Algemeen

Dorpsraad zoekt kandidaten

Ja, op het moment dat het kabinet valt sta je daar niet direct bij stil, maar de gevolgen van die val zijn groot voor de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp. Punt is namelijk dat de verkiezing van de leden van de Dorpsraad altijd samenvalt met de verkiezing van de Tweede Kamer. Dus, nu er nieuwe Tweede Kamer-verkiezingen aankomen, moet ook de Dorpsraad aan de bak. Zowel financieel als organisatorisch weer een hele klus.

Nieuwe leden aanmelden
Dorpsraad maakt bekend dat iedere inwoner van Sloten en Oud Osdorp zich vanaf nu kandidaat kan stellen voor het lidmaatschap van de Dorpsraad.

Heeft u zelf interesse, of kent u iemand die mogelijk interesse heeft, aarzel dan niet om te bellen of te schrijven. Telefonische informatie kunt u krijgen bij de uitvoerend secretaris van de Dorpsraad, mevrouw Rita de Voogd, tel. 020 – 6174511 of e-mail dorpsraad@tiscali.nl.

Jaaroverzicht 2009

Sloten en Oud Osdorp

Het was een jaar van de grote gebeurtenissen in de wereld. De kredietcrisis. De verkiezing van de eerste zwarte president in de VS. De niet-verkiezing van Balkenende tot ‘president’ van Europa. De dood van verschillende BN-ers, zoals Ramses Shaffey en Martin Bril. En niet te vergeten de q-koorts en Mexicaanse griep.

Het dorpsnieuws mag daar wat magertjes bij afsteken, maar is voor direct betrokkenen niet minder belangrijk. Wat gebeurde er zoal dit afgelopen jaar in Sloten en Oud Osdorp? Dat moet in 1500 woorden. Veel te weinig natuurlijk om inhoudelijk op de onderwerpen in te gaan. Daarvoor verwijs ik naar de oude nummers van de pagina, te vinden op de site van de Westerpost.

Januari
Het eerste nieuwsfeit in de krant van januari was de afwijzing van de tweede aanvraag voor het bouwplan Sloterweg 1269 (voormalige garage). Dat plan was eind 2008 gepresenteerd en kon rekenen op brede steun van de omwonenden en de Dorpsraad. Volgens het stadsdeel paste het echter niet in het bestemmingsplan en werd daarom afgewezen. Verderop in dit jaaroverzicht komen we hier nog even op terug. De redactie haakte in januari in op de nationale tuinvogeltelling met een artikel en een fotowedstrijd. Bij de traditionele nieuwjaarsreceptie van de Doprsraad, met als gastspreker wethouder Maarten van Poelgeest, kreeg Dorpsraadlid Henk Celie de ‘zilveren schaal van verdienste’ uitgereikt.

Februari
In februari sprongen enkele zaken eruit. Bijvoorbeeld de discussie over de bouw van een hotel op de plaats de afgebrande villa aan de Sloterweg. Volgens de begin 2009 goedgekeurde Hotelnota van stadsdeel Slotervaart is de conclusie gerechtvaardigd dat er aan de Sloterweg geen hotelbouw zal plaatsvinden. Ook niet op de plaats van de sinds begin vorig jaar verkochte voormalige politieschool. Tot slot was er deze maand aandacht voor de dode beuken bij manege De Ruif aan de Sloterweg en de veelvuldig vernielde bushokjes aan de Vrije Geer en Ditlaar.

Maart
Half maart een dubbelinterview met de wethouders Steeman en Looman. Looman was eind 2008 afgetreden na troebelen binnen zijn eigen partij Groen Links. Hij werd opgevolgd door Kees Steeman, van dezelfde partij. Looman was de man die het begrip ‘participatie’ in Osdorp op de kaart had gezet. In het interview werd duidelijk dat Steeman het beleid van zijn voorganger op hoofdlijnen zou voortzetten.
Een spannende periode breekt aan voor de zorgboerderij De Boterbloem aan de Lutkemeerweg. Stadsdeel Osdorp wilde de gebruiksovereenkomst voor het bedrijf beëindigen om te beginnen met het bouwrijp maken van het gebied voor een bedrijventerrein. Een actiecomité start een handtekeningenactie om De Boterbloem te redden.

April
Een maand met veel activiteiten. Presentatie van het bestemmingsplan Osdorperbovenpolder en Osdorperbinnenpolder Zuid door stadsdeel Osdorp bijvoorbeeld. Met daarnaast de voorbereidingen voor het bestemmingsplan Osdorperbinnenpolder Noord, dat onder stadsdeel Geuzenveld valt. Maar ook de Bouwaanvraag Fase 2 van basisschool Het Bovenland aan de Akersluis/Langsom. Een onderwerp dat de gemoederen in Sloten danig in beroering brengt.
In deze maand, waarin de nieuwe dorpengids werd uitgereikt aan wethouder Steeman, werden ook de nieuwe bomen voor de Hervormde Kerk geplant. Een groots gebeuren met een zeer geavanceerde planttechniek.
En last but not least: het was de maand waarin de ´Visie op het dorp Sloten´ onder grote belangstelling werd gepresenteerd. Deze Visie zou gaan dienen als belangrijke bouwsteen voor het nieuwe Bestemmingsplan Dorp Sloten.

Mei
Koninginnedag in Sloten was ook dit jaar weer een groot succes. Met mooi weer, veel volk voor de verschillende activiteiten en een prima sfeer. De  (mislukte) aanslag op de Koninklijke Familie mocht de pret niet drukken. De 4 mei herdenking aan de Osdorperweg stond dit jaar in het teken van Vrijheid en Identiteit. Sjoerd Jaasma en dominee Bakker waren de sprekers.
Op 19 mei was er een openbare vergadering van de Deelraad Osdorp met als belangrijkste agendapunt de presentatie van de Visienota Dorp Sloten. Het werd een lange en rumoerige vergadering. Dorpsraad en bewoners toonden zich ‘verbijsterd’ over de manier waarop het dagelijks bestuur de nota, waar tientallen mensen maanden aan hadden gewerkt, met enkele pennenstreken een geheel andere lading gaf. “Hoezo participatie?” was een veelgehoorde vraag.

Juni
Een drukke maand, maar we beginnen met een vrolijk onderwerp: de zeer geslaagde vrijwilligersdag 2009.
Onder de kop ´Pingpongen in de Raadszaal´ werd beschreven hoe op 2 juni de vergadering verliep waarin de Visienota Dorp Sloten  vastgesteld zou moeten gaan worden. Het werd een zeer rommelige vergadering. Eerst werd nog een ander agendapunt behandeld, namelijk de toekomst van Zorgboerderij De Boterbloem. Het bleek dat de toekomst van De Boterbloem nog niet definitief vaststaat. En daarna De Visie. Om een lang verhaal kort te maken: heel laat op de avond besloten alle fracties de nota ´terug te nemen´ en zich verder te beraden.
Op 16 juni stond de nota opnieuw op de agenda van de deelraad. Het was de bedoeling dat de nota nu definitief vastgesteld zou gaan worden. Uiteindelijk kozen de coalitiepartijen in de deelraad voor een ingewikkeld compromis. Bij de presentatie van het echte bestemmingsplan (medio 2010) zal duidelijk moeten worden in hoeverre het compromis recht doet aan de gevoelens en verwachtingen van de bewoners.
In de rubriek Lief en Leed aandacht voor de brugwachter van Sloten, Hans Lintjens, die na een herseninfarct in een verpleegtehuis moest worden opgenomen met ernstige verlammingsverschijnselen.

Juli
Naast de prijsuitreiking voor de mooiste voorjaarstuin (Osdorperweg 70) deze maand onder meer aandacht voor de ontwikkeling van een stads- of zorgboerderij aan de Osdorperweg. Deze boerderij, naam De Kwekerij, is aangesloten bij de stichting Landzijde, een organisatie die in Noord-Holland zorgboerderijen ondersteunt. En goed nieuws deze maand voor die andere zorgboerderij, De Boterbloem. De deelraad heeft besloten dat de boerderij in ieder geval nog twee jaar kan blijven draaien.
Verder is het zomertijd en is de krant gevuld met een serie artikelen over een fietstocht langs een deel van de Stelling van Amsterdam. Erg aan te bevelen.

Augustus
Twee feestelijke gebeurtenissen in het Dorpsraadgebied deze maand. Op 15 en 16 augustus Sloten op z’n Kop en op 22 en 23 augustus Over de Rand in Oud Osdorp. Beide activiteiten, hoewel totaal verschillend van opzet, hebben één bovenliggend doel, namelijk de gemeenschapszin in het gebied bevorderen. En daar slagen ze goed in. Met hulde aan de tientallen vrijwilligers die elk jaar in touw zijn om de activiteiten te organiseren.

September
Een treurig bericht aan het begin van deze maand, namelijk het overlijden van een bekende Slotenaar: Kees Bakker. Kees werkte tot vlak voor zijn overlijden in het tuincentrum van de familie aan de Sloterweg en was heel actief voor ‘zijn’ kerk, St. Pancratius. Door de organisatie van de maandelijkse klaverjaswedstrijden in het parochiehuis haalde hij flink wat geld op voor de kerk.
Verder aandacht voor aannemers vader en zoon Louman die ingeschakeld werden bij de restauratie van de Oude- of Akermolen aan de Ringdijk. Zij waren al uitvoerder van het bovengrondse werk, maar toen hoofdaannemer Hillen en Roosen failliet ging namen zij ook de rest van het werk voor hun rekening. En de redactie ging nog maar weer eens op bedrijfsbezoek bij een bijzondere boerderij. Deze keer het bedrijf van Wim Bijma, teler van oude en vaak (bijna) vergeten groentes. Het bedrijf ligt aan de Osdorperweg, naast Stadsboerderij De Kwekerij.

