Geschiedenis

1 15 16 17

Het dorp Sloten

Het dorp Sloten heeft ondanks het feit dat het langzamerhand grotendeels is ingeklemd door stedelijke bebouwing nog steeds zijn dorpse karakter behouden. De Dorpsstraat (Sloterweg), het Dorpsplein, de Osdorperweg en de zijstraatjes, zoals Akerpolderstraat en Nieuwe Akerweg vormen samen met enkele zijstegen de dorpskern.

Naast de beide kerken, de protestantse Sloterkerk uit 1861 en de Rooms-katholieke Sint-Pancratiuskerk uit 1901, vinden we hier voornamelijk woonhuizen, die vroeger ook aan vele winkels onderdak boden. Van de vroegere winkelstand is niets meer overgebleven, wel is er nog een dorpscafé en nog enige andere bedrijvigheid in het dorp. De meeste huizen dateren uit de 19e en 20e eeuw, maar er zijn nog enkele panden waarvan de historie verder gaat. Het oudste nog bestaande huis staat aan de Osdorperweg nr. 1 en dateert uit 1692. Dit is op de gevelsteen te zien. Het huis werd in de jaren tachtig en negentig gerestaureerd. Diverse huizen staan op de monumentenlijst.

 

De toren van de Sloterkerk torent uit boven de huizen van de Osdorperweg.

Sloterkerk

De oudste kerk van Sloten was een kapel ten zuidwesten van de Slootermeer. in de Middeleeuwen werd op een terp ten noorden van de Sloterweg de eerste stenen kerk gebouwd. in 1573 is deze kerk na het beleg van Haarlem door de Geuzen in brand gestoken. In 1583 ging de kerkelijke gemeente tot de Hervorming over en werd het midden gedeelte (schip) van de verwoeste kerk opgebouwd en geschikt gemaakt voor de protestantse eredienst. Het is dit kerkgebouw dat door diverse tekenaars en schilders (waaronder Rembrandt) is vastgelegd. Nadat dit gebouw wegens bouwvalligheid moest worden gesloopt verrees in 1861 de thans nog bestaande Waterstaatskerk aan de Osdorperweg 28. Het is een neoclassicistisch ontwerp van architect P.J. Hamer. De bouwvallig geworden toren is in 1964 afgebroken en herbouwd. Het gebouw werd in 1996 op de monumentenlijst geplaatst en in 2003 werd het gerestaureerd.

 
De Banpaal uit 1794 en de Sint Pancratiuskerk uit 1901
op een ansichtkaart uit het begin van de 20e eeuw.
Foto: collectie S. van Scheppingen.

Sint Pancratiuskerk

Sloten kent ook een Rooms-katholieke Kerk. Dit is de in 1901 gebouwde Sint-Pancratiuskerk aan de Sloterweg 1184. De parochie van Sint-Pancratius werd in 1893 opgericht. Deze parochie had behoefte aan een eigen kerk, waarbij gekozen moest worden tussen een locatie in Sloten en een plaats in Osdorp. De bouwpastoor J.A. Haverman was een groot voorstander van de huidige locatie en was ook degene die Jan Stuyt aantrok om het gebouw te ontwerpen. Stuyt was een leerling geweest bij A.C Bleijs (Sint-Nicolaaskerk) en bij P.J.H. Cuypers. Voor Stuyt was dit zijn eerste kerk. In zijn ontwerp voor deze sobere neogotische driebeukige kerk is de invloed van Cuypers goed terug te vinden.

De kerk is de vervanging van de vroegere kerk in Oud Osdorp. Nadat al eerder het interieur werd gerestaureerd werden in 2005 het dak en de torenspits onder handen genomen.

Straatnaambord op het politiebureautje in Sloten; 2006. Foto: Erik Swierstra.

Dorpsplein

Aan het Dorpsplein Sloten is het ‘kleinste politiebureau van Nederland’ uit 1866 te vinden. Tegenwoordig heeft de wijkagent hier zijn kantoortje. Er naast staat nog een oude brandmelder uit de jaren twintig. Een ander markant ‘bouwwerk’ op het pleintje is de dorpspomp. Deze is herplaatst na herinrichting van het pleintje in de jaren negentig. Voordien was daar eigenlijk helemaal geen sprake van een plein. Tot 1951 stond hier het Rechthuis, na afbraak daarvan was er een basketbalveldje. In 1991 werden hier archeologische opgravingen gedaan en er werden toen resten gevonden van boerderijen waarvan de geschiedenis terug ging tot circa 1175, toen het dorp hier op een terp werd aangelegd. Op de straatnaambordjes is dit feit vermeld.

