Voordat de gemeente Sloten in 1921 door de gemeente Amsterdam werd geannexeerd had Sloten een eigen systeem van huisnummers en wijkletters. Dit systeem was ingevoerd omstreeks 1915. Voordien werden percelen en de huizen die daar eventueel op stonden aangeduid met de kadastrale gegevens, die waren vastgesteld in de jaren twintig van de 19e eeuw.
Omstreeks 1900 groeide het aantal inwoners van Sloten onder andere door de toename van het aantal Amsterdammers dat een woning betrok net buiten de gemeentegrens van de stad. In de randgemeenten Sloten, Nieuwer-Amstel en Watergraafsmeer kon men goedkoper wonen dan in de stad en door de verbeterde (tram)verbindingen en de bouw van forensenwoningen ontstonden buurten met veel bewoners die op de stad waren gericht.
Zo werd in 1908 de Admiraal de Ruijterweg, tussen De Baarsjes en het Dorp Sloterdijk, met enkele zijstraten in de omgeving aangelegd. Ook bij de Overtoomse Buurt kwamen nieuwe woningen langs de nieuw aangelegde Jacob Marisstraat. Ten westen van de begraafplaats Huis te Vraag werd een zijstraat aan de Sloterweg met nieuwe huizen gebouwd, de Generaal Vetterstraat. Ook nabij de latere Ringspoordijk kwam een nieuw buurtje met arbeiderswoningen, Veelust.
Door het toegenomen aantal huizen in de gemeente voldeed het oude nummersysteem niet meer en werd omstreeks 1915 een nieuwe wijkindeling en huisnummering ingevoerd.
Wijkletters Gemeente Sloten
A – Sloterweg / Dorp Sloten / Riekerpolder
B – Sloterdijk / Spaarndammerdijk / Haarlemmerweg
C – Osdorperweg / Akerwegen / Lutkemeerweg / Haarlemmerweg / Groeneweg / Uitweg / Sloterdijkermeerweg
D – Slatuinen / De Baarsjes
E – Sloterpolder / Overtoomse Buurt
F – Spieringhorn / Grote IJpolder
G – Veelust (aan de Sloterweg)
H – Jacob Marisstraat / Theophile de Bockstraat
J – Admiraal de Ruijterweg en omgeving
K – Ringweg Grote IJpolder
Wijk A
Huizen langs de Sloterweg kregen een combinatie van een letter A met een nummer. Bij de Sloterkade begon de nummering met A1, en verder oplopend, A2, A3, etc. Via de Sloterweg richting het Dorp Sloten liep de nummering op. Tussen het Tolhuis aan de oostgrens van het dorp en de Slimmeweg (thans Osdorperweg) waren de nummers A154 t/m A224. Langs de Akerweg (thans Sloterweg) ten westen hiervan tot aan de Sloterbrug waren de nummers A225 t/m A287.
Langs de huidige Nieuwe Akerweg, Akerpolderstraat en Osdorperweg (tot aan de Vrije Geer) waren de nummers A288 t/m A324. Tussen de Vrije Geer en de Zuiderakerweg waren de huizen langs de Slimmeweg (thans Osdorperweg) genummerd A325 t/m A333.
In de Riekerpolder ten zuiden van de Sloterweg bevonden zich ook nog enkele gebouwen. De Militaire Bronwater Installatie had de nummers A389 t/m A391. De Militaire Magazijnen aan de Ringvaart was A392 en A393.
Ook langs het verdwenen deel van het Jaagpad waren er enkele oude nummers. ‘Het Kruithuis’ aan Jaagpad 200-201 was voorheen A390. ‘Café Meerzicht’ (ook wel ‘Café Opoe’) aan Jaagpad 241 was voorheen A394. De Riekermolen werd aangeduid met A356.
Na de annexatie werden door de gemeente Amsterdam enkele straatnamen gewijzigd, zo werd het gedeelte van de Sloterstraatweg langs de Schinkel tussen de Overtoomse Buurt en de bocht naar het westen bij het vroegere Huis te Vraag vanaf april 1923 Sloterkade genoemd. De Sloterstraatweg heette voortaan Sloterweg en liep voortaan vanaf de bocht bij de Schinkel tot aan de Ringvaart van de Haarlemmermeer, bij de Sloterbrug. De Akerweg werd nu een onderdeel van de Sloterweg en de Slimmeweg werd een onderdeel van de Osdorperweg.
Ook werd een nieuwe huisnummering volgens het Amsterdamse systeem ingevoerd. Terwijl de nummering in Sloten afwisselend links en rechts van de weg was, heeft Amsterdam het systeem dat de huizen links van de weg (vanaf de stad gerekend) oneven nummers hebben en de huizen rechts van de weg even nummers hebben.
Van de huizen en boerderijen langs de Sloterweg is in de loop van de 20e eeuw een groot aantal verdwenen door de stadsuitbreidingen, maar ten westen van de Johan Huizingalaan en in het Dorp Sloten zijn nog een behoorlijk aantal oude huizen uit de tijd van de gemeente Sloten bewaard gebleven. Op sommige van deze huizen is na bijna honderd jaar nog, soms vaag, een oud huisnummer beginnend met A aan te treffen.
Op de volgende huizen zijn de oude huisnummers (vaag) nog af te lezen: Sloterweg A110 (831), A111 (833), A143 (1081), A151 (1185), A152 (1187), A173 (1190), A217 (Osdorperweg 24), A221 (1257), Akerweg A272 (Sloterweg 1325), Heerenstraat A287 (Akerpolderstraat 9; Wees en Armenhuis), Slimmeweg A310 (Osdorperweg 42), Slimmeweg A311 (Osdorperweg 44).
De gegevens van de oude huisnummers zijn ontleend aan de kaarten van de Dienst der Publieke Werken schaal 1 à 1.000, die vanaf 1913 werden vervaardigd. Deze kaarten zijn te bekijken op de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam. Zie: www.archief.amsterdam/beeldbank/
Omdat niet alle kaarten in de Beeldbank aanwezig zijn, is de lijst niet compleet te maken. Op basis van de beschikbare kaarten is de lijst zo volledig mogelijk gemaakt, maar er ontbreken dus gedeelten waarvan de kaarten niet afgelezen konden worden.
