over het veilig maken van de oostelijke tak van de Sloterweg, het gedeelte tussen de rotonde en de Johan Huizingalaan. Dat riep vragen op: De knip op de Sloterweg Oost valt toch ook onder Variant 2A van het raadsbesluit dat op 26 januari 2022 is aangenomen? Daar moet dan toch ook een camera met intelligente toegang komen? Navraag leert dat de gemeente per ongeluk vergeten is om ook deze knip in de raadsbrief te vermelden: “Ook op dit stillere deel van de Sloterweg zal eind 2023 gelijktijdig selectieve toegang worden ingevoerd.”
Dat de gemeente er indertijd voor koos om ook de Sloterweg Oost in dit project te betrekken, ligt niet zo zeer het aantal motorvoertuigen dat deze smalle dijkweg als sluiproute gebruikt tussen de A4 en de A10, maar wél de zeer hoge snelheden van deze voertuigen. Dit stuk van de Sloterweg behoort net als de westtak tot het Hoofdnet Fiets. Deze oosttak is dus op een andere manier even gevaarlijk: Hier ligt niet eens voetpad langs de rijweg.
Nieuw Sloten is onaangenaam verrast door besluit van stadsdeel
De werkgroep ‘Stop Sluipverkeer Nieuw Sloten’ zegt met stomheid geslagen en kwaad te zijn over het door het stadsdeelbestuur genomen besluit, dat ertoe leidt dat het vele verkeer van de Sloterweg straks massaal door hun wijk gaat rijden. Ook het feit dat de gemeente dit besluit zomaar heeft genomen zonder hierover van tevoren contact met de werkgroep op te nemen, valt heel slecht. De bewoners van Nieuw Sloten geven boos aan nu 28 jaar bezig te zijn om het verkeer op de Laan van Vlaanderen veilig te maken en zien nu per 1 juli 2023 het tegendeel gebeuren. De leden van de werkgroep uit Nieuw Sloten laten het er niet bij zitten en beraden zich op stappen.
Tamar Frankfurther; 21 april 2023.
In deze website trof u al veel argumenten waarom het slecht voor Amsterdam zou zijn als Beleidskader Hoofdgroenstructuur (HGS) van kracht wordt.
Hebt u het referendumverzoek om dit te voorkomen al ondersteund en gedeeld met andere stemgerechtigde Amsterdammers? Dat kan met deze link.
Groenbeleid heeft handhaafbare normen nodig
De gemeente Amsterdam brengt met enige regelmaat publicaties en visies over het Groen in de hoofdstad uit. Daarna gaat de Amsterdamse Rekenkamer deze toetsen aan een aantal criteria. In 2021 concludeerde de Rekenkamer o.a. dat in deze teksten het woordje ‘groen’ vaak voorkomt, maar dat handhaafbare normen ontbreken: Het hoofdstedelijke groenbeleid staat vol mooie vergezichten en intenties, maar de praktische uitwerking ontbreekt.
Een heldere definitie van wat onder ‘groen’ verstaan moet worden, is er niet. Valt kort gemaaid gras met enkele bomen langs een drukke verkeersweg onder ‘groen’? Niemand die het weet. Hoe kun je dan zeggen wanneer er sprake is van “voldoende groen in de stad” waar iedere Amsterdammer binnen tien minuten vanaf zijn woning naartoe moet kunnen lopen? Terwijl dit toch toetsbare normen van het gemeentelijke beleid zijn. De gemeente heeft (nog) niets gedaan met de kritiek van de Rekenkamer.
Rekenkamer ongetwijfeld ook nu weer kritisch
Als de Amsterdamse Rekenkamer zich gaat buigen over het nieuwe Beleids-kader Hoofdgroenstructuur, volgen ongetwijfeld soortgelijke kritiekpunten. Mede omdat dit beleid opnieuw erg vaag is en omdat de ‘bescherming’ van het groen nu zelfs flexibel wordt, wordt dit referendum over de HGS georganiseerd. Team Referendum HGS: “Laten we met zijn allen voorkomen dat dit beleid in Amsterdam van kracht wordt. Steun ook de komst van dit referendum. Hoe meer steunbetuigingen, hoe sterker onze boodschap aan de politiek wordt.”
Tamar Frankfurther; 15 april 2023.
De Osdorperweg is nu bijna een half jaar wegens werkzaamheden afgesloten. “Wat is dan logischer om metéén daarná de weg van een knip te voorzien?” Dat was tenminste het voorstel van vier politieke partijen (GL, D66, PvdA, DGBP) tijdens de openbare vergadering van de stadsdeelcommissie op 4 april 2023.
Er waren maar liefst zes bewoners die inspraken over de al jaren voortdurende verkeersonveiligheid op de smalle, rechte dijkweg. Het agendapunt Osdorperweg nam mede daardoor maar liefst 2,5 uur in beslag. Meer dan de helft van de vier uur durende SDC-vergadering.
Zes insprekers
Namens de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp sprak Ray Kentie in. Hij wees op de al decennialange acties die de bewoners voeren sinds 1963. Toenmalig wethouder Joop den Uyl kwam al persoonlijk kijken en stelde daarop het vrachtwagenverbod in, dat vervolgens nimmer is gehandhaafd. Kentie pleitte dan ook voor een elektronische knip zoals vergelijkbaar aan de knip nét over de gemeentegrens op de Zwanenburgerdijk.
