Algemeen

Herprofilering Lies Bakhuyzenlaan vertraagd door te hoog maaiveld nieuwbouw

In de bewonersbrief van 9 april 2025 liet de gemeente nog optimistisch weten dat de Lies Bakhuyzenlaan – die o.a. Tuinpark V.A.T. ontsluit – op 25 juli weer open zou gaan voor auto’s. Niet dus.

Tijdens de bouwvakvakantie – die tot 25 augustus duurt – is de smalle laan op de fundering berijdbaar. Volgens de gemeente alleen tot en met de huisnummers 20 en 22, maar vooralsnog is ook de V.A.T. bereikbaar vanaf de Sloterweg.

Het Kadaster heeft de resultaten van de metingen nog niet gedeeld met de Slotenaren. Het is echter vreemd dat in een gemeentelijk systeem wordt gesproken over een wegbreedte van 4 meter. Terwijl met deze foto van Google Maps toch kan worden vastgesteld dat de breedte van de Lies Bakhuyzenlaan 4,40 à 4,50 meter was. Jelle Dijkstra bewerkte deze foto.

Smalle weg tussen twee maaivelden
De gemeente wilde eerder niet luisteren naar de vele signalen dat de nieuwe woningen in strijd met de bouwvergunning op een te hoog maaiveldniveau werden gebouwd. Daardoor loopt de herprofilering nu helemaal spaak. Immers, aan weerszijden van de smalle ‘steeg’ in het hart van het dorp Sloten is nu sprake van twee maaivelden. En die lopen richting de V.A.T. steeds verder uit elkaar. De arbeiderswoningen liggen op het correcte lagere aflopende maaiveld. Alle nieuwbouw ligt op het te hoge niveau van de Sloterweg, die een dijk vormt tussen de polders.

Dit is in strijd met de verleende omgevingsvergunning. En met de voorschriften uit de Cultuurhistorische Verkenning, die de basis vormt van het bestemmingsplan en het Beschermd Dorpsgezicht Sloten. Vreemd genoeg lijkt de gemeente verrast dat de geplande – en na een inspraakprocedure vastgestelde – herprofilering van de Lies Bakhuyzenlaan nu niet meer als gepland uitgevoerd kan worden.

Vragen en zorgen over de wegbreedte
Ook over de breedte van de Lies Bakhuyzenlaan leven grote zorgen. Het Kadaster verrichtte recentelijk metingen. Voorheen bedroeg de breedte ongeveer 4,40 á 4,50 meter. Nu vermeldt ‘Data Amsterdam’ plotseling 4 meter. “Hoe kan dat nou?”, vragen omwonden zich af. “Heeft de bouwer te veel naar het oosten gebouwd en heeft de gemeente ook hier weer niet opgelet?” De laan vormt de levensader voor Tuinpark V.A.T. Voor bevoorrading en voor nooddiensten. Bovendien moet de laan straks voldoende ruimte bieden om vanuit privéparkeerplaatsen de laan op te kunnen draaien.

De fundering van een deel van de Lies Bakhuyzenlaan is geschikt gemaakt om tijdens de bouwvakvakantie overheen te rijden. Op de foto is goed te zien dat het maaiveld van de nieuwbouw te hoog is en niet afloopt vanaf de Sloterweg. Hierdoor wordt de volgens velen toch al te hoge nieuwbouw in de oude dorpskern op het achterland nóg hoger vergeleken met de bestaande bebouwing.

Hoe nu verder? Niemand die het weet. De gemeente is alles aan het uitzoeken. Wat een woordvoerder wel kan delen: “De wegbreedte wordt gelijk aan de situatie van toen de garage er nog stond.” En: “Bij de hoogte van het wegdek wordt rekening gehouden met de arbeiderswoningen.”

Dorpsraad: “Gemeente moet zich houden aan vastgesteld plan”
Dorpsraadsvoorzitter Sjoerd Jaasma is kritisch en laat weten: “Als Dorpsraad hechten wij sterk aan correcte uitvoering van wat na een zorgvuldig democratisch traject is vastgesteld. De goedgekeurde herprofilering met de ongewijzigde breedte van de Lies Bakhuyzenlaan moet uiteraard op het lage bestaande maaiveld worden aangelegd en geen centimeter hoger. Dit zou slecht zijn voor de muren van de monumentale arbeiderswoningen uit 19de eeuw.