De kaart is een uitsnede uit een kaart van de Dienst der Publieke Werken
van de Gemeente Amsterdam uit de Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Enkele opvallende huizen en boerderijen
* Sloterweg A31 = Sloterweg 51 (Begraafplaats)
* Generaal Vetterstraat A1 t/m A18 = Generaal Vetterstraat 1 t/m 18
* Sloterweg A57 = Sloterweg 125 (‘Harterust’) vervangen door Sloterweg 145 (Luchtvaartlaboratorium)
* Sloterweg A62 = Sloterweg 210 (‘Het Torentje’)
* Sloterweg A66 = Sloterweg 305 (‘Milden Rust’)
* Sloterweg A84 = Sloterweg 490 (‘Middelhof’)
* Sloterweg A94 = Sloterweg 600 (‘Tusschenmeer’)
* Sloterweg A103 = Sloterweg 720 (‘Zomerlust’)
* Sloterweg A104 = Sloterweg 734 (‘De Bijweg’)
* Sloterweg A114 = Sloterweg 867, 869, 871 (‘Lissabon’)
* Sloterweg A121 = Sloterweg 1025 (‘Hoeve Tutor’)
* Sloterweg A125 = Sloterweg 1047 (‘Ida Hof’)
* Sloterweg A143 = Sloterweg 1081 (‘Margaretha Hoeve’)
* Sloterweg A154 = Sloterweg 1193 (Tolhuis)
* Sloterweg A156 = Sloterweg 1186 (R.C. Kerk)
* Sloterweg A212 = Sloterweg 1226 (Politiepost)
* Sloterweg A217 = Osdorperweg 24 (Pastorie Sloterkerk)
* Akerweg A233 = Sloterweg 1269 (Kuykhoven)
* Akerweg A245 = Sloterweg 1289 (‘Akerstein’)
* Akerweg A249 = Sloterweg 1301 (Dokterswoning)
* Heerenstraat A287 = Akerpolderstraat 9 (Wees en Armenhuis)
* Slimmeweg A301 = Osdorperweg 28 (Sloterkerk)
* Slimmeweg A324 = Osdorperweg 70 (‘Welgelegen’)
In de bijlagen zijn lijsten opgenomen met de oude en nieuwe straatnamen en huisnummers.
Zie ook: Oude huisnummers en wijkletters van de gemeente Sloten – deel 2.
Tekst, foto’s en bewerking kaarten:
Erik Swierstra; augustus 2019.
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Erfgoed van de Week – Luchtvaartgebouwen in de stad
Een ander gebouw dat met de Nederlandse luchtvaart te maken heeft, is het voormalige nooddrinkwatercomplex aan de Oude Haagseweg. Dit werd tussen 1901 en 1908 gebouwd als onderdeel van de Stelling van Amsterdam. In tijden van belegering kon deze installatie maar liefst een miljoen mensen voorzien van drinkwater.
Omdat het principe van de Stelling al snel achterhaald bleek te zijn, werd het complex niet lang na de Tweede Wereldoorlog opgedoekt. Vervolgens gebruikte KLM het terrein tijdelijk om tests met proefmotoren te doen. In 1950 betrok de Rijksluchtvaartdienst, de huidige Luchtverkeersleiding Nederland, het oude machinegebouw op het oostelijk deel van het terrein.
Daar had de dienst een goede reden voor: dit bleek namelijk de beste plek te zijn voor storingsvrije radiocommunicatie met de vliegtuigen. Zij liet er dan ook 2 zendmasten neerzetten, die tot op de dag van vandaag functioneren. In het machinegebouw is nu onder andere het bedrijfsmuseum te vinden.
Twee gebouwen van de oude Rijksluchtvaartdienst hebben nu een heel andere bestemming. 30 jaar geleden werd een deel van het terrein gekraakt door een groep kunstenaars. Na de uitspraak van de rechter tegen sloop op Hemelvaartsdag, richtten ze de Rijkshemelvaartdienst op. Sindsdien is het een culturele broedplaats met een creatieve woon- en werkgemeenschap. Bovendien hebben het oude machinegebouw en de ontijzeringsinrichting sinds december 2018 de status van gemeentelijk monument.
Van: www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/erfgoed-week/luchtvaartgebouwen/ – 15 augustus 2019
Dit artikel als pdf-bestand: Van militaire watervoorziening tot broedplaats.pdf
Na de annexatie van de gemeente Sloten door de gemeente Amsterdam per 1 januari 1921 maakte Amsterdam plannen om het nieuw verworven grondgebied (grotendeels) te gebruiken voor uitbreiding van de stad.
Het landelijke gebied van de vroegere gemeente Sloten, met rechts boven het dorp Sloterdijk,
links midden Oud Osdorp en midden onder het dorp Sloten. Rechts de westelijke begrenzing van
de stadsuitbreidingen van de jaren dertig; circa 1940. Dit gebied is nu voor een groot deel
gevuld met de westelijke uitbreidingen van Amsterdam van na 1950.
Nadat in de jaren twintig en dertig al de wijken van Plan West tot stand kwamen in de buurten rondom het Hoofddorpplein, Surinameplein en Mercatorplein werd voor verdere uitbreiding van de stad in 1928 de afdeling Stadsontwikkeling van de Dienst der Publieke Werken opgericht. Hoofd van deze afdeling werd Cornelis van Eesteren die plannen uitwerkte voor de uitbreiding van de stad in westelijke en zuidelijke richting. Dit resulteerde in het Algemeen Uitbreidings Plan (AUP) van 1935. Volgens dit plan werden in de jaren vijftig en zestig de Westelijke Tuinsteden en Buitenveldert gebouwd. Ook de aanleg van het Westelijk Havengebied was onderdeel van het plan.
Van het grondgebied van de vroegere gemeente Sloten, dat in 1921 nog grotendeels een agrarische bestemming had werd meer dan 90% bestemd voor stedelijke woonbebouwing en/of bedrijventerreinen. Slechts een beperkt gebied aan de westelijke en zuidwestelijke rand van de stad zou een agrarische bestemming houden. Dit was voornamelijk de omgeving van de dorpen Sloten en Oud Osdorp.
Uitsnede uit de kaart van het AUP uit 1935 met de Westelijke Tuinsteden (rood)
en het landelijke gebied van Sloten-Oud Osdorp (lichtgroen).
Het AUP over de tuinbouw
In het AUP is in Hoofdstuk VII, bladzijde 65, een paragraaf over tuinbouw opgenomen. Er wordt vermeld dat de tuinbouw steeds verder wordt verdreven uit de stadsrand. De oorspronkelijke terreinen werden steeds weer onder zand bedolven. Dit gold bijvoorbeeld voor de tuinbouw bij de Boerenwetering in Zuid en voor de tuinbouw in de Baarsjespolder bij het Slatuinenpad in West. In het AUP werd voorzien om voor de bedrijfsvoering betere terreinen in te richten. Hierbij was het ook gewenst om alle kleine stukjes en beetjes tuinbouw samen te voegen op grotere terreinen. Hiervoor werd gedacht aan de Middelveldsche Akerpolder, de Osdorper Bovenpolder, waar reeds een aantal tuinderijen zich hadden ontwikkeld, maar ook om een groot aaneengesloten gebied in de Sloterpolder èn complexen in de Osdorper Binnenpolder blijvend (sic!) hiervoor aan te wijzen.
Slateelt bij de Raasdorperweg in de Osdorper Bovenpolder vond nog plaats tot enkele jaren geleden.
Op de achtergrond de Westrandweg, die het gebied inmiddels doorsnijdt; 26 mei 2017.
Foto: Erik Swierstra.