Oktober
Onze pagina was in de maand oktober voor een niet onbelangrijk deel gewijd aan zaken in Oud Osdorp. Om te beginnen de uitslag van de enquête onder bewoners van de Osdorperweg en de zijwegen. Hoofdthema van de enquête, uitgevoerd door de werkgroep Landelijk Oud Osdorp, was toch wel de enorme hoeveelheid verkeer dat dagelijks over deze smalle weg dendert en wat daaraan te doen is. De uitkomst van de enquête is aangeboden aan het stadsdeel Osdorp met het verzoek om een serie maatregelen te nemen.
Tweede onderwerp was de organisatie van de streekmaaltijd in de Tuinen van West. Al met al een geslaagde dag.
In Sloten werd deze en vorige maand stevig gediscussieerd over het verkeer op de Sloterweg. En Pamela Louwes schreef enkele artikelen over kunstenaars in de voormalige school aan de Osdorperweg, hoek Lutkemeerweg.

November
Vanwege familiebezoek in Australië van ondergetekende schreef Erik Swierstra van de werkgroep Historie desgevraagd een serie artikelen over verschillende ontwikkelingen in dit gebied, zoals de aanleg van wegen naar ondermeer Den Haag (A4) en de Haarlemmertrekvaart naar Haarlem. Waarvoor nog veel dank.
En natuurlijk was er weer aandacht voor het Sint Maartenfeest, de intocht van Sinterklaas in Sloten en een uitgebreid verhaal over de Adventstijd en de Kerstcyclus.

December
In deze laatste maand van het jaar onder meer aandacht voor de nieuwe buurtregisseur in Oud Osdorp, Frans van der Tol. En mogelijk het begin van een tweetal nieuwe tradities. De eerste is het Over de Rand  Winterfeest, op het bekende terrein aan de Joris van den Berghweg/hoek Osdorperweg. Het tweede evenement was het kerstliederen zingen op het Dorpsplein in Sloten. Twee zeer geslaagde activiteiten.
Verder aandacht voor een hernieuwde bouwaanvraag voor de voormalige garage aan de Sloterweg 1269.

Arie van Genderen

Uit: de Westerpost van 6 januari 2010. 

Akermolen, nu met dak, in de sneeuw

De Akermolen, die onlangs weer van een kap met dakpannen is voorzien, nu met sneeuw op zijn nieuwe dak. Het begint er weer op te lijken, in het voorjaar van 2010 wordt het gebouw in gebruik genomen. De eerste sneeuw leverde op vrijdag 18 december 2009 een mooi plaatje op. Foto: Erik Swierstra.

Active Image
Uit: de Westerpost van 23 december 2009.

Molen van Sloten klaar voor grote beurt

Stadsdeel schenkt royaal

Osdorp – De voorzitter van de Molen van Sloten is een blij mens. Maar liefst veertigduizend euro heeft de stadsdeelraad hem toegezegd. “We kunnen er weer jaren tegenaan.” Onder andere nieuwe zeilen en een rondleiding in het Russisch en Chinees staan nu op de agenda.

Door: Shirley Brandeis

Lobbyen, goodwill, netwerken en jaren van de eigen broek ophouden. Het leverde Ko Kuiper, voorzitter van de Molen van Sloten, deze maand de toezegging op van veertigduizend euro van de stadsdeelraad. En dat is nodig – meer zelfs – want de molen is toe aan een grote onderhoudsbeurt. Kuiper: “Sinds de opening in 1991 hebben de vrijwilligers hier het onderhoud op zich genomen. Maar het onderhoud dat nu gedaan moet worden is zo groots, dat moet professioneel worden aangepakt.” De lijst met vernieuwingen is lang. Van het vernieuwen van de schoren en de zeilen tot aan het hele houtwerk van de wieken, zodat deze kunnen blijven draaien.

Bussen vol
Een ander deel van de benodigde totale 118.000 euro komt vanuit de Provincie. Een resterend bedrag blijft dan nog over om via sponsors binnen te halen. Kuiper is nog op zoek. Want hij heeft meer plannen om de toekomst van de molen veilig te stellen. Kuiper: “We willen de molen nog meer toeristische waarde geven door beelden van de schilder Rembrandt en zijn grote liefde Saskia voor de deur te plaatsen. Nu gaan de bussen met toeristen soms eerder richting de molen aan de Kalfjeslaan bij de Amstel waar een Rembrandtbeeld staat dan naar ons.” Aan toeristen overigens niet echt een gebrek in Sloten. Bussen vol komen ze langs. Ook 2009 was weer een goed jaar. Reden van het succes? De mooie Rembrandttentoonstelling in de molen, het Kuiperijmuseum dat in 2005 de deuren opende, de rondleiding in zeven talen waaronder Japans (Russisch en Chinees zitten in de planning) en de inzet van een grote groep enthousiaste, soms ook meertalige vrijwilligers. En het souvenirswinkeltje, met lagere prijzen dan in de binnenstad. En dus straks hopelijk ook die beelden van brons voor de deur. Een bedrijf in Oostwoud kan ze voor twintigduizend euro per stuk leveren, gemaakt in Litouwen. Kuiper: “Wethouder Gehrels heeft de helft van het totale bedrag toegezegd als ik de andere helft kan financieren. Ik ben nog op zoek naar sponsors hiervoor.”

Prinses Juliana
Met de royale gift van het stadsdeel en straks van de Provincie is Kuiper al een goed eind op weg. “De stadsdeelraad heeft ontzettend snel gereageerd op ons verzoek. Men onderkent het probleem van het onderhoud en steunt ons graag. Het voelt als blijk van waardering voor hoe we al jaren bezig zijn.” Heel veel jaren. Kuiper is sinds begin jaren tachtig betrokken bij de molen die toen nog geen molen was. De oorspronkelijke Riekermolen die hier in Sloten stond, werd in 1956 naar de Amstel verplaatst, zodat er zand kon worden gewonnen voor de bouw van de Westelijke Tuinsteden. Er moest een andere molen komen, vond het gemeentebestuur van Sloten, en na tientallen jaren van gemeentelijk onderhandelen door de werkgroep Molen – later verzelfstandigd tot stichting Molen voor Sloten – kwam hij er dan eindelijk. Een uit de Watergraafsmeer afkomstige molenstomp (bouwjaar 1847) werd op een nieuw gemetselde onderbouw geplaatst en van een nieuwe kap en wieken voorzien. De molen herbergt vandaag de dag onder andere een audiovisuele Rembrandtpresentatie, een kuiperijmuseum, een restaurant, een lift, een kaasmakerij en een trouwzaal. Prinses Juliana opende de Molen van Sloten in 1991. Kuiper draagt de foto van dat moment altijd bij zich. Een hoogtepunt van jarenlang pleiten voor de komst van een molen. De gift van het stadsdeel is een volgend hoogtepunt. “We kunnen er weer jaren tegenaan!”

Uit: de Westerpost van 23 december 2009.

Sloten en de Stelling van Amsterdam

Aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw werd rond Amsterdam een verdedigingsgordel aangelegd bestaande uit een reeks forten die samen de Stelling van Amsterdam gingen vormen. Deze verdedigingswerken werden aangelegd na de vestingwet van 1874.

De ring met 42 forten ligt zo’n 10 à 15 kilometer buiten de stadsgrenzen van Amsterdam in die tijd. Het grondgebied van de gemeente Sloten kwam geheel binnen die ring te liggen. Het gedeelte van de Stelling van Amsterdam ten zuidwesten van de stad heette de Sector Sloten. De andere sectoren waren: Amsterdam, Ilpendam, Zaandam en Ouderkerk. De stelling lag weliswaar in een ring op ruime afstand van de stad, maar ook in het gebied daarbinnen waren ondersteunende voorzieningen aanwezig. Hoewel de vroegere gemeente Sloten geheel binnen deze gordel was gelegen, en er hier dus geen forten werden gebouwd, zijn er wel enkele ondersteunende voorzieningen gebouwd op het grondgebied van Sloten.

Hieronder worden de drie belangrijkste objecten, die ook thans nog aanwezig zijn, beschreven. De meest markante onderdelen, de forten, zijn dus niet aan te treffen in de omgeving van Sloten-Oud Osdorp, maar er zijn wel enkele andere objecten aanwezig. In dit artikel een overzicht van de drie belangrijkste onderdelen, gelegen in de Sector Sloten.

Munitiecomplex De 1800 Roeden, Gebouw A; februari 1997. Foto: Wikimedia.

Sectorpark Halfweg, afd. Munitie ‘De 1800 Roe’
Tussen Sloterdijk en Halfweg ligt aan de Haarlemmerweg het vroegere Munitiemagazijn de 1800 Roe. De naam 1800 Roe is gebaseerd op de afstand tot de Haarlemmerpoort, op het Haarlemmerplein. Een Roe was een oude Rijnlandse lengtemaat van 3,767 meter. De afstand van 1800 Roe was dus circa 6,8 kilometer. Deze benaming vinden we ook terug bij bijvoorbeeld de molen de 1200 Roe, gelegen bij de Willem Molengraafstraat in Slotermeer, die dus 4,5 kilometer van de Haarlemmerpoort staat.