 
De Banpaal uit 1794 staat tegenwoordig geheel ingebouwd tussen de huizen midden in het dorp.
Op de achtergrond is nog de top van de kerktoren zichtbaar; 2006. Foto: Erik Swierstra.

Banpaal

Een bijzonder bouwsel in het dorp Sloten is voorts de banpaal uit 1794, een van de vijf die er rond Amsterdam stonden en waarvan er nog drie bestaan (de andere twee staan langs de Amsteldijk en de Amsterdamseweg in Amstelveen). Deze banpaal gaf tot 1795 de bangrens (grens van het rechtsgebied) aan tot waar het recht van de stad Amsterdam gold. Bannelingen (mensen die verbannen waren) mochten niet voorbij dit punt komen.

Molen van Sloten

Sinds 1991 is het dorp Sloten een belangrijke bezienswaardigheid rijker, de Molen van Sloten. De eerste molen bij Sloten stond in de Riekerpolder, ten zuiden van de Sloterweg. Deze in 1636 gebouwde molen moest in 1956 wijken voor de vergroting van de Nieuwe Meer ten behoeve van de zandwinning voor de bouw van de Westelijke Tuinsteden. In 1961 werd de Riekermolen herbouwd aan de Amstel bij de Kalfjeslaan. Sindsdien bestond in Sloten de wens om toch weer een molen te hebben, en dertig jaar later ging deze in vervulling. Een uit de Watergraafsmeer afkomstige molenstomp (bouwjaar 1847) werd op een nieuw gemetselde onderbouw geplaatst en van een nieuwe kap en wieken voorzien. Hiermee was de Molen van Sloten een feit. Deze werd op 11 september 1991 door Prinses Juliana in gebruik gesteld en is sindsdien tot de belangrijkste toeristische attractie van Sloten geworden. De molen is (bijna) alle dagen van het jaar geopend van 10 tot 17 uur. Het is (waarschijnlijk) de enige werkende molen die over een lift beschikt, zodat ook mensen die minder goed ter been zijn de molen kunnen bezoeken. De molen is tevens in gebruik als trouwlocatie. Sinds april 2005 is de molen uitgebreid met een Kuiperijmuseum, het enige in zijn soort.

De Molen van Sloten heeft ook een rol in de bemaling van de omgeving. Dit naast het uit 1952 daterende Akergemaal, dat het water uit het gebied van de Westelijke Tuinsteden naar het boezemwater van de Ringvaart om de Haarlemmermeerpolder pompt.

 
De Sloterbrug over de Ringvaart en de Molen van Sloten; 2000.
Foto: Erik Swierstra.

In de Molen van Sloten bevinden zich drie gevelstenen met de volgende teksten:

1. Aangeboden door de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp en gelegd door Ed. van Thijn, Burgemeester van Amsterdam en Ko Kuiper, voorzitter van de Stichting Molen voor Sloten. — 31 mei 1990. —

2. De eerste steen gelegd den 19 juni 1847 door Arend van den Broeke.

3. 1847 – 1997
‘ik maal niet om de olie of het graan,
ik til heel wat water uit de stad vandaan.
de wind valt in m’n wieken als een valk:
ik  kan de jaren van m’n toekomst aan!

Karel N.L. Grazell 

Deze laatste steen werd op 19 juni 1997 onthuld door W.F. Velthuis, voorzitter stadsdeel Osdorp.

Speeltuin

Sloten heeft ook de beschikking over een eigen speeltuin. Deze werd opgericht op 15 november 1921, kort na de annexatie door Amsterdam. Een aantal particulieren nam hiertoe het initiatief om de dorpsjeugd iets te bieden als alternatief tegen de verlokkingen van de grote stad. Sindsdien is er veel veranderd in en om Sloten, maar de speeltuin is er nog steeds en de kinderen van nu spelen er met evenveel plezier als hun ouders en grootouders in het verleden. Iedereen kan gebruik maken van het terrein en de speeltoestellen. Voor leden van de speeltuinvereniging worden door het jaar heen diverse activiteiten georganiseerd. In het speeltuingebouw vinden diverse clubs onderdak.