Tuinbouw in vier polders
Er werd gedacht aan de volgende verdeling: Sloterpolder 190 ha, Middelveldsche Akerpolder 80 ha, Osdorper Bovenpolder 85 ha en Osdorper Binnenpolder 50 ha. Dit is totaal 405 ha, waarvan 125 ha al aanwezig was in de eerste drie vermelde polders, dus het supertotaal komt uit dan op 530 ha tuinbouw.
Citaat:
“voor den tuinbouw is de beteekenis met bestemming tot warmoezeniersgrond gelegen in de omstandigheid, dat door dezen op de wet steunenden maatregel de bedoelde terreinen slechts voor het speciaal genoemde (of een daarmede nauw verwant) doel zullen mogen worden gebruikt. Een eenmaal op tot tuinbouw bestemd terrein gevestigd bedrijf kan zich dus verder rustig ontwikkelen zonder vrees voor verplaatsing en zich daardoor al naar behoefte aanpassen aan de moderne bedrijfseischen.”
Hoe die ‘rustige verdere ontwikkeling’ is verlopen kunnen we zien aan de autosloperijen, lege en met auto’s, caravans en bomengroei bezette kassen in de Osdorper Bovenpolder. Ja, die polder die in zijn geheel was bestemd voor tuinbouw…. In de Akerpolder en Sloterpolder is tuinbouw inmiddels geheel vervangen door huizenbouw.
Luchtfoto van tuinbouw in kassen nabij het dorp Sloten.
Links de Sloterweg, in het midden de Ditlaar; 9 mei 1969.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Open gebied tussen Amsterdam en Haarlem
Op de pagina’s 68 t/m 71 gaat het plan verder in op het landelijke gebied. Hierin wordt nadrukkelijk het belang vermeld het gebied open te houden, zodat Amsterdam en Haarlem niet aan elkaar zouden groeien. Het contact tussen de stadsbewoners en het landelijk gebied is van blijvend belang. Deze open ruimte is met behulp van het Rijk en de Provincie aardig in stand gehouden (Rijksbufferzone). Als het aan de gemeente Amsterdam had gelegen was de Osdorper Binnenpolder-Noord (Eendrachtpolder) vanaf de jaren tachtig geheel gevuld met bedrijventerreinen (woningbouw was met het Luchthavenindelingbesluit Schiphol onmogelijk geworden).
De Lutkemeerpolder is inmiddels wel gedeeltelijk gevuld met bedrijventerreinen, terwijl in het AUP juist deze polder in zijn geheel voor landbouw (akkerbouw, dat is wat anders dan tuinbouw) behouden zou moeten worden. In een gedeelte van de polder, nabij de Wijsentkade, is nog steeds akkerbouw.
Op Kaart D ‘Werkgebieden in het AUP’ zijn duidelijk de bedoelingen met het Landelijk gebied te zien: de zuidoosthoek van de Osdorper Binnenpolder-Noord én een groot deel van de Osdorper Binnenpolder-Zuid zijn daarop bestemd voor tuinbouw. Opvallend is dat het grootste deel van de Osdorper Binnenpolder-Noord nog niet bestemd is. Wel zien we de vermelding ‘in vervening’ op de kaart. Dit was de veenderij ‘De Eendracht’. De gehele Osdorper Bovenpolder is/was bestemd voor tuinbouw, zo ook de Akerpolder en de Sloterpolder ten noorden van de Sloterweg.
Luchtfoto van de Eendrachtpolder gezien naar het noordwesten tijdens de vervening in de
jaren twintig. Op de achtergrond links de Osdorperweg, rechts de Haarlemmerweg.
Luchtfoto van de Eendrachtpolder gezien naar het noordwesten, na vervening en droogmaking
ingericht als Sportpark De Eendracht (voorgrond) en als akkerland (achtergrond).
Links liggen de volkstuinparken; 6 juni 1975. Dit gebied is nu onderdeel van de ‘Tuinen van West’.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Omlegging Osdorperweg
Op Kaart J, ‘Hoofdverkeerswegen in het AUP’ is een bijzonder detail te zien: een groot deel van de Osdorperweg zou daaronder vallen in relatie met een circuit (reuzenrotonde) rond het dorp Sloten én in relatie met een omlegging van de Osdorperweg dóór de Osdorper Binnenpolder-Noord naar de omlegging van de Haarlemmerweg in verband met het geplande Kanaal om de West. De Haarlemmerweg zou in deze plannen met de spoorlijn omgelegd worden ten noorden van het dorp Halfweg. Deze plannen zijn echter nooit gerealiseerd en de spoorlijn en Haarlemmerweg liggen daar nog steeds op het oorspronkelijke tracé.
Osdorper Binnenpolder-Zuid
Ten slotte: Als we kijken naar de kaart ‘Het AUP, Plan in Hoofdzaak’ dan is er nog iets bijzonders te zien: naast tuinbouw is daarop de gehele Osdorper Binnenpolder-Zuid gevuld met een stukje woningbouw én veel Volkstuincomplexen tot tegen de Ookmeerweg aan. Bijzonder is dat juist déze polder zijn oorspronkelijke middeleeuwse karakter heeft behouden met uitzondering van de bedrijfsloodsen van de firma Rutte.
De Osdorper Binnenpolder-Zuid is nog als veenweidegebied gedeeltelijk behouden gebleven; 2 mei 2015.
Foto: Erik Swierstra.
Kanaal om de West
De noordwesthoek van de Osdorper Bovenpolder ligt niet in de gemeente Amsterdam maar in de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, (sinds 1 januari 2019 gemeente Haarlemmermeer). Bij de planning van het Kanaal om de West werd daarop vooruitlopend in 1963 een grondruil gedaan: alles ten westen van het tracé werd van Haarlemmerliede, alles ten oosten van Amsterdam, waardoor het kanaal geheel in Amsterdam zou komen te liggen. Kijkend naar de tuinbouw is het boeiend te zien dat in de gemeente Haarlemmermeer de tuinbouw een geheel eigen leven is gaan lijden/leiden. Uit de kassen groeit natuur dwars door de beglazing heen.
Het ontworpen tracé van het Kanaal om de West tussen de Ringvaart van de
Haarlemmermeerpolder en Zijkanaal F op de kaart van het AUP uit 1935.
In geel in het midden is de omgelegde Osdorperweg door de Osdorper Binnenpolder aangegeven.
Tuinbouwgebied Sloten
In het Algemeen Uitibreidings Plan werd de Sloterpolder vrijwel geheel bebouwd, alleen nabij het dorp Sloten zou een deel agrarisch blijven. De tuinders die in de Overtoomse Polder (het deel van deze polder ten westen de Overtooomse Buurt) hun bedrijven hadden, zouden worden verplaatst naar het Tuinbouwgebied Sloten, tussen de Plesmanlaan, Louwesweg en Sloterweg. Dit tuinbouwgebied werd in de jaren 1958-1960 ingericht. De laatste tuinders in Overtoomse Veld vertrokken in 1959 in het gebied waar tegenwoordig het Rembrandtpark ligt.
