@mini-m

Herdenken

Vorige week stond in deze rubriek een uitgebreid verhaal over het afscheid van ds. Bakker. Bij zijn afscheid als predikant kreeg hij als afscheidscadeau ondermeer de mogelijkheid om een bescheiden boekwerkje samen te stellen met daarin een zevental herdenkingstoespraken.

De eerste toespraak uit het boekje dateert van 1989 en heeft als thema ‘De waarde van het weten’. De laatste, uit 2015, behandelt het thema ‘De moordenaar van mijn jeugd’.

Active Image
ds. Bakker spreekt tijdens een 4 mei-herdenking
bij het monument aan de Osdorperweg.
Foto: Erik Swierstra.

Het boekje is opgedragen ter nagedachtenis van mevrouw Janny Ploeg-de Lange. Zij liet de gemeente een legaat na waarmee men de uitgave kon bekostigen. Zij was in de oorlog koerierster en was lid van een verzetsgroep in en om Sloten in de tijd dat zij en haar man een kapsalon hadden aan de Sloterweg.

In 1995 had ze voor een artikel in het stedelijke kerkblad een kippevel-verhaal verteld: terwijl voor in de kapsalon de Duitse officieren werden geschoren en geknipt, vergaderde bij hen in de achterkamer het verzet.

Dit zeer lezenswaardig boekje (‘Zeven vier mei toespraken, Oud Osdorp’) is gratis af te halen bij de familie Kooter, Osdorperweg 756, tel. 020-6194165, e-mail jan@kooterhoveniers.nl .

Foto’s van een aantal herdenkingen kunt u vinden op: www.arievangenderen.nl

Arie van Genderen

Uit: de Westerpost van 22 juni 2016.

Vier ooievaars geringd op Natuurpark Vrije Geer

Ooievaars worden ongeveer 40 dagen na hun geboorte geringd. Dan hebben ze al enkels, zodat de ring daarachter blijft hangen, maar dan kunnen ze nog niet uit angst voor de mens het hoge nest uit lopen en te pletter vallen. Dat luistert nauw. Het was dan ook best wel spannend voor ons toen ringer Engbert van Oort arriveerde.

Active Image
De ooievaars worden geringd en gemeten (Tamar en Engbert).

Beheerder Henk Damen had de hele operatie goed voorbereid en een pad gemaakt, zodat we de paal makkelijk konden bereiken. Kasper van den Bos, boomverzorger van J.M. de Wit Groenvoorziening BV uit Hazerswoude-Rijndijk, had zijn veiligheidsgordel al om. De lange ladder werd tegen de zes meter hoge paal gezet en de klimlijn werd aangebracht. De ouder op het nest vloog verschrikt weg en bleef de hele tijd boven het nest cirkelen.

Na instructies van Engbert klom Kasper met twee grote boodschappentassen rap naar boven. Toen hij van bovenaf in het nest keek, zag hij – zoals voorspeld – vier jonge ooievaars plat liggen. Ze hielden zich dood. “Dat is hun overlevingsstrategie in geval van gevaar”, vertelde Engbert. Voorzichtig pakte Kasper de vogels (best een gewicht al!) één voor één op en legde ze om en om in de twee tassen, die voorzichtig naar beneden werden getakeld.

Kilo verschil!

Engbert tilde de vier jonge vogels uit de tas en legde ze op een rijtje. Hij was gelukkig meteen erg tevreden met hun conditie. “De ouders hebben voor alle vier de vogels goed gezorgd. Ze zijn allemaal sterk, gezond en best fors, zeker voor zo’n groot nest.” Snel gaat Engbert meten en wegen. Onze ooievaars krijgen de ringnummers 4E/01 tot met 4E/04. Eén vogel is duidelijk kleiner dan zijn drie broers/zussen. Het geslacht van ooievaars wordt pas na twee jaar zichtbaar – eerder hebben ze die ‘ballast’ niet nodig… De vleugellengte van de vier varieert tussen de 275 en 365 mm; de snavels tussen 78 en 98 mm; de kop-snavellengte tussen 145 en 179 mm en de tarsus tussen de 151 en 192 mm. De kleinste woog 2650 gram en de zwaarste bijna een kilo meer: 3620 gram!