Wij gaan uit van aanleg van het toegezegde zelfde straatprofiel met dezelfde stenen als elders op het dorp en – zo veel mogelijk – met paaltjes. Als het écht niet anders kan en treden voor de entrees geen soelaas bieden, kan een laag mooi passend hekje worden geplaatst, als afscheiding van de hogere loopstrook voor de nieuwbouw. De gemeente heeft toegezegd voorafgaand aan de uitvoering hierover met ons in overleg te gaan. Als de aangepaste herprofilering te zeer afwijkt van wat is afgesproken, overwegen wij om desnoods via de rechter een nieuwe inspraakprocedure over de herprofilering van de laan te krijgen.”

Tamar Frankfurther; 25 juli 2025.

Tramlijn Amsterdam – Sloten

In het begin van de 20e eeuw was er een diligencedienst tussen de Overtoomse Sluis en Sloten via de Sloterkade en Sloterweg. Deze was ingesteld in 1841 om mensen de gelegenheid te geven de droogleggingswerkzaamheden van de inpoldering van de Haarlemmermeer bij Sloten te bekijken.

Dit is artikel een bewerkte en aangevulde versie van het in 2008 verschenen artikel ‘De tram naar Sloten’.

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

Opening van de paardentramlijn van Sloten naar Amsterdam. Voorafgegaan door een fanfare rijden de feestelijk versierde paardentrams door de dorpsstraat van Sloten; 13 augustus 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

In 1901 kwam er zelfs een tweede omnibusdienst, die ook door particulieren werd geëxploiteerd. Vanaf 1900 werden in Amsterdam de paardentrams door elektrische trams vervangen. De laatste paardentram reed in 1916 tussen Nassauplein en Sloterdijk.

Paardentram van de Gemeentetram Sloten op het vertrekpunt in de Bosboomstraat. Na annexatie door Amsterdam werd de naam van deze straat gewijzigd in Andreas Schelfhoutstraat, omdat er in Amsterdam al een Bosboom-Toussaintstraat bestond, waarmee verwarring zou kunnen ontstaan. Op de achtergrond is de brug van de Overtoomse Sluis zichtbaar die de verbinding vormde tussen de Sloterkade (gemeente Sloten) en de Amstelveenseweg (gemeente Amsterdam, voorheen Nieuwer-Amstel), waar kon worden overgestapt op de elektrische tramlijn 1; circa 1920. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

In diezelfde periode wilde ook de gemeente Sloten zijn verbinding tussen Sloten en Amsterdam verbeteren. Daarom wilde men de diligencedienst vervangen door een gemeentelijke tramdienst. Al in 1906 waren er plannen voor een tramverbinding langs de Sloterstraatweg. Ondanks de verleende vergunning duurde het nog meer dan een decennium voordat de plannen tot uitvoering kwamen.

Paardentram van de Gemeentetram Sloten in de Jacob Marisstraat onderweg in de richting van het dorp Sloten; circa 1920. De huizen op de achtergrond zijn voor een deel nog aanwezig in deze straat. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

In juni 1917 besloot de gemeenteraad van Sloten tot aanleg van een elektrische tramlijn. Al eerder was er ook een elektrische tramlijn tot stand gekomen tussen Amsterdam en Sloterdijk, in 1904 via de Admiraal de Ruijterweg en in 1916 via de Haarlemmerweg. Als gevolg van Eerste Wereldoorlog waren de kosten voor aanleg voorlopig nog te hoog. Uiteindelijk kon de tram in 1918 worden gerealiseerd.

Paardentram bestaande uit twee rijtuigen (een gesloten en open rijtuig), getrokken door twee paarden onderweg van Amsterdam naar Sloten rijdt langs de Sloterweg; circa 1920. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Over de Sloterkade en Sloterweg werd aan de zuidkant van de weg een tramspoor aangelegd, met een wisselplaats onderweg. De baanlengte was 5200 meter. Een moderne elektrische tram was echter te hoog gegrepen. De gemeente Amsterdam wilde daaraan ook geen medewerking verlenen. Daarom werd het toch weer een paardentram. Dit was de laatste nieuw aangelegde paardentramlijn in Nederland. In het dorp Sloten werd een oud graanpakhuis verbouwd tot onderkomen voor de tramwagens. Nieuw materieel was echter te duur, dus tweedehands rails en trams werden aangeschaft. De rails waren afgedankt door de Stoomtram Oostelijk Groningen. De tramwagens hadden eerder gereden in Amersfoort, Gouda en Winschoten.