Gewend aan andere routes
Dorpsraadslid Mireille de Ridder wees er vervolgens op dat het verkeer tijdens het achterliggende half jaar van werkzaamheden met al zijn afsluitingen inmiddels tóch zijn weg heeft weten te vinden via alternatieve routes. Een knip zou daarom in aansluiting hierop het beste nú kunnen worden ingevoerd in combinatie met handhaving op 30 km/u als maximum snelheid.
Bewoner Laura Colin wees op de Nota van Uitgangspunten die zonder bijbehorende maatregelen een loze belofte is: “Na jaren van alleen maar praten en uitstellen hebben we de tijd voor: Geen woorden, maar daden!”
Dorpsraadslid Saskia van de Pol hield een emotioneel pleidooi voor de veiligheid van de kinderen. Daarbij wees zij op de veel te smalle voetpaden van slechts twee stoeptegels breed, zodat het verkeer rakelings langs de kinderen raast.
Weginrichting in strijd met wet
De inspraak van bewoner Maureen Hardam ging over het feit dat de gemeente de geldende regels voor de weginrichting t.b.v. vrachtverkeer niet naleeft. Er wordt op de Osdorperweg niet voldaan aan de wettelijke minimum breedte voor zowel de rijbaan als het voetpad. Hardam: “En daarbij komt nog dat het toelaten van zwaar en breed vrachtverkeer in strijd is met de bestaande verbodsborden voor maximum breedte (2,2 m) en asdruk (4,8 ton)”.
Intelligente knip voor ondernemers
Liesbeth Timmer verwoordde de mening van de ondernemers aan de Osdorperweg. Een knip is voor de aan- en afvoer van goederen die op haar bedrijfsterrein worden overgeladen nadelig: “Dan moeten we 6 km omrijden met als gevolg tijdverlies en een hoger brandstofverbruik”. Ook benoemde zij het probleem dat grotere voertuigen bij een harde knip niet of nauwelijks kunnen keren. Met als gevolg riskante manoeuvres op de toch al smalle weg. Timmer is van mening dat een intelligente knip wel een oplossing zal bieden voor de vereiste toegang van bedrijven, die hier nu eenmaal al jarenlang in Oud Osdorp zijn gevestigd.
6.000 voertuigen
DB-lid Türkkol (portefeuillehouder Verkeer) bleef echter bij zijn standpunt dat een knip niet de oplossing is. Hij hield daarom vast aan het DB-besluit van februari 2022 om na de heropening van de weg een snelheidsbeperking van 30 km/u in te voeren en pas bij overschrijding van het aantal van 6.000 voertuigbewegingen per etmaal aan andere maatregelen te denken. Het is dus van belang dat de gemeente ook een teller op de weg aanbrengt.
Géén verbindingsweg
GL-lid Pieter Nijhof wees Türkkol herhaaldelijk op punt één uit de Nota van Uitgangspunten voor de Osdorperweg. Hierin staat dat de dijkweg niet langer de functie van verbindingsweg zal vervullen: “Zonder een specifieke maatregel zoals een knip blijft de Osdorperweg immers gewoon een verbindingsweg, óók bij invoering van een maximum van 30 km/u. Nu het verkeer al een half jaar aan alternatieve routes gewend is geraakt, is dít juist het moment om de knip nu meteen in te voeren.”
Aangepast advies
Alle voorstellen van de stadsdeelcommissie, ook al worden zij gesteund door een meerderheid, hebben slechts de status van een advies. Tegen het eind van de lange discussie werd duidelijk dat DB-lid Türkkol ook het meerderheidsadvies voor de directe invoering van de knip naast zich neer zou leggen. Daarop zagen de vier partijen zich tenslotte genoodzaakt hun advies aan te passen. Hun oorspronkelijk ingediende advies is daardoor niet helemaal in rook opgegaan.
De tekst van het meerderheidsadvies van de stadsdeelcommissie luidt nu:
“Als de 30 km/u is ingevoerd en de werkzaamheden zijn afgerond, dan willen we het volgende afspreken. Als de veiligheid niet voldoende verbeterd is en het aantal vervoersbewegingen niet is gedaald, dan gaan we niet opnieuw een gespreksronde of inspraak doen, maar gaan we direct over tot een intelligente of harde knip.”
Onzekerheid duurt voort…
Met 14 stemmen voor en 3 tegen kreeg dit voorstel een ruime meerderheid. Een enigszins navrant slot kreeg de discussie toen Türkkol de indieners bedankte voor deze wijziging, maar daar nog wel aan toevoegde dat hij niet kon toezeggen dat hij deze maatregel dan gaat uitvoeren…
En daarmee zijn we dan op zijn vroegst helaas ook nog wéér een jaar verder. Maar als de gemeente tenminste langdurige verkeerstelingen gaat uitvoeren en eindelijk de maximum snelheid van 30 km/u gaat handhaven, dan wordt er misschien een stapje in de goede richting gezet…
Theo Durenkamp; 13 april 2023.