Het Tuinbouwgebied Sloten zou uiteindelijk slechts drie decennia blijven bestaan, want in de jaren tachtig werden ook voor dit gebied plannen voor bebouwing gemaakt. In 1988 moesten de tuinders hier weer vertrekken, waarna in de jaren negentig hier de wijk Nieuw Sloten verrees. Een deel van de tuinders vond een nieuwe plek nabij Almere, anderen vertrokken naar elders in Nederland of stopten met hun bedrijf.
Luchtfoto van het Tuinbouwgebied Sloten, gezien in westelijke richting.
In het midden de Louwesweg; 21 juli 1983. Hier ligt nu de wijk Nieuw Sloten.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Middelveldsche Akerpolder
Ook ten noorden van het dorp Sloten werd het nog overgebleven poldergebied bestemd voor de tuinbouw. Dit betrof in eerste instantie de Middelveldsche Akerpolder. Ook hier maakten weilanden plaats voor tuinbouwbedrijven. Deze bleven iets langer bestaan dan het hiervoor genoemde Tuinbouwgebied Sloten, maar moesten in de jaren negentig ook wijken voor woningbouw. In de jaren negentig verrees hier de wijk De Aker. Wel bleven de oude Noorder Akerweg en de Zuider Akerweg bestaan met bebouwing die nog deels dateert uit de tijd van de tuinbouw.
Het tuinbouwgebied in de Middelveldsche Akerpolder, gezien in noordelijke richting.
Op de voorgrond de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder, rechtsonder de Zuiderakerweg,
linksboven de Noorderakerweg; april 1973. Hier ligt nu de wijk De Aker.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Osdorper Binnenpolder
Ook het restant van de Osdorper Binnenpolder, voor zover niet bebouwd met de huizen van de tuinstad Geuzenveld en gebruikt voor het Sportpark Ookmeer, behield deels een agrarische bestemming. Hier geen tuinbouw, maar in het veenweidegebied ten noorden van de Ookmeerweg bleven weilanden zoals vanouds, terwijl in de uitgeveende Eendrachtpolder deels akkerland bleef bestaan en een deel een bestemming kreeg als sportpark of als terrein voor volkstuinparken. De akkerbouw bleef bestaan tot in het begin van de 20e eeuw, de grond hiervan werd sinds 2012 onderdeel van de Tuinen van West met recreatieve bestemmingen, maar ook een nieuwe tuinbouwbestemming in de vorm van de Fruittuin van West.
Osdorper Bovenpolder
De Osdorper Bovenpolder behield ook deels een bestemming met weilanden (in het zuiden) en het noordelijke deel werd bestemd voor tuinbouw, vooral in kassen. Deze bestemmingen zijn voor een groot deel tot nu toe blijven bestaan.
Lutkemeerpolder
De Lutkemeerpolder behield aanvankelijk zelfs grotendeels de bestemming van akkerbouwgebied. Uitzonderingen waren de aanleg van de Begraafplaats Westgaarde aan de zuidoostkant en de aanleg van de slibvelden aan de noordwestkant. Deze hebben inmiddels plaatsgemaakt voor het recreatiegebied de Raesberg.
Boerderij ‘De Melkweg’ aan de Lutkemeerweg is nog een van de laatste boerderijen met een agrarische functie.
Deze boerderij en de boerderij ‘Tijd is Geld’ staan nu op de gemeentelijke monumentenlijst; 4 november 2013.
Foto: Erik Swierstra.
Boerderijen
Van de akkers is inmiddels al weer een deel verdwenen. In het noordwesten van de polder werd een natuurgebied aangelegd. Ten zuidwesten van de begraafplaats is inmiddels het bedrijventerrein Lutkemeer 1 aangelegd, terwijl er plannen zijn voor Lutkemeer 2. De Boerderij De Boterbloem is in een strijd voor het voortbestaan gewikkeld tegen de plannen voor de aanleg van dit tweede bedrijventerrein. Wel is de Lutkemeerweg in zijn geheel blijven bestaan, van de oorspronkelijke vijf boerderijen bestaan er nu nog drie, waarvan er inmiddels twee op de lijst van gemeentelijke monumenten staan. Tussen de oorspronkelijke agrarische bebouwing is inmiddels een lintbebouwing van vrijstaande huizen en villa’s verrezen.
Erik Swierstra en Pieter Boekschooten; augustus 2019.
Zie ook de cultuurhistorische gids Fietsen door Landelijk Osdorp.
Ter hoogte van de Ringspoordijk lagen er jarenlang naast de Sloterweg twee landhoofden die herinnerden aan de aanleg van deze dijk t.b.v. de Ringspoorbaan in de jaren dertig. De landhoofden werden gebouwd in 1931 en gesloopt in 1982.
Nog voordat het Centraal Station werd gebouwd was er in 1864 al sprake van een ‘Ceintuurspoorbaan’ rond de toenmalige stad, met een Centraal Station ter hoogte van het Sarphatipark. Deze werd echter niet gebouwd, de regering besloot dat er een Centraal Station in het IJ moest komen, dit werd geopend op 15 oktober 1889.
De oude, nog smalle, Sloterweg voor de verbreding met het in 1931 gebouwde viaduct
in de Ringspoorbaan, nog met de brugliggers, gezien in westelijke richting; jaren dertig.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
In 1905 werd een nieuw plan gemaakt om een Ringspoorbaan aan te leggen van Sloterdijk naar Duivendrecht. Deze zou komen te liggen door de polders ten westen en ten zuiden van de stad en was vooral bestemd om het goederenverkeer vanuit de havens aan de westkant buiten de stad om te voeren richting Amersfoort en Utrecht. In 1915 volgde het besluit tot aanleg. In het Plan Berlage uit 1917 was ook een Zuiderstation opgenomen op de plek waar nu Station Amsterdam Zuid ligt.
Na de annexatie in 1921 van (delen van) de aanliggende gemeenten, waaronder Sloten, startte nog datzelfde jaar de aanleg van het dijklichaam, eerst aan de zuidkant van de stad, later in de jaren twintig ook aan de westkant, door de Sloterpolder. Vanaf 1933 werd de aanleg van de dijk ook benut in het kader van de Werkverschaffing om zo de werklozen aan het werk te zetten. Dit werk concentreerde zich aan de zuidoostkant, waar in 1939 het gedeelte tussen Watergraafsmeer en Duivendrecht voor het spoorwegverkeer in gebruik werd genomen. De rest van het tracé werd niet voltooid.
Over enkele kruisende wegen werden viaducten gebouwd: Sloterweg, Haarlemmermeerspoorlijn en Amstelveenseweg. Ook over de Boerenwetering kwam er een brug. Deze waren compleet, alleen de rails behoefden nog te worden aangelegd. Zij waren gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School en een ontwerp van Piet Kramer.