Het complex bestaat uit twee lange en drie korte bakstenen loodsen voor opslag en laboratorium. In de dakpannen van de noordelijke loods (Loods A) staat de tekst ‘1800 Roe’. Vanaf de Haarlemmerweg is deze tekst zichtbaar.

De bouw van het kruitmagazijn begon in 1870. Het ontwerp was gelijk aan dat van het kruitmagazijn bij Spaarnwoude. In 1871 wordt er melding gemaakt van de aanwezigheid van een fundament van het buskruitmagazijn. Het complex werd later uitgebreid: in 1896 verschijnt er een houten loods voor projectielen en in 1898 nog een loods. Omstreeks 1900 komt er een aanbouw voor een laboratorium aan de projectielenloods. Een munitiebergplaats wordt in 1908 gebouwd, terwijl in 1910 de houten loods door een bakstenen loods wordt vervangen.

Munitiecomplex De 1800 Roeden, Gebouw B; februari 1997. Foto: Wikimedia.

Het doel van het complex is: ‘Oplegging van munitie en explosieven voor de Sector Sloten’. Na de Tweede Wereldoorlog was het een opslagplaats voor de Artillerie Inrichtingen (gevestigd bij de Hembrug).

Aan personeel was er waarschijnlijk volgens opgave uit 1916 aanwezig één officier als commandant Sectorpark en twee officieren per afdeling, overig personeel onbekend. in 1940 waren er waarschijnlijk ‘Etappe-artillerie Compagnie Munitiewerkers’.

Het transport ging per elektrisch smalspoor naar de Ringvaart, vandaar ging het dan te water verder. Waarschijnlijk wordt hier gedoeld op de trambaan van de Electrische Spoorweg Maatschappij (ESM) die in 1904 de elektrische tramlijn Amsterdam – Haarlem – Zandvoort in gebruik nam. Deze lijn had een zijspoor in Halfweg naar de elektrische centrale aan de Ringvaart van de Haarlemmermeer, gelegen naast de huidige brug naar Zwanenburg. Op deze plaats was er een overlaadmogelijkheid op schepen.

In 1918 wordt er een aanslag gepleegd op het complex. De SAJO-klub, een anarchistengroep van vijf jongemannen, doet op 27 januari een poging tot het opblazen van het magazijn, die mislukt. Omdat terroristische aanslagen toen nog onbekend waren waren de magazijnen onbewaakt. Door onhandigheid van de daders (het stijfsel van de lont was nog nat) en oplettendheid van een passerende veldwachter werd de aanslag voorkomen. De daders werden tot zware gevangenisstraffen veroordeeld.

Omstreeks 1936 zou de magazijnfunctie zijn overgenomen door het Mobilisatie Centrum Amsterdam. Voorts wordt er in 1940 een magazijn van de Luchtstrijdkrachten (LSK) gevestigd. Na de Tweede Wereldoorlog is er vanaf 1945 een Bewarings- en Verblijfkamp. Dit was ‘Kamp Kruithuis Halfweg’ voor politieke delinquenten. Op 11 juni 1945 was het met circa 500 personen geheel bezet. Waarschijnlijk is het in 1946 voor dit doel weer gesloten. Tot omstreeks 1950 blijft het complex in gebruik als munitiemagazijn.

Daarna werd tot circa 1980 het complex gebruikt door de Munitie Onderzoekings Dienst (MOD). In de jaren ’80 komt het complex buiten gebruik. Het wordt gekraakt en een aantal kunstenaars nemen er hun intrek. Op 13 november 1999 brandt (het dak van) Gebouw A gedeeltelijk af. Het complex is het best behouden sectorpark en is sinds 1998 een Rijksmonument. Tegenwoordig is er een kunstenaarskolonie gevestigd met de naam het ‘Kruithuis’.

De Militaire Drinkwatervoorziening in de Riekerpolder, gezien vanaf Rijksweg 4 naar Den Haag. Links achter is de toren van de Sint-Pancratiuskerk in Sloten zichtbaar; 1953.

De drinkwatervoorziening
Om de stelling van Amsterdam van drinkwater te kunnen voorzien was er een eigen installatie voor watervoorziening. Deze bevond zich ten zuiden van het dorp Sloten in de Riekerpolder, ten noorden van de Nieuwe Meer.

Het complex ligt nabij het voormalige Fort aan de Nieuwe Meer (onderdeel van de Posten van Krayenhoff; een voorganger van de Stelling van Amsterdam) en later het Magazijn voor Bijzondere Opkomst. De bronnen liggen langs de Ringvaart van de Haarlemmermeer en in de Riekerpolder.

Het doel van de installatie was: “Voorzien in de behoefte aan drinkwater voor de bevolking van de Gemeente Amsterdam, de gebruikers van de Zaanlandsche Waterleiding en de daarbij aangesloten buitengemeenten tijdens een beleg.” Andere inwoners van de Stelling konden tijdens een beleg gewoon gebruik blijven maken van regenwater en de lokaal aanwezige bronputten.

Aanvankelijk werden er twintig proefputten geslagen langs de kade van de Ringvaart en oostelijk van (achter) het toenmalige fort. Later is er tegen de huidige Sloterweg aan een gebied aangekocht van drie hectare voor het slaan van 97 putten. Al deze putten werden aangesloten op het pompstation dat tussen deze beide locaties lag en dit vormde gezamenlijk de bronwaterleidinginstallatie. De meeste gebouwen, waaronder de twee stokerswoningen en een machinistenwoning, zijn nog steeds aanwezig.

De bronwaterinstallatie gezien vanaf de Oude Haagseweg; jaren vijftig. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

In 1887 was er een eerste putboring in Sloten, gevolgd door een putboring in 1890 tot op 54 meter diepte. Na 7 dagen leverde deze 100 m3 water. In 1897 vonden er tien boringen plaats op de kade ten noorden van het fort tussen de 42,5 en 52,8 meter diepte. Een jaar later, in 1898, werden 600 meter noordelijker tien putten met een diepte van 34,03 en 56,43 meter gemaakt.

In 1899 waren de installatie en bronnen aan de Ringvaartkade gereed. De capaciteit was 3500 m3 per dag. In 1900 werd in de Riekerpolder een terrein onteigend, dit was in 1901 in het bezit van defensie. In 1902 werden de woningen voor het machinepersoneel gebouwd en in 1903 bouwde men de eerste ontijzeringsinrichting. De bezinkvijver en het pompstation waren gereed in 1904 en het had een capaciteit van 15.000 m3 per dag. Vervolgens werd in 1906-1907 een verbindingsleiding gelegd. Voor uitbreiding van het complex werd in 1908 nogmaals grond onteigend, waarna er een tweede ontijzeringsinrichting, een tweede filterinstallatie en een tweede reinwaterkelder werden gebouwd.

In 1914 kreeg het complex op 25 maart bezoek van Koningin Wilhelmina (waarschijnlijk was het complex toen gereed). In vredestijd viel het beheer van de installatie onder de Genie. De functie “Directeur van de Militaire Drinkwatervoorziening te Sloten” bestond alleen in oorlogstijd. Van 1916 tot 1918 hebben er drie luchtafweerkanonnen rond het terrein gestaan.

Het pompstation bestond oorspronkelijk uit een machinegebouw, een ontijzeringsinrichting, reinwaterkelders, een bezinkvijver, een gashouder, drie woningen en een steiger. De ontijzeringsinrichting was noodzakelijk om het ijzeroxide te verwijderen d.m.v. bezinking en filtering. Er was gemiddeld 23 mg per liter ijzeroxide in het water. Omdat er 180 m3 gas per dag uit de putten vrijkwam moest dit worden opgevangen in een gashouder van 50 m3. Bij de proefboringen in 1897 en 1898 werden er resp. 21 en 67 bacteriën per cm3 aangetroffen, hetgeen steriel was.

Waterstroom
Onder het terrein loopt een grondwaterstroom van oost naar west naar de dieper gelegen Haarlemmermeerpolder. Hierdoor is er een constante aanvoer van grondwater. Door Lancashire stoomketels aangedreven pompen, pompten het water via een hevelleiding uit de putten naar de ontijzeringsinrichting. Het opgepompte en gezuiverde drinkwater werd via een leiding, langs de Sloterweg en Overtoom, bij de Stadhouderskade in het stadsnet gebracht. Deze werd in 1906 en 1907 aangelegd, waarbij de zinker door de Kostverlorenvaart werd gelegd op 1 september 1907.

Waterschepen
Tussen de Amsterdamse Waterleiding en de Zaanlandsche Waterleiding was er blijkbaar geen verbinding. Daarom werd het water daarheen per schip vervoerd. Bij Sloten en bij de Zaanlandsche Waterleiding te Zaandam werd een steiger voor waterschepen gebouwd. Voor 3222,52 gulden werd bij de Artillerie-Inrichtingen een steiger, een loods en een pomp aan het Noordzeekanaal gemaakt. Het water dat per boot uit Sloten werd aangevoerd kon daar dan worden ontvangen. De steiger in Sloten werd in 1935 of 1936 verplaatst naar een andere locatie aan de Ringvaart even ten noordwesten van de toen nieuwe brug van de Haagseweg (Rijksweg 4).

In januari 1944 werd de installatie in opdracht van de ‘Verteidigungsstab Amsterdam’ aan de Gemeentewaterleidingen overgedragen. Tussen februari en september werden alle hevelleidingen en gasleiding op druk geperst en alle lekken en andere gebreken verholpen zodat de installatie weer gebruiksklaar was. Als noodvoorziening heeft het echter nooit hoeven te functioneren.