De hele vergadering van de stadsdeelcommissie van 4 april 2023 is te bekijken en te beluisteren op https://nieuw-west.notubiz.nl/vergadering/1040278
Na jaren van onzekerheid betaalt de gemeente Amsterdam voortaan ieder jaar subsidie voor de pont over de Nieuwe Meer vanuit het budget ‘Amsterdamse Bos’.
Daardoor kon reder Tim Klijn zijn ‘Helena’ dit jaar nieuwe boegschroeven geven en weer ieder weekend door gediplomeerde schippers laten heen-en-weren over de Nieuwe Meer. Ook het andere veer vaart weer.
Vanaf steiger Aquarius
Van 15 april tot en met 15 oktober pendelt Rederij Oeverloos op alle zaterdagen, en zon- en feestdagen van 11.00 tot 18.00 uur ieder kwartier tussen de noordelijke Oeverlanden bij Paviljoen Aquarius en de Meerkade in het Amsterdamse Bos. Een enkele reis kost 2 euro voor volwassenen. Kinderen van 5 t/m 12 jaar, fietsen en kinderwagens: 1 euro en bakfietsen: 2,50 euro.
Vaste klanten van het pontje zullen merken dat de tarieven, die al jaren onveranderd waren, helaas verhoogd moesten worden. Zolang de rederij zijn verplichtingen blijft nakomen zal de gemeentelijke subsidie jaarlijks automatisch worden verlengd. Vooral gemeenteraadslid Erik Bobeldijk (SP) heeft zich hard gemaakt voor dit mooie resultaat.
Vanuit Badhoevedorp
Wie een ‘rondje Amsterdamse Bos’ wil maken, kan tot half oktober op beide weekenddagen ook weer gebruik maken van ‘Veerpont Ome Piet‘. Vrijwilligers zetten u op het kleine pontje de Ringvaart over, vanaf de Nieuwemeerdijk 337 in Badhoevedorp. Dit kortere tochtje kost 50 cent voor personen vanaf 5 jaar. Fietsen mogen gratis mee. Dit pontje vaart op zondagen iets langer, tot 19 uur, heen en weer.
Zie ook:
* www.rederij-oeverloos.nl
* nieuwemeer.info/veerpont
* www.amsterdamsebos.nl/attracties/veerpont/
Tamar Frankfurther; 10 april 2023.
Op dit moment zijn er op Sloten vier openbare oplaadplaatsen voor elektrische voertuigen.
Wonderlijk genoeg blijkt uit het ‘Wijklocatieplan openbare laadpalen’ dat in Oud Osdorp nog geen enkele openbare laadpaal staat en dat de gemeente het blijkbaar ook niet nodig acht om hier zo’n oplaadpunt aan te leggen.
Drie verschillende aanbieders
Het aantal elektrische auto’s gaat de komende tijd fors toenemen. De gemeente Amsterdam bereidt zich daarop voor en heeft onderzocht welke locaties in de toekomst geschikt zijn om als oplaadplek te worden ingericht. Over de voorgestelde locatie liep afgelopen najaar een inspraakprocedure. Op basis daarvan heeft de gemeente zijn plannen aangepast, maar voor Sloten en Oud Osdorp bleven de plannen ongewijzigd. Het argument dat openbare laadplekken ten koste gaan van het aantal parkeerplaatsen op straat wordt door de gemeente van tafel geveegd.
Naast de huidige laadpalen bij de adressen Akersluis 8, Slimmeweg 10 en Sloterweg 1180 is afgelopen week net een vierde oplaadpunt tegenover Sloterweg 1291 gerealiseerd. Op Sloten staan nu laadpalen van drie verschillenden aanbieders. De gemeente vermeldt in zijn wijklocatieplan twaalf andere parkeerplaatsen (op de Akersluis, Langsom, Osdorperweg, Vrije Geer, Sloterweg en de Zuiderakerweg) die voldoen aan diverse praktische randvoorwaarden en daarom geschikt zijn als openbare oplaadplek.
Pas plaatsen als dat echt nodig is
Of, en zo ja wanneer die twaalf nieuwe oplaadplekken op Sloten daadwerkelijk aangelegd zullen worden, hangt af van hoe vaak de bestaande palen worden gebruikt. Pas op het moment dat er daadwerkelijk behoefte ontstaat aan een nieuwe openbare laadpaal zal de gemeente een van de locaties uit het wijklocatieplan hiervoor uitkiezen. Voordat de gemeente tot plaatsing kan overgaan, moet hierover wel eerst de uitgebreide inspraakprocedure tot het nemen van een verkeersbesluit worden gevolgd. Door u te abonneren op de e-mailservice van de overheid blijft u op de hoogte.
Op eigen grond in Oud Osdorp
De gemeente gaat er gemakshalve en ten onrechte vanuit dat iedereen in het landelijk gebied van Oud Osdorp zelf wel op eigen grond een eigen oplaadpunt kan aanleggen. Ook voor de lange termijn ziet de gemeente blijkbaar geen noodzaak om hier te investeren in openbare oplaadpunten. Maar misschien zijn er Oud Osdorpse ondernemers die hierop willen inspringen?
Lees verder op de website van de gemeente.
Tamar Frankfurther, 8 april 2023.