De Haagseweg (voorheen Sloterweg), aangelegd in 1938, met de nooit gebruikte landhoofden
van het viaduct in de Ringspoorbaan, zonder de in 1945 verwijderde brugliggers,
gezien in oostelijke richting in de richting Aalsmeerplein; 29 september 1971.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
In 1945 werden de overspanningen van de niet gebruikte viaducten verwijderd om daarmee een vernielde brug bij Warmond in de spoorlijn Haarlem – Leiden weer berijdbaar te maken. Sindsdien zijn de landhoofden ongebruikt blijven staan. Voltooiing van de spoorlijn was in de jaren vijftig en zestig niet meer aan de orde. Bij de Amstelveenseweg en de Boerenwetering werden de restanten gesloopt in de jaren zestig toen de dijk daar werd verbreed t.b.v. de aanleg van de Ringweg A10.
Bij de Sloterweg (inmiddels Haagseweg) bleven de landhoofden liggen tot 1982. Aanleiding tot de sloop was de aanleg van de nieuwe spoorverbinding Centraal Station – Sloterdijk – Schiphol waartoe in 1981 werd besloten. Terwijl de oorspronkelijk geplande Ringspoorbaan ten zuiden van de Sloterweg naar het zuidoosten afboog, boog de nieuwe Schipholspoorlijn ten zuiden van de Sloterweg naar het zuidwesten af. Bovendien lag de as van de nieuwe spoorlijn niet op de zelfde plek als die van de oude dijk. Het dijklichaam dat naar het zuidwesten afboog sloot niet aan op de oude landhoofden, zodat deze in 1982, na ruim een halve eeuw ongebruikt te hebben gelegen, werden gesloopt. Op de plaats van de inmiddels verdwenen Sloterweg / Haagseweg kwam een dijklichaam te liggen. De nieuwe spoorlijn werd geopend op 31 mei 1986.
Elf jaar later kwam er alsnog een railverbinding vanaf deze plek in zuidoostelijke richting, toen op 1 juni 1997 metrolijn 50 (Isolatorweg – Gein) werd geopend, die hier de ooit geplande verbinding vormt tussen Sloterdijk, Station Zuid en Duivendrecht.
Erik Swierstra; april 2019.
Zie ook:
* https://www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/terug-naar-het-fort-op-de-sloterweg
* https://www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/de-verdwenen-sloterweg
* https://geheugenvanwest.amsterdam/page/1021/de-ringspoordijk
* https://nl.wikipedia.org/wiki/Ringspoorbaan
* https://nl.wikipedia.org/wiki/Spoorwegviaduct_Sloterweg
Komt weer tot leven in nieuw boek over de Sloterpolder
Kees Schelling weet verhalen van de vroegere bewoners van de Sloterpolder zo te verwoorden dat het lijkt alsof je zelf op die schuit vol spruiten en boerenkool naar de veiling vaart. Zijn nieuwe boek, dat op 2 december 2018 gepresenteerd werd in café Kerkzicht in Sloten, is dan ook een aanrader.
Het huis van de familie van Veen (E 377a) in mei 1954, toen de afbraak van de Sloterpolder al was begonnen.
Achter de woning is de brug in de hulpweg (later de Lelylaan) te zien voor de aanvoer van zand etc.
voor de bouw van Slotervaart. (Archief van Dolf van Veen.)
Wie de 14 verhalen (uit de periode 1920 – 1960) met veel foto’s uit familiealbums leest, staat plotseling in een wereld waar niets meer van over is. Op de plek van de Sloterpolder werd Nieuw-West immers gebouwd. Het was een uniek poldergebied met weilanden, tuinderijen, slootjes en houten bruggetjes aan de rand van Amsterdam. De polder was vooral over het water te bereiken. In 2016 beschreef Kees Schelling in zijn boek ‘Een verloren paradijs’ hoe het dagelijks leven in de polder er uitzag. Sindsdien bleven de nieuwe verhalen binnenkomen met daarin heel andere aspecten over het leven (o.a. tijdens WOII) in de Sloterpolder. Toen heeft Kees besloten een tweede deel uit te geven. Uit alle verhalen komt telkens de vrijheid en de ruimte die de polder bood naar voren. Vandaar dat hij koos voor de titel “Licht, lucht en leven”.
Gepist in de melk
Het verhaal van Nico Schrijver, die op zaterdagen voor Boer Huisman met een roeibootje melk bezorgde in de polder: “Polderkinderen probeerden altijd een grap met je uit te halen. Toen ik een keer een bestelling had opgenomen en de melk wilde ophalen, stond er een kleine jongen in een bus vol melk te plassen.” Nico durfde aan zijn werkgever niet te vertellen wat er gebeurd was en die melk weer onverkocht mee terug te nemen. Daarom heeft hij in een zijsloot de plas in die bus maar flink door de melk geroerd. Daarna heeft hij de melk dus maar ‘gewoon’ aan een tuindersgezin verkocht. Met kloppend hart in zijn keel moest hij daar de week erna weer melk afleveren. De tuindersvrouw stond hem al in de deuropening op te wachten… Helaas is er onvoldoende ruimte in deze Rubriek om ook de afloop van dit spannende verhaal te vertellen. Een ware cliffhanger naar het boek dus…
Scheepswerf en WOII
De diversiteit aan verhalen is groot. Over de scheepswerf van Arie Gouwerok (in 1915) op de hoek van de Slotervaart en de Westlandgracht. Over koeien in de sloot, belevenissen tijdens de oorlog, de berenkoude winters, hoe polderjongens bij de Watersnood in 1953 Zeeland te hulp schoten, het dorp Sloten en hoe je een volle groenteschuit over de overhaal trok.
Kees Schelling, Licht, lucht en leven, € 19,95; 238 pagina’s met foto’s. Uitgave: De Overhaal, Badhoevedorp, ISBN 978-90-821200-2-8. Op voorraad bij Meck & Holt, Tussen Meer 46, Osdorp en Jaspers, Sloterweg 95, Badhoevedorp.
Zie ook: www.keesschelling.nl/boeken/
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 5 december 2018.
Al 138 jaar verbindt de Sloterbrug het dorp Sloten met Badhoevedorp. De eerste brug uit 1879 was een smalle houten draaibrug. Deze was van belang om het dorp dat groeide om de Badhoeve uit 1854, gebouwd na de drooglegging van de Haarlemmermeer op 1 juli 1852, uit zijn isolement te verlossen.
1. De eerste Sloterbrug, de draaibrug, gezien van Sloten naar Badhoevedorp, jaren vijftig.
Prentbriefkaart. Foto: Noord-Hollands Archief.
Toen in 1916 het militaire vliegveld bij fort Schiphol in gebruik werd genomen kon dit over de weg alleen bereikt worden via de Sloterbrug en de Nieuwemeerdijk. Na de Eerste Wereldoorlog kwam Schiphol vanaf 1920 in toenemende mate in gebruik voor de burgerluchtvaart en nam de drukte toe.