Sloterbrug

Aan de westkant wordt het dorp Sloten begrensd door de Ringvaart van de Haarlemmermeer, tevens de westelijke begrenzing van de gemeente Amsterdam en vroeger de gemeente Sloten. Over de Ringvaart ligt hier de Sloterbrug uit 1962. Dit is de opvolger van de oude Sloterbrug uit 1879 die de eerste vaste verbinding tussen Amsterdam en de Haarlemmermeer (en sinds 1919 ook Schiphol) vormde. Tegenwoordig is dit nog steeds een belangrijke verbindingsschakel tussen Amsterdam-West en Badhoevedorp.

© Erik Swierstra, september 2006.

Geschiedenis van Sloten

Het gebied waar nu de Westelijke Tuinsteden liggen was tot circa 1950 een landelijk gebied. Voordat de stad zich tot hier uitbreidde had dit al een geschiedenis van bijna duizend jaar als agrarisch gebied achter zich. Rond het jaar 1000 was de omgeving van wat nu Amsterdam is, net als een groot deel van Holland, een veenmoeras waar nauwelijks mensen woonden.

Vanaf de tiende eeuw werden deze gebieden langzamerhand in cultuur gebracht en werden ook de eerste dorpen gesticht. Het land ten westen van waar nu de Schinkel en Kostverlorenvaart liggen werd vanuit Kennemerland gekoloniseerd.’Sloten’ is zo’n twee eeuwen ouder dan Amsterdam. De oudste vermelding dateert uit 1063, toen er sprake was van een kapel te Sloton aan de zuidwestpunt van de Slootermeer. Rond 1175 werd het dorp verplaatst naar een terp aan de huidige Sloterweg, maar op de oorspronkelijke plek bleef nog eeuwenlang het ‘Out Kerkhoff’ liggen.

Gezicht op de kerk van Sloten in de winter, met op het ijs schaatsers en kolfspelers.
Rechts gaat langs enige woningen en over twee bruggen de Osdorperweg,
die bij de kerk uitkomt op de Sloterweg.
Schilderij van Jan Abrahamsz. Beerstraten; halverwege de 17e eeuw (collectie Rijksmuseum).

Dochterkerk van Velsen

De kerk van Sloten, gewijd aan Sint-Pancras, was een dochterkerk van die van Velsen. Uit dezelfde periode dateren Assendelft en Spaarnwoude en, in het Amstelland, Abcoude en Ouderkerk. Het Amstelland viel echter onder de invloedssfeer van de bisschop van Utrecht. Van de stad Amsterdam was toen nog geen sprake, deze ontstond pas twee eeuwen later (oudste vermelding in 1275). Naast Sloten ontstonden deze omgeving nog enkele andere dorpen, zoals Osdorp (Oostdorp) en Sloterdijk (Sloterdam). De bewoners leefden aanvankelijk van de akkerbouw, maar ook van de tuinbouw, veehouderij en visvangst. Al vanaf het ontstaan van de stad Amsterdam werd dit de belangrijkste afzetmarkt voor de producten van de boeren.

De Sloterpolder op een kaart van Balthasar Floresz uit 1615 met daarin de nog niet drooggemaakte Slootermeer en aan
de zuidwestpunt de Geerban en het dorp Sloten. Onderaan de Nieuwe Meer. Rechtsboven de nog kleine stad Amsterdam.

Heilige Weg

Het dorp lag aan de ‘Heilige Weg’ van Haarlem naar pelgrimsoord Amsterdam, bekend van het ‘Mirakel’ uit 1345. De Sloterweg was tot het begin van de 16e eeuw de belangrijkste landverbinding tussen Amsterdam en de rest van Holland, totdat de landbrug naar Haarlem in 1508 door de golven werd weggeslagen. Daarna ging het verkeer via Sloterdijk.