Na de Tweede Wereldoorlog was er enkele jaren een motorenwerkplaats van de KLM in het machinegebouw gevestigd. In 1948 werd een genieloods geplaatst.

De voormalige Militaire Drinkwatervoorziening, gezien vanaf de Oude Haagseweg, nu deels in gebruik als ‘Rijks Hemelvaart Dienst’. Rechts de antennes van de Luchtverkeersleiding van Schiphol; april 2020.

Luchtverkeersleiding
Vanaf 1950 kreeg het een nieuwe functie voor de Luchtverkeersleiding van Schiphol. Tussen 1950 en 1996 was het een bemand complex (‘Station van de Luchtvaartdienst’). In 1953 kwamen er lage gebouwen op de plaats van de vroegere filterinstallaties. De tweede ontijzeringsinrichting werd omstreeks 1970 gesloopt. Sinds 1996 is het een onbemand zendercomplex. In 2003 werd het tevens als vergader- en cursuslocatie in gebruik genomen.

Het pompstation bestaat nog, maar de terreinen en putten zijn vrijwel verdwenen onder de Oude Haagseweg, de huidige Rijksweg 4 en het Sportpark Sloten.

Het Machinegebouw is in gebruik bij de Luchtverkeersleiding Schiphol als radiozendinstallatie, met o.a. cursuslokalen en een bedrijfsmuseum, de Ontijzeringsinrichting werd in 1995 gekraakt en in gebruik genomen door de ‘Rijkshemelvaartdienst’. De onderhoudstoestand varieert van goede tot slechte staat.

Gebouwen van de Stichting Nieuw en Meer (voorheen de Rijksgebouwen van Militaire Diensten); 14 april 1994. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Magazijn voor Bijzondere Opkomst en Marechaussee Kazerne Nieuwe Meer
Het Magazijn is gelegen aan de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder ten zuiden van Sloten aan de Nieuwe Meer. Enkele honderden meters noordelijker is de Drinkwatervoorziening. Het doel was de opslag van geweren, projectielen en kardoezen voor gebruik in geval van Bijzondere Opkomst (Mobilisatie).

Fort Nieuwe Meer
In 1843-1846 werd hier een fort gebouwd, als onderdeel van de Posten van Krayenhoff. Dit was in 1844 een vestingwerk van de eerste of tweede klasse. Andere torenforten die omstreeks 1843-1846 zijn gebouwd in verband met de droogmaking van de Haarlemmermeer zijn het Fort aan de Liede, het Fort bij Heemstede en het Fort bij het Schiphol. Vanaf 1854 was het een vestingwerk eerste klasse en in 1875 vestingwerk eerste klasse: fort en lunet. De keel was een vestingwerk van de derde klasse.

Het fort was een gesloten aarden batterij met een bomvrij wachthuis en een lunet aan de andere zijde van de Ringvaart. In 1882 werd het genoemd als bergplaats voor infanteriepatronen. Gezien een geval van schade in 1886 door schietproeven zullen er ook beproevingen hebben plaatsgevonden.

In 1913 is het een vestingwerk van geen klasse, waarna het in 1918 als vestingwerk wordt opgeheven. Vervolgens worden in er 1918-1920 magazijnen gebouwd en in 1931 een Kazerne voor Politie Troepen. Deze wordt in 1947/1949 de Marechausseekazerne Brigade Schiphol en voorts zijn er diverse magazijnen.

Magazijngebouwen en gebruik
De meeste gebouwen moeten tussen 1918 en 1920 gebouwd zijn. Het bestond uit twee geweermagazijnen van elk drie verdiepingen, twee projectielmagazijnen, een klein kardoezenmagazijn en een groot kardoezenmagazijn. Tevens was er een ‘wasch- en schaftlokaal’, een klein onbekend gebouw en tenslotte een aangeaard munitiemagazijn. De twee hoge geweermagazijnen staan buiten het oorspronkelijke fortterrein.

In 1931 werd er nog een Kazerne voor Politietroepen gebouwd met enkele cellen in de kelder. In dezelfde periode werd mogelijk ook een nog aanwezige loods (de rijwielbergplaats?) gebouwd.

In 1940 waren de volgende gebouwen aanwezig:
A, C, E, F en G: magazijnen uit 1920
B: magazijn uit 1918
H: wachtgebouw uit 1931
I: rijwielbergplaats uit 1931
J: voormalige wachterswoning uit 1859
…: munitiemagazijn uit 1920
K: kolenbergplaats uit 1939
L: transformatorgebouw ui 1939
M: munitiemagazijn met aanbouw uit 1882

Volgens een verzetsgroep (Bureau Inlichtingen Londen) werd het magazijn door de Duitse bezetter gebruikt voor de opslag van onbekende goederen.

Na 1945, in ieder geval volgens een adressenlijst van het Garnizoen Amsterdam uit 1947, waren er technische goederen opgeslagen en wellicht later ook medicijnen en/of medische benodigdheden. Ook in 1947 was de Brigade Schiphol van de Koninklijke Marechaussee er gevestigd, waarschijnlijk in de Kazerne Politie Troepen. Deze is later verhuisd naar de Marechaussee Kazerne Badhoevedorp.

In 1947/1949 waren er diverse magazijnen op het terrein gevestigd:
– Magazijn Technische Goederen
– Magazijn Gereedschappen
– Magazijn Machines
– Magazijn Onbekwaam Materiaal

Na 1952 zijn het klein kardoezenmagazijn, het aangeaard munitiemagazijn (behalve de fundering) en de conducteurswoning (de voormalige wachterswoning) gesloopt.

Het complex verkeert nog in de originele staat en de constructie is goed. In 1986 is deze locatie overwogen voor plaatsing van geleide wapeneenheden. Vanwege onvoldoende radarzicht kwam het niet in aanmerking. Omstreeks 1988 werd het complex gekraakt en omstreeks 1990 eigendom van de ‘Stichting Nieuw en Meer’.

Erik Swierstra
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp; 8 december 2009

Informatie ontleend aan: www.stelling-amsterdam.nl/

Zie ook:
* www.geheugenvanwest.nl/article-521-nl.html
* 1800 roe en andere Roeden
*
* Munitiecomplex De 1800 Roeden op Wikipedia
* Militaire Drinkwatervoorziening Nieuwe Meer op Wikipedia
* Fort aan de Nieuwe Meer op Wikipedia

Vliegtuig halen, twee maal tol betalen

Wie tegenwoordig naar de Luchthaven Schiphol wil om vandaar per vliegtuig naar een verre bestemming te vliegen kan gebruik maken van diverse snelle mogelijkheden om van Amsterdam daarheen te komen.

Je kan per auto via de Haagseweg (Rijksweg A4), per trein via de Schiphollijn of per bus, via de Zuidtangent. Maar in de begintijd van Schiphol was dit wel anders. Men had een avontuurlijke reis van Amsterdam via Sloten naar Schiphol achter de rug alvorens de vliegreis te kunnen beginnen.

Luchtfoto van Vliegveld Schiphol in de beginjaren. Op de achtergrond de Ringvaart; 1924. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Vliegveld Schiphol
Nadat bij het fort Schiphol in de Haarlemmermeer al in 1916 een militair vliegveld was ingericht, begon de geschiedenis van het burgervliegveld na het einde van de Eerste Wereldoorlog. De oprichting van de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij voor Nederland en Koloniën N.V. (KLM) in oktober 1919 en de start van de eerste lijndienst van de KLM Amsterdam – Londen per 17 mei 1920 vanaf Schiphol leidde tot een bescheiden verkeer van reizigers van en naar dit deel van de Haarlemmermeer.

De bovengenoemde verbindingen waren er natuurlijk nog lang niet en de aspirant-luchtreiziger moest via de bestaande smalle wegen op reis. In de beginjaren was het kantoor van de KLM gevestigd in een gebouwtje op het Leidseplein tegenover de Stadsschouwburg. Na daar een vliegticket te hebben aangeschaft kon men per tramlijn 1 via de Overtoom naar de Overtoomse Sluis reizen. Dit was toen de grens van Amsterdam en de gemeente Sloten.

Paardentram bij de Overtoomse Sluis; februari 1922. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Tol aan de Sloterkade
Na een korte wandeling over de ophaalbrug bij de sluis was er in de Bosboomstraat (thans Andreas Schelfhoutstraat) het beginpunt van de paardetram naar Sloten. Via de Jacob Marisstraat bereikte men de Sloterkade waar halverwege, de eerste tol opdoemde. In de eerste decennia van de 20e eeuw waren er over het land gespreid nog vele tollen waar voor het gebruik van de weg moest worden betaald. Deze tol aan de Sloterkade was daar ontstaan in 1816. In november 1815 vergaderden de ingelanden en de hoefslagplichtigen, die land langs de Sloterweg bezaten en daarom medeverantwoordlijk waren voor het onderhoud, in het Amsterdamse kofiehuis De Karsseboom over een plan om de weg te bestraten en te beplanten. Het project werd bekostigd met een lening, maar om de kosten te dekken moest er tol worden geheven. Een Koninklijk Besluit van 24 juli 1816 verleende daartoe toestemming. De Sloterweg werd ruim een eeuw onderhouden met de opbrengsten van het tolgeld.