Active Image
Het meten van de ooievaarssnavel.

Daarna werden de vogels weer voorzichtig in de tassen gelegd en naar boven getakeld, waar Kasper ze liefdevol terug in hun nest plaatste (was nog best wel passen en meten). Zodra de ladder weg was weggehaald en wij wat afstand hadden genomen, kwam een van de ouders meteen terug voor inspectie. Al snel hervatte het gewone leven op de hoge paal zich weer alsof er niets gebeurd was…

Waarom ringen?
Aanvankelijk vroegen wij ons af waarom we deze jonkies eigenlijk zouden moeten verstoren en of we wel energie moesten steken in het ringen. Toen we eenmaal uitleg hierover hadden gekregen, was het meteen duidelijk voor ons dat we wilden meedoen aan het wereldwijde ringproject. Waarom? Er is nog relatief weinig over het gedrag van ooievaars bekend en de ringen zijn onmisbaar voor onderzoek. De cijfers op de ringen zijn zo groot dat ze met een verrekijker, of op een foto prima af te lezen zijn. Nu kunnen we van deze vier hun lang allerlei zaken gaan volgen: waar ze naar toe gaan; hoe ze zich verspreiden; of ze nesttrouw en/of partnertrouw zijn; hoe oud ze worden; hoeveel jongen ze krijgen.

De kans is groot dat de jongen eerst naar het zuiden trekken. Volgend jaar zijn ze nog niet geslachtsrijp. In 2018 zou het dus zo maar kunnen dat zij zich weer op de Sloten melden… Wie weet… we gaan het in de gaten houden!

Tamar Frankfurther; 17 juni 2016.

Els Albers maakte de foto’s.

Zie ook: de Westerpost van 22 juni 2016 en De Echo van 22 juni 2016.

Dubbel afscheid in de Sloterkerk

Van het koor en van de dominee

Op zondag 29 mei 2016 was het vol op Sloten: in een hele volle kerk – het paste nét – namen de Protestantse kerk en vele anderen afscheid van predikant Robert Jan Bakker en van het Sloterkerkkoor, dat al sinds 1948 bestond.

Na 68 en een half jaar valt het doek voor het koor dat tal van diensten in de Sloterkerk opluisterde. Het koor verblijdde heel veel bewoners van bejaarden-, verpleeg- en ziekenhuizen in de loop der jaren met gezang. In betere tijden zijn er zelfs twee CD’s uitgegeven. Dirigent Rob de Jong was maar liefst 35 jaar aan het koor verbonden. Veel zangers in het koor hebben inmiddels een dermate hoge leeftijd bereikt, dat de wekelijkse gang naar de repetitie in Vink & Boer hen steeds zwaarder is gaan vallen.

Het koor heeft geprobeerd om nieuwe leden te werven, maar dat is niet gelukt. Tijdens de bijzondere, feestelijke en lange afscheidsdienst werd het koor versterkt met vijftien oud leden, die in de loop der jaren hun lidmaatschap om diverse redenen hebben moeten beëindigen. Het zal voor de trouwe koorleden nog best wennen zijn om hun wekelijkse uitje – met alle bijhorende gezelligheid en vertrouwdheid – te moeten missen.

4 mei op Sloten en de Osdorperweg
De vele verdiensten van dominee Bakker voor de kerk en zijn omgeving werden al eerder in deze krant ter ere van zijn afscheid en ter ere van het lintje – dat hij dit jaar mocht ontvangen – gememoreerd. Dat doe ik nu dus niet opnieuw. Wel sta ik even stil bij de rol die Robert Jan Bakker al die jaren bij de Dodenherdenking van de Dorpsraad heeft gespeeld. Aan het eind van zijn afscheid verraste de dominee de aanwezigen namelijk met een mooi verzorgd boekje waarin hij zeven van zijn vele vier mei-toespraken – met enkele foto’s – in herinnering roept.