Toen in 1933 de Fokker F14 ‘Pelikaan’ op 30 december zou terugkeren op Schiphol na de beroemde vlucht naar Nederlandsch Indië werd er veel verkeer verwacht. Gezien de te verwachte drukte van honderden auto’s uit het hele land, viel te voorzien dat het dorp Sloten nauwelijks, en de smalle Sloterbrug al helemaal niet, in staat zou zijn deze stroom te verwerken. De gemeente Amsterdam liet daarom, naast de brug, door het toenmalige korps Pontoniers van de Genie een pontonbrug slaan. Dit loste het probleem op maar veroorzaakte wel een enorme drukte in het dorp.
3. De eerste Sloterbrug, de draaibrug, gezien van Badhoevedorp naar Sloten;
jaren vijftig. Foto: Beeldbank Amsterdam.
Tot 1938 was de route langs de Sloterbrug zelfs de enige verbinding tussen Amsterdam en Schiphol, daarna kwam vanaf 25 juni 1938 de nieuwe brug in de Rijksweg 4 ten zuiden van Sloten in gebruik voor het doorgaande verkeer. Deze werd in 1966 weer opgevolgd door de nieuwe bruggen in de A4.
4. De eerste Sloterbrug, de draaibrug in geopende toestand,
gezien van Badhoevedorp naar Sloten;
jaren vijftig. Foto: Noord-Hollands Archief.
De Sloterbrug bleef echter van belang voor het locale verkeer. Na de komst van het autoverkeer werd de houten brug versterkt met ijzeren delen. De oude smalle draaibrug had slechts een beperkt draagvermogen. Om deze reden kon de busmaatschappij Maarse & Kroon slechts bussen over deze brug laten rijden die geschikt waren voor B-wegen.
De eerste buslijn over de Sloterbrug was lijn 5 van Maarse & Kroon, die op 15 mei 1938 werd ingesteld tussen Hoofddorp, Badhoevedorp, Sloten en het Surinameplein in Amsterdam. In 1967 kwam lijn 44 hiervoor in de plaats, die in 1981 werd vervangen door lijn 145 van Centraal Nederland. Tegenwoordig wordt deze lijn geëxploiteerd door Connexxion en rijdt nog steeds tussen Amsterdam, Sloten en Badhoevedorp via de Sloterbrug.
Deze oude smalle brug heeft dienst gedaan tot 1962 en was tegen die tijd een geduchte bottleneck geworden in het verkeer tussen Sloten en Badhoevedorp.
6. Knipsel uit De Amstellander over de Sloterbrug; 28 september 1961.
Archief Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
De huidige ophaalbrug werd in 1962 ten zuiden van de oude brug gebouwd en is een stuk breder en zwaarder dan de oorspronkelijke brug en ook geschikt voor al het verkeer. De brug was in beheer bij het waterschap Groot Haarlemmermeer maar staat in Amsterdam bekend als ‘brug 9P’.
Het stenen brugwachtershuisje werd in de jaren negentig bij een aanvaring verwoest. Het betonnen kunstwerk (de Brugknuffel uit 1962 van Herman van der Heide) aan de andere kant van de brugopening heeft de aanvaring wel overleefd.
In 2003 kwam er nog een derde verbinding voor het autoverkeer tussen Amsterdam en de Haarlemmermeer toen de nieuwe Lijnderbrug in de T106 tussen Osdorp De Aker en de Amsterdamse Baan in Lijnden voor het verkeer werd geopend.
9. De tweede Sloterbrug gezien van Badhoevedorp naar Sloten;
6 juni 2016. Foto: Erik Swierstra.
Omdat de verkeerssituatie met de toenemende drukte als onoverzichtelijk werd beschouwd werd de wegindeling van de uit 1962 daterende brug in 2003 gewijzigd. In plaats van twee rijstroken voor al het verkeer in beide richtingen, kwam er één rijstrook voor het autoverkeer, met aan weerszijden aparte fietsstroken. Het verkeer wordt sindsdien met verkeerslichten geregeld waarbij de auto’s om en om van en naar Sloten kunnen rijden.
Door de halvering van de capaciteit staan er sindsdien, vooral in de spitsuren, regelmatig lange files. Die leidden er toe dat de gemeente Haarlemmermeer, eigenaar van de brug, met een plan tot vernieuwing kwam. Door de toegenomen verkeersdrukte is de brug een knelpunt geworden voor wegverkeer en gevaarlijk voor fietsers en voetgangers.
In 2013 besloten de gemeente Haarlemmermeer en het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West de brug te vernieuwen. Echter, de gemeente Amsterdam was toen nog niet zo ver om hieraan medewerking te verlenen, waardoor het werk nog niet kon beginnen.
Uiteindelijk heeft Amsterdam op 19 juli 2017 besloten geld te reserveren voor de vernieuwing van de brug. Ook de Vervoerregio Amsterdam subsidieert de vervanging van de brug om de doorstroming en de veiligheid te verbeteren.
De bouw van de nieuwe, derde, Sloterbrug zou herfst 2017 starten en in 2018 de oude brug vervangen.
Erik Swierstra,
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp; oktober 2017.
P.S. Inmiddels ik gebleken dat de bouw is uitgesteld. De vernieuwing zou plaatsvinden in 2022. Sindsdien is de bouw nog verder uitgesteld…
Op 8 oktober 2024 hebben de gemeentebesturen van Haarlemmermeer en Amsterdam besloten in 2026 alleen groot onderhoud te verrichten aan de bestaande Sloterbrug en deze dan meteen wat verkeersluwer en veiliger te maken.
Literatuur
* P. Hans Frankfurther. Dertig jaar Sloterbrug, 1962-1992 Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, Dorpsvereniging Badhoevedorp (1992, herdruk in 2005).
Links
* Sloten en de verbinding van Amsterdam naar Den Haag – oktober 2009.
* Buslijnen in Sloten – december 2015
* Sloterbrug en Sloterweg – overzicht van actuele ontwikkelingen
Voor het Slotense Politiebureautje staat een authentieke brandmelder. Toen bewoners thuis nog geen telefoon hadden, konden ze via deze paal contact opnemen met de Brandweer. Deze week nog één keer aandacht voor deze bijzondere paal ‘overal’ in Amsterdam te vinden was. Als de crowdfunding van het Politiebureautje slaagt, zal Stadsherstel deze ‘Rode Wachter’ adopteren en zal het blauwe licht van de paal weer gaan stralen over het dorp.
Hoeveel dat er precies in Amsterdam stonden, heeft de werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp inmiddels kunnen achterhalen in een artikel van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Brandweerwezen (VBB).
“De brandmelders werden in het stedelijk gebied op de openbare weg geplaatst op ongeveer 350 meter van elkaar. Een eenvoudige kast met eenzelfde brandmelder kon worden geplaatst bij instellingen of theaters. Op het hoogtepunt van de ‘brandmelder’, rond 1958, stonden er 415 op de openbare weg en waren er 156 in bijzondere gebouwen. Die werden ‘particuliere brandmelders’ genoemd.
Vanaf het begin van de jaren dertig werd aan de achterzijde van de meeste openbare brandmelders ook een melder voor de politie aangebracht, waarmee het contact tussen de straatagenten en het hoofdbureau kon worden onderhouden via de telefoonverbinding. Daardoor ontstond de bijnaam ‘de rode brigadier’. In 1971 werden de laatste openbare brandmelders van de weg gehaald en bleven alleen de particuliere brandmelders in dienst.