Tol aan de Sloterkade, iets ten noorden van de latere Zeilstraatbrug; circa 1921. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Tol bij dorp Sloten
Na passage van de eerste tol ging het langzaam verder via de Sloterkade en vervolgens nog landelijke Sloterweg. Voor binnenkomst van het dorp Sloten was daar weer een tol, het nog aanwezige tolhuis schuin tegenover de Sint Pancratiuskerk herinnert daar nog aan. De tol werd opgeheven in 1923. De paardentram vervolgde zijn weg tot aan het einde bij de draaibrug over de Ringvaart rond de Haarlemmermeerpolder.

Met een kleine bus kon men de rit vervolgen via de smalle Nieuwe Meerdijk tot bij het Fort Schiphol. Dit lag ongeveer op de plaats waar nu Rijksweg A9 met een hoge brug over de Ringvaart gaat. Na nog een eindje de smalle dijkweg gevolgd te hebben bereikte men het vliegveld. Voor deze reis had men toen meer tijd nodig dan nu voor vlucht van hier naar Londen.

Tol aan de Sloterweg, met het Tolhuis, aan de rand van het dorp Sloten; circa 1910. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Tram wordt vervangen door de bus
De tram naar Sloten werd in 1925 door een busdienst (lijn G) vervangen en ook de KLM zette eigen bussen in, maar een verbetering en de route kwam er eigenlijk pas in 1938, toen de nieuwe brug over de Ringvaart in de Riekerpolder in gebruik kwam, met de nieuwe autosnelweg (Rijksweg 4) door de Haarlemmermeer richting Den Haag. Deze brug is nog aanwezig en is tegenwoordig als busbaan in gebruik.

Buslijn G op de Sloterweg, nabij de Ringspoordijk; 9 november 1938.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Voordat het zover was had de oude route nog enkele keren een groot verkeer te verwerken, zoals in 1934 bij de huldiging van de bemanning van de Uiver die toen terugkeerde van de glorieuze tocht naar Nederlandsch Oost Indië.

Haagseweg
Sinds de aanleg van de Haagseweg (thans Oude Haagseweg) is de route door het dorp Sloten geen onderdeel meer van de doorgaande route naar Schiphol. Wel kan men nog per fiets deze route volgen, zij het dat tussen Aalsmeerplein en Johan Huizingalaan niet meer via de Sloterweg, maar via de Vlaardingenlaan moet worden gereden.

Erik Swierstra,
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp, 8 december 2009.

Literatuur

* De Amsterdamse paardentrams. Auteur: H.J.A. Duparc. Uitgave: Schuyt en Co, Haarlem, 1997. ISBN 90-6097-455-7

* Amsterdam 366 dagen. Auteurs: Mariëlle Hagman, Martin Harlaar en Richard Hengeveld. Uitgeverij THOTH Bussum / Stadsarchief Amsterdam, 2006 ISBN 90-6868-425-6

Dit artikel als pdf-bestand: Vliegtuig halen, twee maal tol betalen.pdf

De Haarlemmertrekvaart en Haarlemmerweg

Tot in het begin van de 17e eeuw liep de belangrijkste vaarweg van Amsterdam naar Haarlem over het IJ. De landweg liep tot het begin van de 16e eeuw via Sloten en Vijfhuizen. Toen deze landverbinding in 1508 door het Haarlemmermeer was weggespoeld bleef over land alleen de route over de bochtige Spaarndammerdijk over.

De kaarsrechte Haarlemmertrekvaart (‘Nieuwe Treck vaert’) op een kaart van een deel van het Hoogheemraadschap van Rijnland uit 1746.

Trekvaart
In 1631 besloten de steden Amsterdam en Haarlem om een trekvaart tussen beide steden aan te leggen. Dit was de eerste trekvaart in Holland. In Vlaanderen waren er al dergelijke vaarwegen. De vaart werd in een vrijwel rechte lijn gegraven tussen de Haarlemmerpoort in Amsterdam en de Amsterdamse Poort in Haarlem. In 1632 was de Haarlemmervaart gereed en kon de dienst met trekschuiten van start gaan. Langs de trekvaart was een jaagpad aangelegd. Dit werd in 1762 van wegverharding voorzien. Dit was het begin van de Haarlemmerweg.

De trekschuit naar Haarlem bij het begin van de Haarlemmerweg-Haarlemmervaart; circa 1652. Afbeelding: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Comfortabel
De trekschuit was de meest comfortabele, regelmatige en betrouwbare vorm van transport in de Nederlanden in de 17e en 18e eeuw. Alleen tijdens vorstperioden in de winter was het vervoer gestremd. In de rest van het jaar was er een frequente dienst. Halverwege de beide steden was de vaart onderbroken door de uitwateringssluizen van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Hier moesten de reizigers overstappen. Er ontstond een buurtschap met herbergen etc. Dit werd het dorp Halfweg.

Nog enige tijd na de opening van de spoorlijn in 1839 bleven de trekschuiten varen, maar dit vervoermiddel moest het na enige tijd toch afleggen tegen de snellere trein. In 1883 voer hier de laatste trekschuit. Regelmatig scheepvaartverkeer is er niet meer. Maar de trekvaart heeft nog wel een functie in de waterhuishouding. Zo is het gedeelte tussen Halfweg en het Westerpark in Amsterdam een boezemwater van het Hoogheemraadschap Rijnland gebleven.

De Haarlemmerweg gezien in westelijke richting, tussen de Van Hallstraat en Sloterdijk, ter hoogte van Vredenhof, met paardentram (rijtuig 43) van tramlijn 12 (Nassauplein – Sloterdijk), voor de elektrificatie. Rechts de Haarlemmervaart met een binnenvaartschip; circa 1915.

De Haarlemmerweg
Langs de Haarlemmertrekvaart tussen Amsterdam en Haarlem werd een jaagpad aangelegd ten behoeve van de trekschuiten. Dit pad werd in 1762 van een wegverharding voorzien, waarmee het pad tot Haarlemmerweg werd. Het gedeelte tussen Halfweg en Haarlem heet Amsterdamseweg. In de Franse tijd werd de weg tot ‘Route Impériale’ verheven. Sinds de annexatie van de gemeente Sloten in 1921 ligt de weg geheel binnen de gemeente Amsterdam.

Langs de Haarlemmerweg en met name in de omgeving van het dorp Sloterdijk werden in de 17e en 18e eeuw diverse hofsteden gebouwd. In de 19e eeuw kwam er ook enige industrie. Ook de Westergasfabriek, die een belangrijke rol vervulde in de gasvoorziening van Amsterdam verrees in 1883 nabij de Haarlemmerweg.

De Molen de 1100 Roe langs de Haarlemmerweg; juni 1940. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Molens
Langs de Haarlemmerweg verrezen drie molens: Molen de Bloem, de 1100 Roe en de 1200 Roe. Een Roede is een oude lengtemaat en is 3,767 meter. Ook d’Eenhonderd Roe is een bekend begrip langs de Haarlemmerweg. Hier stond een herberg met die naam. Het eerste station van Amsterdam werd hier in 1839 tegenover gebouwd: dit werd Station d’Eenhonderd Roe.

Opening van de tramlijn Amsterdam – Haarlem. Tram op de Haarlemmerweg nabij Sloterdijk; oktober 1904. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Tramlijn
In 1882 werd tussen het Nassauplein en Sloterdijk een tramlijn aangelegd. Tot 1888 reed deze met stoomtractie, daarna als paardentram, vanaf 1905 in gemeentelijke exploitatie. In 1916 werd deze als laatste Amsterdamse tramlijn geëlektrificeerd. Daarna reed hier lijn 12, die, na de annexatie van Sloterdijk door Amsterdam in 1921, in 1922 werd opgevolgd door lijn 18. Deze werd per 1 januari 1951 vervangen door een busdienst. Eerst lijn L, daarna lijn 18.

In 1904 werd de tramlijn Amsterdam – Haarlem – Zandvoort van de Electrische Spoorweg-Maatschappij (ESM) geopend die tussen Sloterdijk en Halfweg langs de Haarlemmerweg lag. Deze werd opgeheven op 31 augustus 1957 en vervangen door een busdienst van de NZH, tegenwoordig Connexxion.

Verbreding van de Haarlemmerweg nabij Halfweg. Op de achtergrond de tramlijn en de spoorlijn Amsterdam – Haarlem; 1927.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Verbreding
Diverse malen werd de Haarlemmerweg verbreed. De laatste keer was na de opheffing van de Blauwe Tram toen de weg ten westen van Sloterdijk twee gescheiden rijbanen kreeg met vier rijstroken. Het gedeelte ten westen van Halfweg werd in de jaren zeventig gedeeltelijk verbouwd tot autosnelweg. Deze kreeg de aanduiding A5. Later is dit de A200, respectievelijk N200 geworden. Het Amsterdamse deel van de Haarlemmerweg wordt aangeduid als s103.

Na opheffing van de tramlijn is de Haarlemmerweg een brede weg voor autoverkeer geworden. Op de achtergrond links de Petruskerk en het dorp Sloterdijk; 29 december 1959. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De Haarlemmerweg is nu de noordelijke begrenzing van de Staatsliedenbuurt en de wijken Bos en Lommer, Slotermeer en Geuzenveld.

Erik Swierstra, Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

Zie ook: De Westerpost van 11 november 2009.