Hij vertelde dat hij begin 1980 – toen hij nog maar een paar maanden predikant was – gebeld werd door Gerrit van der Puij. “Of ik mee wilde werken aan de Dodenherdenking op 4 mei, die toen nog om-en-om in de rooms-katholieke of de hervormde kerk van Sloten werd gehouden. Dat jaar was de Sloterkerk aan de beurt. Pastoor Vogelezang zou de toespraak houden en of ik dan een ‘openinkie en een sluitinkie’ wilde spreken.

Sinds dat openingsjaar ben ik – op één keer na – altijd bij deze herdenking geweest. Eind jaren tachtig werd besloten om de herdenking niet meer binnen – in één van de kerken – te houden, maar buiten bij het monument aan de Osdorperweg. Tot die tijd werd daar wel altijd rond zes uur een korte plechtigheid gehouden door bloemen te leggen.

In de nieuwe opzet – georganiseerd door Tinie Worm en Mia Kooter, die de organisatie van Gerrit overnamen – wisselden pastoor Bankras en ik elkaar af. Maar, toen de jaren voor hem gingen tellen, vroeg hij of ik namens beide kerken wilde spreken”, zo vertelt Robert Jan Bakker.

De jaarlijkse herdenkingen aan de Osdorperweg trekken tegenwoordig een steeds breder, groter en jonger publiek. Naast de toespraak van de dorpsraadvoorzitter, het voordragen van gedichten door kinderen en volwassenen, de Last Post, de scouts bij het monument, de vlagceremonie en het samen zingen van het Wilhelmus – zullen de woorden van de dominee zeker worden gemist… Maar… een afscheid betekent in dit geval zeker ook een nieuw begin…

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 15 juni 2016.

Vier ooievaarsjongen op Vrije Geer!

Van een afstandje is het lastig te zien. Je ziet steeds meer belangstellenden uitgebreid turen: “Zijn het er dit jaar weer twee? Of toch drie?” Nee, de ooievaarsouders blijken maar liefst vier jongen te hebben!

Fotograaf Els Albers moest er even geduld voor betrachten, maar kreeg ze alle vier prachtig in beeld. Het is de bedoeling dat de jongen in de loop van juni geringd worden. De beheergroep is dat nu samen met het stadsdeel aan het voorbereiden. Het moment van ringen luistert heel nauw: De jongen moeten al behoorlijk gegroeid zijn.

 Active Image
Nieuwe lichting ooievaars. Foto: Els Albers.

Anders blijft de ring nog niet achter de enkel (het lijkt net een elleboog van de jonge ooievaar) hangen en is de kans op verlies van de ring erg groot. Aan de andere kant mag een jong ook weer niet te oud zijn, omdat-ie dan uit angst voor de ringer zou kunnen weglopen uit het nest en te pletter zou kunnen vallen naast de hoge paal. (De jonge ooievaars hebben immers nog geen vliegles gehad…) Kortom, een delicate activiteit… Wordt vervolgd!

Tamar

Uit: de Westerpost van 8 juni 2016.

Matinee Concert Sloterkerk – 12 juni 2016

In de Sloterkerk, Osdorperweg 22, te Amsterdam wordt op zondagmiddag 12 juni 2016 om 15.00 uur een matinee concert gegeven.

Onze matineeserie van het seizoen 2015/2016 wordt inmiddels traditiegetrouw afgesloten door een concert verzorgd door een aantal getalenteerde studenten van het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam.

Active Image
Sloterkerk gezien vanaf het Dorpsplein.

Om meerdere redenen zal het een boeiend concert worden. In de eerste plaats valt altijd het enthousiasme op. Verder de zeer goede kwaliteit van het spel van de jonge musici in opleiding. Ook is opvallend hoeveel buitenlandse studenten voor de opleiding hier in Amsterdam kiezen.