Het Team Referendum Hoofdgroenstructuur (HGS) probeert zo veel mogelijk steunbetuigingen te vergaren voor dit referendum.
Alleen een referendum kan er nog voor zorgen dat het beleidskader, dat wordt gesteund door een meerderheid van de gemeenteraad, van tafel gaat.
Stemgedrag gemeenteraad geeft duidelijkheid
Wat er mis is met dit beleidskader? “De gemeenteraad stemde op 26 januari 2023 over allerlei wijzigingsvoorstellen (amendementen) op het beleidskader HGS. Die stemuitslagen geven helder aan wat dit beleid in de praktijk zal betekenen”, zo laat Team Referendum weten. U kunt op hun website precies zien welke partijen voor of tegen een bepaald amendement stemde.
De meerderheid van de gemeenteraad wil:
• In het groen toestaan: onbeperkt bouwen, parkeren en de bouw van nutsvoorzieningen, grootschalige horeca, overnachtingsgelegenheden, windturbines en ondergrondse voorzieningen.
• Kunstgras en gravel meetellen als volwaardig groen.
• Ruigoord niet beschermen.
• Dat de gemeenteraad niet meer geïnformeerd wordt als er in de toekomst sprake is van bijzondere – lees bedreigende – situaties in de HGS. De Raad zet zichzelf dus buiten spel en zal niet meer kunnen ingrijpen als de wethouder en ambtenaren vergunningen willen verlenen aan allerhande ontwikkelingen.
• Niet duidelijk maken welke regels precies zullen gelden voor de belangrijke ecologische verbindingen tussen verschillende groengebieden.
Steun de komst van dit referendum
Wilt u ook dat het groen in de Amsterdamse HGS ook in de toekomst nog goed wordt beschermd? Steun dan eenmalig de komst van dit referendum. Dan kan via deze link. Onder een lange tekst staat het invulformulier en vergeet niet daarna ter bevestiging op de link in uw mail te klikken.
Deel deze informatie vooral ook met uw Amsterdamse vrienden.
Tijdens de wegwerkzaamheden aan de Osdorperweg in Oud Osdorp werd bij de Tinie Wormbrug onder het asfalt een intacte oude klinkerweg uit de jaren zeventig blootgelegd.
Deze vondst vertelt wat over het leven in Oud Osdorp van een halve eeuw geleden en mag, hoe recent ook, volgens correspondent Theo Durenkamp best als ‘archeologische vondst’ worden beschouwd.
Eerste weg naar de Polder de Eendracht
Durenkamp: “Bij het uitgraven van het gedeelte van de Joris van den Berghweg tussen de kruising met de Osdorperweg en de Tinie Wormbrug stuitten de wegwerkers vorig maand op een ‘welhaast archeologische’ vondst. Bijna één meter onder het huidige wegdek blijkt zich een tweede wegdek te bevinden: de oude klinkerbestrating die nog geheel intact is en over een breedte van circa vier meter bolvormig is aangelegd. Vermoedelijk gaat het om de weg die hier rond 1970 als zijweg van de Osdorperweg is aangelegd toen de brug over de Osdorpervaart naar de achterliggende Polder de Eendracht is aangebracht. Bij latere ophogingen van dit weggedeelte is de oude bestrating blijven liggen.”
Verdwenen onder zand en asfalt
Inmiddels is het weggedeelte vlak voor de brug weer opgehoogd tot het niveau van het brugdek. Het overige stuk van deze historische vondst is vrijwel direct weer onder het zand verdwenen. Op 7 april 2023 wordt dit weggedeelte met de aangrenzende kruising geasfalteerd, waarmee na een half jaar het hele project zal zijn afgerond.
Durenkamp afsluitend: “Het wordt spannend hoe het verkeer zich zal gaan gedragen op de nieuwe weg. De bewoners en de Dorpsraad vrezen dat het verkeer dan nóg sneller zal rijden over het gladde asfalt van de smalle en kaarsrechte dijkweg. Wordt dus zeker vervolgd.”
Theo Durenkamp, 3 april 2023.
De werkgroep Publiciteit Sloten-Oud Osdorp heeft voor de 38e keer het jaarboekje over het landelijke gebied uitgegeven.
Alle bewoners van Sloten, Oud Osdorp en de Akerwegen treffen deze informatieve uitgave uiterlijk half april op de deurmat. Daarnaast wordt de gids later o.a. ook verspreid via het Slotense Politiebureautje, de tuinparken op het dorp, Eigenwijks en Boekhandel Meck & Holt aan de Tussenmeer in Osdorp.
Overhandiging op de straks nog gevaarlijker Osdorperweg
In de gids staat zoals gebruikelijk het jaarverslag vol foto’s, met daarin ook uitgebreid aandacht voor de situatie op de Osdorperweg in Oud Osdorp. Terwijl er voor de gevaarlijke Sloterweg een raadsbesluit is genomen, dat zal leiden tot een veiliger weg, is dit in Oud Osdorp nog altijd niet het geval.