Literatuur

Tot gerief van de Reiziger, Vier eeuwen Amsterdam – Haarlem. Auteur: Willem van der Ham. SDU Uitgeverij, Den Haag, 1989. ISBN 9012063124

Zie ook:

Zie ook: http://nl.wikipedia.org/wiki/Haarlemmertrekvaart (Amsterdam)

Zie ook: https://geheugenvanwest.amsterdam/page/10328/de-haarlemmertrekvaart-en-haarlemmerweg

Zijwegen van de Osdorperweg

De Osdorperweg die van oudsher het dorp Sloten met de buurtschap (Oud)-Osdorp verbindt kent enkele zijwegen die de laaggelegen polders verbindt met deze weg. Het eerste deel tussen Sloten en de knik in Oud-Osdorp heette overigens vroeger Slimmeweg (= scheve weg). De nog bestaande zijwegen liggen alle in de uitgeveende polders van Oud-Osdorp.

Zijwegen van de Osdorperweg: 1 = Haarlemmerweg, 2 = Osdorperweg, 4 = Raasdorperweg,
5 = Lutkemeerweg, 6 = Noorderakerweg, 7 = Zuiderakerweg, B = Lutkemeerpolder.

Vroeger was er aan de rechterkant (vanaf Sloten gezien) van de Uitweg nog een zijweg die in de jaren vijftig onder het zand van de Westelijke Tuinsteden is verdwenen.

Uitweg
Ter hoogte van waar we nu de winkelstraat Tussen Meer vinden en tramlijn 17 de nog als fietspad aanwezige Osdorperweg kruist, takte de Uitweg naar het noordoosten af. Deze weg was net als de nog bestaande Osdorperweg en Sloterweg een oude veendijk daterende uit de ontginningsperiode in de Middeleeuwen. De Uitweg vormde de grens tussen de Sloterpolder en de Osdorperpolder. Aan de rechterzijde (zijde Sloterpolder) lagen een reeks boerderijen. Deze hadden fraaie namen, zoals Vredehof, Dorplust, Reinveen, Ruimzicht, Karburg (Karenburg), Tienhoven, Runderrust, Landzicht, Veldzicht, Reigersbosch, Zeldenrust, Vrederust, Beeklust, Welgelegen en Vredehoek. Aan de linkerzijde lagen twee boerderijen: Grasrijk en Buiten Verwachting. Van enkele hiervan leeft de naam nog voort in straatnamen in Tuinstad Osdorp.

De Uitweg, gezien vanaf de Osdorperweg; februari 1934. Op deze plek is nu de kruising van de Tussen Meer en Osdorperweg.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Akkerwegen
Aan de linkerzijde van de Osdorperweg waren er vier zijwegen die alle nog (gedeeltelijk) bestaan. Deze vier wegen dateren alle van na de vervening van (ruim) een eeuw geleden.

Aan de linkerkant van de Osdorperweg ten noorden van het dorp Sloten ligt de Middelveldsche Akerpolder. Dit was van de Middeleeuwen tot in de 19e eeuw een veenweidegebied. Tussen 1876 en 1896 werd deze polder uitgeveend waarna deze weer werd drooggelegd. Het maaiveld ligt sindsdien zo’n twee meter lager dan de Osdorperweg. Dit is nog goed zichtbaar in zowel de oude als nieuwe wegen in wat nu de stadswijk de Aker is. In de uitgeveende polder werden twee dwarswegen gelegd, de Zuiderakerweg en de Noorderakerweg, die beide eindigden op de dijk van de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Langs deze beide wegen vestigden zich in de loop der tijd steeds meer tuinbouwbedrijven die hier aanwezig bleven totdat de stadsuitbreidingen hen verdreven. De Noorderakerweg, die twee keer zo lang was als de Zuiderakerweg, dit vanwege de driehoekige vorm van de polder, werd in de jaren zestig met de helft ingekort. Op het eerste deel van deze weg werd een deel van Osdorp gebouwd, de buurt rondom het Dijkgraafplein. Het tweede deel en ook de Zuiderakerweg behield tot in de jaren tachtig-negentig zijn oude karakter. Terwijl het vroegere agrarische land met huizen werd bebouwd bleef een deel van de oude bebouwing is nog tussen de huizen van de wijk de Aker aanwezig. Met name de Zuiderakerweg heeft nog een beetje een landelijke sfeer behouden.

De Zuiderakerweg, gezien vanaf de Osdorperweg; februari 1934.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Lutkemeerweg
Even voorbij de kern van het buurtschap (Oud-)Osdorp takt naar links de Lutkemeerweg af. Het eerste stukje ligt nog op het oorspronkelijke polderniveau van voor de uitvening van de Osdorper Bovenpolder, het tweede deel, voorbij de Wijsentkade, ligt in de Lutkemeerpolder. De Lutkemeer was vroeger een klein veenmeer (lutke = klein) dat in verbinding stond met de Haarlemmermeer. Na droogmaking van de Haarlemmermeer in 1852 was in 1865 de Lutkemeer aan de beurt voor drooglegging. Sindsdien vinden we hier de Lutkemeerpolder die tot de laagst gelegen delen van Landelijk Osdorp behoort. Dit is ook goed te zien bij de Wijsentkade, waar de Lutkemeerweg een stuk omlaag gaat. Langs de Lutkemeerweg werden in de 19e eeuw vijf boerderijen gebouwd, waarvan er nu nog drie aanwezig zijn. Dit zijn aan de linkerzijde de Melkweg en Nooit Gedacht, aan de rechterzijde Tijd is Geld, de Boterbloem en ’t Oog in ’t Zeil. De weg eindigt recht tegenover het gemaal de Lynden van de Haarlemmermeerpolder, dat zich aan de overkant van de Ringvaart bevindt. De Lutkemeer heeft tot in de jaren zestig zijn agrarische karakter geheel behouden. In 1965 werd halverwege aan de linkerzijde de begraafplaats Westgaarde geopend. Hiervoor moest de boerderij Nooit Gedacht wijken. Ook de boerderij ’t Oog in ’t Zeil is inmiddels verdwenen.

De drie overige boerderijen zijn er nog, de Melkweg met zijn karakteristieke gevel in chaletstijl is nog als een van de weinige akkerbouwbedrijven binnen Amsterdam in gebruik. Op het erf is nog een bordje aan te treffen ‘aardappels te koop’. Even verderop aan de rechterkant ligt de boerderij Tijd is Geld die sinds enkele jaren op de gemeentelijke monumentenlijst staat, dit vanwege de bouwwijze, waarbij de wanden nog gedeeltelijk van hout zijn. Ook de twee hooibergen zijn markant. Nog een eindje verder, tegenover Westgaarde, vinden we de Boterbloem. Deze is tegenwoordig in gebruik als ‘biologische boerderij’. Hier zijn biologisch geteelde landbouwproducten te koop. Ook is er nog een oude boomgaard met diverse historische fruitbomen.

Ook aan de Lutkemeerweg doet de verstedelijking zich gelden, het laatste stuk aan de linkerkant is al bouwrijp gemaakt en gedeeltelijk ingericht als bedrijventerrein, voor het akkerland achter de beide voornoemde boerderijen bestaan al vergevorderde plannen. Op de kaart van het stadsdeel Osdorp zijn de toekomstige straten al ingetekend…

Ten slotte is aan het einde van de Lutkemeerweg aan de rechterzijde in oktober 2006 een nieuw aangelegd natuurgebiedje geopend. Van hieruit is het nu ook mogelijk om over de dijk van de Ringvaart naar de Raasdorperweg te fietsen of te wandelen.

De Lutkemeerweg, ter hoogte van de Wijsentkade gezien in westelijke richting; 12 juli 1967. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Raasdorperweg
Vanaf de Osdorperweg is de volgende openbare weg aan de linkerzijde de Raasdorperweg. Deze weg is ontstaan na het uitvenen van de Osdorper Bovenpolder. Ook dit was een Middeleeuws veenweidegebied, dat tussen 1900 en 1920 werd uitgeveend. Na drooglegging werd er één zijweg aangelegd, waarlangs zich nog altijd enkele tuinbouwbedrijven bevinden. Deze weg is genoemd naar het Raesdorp, een voormalig buurtschap op een vroegere landtong tussen de Lutkemeer en de Haarlemmermeer. De Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder werd tussen 1840 en 1845 hier dwars doorheen gelegd. Daarom ligt er nu aan beide zijden van de Ringvaart een Raasdorperweg. Het land langs de Haarlemmermeerse Raasdorperweg is nog een restant van het oude land en heeft een afwijkende verkaveling.

Na droogmaking van deze beide meren werd het Osdorpse deel van Raesdorp in 1872 uitgeveend en bij de Lutkemeerpolder gevoegd. Hier bevinden zich sinds de jaren zestig de slibvelden (met de Slibveldenweg). Inmiddels is hier een natuurgebiedje aangelegd met de naam ‘Raesberg’. Daar waar de Raasdorperweg omhoog gaat naar de dijk van de Ringvaart bevindt zich het oude gemaal van deze polder, gebouwd in 1920. Een gevelsteen herinnert hier nog aan. Daarnaast stond, op de plaats waar zich nu een houten huis bevindt, tot 1920 de molen van de Osdorper Bovenpolder. Dit is ook tevens de plaats waar de oude Middeleeuwse Wijsentkade begint/eindigt op de grens van het vroegere Spieringmeer.

De Raasdorperweg heeft nog goeddeels zijn landelijke karakter behouden, maar hier zal de komende jaren verandering in gaan komen als de Westrandweg wordt aangelegd, die op korte afstand van de oude weg de polder dwars zal doorsnijden en de Osdorperweg ter hoogte van de kruising van de Raasdorperweg zal kruisen. (De Westrandweg is in 2012 voor het verkeer geopend.)