Het meest opvallende is vaak de verrassende keuze van de componisten. Zo wordt er met J.S. Bach begonnen, vervolgens Beethoven, maar ook staat Piazzolla op het programma! Verbaast u zich overigens niet als er nog een werk van een andere componist gespeeld zal worden.

* Meer informatie zoals gewoonlijk op onze website: www.sloterkerk.nl
* Maar u kunt ons sinds kort ook volgen op Facebook: www.facebook.com/sloterkerk
* De toegangsprijs bedraagt 9 euro, inclusief consumptie na afloop.
* Inlichtingen en reserveringen via email: concert@sloterkerk.nl

Meer over het Conservatorium van Amsterdam kunt u hier vinden: www.ahk.nl/conservatorium/actueel/agenda/

Aukje de Vries
Stichting Vrienden van de Sloterkerk

Varend erfgoed Nieuwe Meer dreigt verloren te gaan

Zeventien jaar voer motorschip Helena heen en weer over de Nieuwe Meer, maar het varend erfgoed dreigt verloren te gaan nu de veerdienst aan een ander is gegund.

Door: Marc Kruyswijk; 28 mei 2016, 14:15

Zelfs iemand met twee linkerhanden kan enthousiast worden van de machinekamer van de Helena. De motor van het schip is nog uit de tijd van de mechanica: je begrijpt gelijk hoe het werkt, je snapt waarom het schip in beweging komt als de schipper bovenin een beetje gas geeft. En dan die heerlijke dieselgeur.

Rob Piet leidt met zichtbaar plezier rond, af en toe streelt hij het schip, alsof ie het moed inspreekt. De voorkant van de Helena is het product van dikke gebogen staalplaten, zegt hij. “Die hebben ze destijds speciaal gejoggeld.”

Concurrent
Zeventien jaar al is Piet eigenaar van het zestig jaar oude schip dat nu stil ligt bij het Tjotterspad, maar hij is er bepaald niet gerust op dat daar nog veel jaren bij komen. De veerdienst die hij met ingehuurde schippers zoveel jaren draaiende hield, wordt overgenomen door een concurrent.

Nu ligt ie hier maar te liggen en dat is niet goed natuurlijk: zo’n schip moet simpelweg blijven varen.

Rob Piet
“We waren gewend dat het schip het hele weekend over de Nieuwe Meer heen en weer voer tussen de pannenkoekenboerderij in het Amsterdamse Bos en de Oeverlanden aan de overkant. Maar nu ligt ie hier maar te liggen en dat is niet goed natuurlijk: zo’n schip moet simpelweg blijven varen.”

GVB-veerpont
Maar dat gaat dus even anders, naar het zich laat aanzien. In februari kreeg Piet een brief van het Amsterdamse Bos waarin hem werd medegedeeld dat het GVB ‘zijn’ veerdienst zou gaan overnemen. Reden: de Nieuwe Meer is een hoofdwaterweg en dus zou het vervoerbedrijf, dat bijvoorbeeld ook op het IJ de ponten exploiteert, de geëigende partij zijn om de overtochten te gaan verzorgen.

Na een gesprek met het GVB bleek dat echter nog niet zo vanzelfsprekend voor het vervoerbedrijf. Het zou betekenen dat een GVB-veerpont elke zaterdag- en zondagochtend vanaf de werf aan het IJ door de hele stad zou moeten varen, en door de sluis bovendien, voor een niet-rendabele dienst van zes uur. Om vervolgens weer de reis terug naar het IJ te moeten aanvaarden.

Goedkoper
Resultaat: het GVB trok zich terug en Piet was in de veronderstelling dat hij zijn veerdienst zou kunnen behouden. Dat bleek een misrekening. Er kwam een aanbesteding en de eigenaar van de Helena werd gevraagd een offerte uit te brengen. En toen bleek in april dus dat een andere partij het allemaal goedkoper bleek te kunnen, met een veer met een aanmerkelijke lagere capaciteit.

Ik heb dit jarenlang gedaan en ik heb er geen cent aan overgehouden.