Dorpsraad blijft strijden voor veiliger fietsweg
Hans de Waal heeft zich er met de Klankbordgroep Oud Osdorp jarenlang voor ingezet dat ook deze kaarsrechte smalle dijkweg, die valt onder het Hoofdnet Fiets, veiliger wordt gemaakt. Het tegendeel is echter het geval. Na de langdurige opknapbeurt van de dijkweg zal het talrijke en te zware (vracht)verkeer nog harder – zonder handhaving – over het gladde asfalt van de stiekem ook verbrede weg kunnen rijden.
Hans gooide vorig jaar de handdoek in de ring omdat hij “niet langer als participatievee wilde optreden in de poppenkast van de gemeente”. Iedere keer als het erop leek alsof er eindelijk een besluit werd genomen dat zou leiden tot een veiliger weg voor fietsers en voetgangers, trapten onzichtbare krachten en machten weer op de rem. Dorpsraadslid Mireille de Ridder zet zich ook al jaren in voor een veilige Osdorperweg en zal de kar gaan trekken. Wordt dus zeker vervolgd…
Zie ook: Dorpengids Sloten-Oud Osdorp
De voormalige gemeente Sloten, geannexeerd door Amsterdam in 1921, telde in dat jaar veertien polders, zowel grote als (hele) kleine. Sommige van deze polders bestaan ruim een eeuw later nog steeds, andere zijn (grotendeels) verdwenen.
In de ontginningsperiode, vanaf zo’n duizend jaar geleden, begon de kolonisatie vanaf het IJ in zuidelijke richting. Zo ontstond in de 11e en 12e eeuw het gebied dat later de Sloterpolder ging vormen. De uitwatering van dit gebied werd oorspronkelijk gevormd door het veenriviertje De Sloot of Slochter, dat uitwaterde op het IJ.
(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)
Voor de aanleg van polders waterde het veenweidegebied uit op het buitenwater met een beperkte waterbeheersing. Dwars door het veenland werden sloten gegraven. Deze vormden niet alleen een afwateringssysteem, maar fungeerden tegelijk ook als perceelsgrenzen. Op de kopse kant van de percelen werden boerderijen op huisterpen opgericht. Zo ontstond de voor het veenlandschap typerende lintbebouwing.
Het riviertje de Sloot dat vanaf het huidige Sloten in noordoostelijke richting naar Sloterdijk liep was de basis voor ontginning van wat later de Sloterpolder werd. De oudste vermelding van een kapel te ‘Sloton’ was in 1063.
Men groef sloten haaks op de ontginningsbasis waardoor het veenland werd ontwaterd en geschikt werd voor het verbouwen van gewassen. Het ontgonnen land werd in gebruik genomen voor het verbouwen van graan.
Door de afwatering t.b.v. de akkerbouw droogde het veenland uit en de oppervlakte daalde door oxidatie en inklinking. Als gevolg van de bodemdaling werd het steeds lastiger het land droog te houden. Het hoogteverschil tussen het binnenwater en het buitenwater van de zeearm het IJ, met tot 1870 eb en vloed, bemoeilijkte het spuien van water op het buitenwater. Ook de kans van overstromingen werd steeds groter.
Dijken en sluizen
Na diverse grote overstromingen, waarbij veel land verloren ging, werden de laag gelegen landerijen langs het IJ beschermd door de aanleg van dijken, aanvankelijk waren dat slechts lage kades. Langs de zuidelijke oever van het IJ werd vanaf het begin van de 13e eeuw tussen Amsterdam en Spaarndam de Spaarndammerdijk aangelegd. Graaf Willem I van Holland gaf in 1220 hiertoe opdracht. Vanaf halverwege de 13e eeuw werden hierin kleine spuisluisjes gemaakt, die voor de lokale waterafvoer zorgden. De grotere sluizen bij Spaarndam, en vanaf 1492 ook bij Halfweg, loosden overtollig water op het IJ vanuit de zuidelijker gelegen gebieden van het Hoogheemraadschap Rijnland. De spuisluizen waren aanvankelijk eenvoudig van uitvoering: een houten klep die door het hoge water werd opengeduwd, waardoor het water kon uitstromen bij laag water buitendijks. Bij vloed werd de klep weer dichtgeduwd, waardoor het zoute water van het IJ niet in het veenland kon stromen. In Spaarndam waren er ook schutsluizen voor de scheepvaart over het Spaarne.
De Spaarndammerdijk liep vanaf de Haarlemmerpoort in Amsterdam in noordwestelijke richting en boog aan de noordkant van Spierinx Hoorn af naar het zuidwesten, naar Polanen en Houtrijk, sinds halverwege de 17e eeuw ligt daar Halfweg. Van daaraf liep de dijk verder naar het noordwesten richting Spaarndam. Deze dijk is nu nog duidelijk in het landschap aanwezig. Na de droogmaking van het IJ in de jaren zeventig van de 19e eeuw hoefde deze dijk het woelige water van het IJ niet meer te keren en was deze dijk een binnendijk geworden.
Aan de zuidwestkant van Sloten was er andere bedreiging, die van de ‘Waterwolf’, de steeds verder groeiende Haarlemmermeer, die in de loop der eeuwen heel wat land heeft verzwolgen. Slechts lage kaden beschermden hier het land, dat dan ook vaak overstroomde.