Enkele exemplaren zijn nog bewaard gebleven bij particulieren, maar ook staan er nog enkele op de openbare weg, zoals bij het politiebureautje aan de Sloterweg 1226, voor de deur van de brandweerkazernes Dirk, Victor en binnenkort ook Driemond, in de tuin van het Amsterdamse School-museum Het Schip, bij het BOCAS op Schiphol, in de Hoei-sociëteit, in de brandweerkazerne IJsbrand, in de P!T-Expo in Almere en andere brandweermusea. Alleen de brandmelder in het dorp Sloten staat nu nog op zijn (bijna) originele plek. Deze week leest u meer over de wereld achter, of liever gezegd, ónder de palen. Hoe het systeem werkte.”
Bij de oprichting van de beroepsbrandweer in 1874 werd er voor het doorgeven van een brand een brandweertelegraafstelsel ingericht. Dit was een afzonderlijk kabelnet met brandschellen die binnenshuis waren geplaatst. Omdat het publiek de schellen vaak niet wist te vinden, werd besloten om melders in de openbare ruimte te plaatsen. Dit nieuwe meldsysteem werkte ook op het kabelnet van de gemeentetelefoon en werd “het nieuwste van het nieuwste en onovertrefbaar” genoemd!
Bij het indrukken van de meldknop werd een uurwerk in werking gesteld, dat het nummer van de melder telegrafisch in morsetekens doorseinde naar de centrale van de brandweer. Daar ging dan een lampje op een kaart van Amsterdam branden, zodat zichtbaar werd waar de melding precies vandaan kwam. Ook werden de twee dichtstbijzijnde kazernes automatisch gealarmeerd.
Dit alarmeringsstelsel stond bovendien onder ruststroom. Dat betekende dat er stroom op de geleidingen stond en dat iedere onderbreking automatisch werd gemeld. Het was niet mogelijk om een melding te doen bij een kapotte paal: Bij een storing viel er automatisch een klepje voor de meldknop met de vermelding: “Buiten Dienst”. Op het klepje stond het adres van de dichtstbijzijnde brandmelder. Deze andere brandmelder was uiteraard op een andere voedingskabel aangesloten, zodat beide geen last konden hebben van dezelfde storing. Wat een vernuft…
Laatste loten Altijd-prijs-loterij
Tijdens de maand juli is het Politiebureautje op weekenden van 11 tot 15 uur geopend. Kom vooral langs. Als u snel bent, kunt u komend weekend nog loten bemachtigen van de Altijd-prijs-loterij, die we eerder organiseerden. Ze kosten 5 euro per stuk. De prijs die u wint, is altijd meer waard. Tel uit uw winst… Er zijn er nog enkele tientallen loten beschikbaar! De opbrengst komt uiteraard ten goede aan de crowdfunding, zodat we het Politiebureautje kunnen openstellen.
Meer informatie over de brandmelder: zie www.stadsherstel.nl.
Tamar Frankfurther; 3 juli 2017.
Uit: de Westerpost van 12 juli 2017.
Zie ook: nl.wikipedia.org/wiki/Brand- en politiemelder
Zie ook: Brandmelder Sloten straalt weer
De Raesberg is in de Lutkemeerpolder een nieuw element in het landschap van de Tuinen van West in Landelijk Osdorp. Waar sinds de jaren zestig de slibvelden lagen, een niet toegankelijk gebied, verbonden met de Osdorperweg door de Slibveldenweg, is in 2016 een nieuw natuurgebied aangelegd. Ook de Slibveldenweg in de Osdorper Bovenpolder is nieuw ingericht en nu een openbaar toegankelijke weg geworden.
De entree tot het nieuwe natuurgebied ‘Raesberg’, vanaf de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder.
Foto: Erik Swierstra; 8 mei 2017.
De naam Raesberg verwijst naar de vroegere buurtschap Raesdorp die hier lag tot in de 19e eeuw. Het dorp lag sinds de 17e eeuw in een aparte polder, de Raesdorperpolder, met een poldermolen aan de noordwestoever van de Lutkemeer. Tot de 17e eeuw was het een echt dorp, met een rechtbank en drie schepenen. De inwoners leefden van veeteelt en visserij. Oorspronkelijk strekte Raesdorp zich verder naar het noordwesten uit richting Polanen (thans Halfweg).
De Wijsentkade vormde de grens tussen Osdorp en Raesdorp. Deze kade dateert uit de ontginningsperiode (11e / 12e eeuw) en was de grens tussen de gebieden die vanuit Velsen waren ontgonnen (Osdorp en Sloten) en de gebieden die vanuit Haarlem waren ontgonnen (Nieuwerkerk en Raesdorp).
Een fragment van de door Floris Balthasar gemaakte kaart uit 1615 van het Hoogheemraadschap Rijnland
met daarop Raesdorp en omgeving: links het Spieringmeer, boven Oostdorp, rechts het Lutkemeer en onder Nieuwerkerk.
Raesdorp lag gunstig aan de oever van het Spieringmeer, maar hier heeft de ‘Waterwolf’ in de loop der eeuwen veel land weggevreten. Na diverse overstromingen verdween een groot deel van het dorp in de golven en werd het Spieringmeer vanaf 1508 onderdeel van het Haarlemmermeer. In 1632 werd het dorp door een storm en overstroming vrijwel geheel door het water verzwolgen waarna er nog zes tot acht huizen overgebleven. In de 19e eeuw waren er van de buurtschap nog enkele huizen overgebleven.
Met de aanleg van de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder tussen 1840 en 1845 werd werd de landtong Raasdorp doorsneden en kwam de zuidwestelijke helft in de nieuwe Haarlemmermeerpolder te liggen, die in 1852 droogviel. Na de droogmaking van het naburige Lutkemeer in 1865 werd het overgebleven deel van Raasdorp in 1872 uitgeveend en onderdeel van de Lutkemeerpolder. Hier stond tot 1975 langs de Ringvaart ook het stoomgemaal, na 1925 elektrisch gemaal, van de Lutkemeerpolder.
Op de Topografische Militaire Kaart uit 1849 is goed te zien dat de nieuwgegraven Ringvaart
om de Haarlemmermeer de landtong Raesdorp doorsnijdt.
Vroeger vormde het ‘Raesdorperpad’ de verbinding met de ‘Oostdorperwech’. Na de vervening van de Osdorper Bovenpolder tussen 1900 en 1920 werd een nieuwe weg aangelegd. De Raasdorperweg, die nu van de Osdorperweg naar de Ringvaart loopt, is bij een raadsbesluit van de gemeente Amsterdam van 7 mei 1929 vernoemd naar deze buurtschap. Waar de Raasdorperweg bij de Ringvaart eindigt staat nog altijd het uit 1920 daterende gemaal van de Osdorper Bovenpolder.