Piet zit met de kwestie in zijn maag. Over de gang van zaken en de onmogelijkheid voor hem en zijn advocaat om inzicht te krijgen in de cijfers van de winnaar. “Ik snap het niet. Ik heb dit jarenlang gedaan en ik heb er geen cent aan overgehouden. Met allerlei bijdragen van stadsdeel Nieuw-West en het Amsterdamse Bos heb ik het schip in de vaart weten te houden. En nu kan iemand dit goedkoper?”

Erfgoed
Naast alle ergernis is de belangrijkste grief van Piet dat motorschip Helena varend erfgoed is. Gebouwd in 1956 in Zaandam, de originele motor is, op een jaartje na, precies even oud. Het schip wordt gekoesterd door Piet, die zelf aan de rand van de Nieuwe Meer woont.

“Ik vaar wel eens rond met gasten, laatst nog met stadsdeel Zuid. Maar het is niet genoeg. Ik ben hier zeventien jaar geleden ingestapt omdat ik verliefd werd op het schip en ik wilde dat anderen er ook van zouden kunnen genieten. Maar in plaats van dat ik quitte speel, kost het me nu geld. Dat is eeuwig zonde. Ik kijk het nog even aan, maar de Helena gaan we waarschijnlijk wel in de verkoop doen.”

Uit: het Parool van 28 mei 2016

Van: www.parool.nl/amsterdam/varend-erfgoed-nieuwe-meer-dreigt-verloren-te-gaan

Nieuwe Meer zonder Helena

De argeloze lezer zal wellicht niet meteen weten waarover dit gaat. Helena wie? Degene die bekend is in de buurt zal weten dat dit de veerboot is die sinds 1997 de verbinding tussen de Oeverlanden en het Amsterdamse Bos verzorgt gedurende de weekenden van half april tot half oktober. Het kenmerkende geluid van de Bolnes-motor, een langzaamlopende tweetakt diesel, liet zich de gehele dag horen, lage tonen dragen ver over water.

Active Image
De Helena op de Nieuwe Meer (1997-2015).

Dit jaar bleef het stil, waar was het markante silhouet van de vertrouwde veerpont? Het zestig jaar oude schip, gebouwd in Zaandam, ligt stil in de haven van de IJssloot. Een kleiner bootje heeft de dienst overgenomen, exploitant Rob Piet heeft het nakijken nu een concurrent de aanbesteding gewonnen heeft, zij het dat met een aanzienlijk kleinere boot gevaren wordt. Dat gaat natuurlijk problemen opleveren in de zomer wanneer er grote groepen reislustige wandelaars en fietsers aan de steigers staat te wachten.

 Active Image
De Paddegat III op de Nieuwe Meer (2016).

Het zou allemaal goedkoper worden voor de overheid, minder subsidie hoeft gegeven te worden. Maar de tarieven die de gebruiker betaalt worden wel 50% verhoogd. Allemaal betreurenswaardige zaken die het maatschappelijk plezier en nut van het Nieuwe Meer niet ten goede komt. Hopelijk kan de nieuwe exploitant nog eens met de oude exploitant gaan praten en uiteindelijk weer met motorschip Helena gaan varen, misschien iets minder goedkoop, maar dan blijft boeiend varend erfgoed behouden. Veerboten moeten varen en niet stilliggen in de haven.

Nico Jansen

Uit: de Westerpost van 1 juni 2016.

 

Meer over de Paddegat III:

* www.amsterdamsebos.nl/attracties/veerpont/

* www.veerpontverhuur.nl

* www.meerbode.nl/paddegat-iii-uw-veerpont-voor-deze-week

Drinkwater in oorlogstijd

Erfgoed van de Week – 15 april 2016

Dit jaar is de Stelling van Amsterdam, de 135 kilometer lange verdedigingslinie om Amsterdam, 20 jaar UNESCO werelderfgoed. In het weekend van 16 en 17 april openen veel forten hun deuren voor het publiek tijdens de start van het Fortenseizoen.