Dijkonderhoud
De verantwoordelijkheid voor het dijkonderhoud lag bij eigenaren van de aanliggende landerijen. Dit systeem heette verhoefslaging. Tussen Amsterdam, Sloterdijk en Halfweg hadden de heerlijkheden Sloten, Osdorp, De Vrije Geer en Sloterdijk de zorg voor het onderhoud van de Spaarndammerdijk. Doordat men niet in staat was tot voldoende onderhoud raakte de dijk verwaarloosd waardoor er regelmatig overstromingen waren die voor veel schade zorgden. Vanaf 1544 hield het Hoogheemraadschap Rijnland zich bezig met een deel van het dijkonderhoud. De kosten werden omgeslagen over het gehele Hoogheemraadschap. In 1593 was de situatie onhoudbaar geworden en is het beheer en onderhoud geheel naar Rijnland overgegaan. De ingelanden (bewoners van het land achter de dijk) moesten voortaan een jaarlijks bedrag aan het hoogheemraadschap betalen voor het onderhoud (polderlasten). Dit ging volgens het principe ‘morgen morgens gelijk’, wat wil zeggen dat elk ambacht naar vermogen betaalde. Het was daarmee een van de eerste regionale dijken die gemeenschappelijk werd onderhouden.
Door de vele dijkdoorbraken kreeg de Spaarndammerdijk een steeds meer bochtig verloop. Telkens als de dijk doorbrak werd een nieuw stuk dijk om de doorbraak heen gelegd. Lange tijd was deze dijk de voornaamste landverbinding tussen de steden Amsterdam en Haarlem. Hierin kwam verbetering na de aanleg van de trekvaart met jaagpad tussen Amsterdam en Haarlem in 1632. Langs de dijk vond bewoning plaats, in elk geval vanaf de 15de eeuw, maar mogelijk al direct na de aanleg van de dijk.
Langs de Spaarndammerdijk lagen vanaf de ontginning tot halverwege de 20e eeuw een reeks boerderijen. Op de stroken land werd aanvankelijk akkerbouw bedreven, vanaf ongeveer de 14e eeuw werd het land door inklinking van het veen te drassig waardoor er werd omgeschakeld op veeteelt.
Slooterdijck bij de dam in de Sloot
Ook de Sloot of Slochter kreeg een spuisluis ter hoogte van een U-bocht in de Spaarndammerdijk. Hier ontstond enige bebouwing die in de 15e eeuw de basis vormde van het dorp Slooterdijck.
Nabij de spuisluis in de Sloterdam ontstond er een kleine haven waar zich enige handel ontwikkelde. Agrarische producten uit Sloten werd hiernaar toe vervoerd, voor verder transport over het IJ. Ook kwamen er tapperijen en herbergen. In 1465 kreeg het inmiddels gegroeide dorp Slooterdijck van hertog Filips de Goede een privilege om een eigen waag te bouwen voor de boerenbevolking.
De oudste vermelding van een kerk te Sloterdijk dateert van 1405. De nog bestaande toren is uit de 15e eeuw. De kerk wordt ook vermeld in een document van 24 maart 1479 toen de opbrengsten van de toen nog rijke visvangst uit het nabijgelegen Slotermeer voortaan ten goede kwamen aan de Sint-Petruskerk. De kerk werd in 1573 door de Geuzen in brand gestoken tijdens het Beleg van Haarlem, waarna deze in 1583 deels werd hersteld voor de protestantse eredienst. In 1664 verrees er rond de bewaard gebleven toren een nieuwe kerk, de nog bestaande Petruskerk. In de 17e eeuw verzandde de haven en verdween de spuisluis. De waag raakte in onbruik en werd afgebroken. In 1860 werd een groot deel van het dorp in de as gelegd na een grote brand.
Het gebied ten zuiden van de Spaarndammerdijk en ten oosten van de Uitweg (een zijweg van deze dijk ten westen van Sloterdijk) behoorde vanaf de Middeleeuwen tot het bangebied van Sloten. Door het inklinken van het veenland werd dit kwetsbaarder voor overstromingen en werd het gebied omdijkt en vervolgens tot polder ingericht. Vanaf 1628 was er sprake van de Sloterpolder, die zich uitstrekte vanaf de Spaarndammerdijk tot aan de Sloterweg, die de zuidelijke begrenzing vormde. De oostelijke begrenzing werd gevormd door de Kostverloren Wetering, de westelijke begrenzing was de Uitweg.
Polders
Door inklinking en oxydatie van het veenland daalde de bodem steeds verder waardoor de afwatering steeds moeilijker werd. Aanvankelijk werd er graan verbouwd. Vanaf de 14e eeuw werd het land zo nat dat het niet meer mogelijk was om akkerbouw te plegen, en hielden de boeren zich voortaan voornamelijk bezig met veeteelt.
Vanaf de 16e eeuw werden de diverse stukken boerenland steeds meer omringd door eigen dijkjes om zo het water buiten te houden. Met behulp van spuisluisjes kon het overtollige regenwater worden geloosd op het buitenwater. Bij dit omdijkte land kon op deze wijze het waterpeil kunstmatig geregeld worden.
Een polder is een stuk land waarvan het waterpeil kunstmatig kan worden geregeld door water in te laten of uit te pompen. Hiervoor heeft men (spui)sluizen nodig en als deze niet voldoende zijn (ook) poldermolens (later ook gemalen). Om dit geheel te organiseren werden polderbesturen ingesteld die het beheer voeren over de polders.