De huidige, in 2012 geopende, Westrandweg (A5) loopt vlak ten oosten van de Raasdorperweg, ongeveer op de plaats waar vroeger de buurtschap lag. Ondanks dat Raasdorp is verdwenen leeft de naam nog steeds voort in het Knooppunt Raasdorp in de Haarlemmermeer, waar de snelwegen A5 en A9 elkaar kruisen.
De vernieuwde Slibveldenweg met jonge beplanting, gezien vanaf de Wysentkade naar de Osdorperweg.
Foto: Erik Swierstra; 8 mei 2017.
Waar vroeger Raasdorp lag bevonden zich sinds de jaren zestig slibvelden. Voor de Rioolzuiveringsinrichting West (nu de wijk Oostoever bij de Sloterplas) werden er in 1959 slibvelden aangelegd. De gemeente Amsterdam had het idee om vanuit deze locatie rioolslib aan boeren te verkopen. Die stelden dat niet op prijs en al snel werden de slibvelden baggerdepot. De laan er maar toe, de Slibveldenweg, herinnert nog aan dit tijdperk.
De grote populieren langs deze weg waren na ruim vijftig jaar aan het einde van hun levensduur en zijn in de eerste maanden van 2017 gekapt en vervangen door jonge aanplant. Een heel ander gezicht. In het voorjaar van 2017 is de weg opnieuw aangelegd en geasfalteerd en is nu een openbaar toegankelijke route geworden. Hiermee kreeg Oud Osdorp er een mooie nieuwe fiets- en wandelroute tussen de Osdorperweg en de Ringvaart bij.
Tijdens de aanleg van de Westrandweg werd de locatie gebruikt als grond- en zanddepot. In het afgelopen jaar zijn de vroegere slibvelden deels omgevormd in een extreem nat-droog gebied met een hoge berg, de ‘Raesberg’, veel water en moeras. De bedoeling is dat met inbreng van kunstenaars, ondernemers en landschappers/ecologen ergens dit jaar wordt gestart met de aanleg van een nieuwe natuur-speel-kunst-sportplaats op de Raesberg.
Zie ook:
* wikipedia.org/wiki/Raasdorp
* Zijwegen van de Osdorperweg
* www.geheugenvanwest.amsterdam – Van Raesdorp naar Raesberg
Erik Swierstra, Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp; juni 2017.
Het boek van Kees Schelling is een paar weken geleden gepubliceerd en behandelt een familiegeschiedenis van tuinders in de Sloterpolder, tussen de Ringspoorbaan en de toenmalige stadsrand, Westlandgracht en Postjeskade.
De polders in het westen vormden een bijzondere enclave omdat alle vervoer over water ging. Onbekend terrein voor veel stadsbewoners. Mede daardoor is er weinig zachtzinnig mee omgesprongen door de stedebouwkundigen van die tijd. Er was immers nog zoveel van dit soort agrarisch gebied in Nederland.
Veel schoonheid is daardoor verdwenen maar gelukkig waren in de tijd dat dit alles verdween onder het zand, er ook mensen die zich ervan bewust waren wat voor schone cultuurhistorie voor altijd uit het zicht raakte. Een van hen is de begenadigde tekenaar Chris Schut (1912-2001) die voordat het agrarisch landschap verdween dit nauwgezet in tekeningen heeft vastgelegd, met nauwkeurige gegevens over boerderijen en hun bewoners. Talloze tekeningen en aquarellen uit Sloten, Osdorp en Sloterdijk, maar ook Buitenveldert met zijn fraaie Zuidelijke Wandelweg en Boerenwetering, laten gelukkig zien wat er toen was. Als ik ze zie doet het zielepijn dat zoveel schoonheid is opgeofferd, waar andere uitkomsten ook mogelijk waren geweest. Bijvoorbeeld behoud van het bijzondere dorp Sloterdijk met z’n bijzonder u-bocht in de Spaarndammerdijk, uniek in Nederland.
Er zijn honderden werken van Chris Schut in de beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam opgenomen die thuis makkelijk zijn in te kijken. Overigens stelt hij zich hiermee in een traditie van landschapsschilders en tekenaars die start met Rembrandt.
Zie ook: www.beeldbank.amsterdam.nl
Nico Jansen
Uit: de Westerpost van 14 december 2016.
In juli was de Sloterweg erfgoed van de week op de site van de gemeente. Een blijk van waardering van die afdelingen die historische belangstelling hebben. Dat zich dit mag vertalen naar beleid en praktisch handelen!
De Sloterweg lijkt tegenwoordig uit het niets vanaf een bedrijventerrein op te duiken in de buurt van de Johan Huizingalaan. Als lommerrijke verbinding vervolgt de weg nog even tussen betonnen gebouwen zijn loop, om even later een landelijk karakter aan te nemen, zoals dat even buiten Amsterdam wel meer te vinden is. De Sloterweg, de naam verraadt het al, leidt uiteindelijk naar het dorp Sloten, dat in 1063 voor het eerst werd vermeld en daarmee zo’n twee eeuwen ouder is dan Amsterdam. De Sloterweg eindigt bij de splitsing van de Slotervaart in de Ringvaart.
Hoofdverbinding
Met de aanleg van de Ring A10 in de jaren ’70 van de vorige eeuw verdween een deel van de Sloterweg waardoor de weg nu niet meer in verbinding staat met de Sloterkade en de Overtoom, zoals dat daarvoor het geval was. Hierdoor is het nu bijna onvoorstelbaar dat de Sloterweg eeuwenlang de belangrijkste uitvalsweg vanuit Amsterdam naar het westen is geweest. De weg vormde na 1345 een belangrijk onderdeel van de pelgrimsroute die van Haarlem naar Amsterdam ging. Duizenden pelgrims kwamen over deze weg naar de stad om uiteindelijk via de Heiligeweg in de Heilige Stede aan de Kalverstraat het doel van hun pelgrimstocht te bereiken. In 1508, toen de Haarlemmermeer een stuk van de weg afsnoepte, werd de belangrijkste verbinding verlegd naar het noordelijker gelegen Sloterdijk.
Le grand départ
Vanaf dat moment moest iedereen die van de weg gebruik maakte een bedrag van twee duiten (één gulden was 160 duiten) betalen. Dit bedrag werd betaald, aan één van de tolgaarders die in een houten huisje vlak bij de Overtoom en aan het einde van de weg in Sloten woonden. De tol bleef bestaan tot 1923. Twee jaar eerder was de gemeente Sloten door Amsterdam geannexeerd. In 1954 keerde de Sloterweg nog één keer terug in de internationale belangstelling: op 8 juli van dat jaar ging de Tour de France voor het eerst van start buiten Frankrijk. Burgermeester d’Ailly gaf op de Sloterweg het officiële startteken. De etappe voerde naar het Belgische Brasschaat, waar Wout Wagtmans als eerste over de streep ging.
Nico Jansen
Uit: de Westerpost van 30 november 2015.
Zie ook: De weg naar Sloten – Erfgoed van de Week – 21 juli 2016