In totaal bestaat de Stelling van Amsterdam, grotendeels aangelegd tussen 1874 en 1914, uit 46 forten en batterijen en een grote hoeveelheid dijken en sluizen. Wat wel eens wordt vergeten is dat de verdedigingslinie uit meer bestond dan de waterlinie om de stad. Ook in de stad zijn verschillende bouwwerken te vinden die verbonden waren aan dit Hollands staaltje van waterbouwkundig vernuft.

Active Image
Locatie van de Nooddrinkwatervoorziening nabij de Oude Haagseweg.

Proviand
In tijden van oorlog moesten de burgers en soldaten in het gebied natuurlijk wel voorzien worden van eten en drinken. Daarom werden er binnen de linie verschillende magazijnen gebouwd om bijvoorbeeld kleding en geneesmiddelen op te slaan. De Graansilo in het IJ werd gebouwd voor opslag van graan voor productie van brood. En voor het geval Amsterdam zonder drinkwater kwam te zitten, werd tussen 1901 en 1908 iets ten noorden van het Nieuwe Meer, aan de Oude Haagseweg in Nieuw-West, een Nooddrinkwatervoorziening aangelegd.

Nooddrinkwatervoorziening
Omdat de duinwaterleidinggebieden buiten de stelling lagen, moest in tijden van nood voor maar liefst 1 miljoen mensen water binnen de Stelling van Amsterdam gevonden worden. Langs de Ringvaart en de Riekerpolder werden daarom meer dan 100 putten gegraven voor het oppompen van grondwater. De omvangrijke Nooddrinkwatervoorziening, het grootste complex van de linie, was nodig om dit grondwater dat teveel ijzer en grondgassen bevatte, te reinigen. Een machinegebouw, een ontijzeringsinrichting, een filterbassin en een reinwaterkelder vormen de kern van een oorspronkelijk groter complex. Daarbuiten bevinden zich ook nog drie personeelswoningen op het terrein.

Van grondwater via ontijzeren naar drinkwater
Voor de zuivering werd het grondwater via het machinegebouw met pompen naar de ontijzeringsinrichting geleid. Hier kwam het in de nok van het gebouw in een betonnen goot terecht. Deze goot vertakte in kleinere goten waaraan sproeiers waren bevestigd, die het water vernevelden. Tijdens het neerdalen van de nevel oxideerde het ijzer in het water met zuurstof in de lucht, dat door de lamellenluiken werd binnen gevoerd. Het ontijzerde water en de roest kwamen neer op een drie meter dikke laag cokes, die op de begane grond lag en de gehele verdieping vulde. Het water sijpelde hier doorheen met achterlating van de roest. Het schone water sijpelde door de geperforeerde vloer en stroomde in de kelder naar een tweetal verzamelpunten. De rest van het vuil werd uitgefilterd in het met zand en grind gevulde filterbassin, vanwaar het naar de reinwaterkelder stroomde. Via het machinegebouw kon het water tenslotte op het Amsterdamse waterleidingnet gepompt worden of per waterschuit vervoerd. De Nooddrinkwatervoorziening is maar één keer gebruikt, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het water was ondrinkbaar. De vormgeving van de uit rood baksteen opgetrokken gebouwen is typisch industrieel. De rijke versiering in de vorm van boogvormige vensters, boogfriezen langs de dakranden en de sierlijke profielen van de gootklossen laat zien dit complex belangrijk betekenis had binnen de Stelling van Amsterdam.