De Raasdorperweg, gezien vanaf de Osdorperweg; 1 augustus 1967.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Joris van den Berghweg
Ongeveer halverwege de Lutkemeerweg en de Raasdorperweg ligt aan de rechterkant van de Osdorperweg de Joris van den Berghweg. Deze weg en de verderop liggende Tom Schreursweg zijn tevens de jongste van de zijwegen, want ook deze werden aangelegd na de uitvening van de polder, in dit geval de Eendrachtpolder, die tussen 1920 en 1940 werd uitgeveend en in 1937-’41 werd drooggemaakt. Deze weg heeft in de polder nog twee zijwegen, de Baron Schimmelpenninck van der Oyeweg, op korte afstand van de Osdorperweg en evenwijdig daaraan, en verderop de Nico Broekhuysenweg. Al deze wegen zijn vernoemd naar coryfeeën uit de sportwereld in de eerste helft van de 20e eeuw.

Tom Schreursweg
De laatste zijweg van de Osdorperweg door de polders is de Tom Schreursweg die vlak voor de grens met Halfweg naar rechts leidt. Deze weg werd aangelegd evenwijdig aan de Haarlemmerweg en geeft met een S-bocht aansluiting op de Osdorperweg. Het meest oostelijke deel van de weg en de Eendrachtpolder (Osdorper Binnenpolder-Noord) is in de jaren vijftig onder het zand van de tuinstad Geuzenveld verdwenen. De rest van de polder is gedeeltelijk in gebruik genomen voor sportparken en volkstuinparken, maar een deel is nog steeds akkerland. Ook dit heeft zijn langste tijd gehad. Er zijn in het kader van de ‘Tuinen van West’ plannen voor herinrichting tot recreatiegebied. (Sinds 2009 wordt hieraan gewerkt.) Een andere ingrijpende verandering zal zijn de aanleg van de Westrandweg die ook dit gebied zal doorsnijden en de Tom Schreursweg op enkele honderden meters van Halfweg zal kruisen.

Erik Swierstra, Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp, oktober 2009.

Literatuur

* Gebouwen in de Aker, Amsterdam-Osdorp. Auteurs: Hilde de Haan en Jolande Keesom; Uitgave: Architext, Haarlem, 2002. ISBN 90-5105-035-6

* Fietsen door Landelijk Osdorp. Auteur: Erik Swierstra. Uitgave Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp; 2004. ISBN 90-808355-2-8

* Fietsen door Landelijk Osdorp. Auteur: Erik Swierstra. Uitgave Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp; 2019. Zie ook: Fietsgids Oud Osdorp (pdf).

Zie ook: De Westerpost van 28 oktober en 4 november 2009.

Zie ook:

De naam Osdorp – http://www.geheugenvanwest.nl/article-531-nl.html
Oud Osdorp – http://nl.wikipedia.org/wiki/Oud Osdorp

Sloten en de verbinding van Amsterdam naar Den Haag

Ten zuiden van het dorp Sloten ligt de A4, de snelweg naar Schiphol en Den Haag. In de middenberm daarvan ligt ook de spoorlijn die Amsterdam met Den Haag verbindt. Dit is tegenwoordig de belangrijkste verbinding tussen deze beide steden.

Hieronder een overzicht van de geschiedenis van deze verbinding voor zover deze betrekking heeft op het grondgebied van de vroegere gemeente Sloten.

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

Droogmaking
Tot halverwege de 19e eeuw lag tussen Amsterdam, Haarlem en Leiden de Haarlemmermeer. Deze grote watervlakte was wel geschikt als route voor scheepvaartverkeer tussen Amsterdam (Overtoomse Sluis) en Leiden, maar het verkeer over land moest er omheen. Daarom was tot de droogmaking van de Haarlemmermeerpolder in 1852 de belangrijkste route van Amsterdam naar het zuidelijk deel van Holland die via Haarlem en Leiden naar Den Haag. In 1632 kwam er een grote verbetering, toen de trekvaart tussen Amsterdam en Haarlem werd aangelegd, in 1657 gevolgd door de Leidsevaart tussen Haarlem en Leiden. Tussen de Haarlemmerpoort en Halfweg liep deze route door het grondgebied van de vroegere gemeente Sloten. Het dorp Sloterdijk groeide door de ligging aan de doorgaande route.

De Haarlemmermeer groeide uit tot een grote watervlakte tussen
Amsterdam, Haarlem en Leiden, zoals te zien op deze uitsnede van de Nauwkeurige kaart van Rijnland en Amstelland; van Joan Blaeu circa 1650.

Zo’n twee eeuwen bleef dit de meest comfortabele wijze om van Amsterdam naar Den Haag te reizen. Een verandering kwam hierin met de aanleg van de spoorwegen. Ook de Oude Lijn, de eerste spoorlijn in Nederland, werd nog om de Haarlemmermeer heen aangelegd. In 1839 werd de spoorlijn van Amsterdam naar Haarlem geopend, in 1842-’43 verlengd naar Leiden en Den Haag. Het oudste station van Nederland, lag ten noorden de Haarlemmerweg, nabij de herberg d’Eenhonderd Roe. Dit was honderd roeden buiten de Haarlemmerpoort. Een Rijnlandse roede was 3,767 meter, de totale afstand was dus bijna vierhonderd meter. De reden hiervan was dat de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij nog niet tot overeenstemming met de stad Amsterdam had kunnen komen over het gebruik van de grond. Daarom vertrok de eerste trein net buiten het grondgebied van de hoofdstad, van Slotens grondgebied. De eerste trein, die op 20 september 1839 reed dus van Sloten naar Haarlem! Pas zo’n drie jaar later, in 1842 werd het eindstation bij de Willemspoort in Amsterdam in gebruik genomen.

Plegtige Inwijding van den IJzeren Spoorweg op 20 september 1839.

Lokaal spoor
Na de droogmaking van de Haarlemmermeer in 1852 werden er al spoedig plannen gemaakt voor een kortere, rechtstreekse verbinding door deze polder. De eerste burgemeester van de nieuwe gemeente, burgemeester Amersfoordt, lanceerde al in 1864 een plan voor een spoorweg van Sloterdijk, via Sloten en de Haarlemmermeerpolder naar Leiden. Ook een Ceintuurspoorweg om Amsterdam heen, met een Centraal Station ten zuiden van de stad, maakte deel uit van de plannen. Deze werden echter nooit in die vorm uitgevoerd. Spoorwegen verschenen pas in de Haarlemmermeerpolder vanaf 1912. Dit waren echter lokaalspoorwegen die de dorpen in dit gebied met elkaar en de omliggende steden gingen verbinden. De Haarlemmermeerspoorwegen werden tussen 1935 en 1950 voor reizigersverkeer gesloten.

De oude draaibrug tussen Badhoevedorp en Sloten in 1962. De draaibrug werd in beweging gebracht door een sleutel die in een rondsel in werking bracht. Foto: Noord-Hollands Archief.

Schiphol
In de Haarlemmermeer waren aanvankelijk alleen smalle polderwegen aanwezig. Deze waren uitsluitend voor lokaal verkeer. Ook de route langs de Ringvaart was een smalle weg. Toen het militaire vliegveld Schiphol in 1916 werd aangelegd was dit ook slechts via de smalle weg langs de Nieuwe Meerdijk te bereiken. Vanaf 1920 was er ook burgerluchtvaart. Toen in de jaren twintig-dertig het vliegverkeer langzamerhand ging toenemen ontstond er behoefte aan een betere wegverbinding. In de jaren dertig begon in Nederland de aanleg van autosnelwegen. Een van de eerste snelwegen was de verbinding tussen Amsterdam, Leiden en Den Haag. Deze Rijksweg 4 werd geopend op 25 juni 1938.

De nog stille Sloterweg tussen Amsterdam en Sloten; circa 1904. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Sloterweg
Vanuit Amsterdam komend ging het verkeer eerst over de in 1927 geopende Zeilbrug. Aanvankelijk moest men nog via de Sloterkade en Sloterweg, maar in 1929 was het Hoofddorpplein gereed en kon de route via de Aalsmeerweg en Aalsmeerplein naar de Sloterweg worden gevolgd. Tot aan het viaduct van de Ringspoorbaan werd aanvankelijk nog de oude Sloterweg gevolgd. Even daar voorbij takte de nieuw aangelegde Haagseweg af. Het gedeelte van de Sloterweg tussen Aalsmeerplein en de Ringspoordijk werd in de jaren veertig verbreed tot een weg bestaande uit twee rijbanen met een middenberm. Tot in de jaren vijftig bleef de bestaande bebouwing van boerderijen nog aanwezig.

De Sloterweg nabij de Ringspoordijk, gezien in westelijke richting, met het in 1931 gebouwd viaduct voor de Ringspoorlijn; 17 januari 1939. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Spoordijk
De dijk van de Ringspoorbaan werd in de jaren dertig in het kader van de werkverschaffing aangelegd. Ook enkele viaducten werden toen al gebouwd, waaronder dat over de Sloterweg, bouwjaar 1931. De spoorlijn werd echter niet afgebouwd en het dijklichaam, inclusief het viaduct, bleef een halve eeuw ongebruikt liggen. De brugdelen over de Sloterweg werden in 1945 verwijderd om de vernielde spoorbrug bij Warmond weer berijdbaar te maken. De landhoofden met aparte poortjes voor de fietspaden bleven nog tot 1982 staan en daarna afgebroken. Toen begon de aanleg van de Spoorlijn Amsterdam – Schiphol via de Westelijke Ringspoorbaan. Deze werd in 1986 geopend.