Sinds halverwege de 13e eeuw bestaan er polderbesturen, waterschappen en hoogheemraadschappen die om de paar jaar worden verkozen door de ingelanden, de bewoners van het poldergebied. Acht eeuwen lager worden deze besturen nog steeds regelmatig verkozen bij de waterschapsverkiezingen.
Het polderbestuur is verantwoordelijk voor het in goede staat houden van dijken, kades, sluizen en bruggen en ook het op voldoende diepte houden van de sloten en vaarten. Ook het bouwen en onderhouden van molens en gemalen is een taak van het polderbestuur. De inkomsten komen uit waterschapslasten die door de bewoners worden betaald en uit inkomsten van de scheepvaart bij sluizen.
Het land ten westen van de Kostverlorenvaart behoorde sinds de 16e eeuw tot het boezemgebied van het Hoogheemraadschap Rijnland. Sinds 2003 staat het onder bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV), maar watert nog steeds (deels) uit op de Ringvaart van de Haarlemmermeer, boezem van Rijnland.
Poldermolens
Met het hoger worden van het buitenwater en het lager worden van het veenland, door oxidatie en inklinking, werd het steeds lastiger om overtollig water op het buitenwater te lozen. De kaden die het land tegen het water moesten beschermen moesten telkens worden verhoogd.
Vanaf de 15e eeuw lag het land zo laag dat het vaak niet meer mogelijk was om gebruik te maken van lozing door natuurlijk verval en moest het water kunstmatig geloosd worden. Hiertoe werd de poldermolen ontwikkeld. Op basis van bestaande modellen windmolens werd een molen met een scheprad gemaakt, die voor het uitmalen van het water zorgde. De oudste vermeldingen van poldermolens op windkracht in Holland dateren van 1407 in de omgeving van Alkmaar en Leiden.
In de 16e eeuw was de molentechniek zover verbeterd dat het vanaf circa 1530 ook mogelijk werd om grotere laaggelegen stukken land droog te houden en (kleine) meren droog te maken.
Ook in het gebied tussen Amsterdam en Haarlem werd in 1569 voor het eerst melding gemaakt van molens. Dit waren kleine poldermolens, die door particulieren werden geplaatst ter verbetering van de afwatering van het land. Vanaf de 16e eeuw werden ook hier polders ingericht.
Van de polder Spierinx Hoorn is bekend dat in 1567 Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland vergunning verleenden het gebied van de latere Spieringhornerpolder te omdijken. Dit is een van de oudste polders in het bangebied van Osdorp.
De oudste delen van de Sloterpolder en de Middelveldtspolder waren er vanaf 1569 en de Osdorper Bovenpolder in 1570. In de eerste helft van de 17e eeuw werd de inrichting van polders groter aangepakt, ook met nieuw ontwikkelde grotere molens. De bekende achtkante poldermolens met een grotere capaciteit konden meer water uitmalen uit de steeds grotere polders.
De nog bestaande Molen de 1200 Roe aan de Haarlemmerweg dateert uit deze periode. Deze bemaalde vanaf 1632 de Osdorper Binnenpolder. De 400 meter oostelijker geplaatste Molen de 1100 Roe was er vanaf 1674 voor de bemaling van de gefuseerde Sloterbinnen- en Middelveldsche gecombineerde polders. Ten noorden van de in 1632 aangelegde Haarlemmervaart werd in 1638 de Overbraker Binnenpolder opgericht, de Spieringhorner Binnenpolder en de Vennerpolder volgden in 1645.
Verbinding Amsterdam – Haarlem
De belangrijkste verbinding tussen Amsterdam en Haarlem over land was lange tijd de Spaarndammerdijk. Deze smalle en bochtige dijk was, vooral bij slecht weer en in de winter, moeilijk begaanbaar. Met de groei van Amsterdam bestond behoefte aan een betere verbinding met Haarlem. In 1631-1632 werd langs een kaarsrechte lijn van oost naar west dwars door de bestaande polders de trekvaart naar Haarlem aangelegd. Door deze Haarlemmervaart voeren vanaf 1632 tot 1882 trekschuiten die een regelmatige en frequente dienst verzorgen. Langs de vaart kwam een jaagpad annex wagenweg. Deze Haarlemmerweg werd in 1762 voorzien van wegverharding.
Sinds 1632 vormt de Haarlemmervaart met de Haarlemmerweg de scheiding tussen de polders ten noorden daarvan en de oorspronkelijke polders waarvan zij zijn afgescheiden. Na aanleg van de Haarlemmervaart werd het gebied van Spierinx Hoorn in tweeën gedeeld: aan de noordkant kwam de Spieringhorner Binnenpolder, aan de zuidkant de Osdorper Binnenpolder, ieder met een eigen poldermolen langs de trekvaart. Ook de Sloterpolder werd doorsneden: ten noorden van de Haarlemmervaart kwamen de Overbraker Binnenpolder en Vennerpolder, ten zuiden was er de Sloterpolder.