Een tweede leven
Vanaf 1950 kreeg het in onbruik geraakt complex een nieuwe functie voor de Luchtverkeersleiding van Schiphol. Het machinegebouw dient als ‘backup’ voor de luchtverkeerleiding, op het filterbassin en de eerste reinwaterkelder kwamen kantoren. Aan het geheel werden twee zendmasten toegevoegd. Ook werd een deel van het complex gesloopt bij de aanleg van de A4. Het meest indrukwekkende gebouw, de ontijzeringsinrichting, stond jarenlang leeg. Begin jaren negentig vormden krakers dit gebouw om tot de zogenaamde Rijkshemelvaartdienst, samen met de tweede reinwaterkelder en een werkgebouw uit de jaren ’50 van de twintigste eeuw. Zo ontstond een levendige woon- en werkgemeenschap. Om de gebouwen geschikt te maken voor bewoning en voor ateliers en werkplaatsen hebben zij raam en deuropeningen, vloeren en scheidingswanden aangebracht. Daarmee kreeg deze oorlogsvoorziening dat eigenlijk nooit als zodanig heeft gefunctioneerd, een tweede leven. Het nieuwe gebruik voegt een extra dimensie toe aan een complex, dat het verhaal van de Stelling van Amsterdam aanvult.

Erfgoed van de Week
In de rubriek Erfgoed van de Week staat elke week een bijzondere archeologische vondst, vindplaats, voorwerp, monumentaal gebouw of historische plek in de stad centraal. Via de website www.amsterdam.nl/erfgoed en twitter @erfgoed020 delen de erfgoedexperts van Monumenten en Archeologie onder #erfgoed020 het erfgoed van de stad met Amsterdammers én overige geïnteresseerden.

Van: www.amsterdam.nl/kunstencultuur/monumenten/nieuws-ma/erfgoed-week/erfgoed-week-b/

Dit artikel als pdf-bestand: Drinkwater in oorlogstijd.pdf

Ooievaars in Sloten, een verhaal van eeuwen

Nu het ooievaar-stel op de nestpaal in het Weilandje voor de derde keer serieus aan het broeden is geslagen, is het misschien aardig om nog eens te herinneren aan de lange geschiedenis van de ooievaars in Sloten.

Veel Slotenaren kennen wel de tekening die Rembrandt omstreeks 1645 maakte van de Sloterkerk, op een van zijn vele tochten rond Amsterdam. De tekening is onder meer te vinden in de boekjes ‘Rembrandt in Sloten’ en ‘De Sloterkerk, een eeuwenoud verhaal’ van Bert Stilma.

Active Image

Op het kerkdak tekende Rembrandt een – op het oog niet bewoond – ooievaarsnest. Minder bekend is dat de kerk is in diezelfde jaren ook verschillende keren is vastgelegd door Rembrandts goede vriend (en mogelijk leerling) Roeland Roghman. Halverwege de Gouden Eeuw was Roghman een veel gevraagd tekenaar en graveur. Hij vereeuwigde ook de banpaal langs de nog landelijke Sloterweg. Roghmans oorspronkelijke tekeningen zijn niet bewaard gebleven. Wel de etsen en gravures die door hemzelf en anderen naar zijn tekeningen gemaakt zijn.

Roelands zuster Geertruid Roghman maakte de hier afgebeelde gravure is zo’n 370 jaar geleden, naar een tekening van haar broer. Net als op Rembrandts schets zie je het kerkgebouw omgeven door half ingestorte muren. Het is de ruïne van de veel grotere, middeleeuwse Sloterkerk. Die was in 1573, aan het begin van de Tachtigjarige oorlog, door de geuzen verwoest.

Het ooievaarsnest is op deze gravure wel bewoond. Goed is te zien dat het geen eigen bouwsel van de ooievaars kan zijn. Het heeft nog het meeste weg van een houten kribbe die men schrijlings op de punt van het zadeldak heeft geplaatst. Als lentebode en brenger van geluk en nieuw leven was de ooievaar ook toen al een gast die men in dorpen en op boerderijen graag binnen haalde.

Active Image

Het nest op het dak zie je terug op vrijwel alle tekeningen die de volgende twee eeuwen van de Sloterkerk zijn gemaakt. Zoals ook op de tweede, gekleurde gravure uit ca. 1840. Nestelende ooievaars brengen niet alleen geluk, ze brengen ook een hoop rommel, ongedierte en viezigheid mee. Toen in 1860-1861 de huidige kerk werd gebouwd, heeft men zich mogelijk twee keer bedacht alvorens weer een nest op het maagdelijk nieuwe dak te plaatsen. Het komt in ieder geval op latere afbeeldingen niet meer voor.