Tot 1529 was Sloten voornamelijk op Haarlem georiënteerd, maar in dat jaar verdobbelde landheer Reijnout de derde van Brederode zijn bezittingen en viel Sloten toe aan de stad Amsterdam. Ook de ambachtsheerlijkheden Sloterdijk, Osdorp en de Vrije Geer vielen toe aan de stad. Na de Napoleontische tijd werd Sloten een aparte gemeente, los van Amsterdam. De gemeente Sloten omvatte behalve het dorp Sloten ook de Vrije Geer en de dorpen Osdorp en Sloterdijk.

De Sloterpolder op een kaart uit de 18e eeuw, met in het midden de drooggemaakte Slooterdijkermeerpolder.
Rechts ligt Amsterdam, nu met de 17e eeuwse Grachtengordel, linksonder het dorp Sloten.

Gemeentewapen

In het Akergemaal is het gemeentewapen van de vroegere gemeente Sloten ingemetseld zoals dat sinds 1816 in gebruik was. Ook op de molen van Sloten is een afbeelding hiervan te vinden. In dit gemeentewapen zijn symbolen van de vier ‘bangebieden’ terug te vinden waaruit de gemeente Sloten bestond: Sloterdijk, Sloten, de Vrije Geer en Osdorp (respectievelijk een ster, 3 hangsloten, een ster, een driehoek en een os). Het wapen werd op 26 juni 1816 als volgt omschreven:

“Zijnde een gevierendeeld schild, het eerste deel van sabel, beladen met een tourteau van lazuur, beladen met een vijfpuntige ster van goud; het tweede van keel met drie hangsloten malordonné van goud; het derde van keel met een geer van goud, komende uit de linkerzijde; het vierde van zilver met een linksgaanden roodbonten os, staande op een grond van sinopel.”

Het wapen van Sloten zoals te zien op de Molen van Sloten; 2005.
Foto: Erik Swierstra.

Drooggelegde meren

Het meer waaraan Sloten was ontstaan, de Slootermeer, werd in 1644 drooggelegd. Sindsdien lag hier de droogmakerij ‘Sloterdijkermeerpolder’. Bij overstromingen liep deze nog vele malen onder water. Drie eeuwen later, tussen 1948 en 1956, werd de polder vergraven tot Sloterplas. Ook de nabijgelegen Nieuwe Meer werd door zandwinning sterk vergroot.

De grote wateren in de omgeving waren echter een grotere bedreiging. Naast het IJ in het noorden was de Haarlemmermeer in het westen een constant gevaar. Weliswaar leverden deze meren opbrengst in de vorm van visvangst, maar het verlies aan land was echter veel schadelijker. Telkens als het stormde vond er afkalving van de oevers plaats. Daardoor ging ten westen van Sloten in de loop der tijd een grote hoeveelheid land verloren. Twee dorpen nabij Sloten, Nieuwerkerk en Rijck (Rietwijk), werden in de zeventiende en achttiende eeuw verzwolgen door de waterwolf.


Het gemaal Lijnden aan de Ringvaart van de Haarlemmermeer tegenover de Lutkemeer; 2006.
Foto: Erik Swierstra.

De Haarlemmermeer was echter zo sterk in omvang toegenomen dat inpoldering niet zo simpel was als bij de kleinere meren. De bekende molenmaker Adriaen Leeghwater ontwierp al in de 17e eeuw een plan om de Haarlemmermeer met circa 200 windmolens droog te malen. Pas na de uitvinding van de stoommachine, zo’n twee eeuwen later, behoorde drooglegging van dit meer tot de mogelijkheden. Na de storm van 1836 werd de dreiging zo acuut dat niet alleen Sloten, maar ook Amsterdam (en ook Leiden) gevaar liep door de golven verzwolgen te worden. In 1852 was het eindelijk zover dat de Haarlemmermeerpolder droog viel. Enkele jaren later (in 1865) werd ook de kleine Lutkemeer ten westen van Osdorp nog drooggelegd. In 1872 volgde de drooglegging van grootste deel van het IJ met de aanleg van het Noordzeekanaal, zodat het gevaar voor overstromingen nu sterk verminderd was.

Kaart van de gemeente Sloten uit 1868.