Sloterbinnenpolder
De Sloterbinnenpolder bestaat in zijn uiteindelijke omvang sinds 1628. Toen was het gebied van deze polder geheel van kaden rondom voorzien. In 1632 werd de polder door de Haarlemmervaart in tweeën gedeeld. In dezelfde periode verschenen ook de poldermolens van deze polder. Er waren er twee langs de Kostverlorenwetering: de Noordermolen nabij buurtschap De Baarsjes en de Zuidermolen halverwege dit buurtschap en de Overtoomse Buurt.
Aan de oostkant van de Sloterbinnenpolder vormde de Maljapenkade, later Baarsjesweg, langs de Kostverlorenwetering, de grens van het Slotense poldergebied en de polders ten oosten daarvan in Nieuwer-Amstel en Amsterdam.
Ten westen van de Sloterbinnenpolder lag nog een kleine polder tussen de Uitweg en de Groeneweg. Deze waterde oorspronkelijk uit via de Spaarndammerdijk op het IJ. Na de aanleg van de Haarlemmervaart in 1632 was dit niet meer mogelijk, en werd er een poldermolen gebouwd. Deze moest echter in 1674 worden vernieuwd, toen fuseerden de polders tot Sloterbinnen- en Middelveldsche gecombineerde polders, zodat de nieuwe poldermolen, de 1100 Roe, voor rekening van beide polders kwam, die nu over drie molens beschikte.
Grote en kleine polders
Naast deze oude en grotere polders waren er nog een reeks kleinere polders. Ook zijn enkele polders pas later ontstaan, in de 19e eeuw na droogmaking, zoals de Lutkemeerpolder en de Ookmeerpolder.
Halverwege de 17e eeuw maakte het meeste land ten westen van Amsterdam deel uit van één der polders, waaronder de Sloterpolder, Middelveldschepolder, Spieringhoornpolder, Osdorperpolders, Riekerpolder, etc. Alleen drie ten noorden van de Spaarndammerdijk gelegen ‘buitenpolders’ hadden geen poldermolens, zij waterden nog rechtstreeks af op het IJ.
Veel investeringen werden gedaan door rijke bewoners en instellingen uit Amsterdam. In 1570 was dertig procent van het land in de ban van Sloten eigendom van Amsterdammers, tien procent was van Amsterdamse instellingen.
Dwars door het veenweidegebied waren er enkele dijkwegen met boerderijen van waaruit het land in de 10e tot 13e eeuw was ontgonnen (ontginningsassen). Dit waren de schaarse wegen in het gebied die de verschillende afzonderlijke polders van elkaar scheidden. De bekendste hiervan zijn de Sloterweg en Osdorperweg en voorts de geheel verdwenen Uitweg en Groeneweg
De grootste polder in dit gebied was oorspronkelijk de Sloterpolder, officieel de ‘Sloterbinnen- en Middelveldsche gecombineerde polders’. Sinds de uitbreiding van de gemeente in 1877 met de pas drooggemaakte Groote IJpolder was dat de grootste polder in oppervlakte. Dit was echter een polder met een korte levensduur, nog geen honderd jaar. In 1970 werd deze polder al weer opgeheven door de aanleg van het Westelijk Havengebied. De derde polder in grootte was de Osdorper Binnenpolder, hiervan bestaat nog een gedeelte.
De veertien polders in alfabetische volgorde
* Batenpolder
* Groote IJpolder
* Lutkemeerpolder
* Middelveldsche Akerpolder
* Ookmeerpolder
* Osdorper Binnenpolder
* Osdorper Bovenpolder
* Overbraker Binnenpolder
* Polder de Eendracht
* Riekerpolder
* Sloterbinnen- en Middelveldsche gecombineerde polders
* Sloterdijkermeerpolder
* Spieringhorner Binnenpolder
* Vennerpolder
Deze polders worden in aparte artikelen verder beschreven.
Erik Swierstra, maart 2023.
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp
De (meeste) foto’s en kaarten zijn afkomstig uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.
Zie ook: De polders van Sloten-Oud Osdorp en het AUP
Literatuur
* De Molens van Amsterdam in oude Ansichten, deel 3; Auteur: J.H. van den Hoek Ostende; Uitgave: Europese Bibliotheek, Zaltbommel; 1983 / 2001 – ISBN 90-288-2466-9
* Ruim Zicht, Boerderijen onder het zand van Amsterdam Nieuw-West, Auteur: Marja van der Veldt; Uitgave: Stichting Uitgeverij Noord-Holland; 2003 – ISBN 90-7-1123-65-0
* Sloterpolder in tekst en beeld – De groentetuin van Amsterdam, periode 1920-1960; Uitgave: 2004 – ISBN 90-808355-1-X
* Bos en Lommer en De Baarsjes. De geschiedenis van Amsterdam-West. Auteur: Ton Heijdra. Uitgeverij René de Milliano; 2004 – ISBN 90-72810-45-7
* Amsterdam Nieuw-West. De geschiedenis van de Westelijke Tuinsteden. Auteur: Ton Heijdra. Uitgeverij René de Milliano; 2010 – ISBN 978-9072810-588
* Minerva in de polder – Waterstaat en techniek in het Hoogheemraadschap van Rijnland 1500-1865. Uitgeverij Verloren, Hilversum; 2007 – ISBN 978-90-8704-023-9