De brug over de Ringvaart rond de Haarlemmermeerpolder voor de nieuwe Rijksweg 4 naar Den Haag in aanbouw in 1935. Zicht door de Riekerpolder naar het noordoosten; januari 1935. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Brug Ringvaart
De Haagseweg, die dus even ten westen van de Ringspoordijk aftakte liep in zuidwestelijke richting door de Riekerpolder. Iets ten zuiden van de Drinkwaterinrichting werd vanaf 1934 een nieuwe beweegbare brug over de Ringvaart gebouwd. Deze brug was iets smaller dan de rest van de weg, daarom ontbrak hier de middenberm. Voorbij de Ringvaart vervolgde de Haagseweg zijn route door de Haarlemmermeerpolder en langs Leiden en Wassenaar kon men in Den Haag komen. Dit was vergeleken bij de smalle wegen van toen een grote verbetering voor het wegverkeer. Ook het vliegveld Schiphol werd zo beter bereikbaar.

Het Motel Amsterdam aan de Sloterweg 535, bij het begin van de autosnelweg richting Den Haag; 8 mei 1959. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Motel
Toen in de jaren zestig de tuinstad Slotervaart werd gebouwd en de Johan Huizingalaan werd aangelegd, kwam er een nieuwe aansluiting van deze straat en de Sloterweg op de Haagseweg. Ter hoogte van de splitsing lag een benzinestation. In 1957 werd een zeer moderne uit Amerika overgewaaide voorziening gebouwd: een motel. Voor automobilisten uit de richting Den Haag was hier een overnachtingsmogelijkheid net voor Amsterdam gecreëerd. Dit motel bleef in gebruik tot het begin van de jaren tachtig en werd toen vervangen door het gebouw aan de Oude Haagseweg, nabij de noordelijke oever van de Nieuwe Meer, thans Mercurehotel.

Luchtfoto van de Riekerpolder gezien in zuide-lijke richting naar de Nieuwe Meer. Rechtson-der de Sloterweg, vanaf de Johan Huizinga-laan richting Sloten. Van linksonder naar rechtsboven ligt de inmiddels buiten gebruik zijnde, in 1938 in gebruik genomen Rijksweg 4 naar Den Haag. Van links naar rechts door het beeld de nieuwe, in in 1972 in gebruik geno-men Rijksweg 4 naar Den Haag. Van onder naar boven de verlengde Johan Huizingalaan, die voorbij de viaducten aansluit op de in 1975 geopende Oude Haagseweg. De spoorlijn naar Schiphol is nog in aanleg, deze werd in 1978 geopend. Foto van 20 augustus 1974; Beeld-bank Stadsarchief Amsterdam.

Riekerpolder
In de jaren zestig werd een gedeelte van de bestaande Rijksweg 4 (thans A4) verlegd om een aansluiting op de nieuwe Ringweg om Amsterdam (A10) te kunnen maken, om ruimte te bieden voor de nieuwe spoorlijn naar Schiphol en Den Haag en om ruimte te maken voor meer rijstroken. Daartoe werd een groot dijklichaam door de Riekerpolder aangelegd. Dit ging onder andere ten koste van het zuidelijke deel van het Siegerpark en het Bijenpark. De verkleinde parken aan de Sloterweg bestaan nog steeds en zijn nog te bezoeken.

Als compensatie voor het verloren deel van het Bijenpark werd in 1965 een Nieuw Bijenpark aangelegd in de Eendrachtpolder ten westen van Geuzenveld, bij Oud Osdorp. Het nieuwe dijklichaam sloot nabij de Schinkelsluis met het knooppunt De Nieuwe Meer aan op de Ringweg. Hiervoor werd een deel van het volkstuinpark Ons Buiten opgeofferd. Dit werd onder andere gecompenseerd door aanleg van tuinpark Lissabon aan de Sloterweg in 1968.

Het Aalsmeerplein was van 1938 tot 1972 het begin van de verbinding Amsterdam – Den Haag, deels via de Sloterweg. Het deel rechts van het Aalsmeerplein heet sinds 1973 Rijnsburgstraat. Het deel links van het Aalsmeerplein is sindsdien geheel onder het zand van de onder andere de Henk Sneevlietweg verdwenen. Foto uit 1953; Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Sloterweg opgeknipt
Deze wegen werden in 1972 in gebruik genomen. De oude Haagseweg tussen Aalsmeerplein en Johan Huizingalaan verviel nu en werd opgebroken. Op het tracé van deze weg werd een uitbreiding van Sportpark Riekerhaven en een uitbreiding van het complex van de IBM gebouwd. Van de oude Sloterweg tussen Overtoomse Sluis en Sloten ontbreekt sindsdien deze schakel. Hiervoor moet worden omgereden via de Vlaardingenlaan – Aletta Jacobslaan. Het overgebleven deel van de Sloterweg ten oosten van het Aalsmeerplein heet sinds 1973 Rijnsburgstraat.

Oude Haagseweg
De Johan Huizingalaan werd ten zuiden van de Sloterweg doorgetrokken tot bij de Nieuwe Meer en van daaraf werd een nieuwe weg naar het nieuwe motel aangelegd. Deze weg kreeg in 1975 de naam Oude Haagseweg, hoewel een deel dus van de jaren zeventig dateert. Het gedeelte tussen de Geerban en de Ringvaart bleef lange tijd ongebruikt liggen. Enkele jaren geleden werd de brug over de Ringvaart opgeknapt en in gebruik genomen als busbaan. Hierdoor kunnen lijnbusdiensten in de spitsuren de files op de (nieuwe) Haagseweg omzeilen en zo binnendoor naar Schiphol rijden. Zo heeft deze brug toch weer een functie gekregen.

Luchtfoto van Riekerpolder Aansluiting waar de spoorlijnen vanaf Amsterdam Centraal (rechts) en Amsterdam Zuid (links) samen komen en verder in de middenberm van de autosnelweg A4 richting Schiphol en Den Haag lopen. De kijkrichting op deze foto is naar het westen. Links de Nieuwe Meer. Foto: ProRail; 2016.

Spoorlijn
De spoorlijn Amsterdam – Den Haag door de Haarlemmermeerpolder is er ruim een eeuw na de eerste plannen uit 1864 alsnog gekomen. In 1978 werd het eerste gedeelte tussen Station Amsterdam Zuid en Schiphol in gebruik genomen. Tussen de Schinkel en de Schipholtunnel volgt deze spoorweg de middenberm van de Haagseweg. In 1981 kwam de verlenging naar Leiden tot stand. In 1986 werd ook de verbinding Riekerpolder – Sloterdijk – Amsterdam Centraal in gebruik genomen, waarmee de belangrijkste spoorverbinding tussen Amsterdam, Schiphol en Den Haag alsnog via Sloten is komen te lopen.

Erik Swierstra, Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

Zie ook: De Westerpost van 21 en 28 oktober 2009.

Zie ook:
* nl.wikipedia.org/wiki/Lijst van verbindingen tussen Amsterdam en Haarlem

* www.autosnelwegen.nl/index.php/geschiedenis/4-1927-1940-de-eerste-autosnelwegen

* www.theodurenkamp.nl/artikelen-1/de-verdwenen-sloterweg

Dit artikel als pdf-bestand: Sloten en de verbinding van Amsterdam naar Den Haag.pdf

Mijlpaal in restauratie van de Akermolen

Osdorp – In de bouwwereld is het van oudsher traditie om het behalen van het hoogste punt te vieren met pannenbier. Bij de in 2008 gestarte restauratie van de Akermolen – ook wel De Oude Molen genoemd – aan het Zwarte Pad te Osdorp was dit niet anders.

De opdrachtgever, Stadsherstel Amsterdam N.V., organiseerde op woensdag 18 november 2009 een samenkomst voor betrokkenen om dit memorabele moment te delen. Terwijl buiten de wind over de Ringvaart raasde, hadden de ruim 50 genodigden zich binnen in de molen verzameld. Het was goed te merken dat het project bij velen leeft. Zo was namens Stadsdeel Osdorp wethouder Achmed Baâdoud aanwezig en ook de buurt was goed vertegenwoordigd.

 

Kort tevoren was de kap geplaatst en de laatste dakpannen waren zelfs pas de dag voor de viering vastgeschroefd. Dit was maar goed ook, want het was een gure dag. Gelukkig was er naast het traditionele pannenbier ook voor warmere versnaperingen gezorgd, zoals warme chocolademelk en glühwein. Al snel nam de adjunct-directeur van Stadsherstel Jaap Hulscher het woord waarbij hij de genodigden meevoerde op een korte reis door de historie van de Akermolen. Ondersteund door uitvoerder Marc Louman liet hij daarna de betrokken bouwers naar voren komen om ze persoonlijk te bedanken voor hun goede inzet en hen de traditionele kapfooi uit te reiken.

Over een half jaar  zou het historisch bouwwerk met nieuwe aanbouw naar het ontwerp van Remco van Dam af moeten zijn. Hulscher sprak de hoop uit dat dan op het terras van de molen de feestelijke opening gevierd kan worden, waarna de molen een mooie toekomst tegemoet gaat als pleisterplaats voor recreanten en buurtbewoners. In het door de vrijwilligers van de molen in te richten bezoekerscentrum kunnen belangstellenden dan geïnformeerd worden over de waterstaatkundige geschiedenis van Amsterdam en omgeving. Doordat de nog bestaande goten onder de molen zichtbaar worden gemaakt, zal deze geschiedenis daadwerkelijk te beleven zijn.

Uit de Westerpost van 18 november 2009.