De stad rukt op

Een andere bedreiging van het landelijke gebied van Sloten kwam nu uit het oosten. In het laatste kwart van de negentiende eeuw begon Amsterdam sterk te groeien. Vanaf 1867 werd er gebouwd buiten de Singelgracht en de bebouwing rukte snel op naar het westen en zuiden. Reeds in 1877, toen de gemeentegrens in het oosten nog de Kostverlorenvaart was, werd een gedeelte van de plattelandsgemeente door Amsterdam geannexeerd. Nadat in 1896 nog een stukje van Sloten en ook al een groot stuk van de gemeente Nieuwer-Amstel (thans Amstelveen) was geannexeerd, was het in 1921 de beurt aan Sloten (net als Watergraafsmeer, Buiksloot, Nieuwendam en Ransdorp) om door Amsterdam opgeslokt te worden. Voortaan behoorde dit gebied tot Amsterdam, met de bedoeling dit voor stadsuitbreiding te gebruiken.

Nieuwe woonwijken

In de jaren twintig en dertig werden op het grondgebied van de vroegere gemeente Sloten de buurten rond het Mercatorplein, Surinameplein en Hoofddorpplein gebouwd. In de jaren dertig en veertig verrezen Landlust en Bos en Lommer.

Westelijke Tuinsteden

Vervolgens werden plannen gemaakt voor nog verdere uitbreidingen naar het westen. Het uit 1934 daterende Algemeen Uitbreidings Plan van Amsterdam voorzag in aanleg van de Westelijke Tuinsteden volgens een ruime en groene opzet. De Sloterplas zou met het omliggende park het hart gaan vormen.

Vertraagd door de Tweede Wereldoorlog kwam de bouw pas in 1951 goed op gang. In 1952 konden de eerste bewoners hun nieuwe huizen in de Tuinstad Slotermeer betrekken. Daarna werden de Tuinsteden Geuzenveld, Slotervaart, Overtoomse Veld en Osdorp gebouwd. Omstreeks 1970 waren de tuinsteden voltooid. In 1965 werd in de Lutkemeerpolder de begraafplaats Westgaarde aangelegd. In de jaren negentig er kwamen nog drie nieuwbouwgebieden tot stand: de Oostoever, Nieuw Sloten en De Aker.

 

Kaart van het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam uit 1934.
In het midden de Sloterplas, links daarvan Tuinstad Osdorp.
Aan de linkerkaartrand Oud Osdorp en linksonder het dorp Sloten.

Dorpsraad

In 1962 werd de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp opgericht, die sindsdien opkomt voor de belangen van de oude dorpen en het landelijke gebied.

Stadsdelen

In 1981 werd het stadsdeel Osdorp ingesteld. Sloten en Oud Osdorp gingen hier deel van uitmaken. Delen van het landelijke gebied werden in 1990 ingedeeld bij de stadsdelen Geuzenveld-Slotermeer (Eendrachtpolder) en Slotervaart (omgeving Sloterweg en Riekerpolder). In 2010 werden deze drie stadsdelen samengevoegd tot stadsdeel Nieuw-West.

Nieuw Sloten

In de jaren negentig werd op de plaats van het in 1958 aangelegde Tuinbouwgebied Sloten de nieuwbouwwijk Nieuw Sloten gebouwd. Omdat deze wijk het oude dorp geheel zou gaan inklemmen werd in 1995 een referendum georganiseerd om het ‘Weilandje van Sloten’ te redden van bebouwing. Dit is een van de weinige referenda waarin de Amsterdamse bevolking zijn gelijk bevestigd kreeg tegenover de immer bouwende gemeente Amsterdam. In 2003 werd hier het Natuurpark De Vrije Geer geopend in een veenweidegebied met een eeuwenoud en helemaal gaaf slotenpatroon. Aan de zuidkant van het dorp liggen de volkstuinparken Eigen Hof en VAT, aan de oostkant grenzend aan het oude dorp ligt het sportpark Sloten met de overdekte wielerbaan. Aan de andere kant van het dorp verscheen in de jaren negentig de nieuwbouwwijk De Aker, waar voordien tuinbouwbedrijven lagen. Zo dicht bij de (tuin)stedelijke bebouwing van de grote stad is het oude dorp nog steeds een oase van rust.

© Erik Swierstra, september 2006.

1 15 16 17