Ooievaarsnesten op kerkdaken zie je nog bij de vleet in de dorpen van Centraal Spanje en Portugal. De huidige nestpalen in het Weilandje moet je maar zien als praktisch compromis. Met het broedende ooievaarspaar is in ieder geval een eeuwenoude traditie in Sloten hersteld.

Carly Misset

Verantwoording beeld:

De gravure van Geertruid Roghman komt uit eigen collectie. De ingekleurde ets (kunstenaar onbekend, naar Jan Bulthuis 1786) is afkomstig uit de Provinciale Atlas/Noord-Hollands Archief in Haarlem (rechtenvrij te reproduceren).

Archeologisch onderzoek in Sloten in 1988

Uit: Archeologische kroniek van Holland over 1988

In de periode 17 oktober tot en met 10 november 1988 werd onderzoek verricht in de Sloterpolder. Het betreft het gebied nabij de Louwesweg, gelegen ten westen van de Geerban tussen de Sloterweg en de Plesmanlaan, voorheen de Nieuwe Vaart.

Het doel van het onderzoek was de ontwikkeling van de veenontginning Sloten nader te bestuderen. De kerk van Sloten wordt voor het eerst in 1040 vermeld. Het is een dochterkerk van die van Velsen. Op oud kaartmateriaal staat de lokatie van deze kerk van Sloten als ‘Out Kerkhoff’ aangegeven. In 1951 werd deze plaats reeds onderzocht, voordat hij met zand werd opgespoten, en werd er 11e- en 12e-eeuws aardewerk aangetroffen.

In 1984 werd door de Afdeling Archeologie van de Dienst Openbare Werken Amsterdam opnieuw een poging gedaan iets meer te weten te komen over de kerk en omliggende bebouwing. Deze poging leverde, mede vanwege de kleinschalige aanpak, geen nieuwe informatie op.

Een tweede opgraving van de Afdeling Archeologie in dit gebied, uitgevoerd in 1986, betrof een tweetal huispercelen ten oosten van de Geerban direkt gelegen aan de Sloterweg. Hierbij werden gegevens verzameld over de bewoning op huisterpen vanaf ca. 1300.

Aangezien ook het gebied tussen Sloterweg en Plesmanlaan in verband met nieuwbouw binnenkort onder het zand zal verdwijnen richtte het onderzoek in 1988 zich op eventuele verplaatsingsfasen van het oude dorp Sloten naar het huidige dorp, dat sinds ca. 1300 aan de Sloterweg gelegen is. Er is gekozen voor reeksen grondboringen, om de tien meter, en voor het graven van onderzoekssleuven over een aantal kavels, lopend van de Plesmanlaan tot aan de Sloterweg. Het gehele onderzochte gebied bracht geen huisterpen aan het licht, zodat er voorlopig van uitgegaan moet worden dat, in tegenstelling tot de ontginningen van Assendelft en Waterland, de ontginning van Sloten geen tussenfasen kent in de verschuiving van het oude dorp Sloten naar de huidige lokatie.

Halverwege de kavels loopt parallel aan de Sloterweg een oud pad, de Louwesweg. Evenwijdig aan deze weg werd ten zuiden ervan een dijk of kade aangetroffen. Deze kade kon over een lengte van 150 m gevolgd worden. De basis van deze kade was ruim 3 m breed en lag op een diepte van 4 m NAP . Een nauwkeuriger datering dan de periode He tot 13e eeuw is niet mogelijk, daar ter plaatse slechts houten drinkbakjes en zware behakte houten balken en planken werden aangetroffen.

Archeologische Dienst Amsterdam, J-M. Baart.

Uit: www.assets.geschiedenisvanzuidholland.nl/assets/archeologische-kroniek-1988 ; pagina 27 (301).