Paardentram verlaat het dorp Sloten richting Amsterdam. Rechts op de achtergrond is de in 1901 gebouwde R.K. Sint-Pancratiuskerk zichtbaar; circa 1920. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Op 13 augustus 1918 kon de nieuwe tramdienst feestelijk worden geopend. Aanvankelijk reed er iedere anderhalf uur een tram, vanaf 1919 was er een veertigminutendienst. Bij grotere drukte reden er twee gekoppelde wagens. De trams reden van de Andreas Schelfhoutstraat bij de Overtoomse Sluis via de Jacob Marisstraat (die toen nog Bosboomstraat heette), Theophile de Bockstraat, Sloterkade en Sloterweg naar de Akerweg, bij de brug naar Badhoevedorp.

Paardentram in de dorpsstraat van Sloten. Links van de tram is achter de boom het thans nog aanwezige politiebureautje te zien. Op de achtergrond is nog de toren zichtbaar van de R.K. Sint-Pancratiuskerk; circa 1920. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Per 1 januari 1921 werd de gemeente Sloten geannexeerd door Amsterdam. De directeur van de Slotense tram stelde aan zijn Amsterdamse collega voor om te gaan ‘samenwerken’, maar het verschil in grootte tussen de beide trambedrijven was te groot om aan dit voorstel gehoor te geven, dus ook dit werd annexatie. De Gemeente Tram Sloten ging hierbij ook op in de Gemeente Tram Amsterdam.

Paardentram aan het eindpunt Akerweg, nabij de Sloterbrug over de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder; circa 1920. Het gebouw links achter de tram bestaat nog als restaurant op Sloterweg nr. 1345. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Zoals hiervoor vermeld had men net vijf jaar eerder de laatste paardentram door een elektrische tram vervangen. Maar het vervoer naar Sloten was te gering en de investering te hoog om ook deze tramlijn te elektrificeren. Bovendien had men in Sloten uit zuinigheids overwegingen gekozen voor smalspoor (1067 mm), terwijl de Amsterdamse tram gebruik maakte van normaalspoor (1435 mm), zodat een kostbare omsporing nodig zou zijn. Voorlopig liet men de tram naar Sloten bij het oude. Wel werd het rollend materieel vervangen. De eerdere tweedehandsjes werden vervangen door afgedankte Amsterdamse paardentramwagens.

Motortram met autobus nr. 2 en tramrijtuig nr. 4 (ex-paardentram van de Amsterdamsche Omnibus Maatschappij), nu van de Gemeentetram Amsterdam, onderweg op de Sloterweg, richting Sloten. Het koersbord vermeldt de route Akerweg – Bosboomstraat; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Een jaar later werd als proef het paard vervangen door een tractor. Dit was een in de jaren twintig in Nederland wel meer toegepaste modernisering. Tevens werd het vertrekpunt van de Andreas Schelfhoutstraat verplaatst naar de toen nog nieuwe Jacob Marisstraat en kreeg de tram een lijnnummer: 21. De laatste paardentram reed op 28 februari 1922.

Motortram onderweg naar Sloten rijdt links op de Sloterweg. Om het tegemoetkomende verkeer te waarschuwen staat op het dak de tekst ‘TRAM’. Ook is het nieuwe lijnnummer 21 aangebracht; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

In een volgend stadium konden er ook passagiers mee in het trekvoertuig. Toen in 1925 betere motorvoertuigen beschikbaar kwamen liet men de paardentramwagen achterwege en werden de passagiers voortaan nog uitsluitend in het trekvoertuig vervoerd. Hiermee kwam op 3 december 1925 een einde aan de tramdienst. De autobus naar Sloten was geboren.

Pekelwagen nr. 14, afkomstig van de Gemeentetram Amsterdam, voor de remise van de Slotense tram in het dorp Sloten. In de deuropening is nog een trambus te zien; 1925. Dit gebouw (Sloterweg 1275) was een voormalig graanpakhuis en als remise in gebruik van 1918 tot 1925. Het werd in 1988 gesloopt. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Terwijl de tram vanaf de annexatie het lijnnummer 21 droeg, werd de bus van de lijnletter G voorzien. Vanaf 1927 ging deze via de nieuwe Zeilbrug naar het Haarlemmermeerstation rijden. In 1960 werd de route verlegd via de Vlaardingenlaan en Johan Huizingalaan. Dit bleef zo tot 1965, toen lijn G werd vervangen door buslijn 29. In 1970 nam lijn 69 zijn plaats in. Deze ging tevens doorrijden naar Badhoevedorp. In 1980 ging de exploitatie over naar Centraal Nederland, sinds 1999: Connexxion. In 1988 werd het vroegere onderkomen van de paardentramwagens in het dorp Sloten gesloopt, waarmee een einde kwam aan de laatste tastbare herinnering aan de tram in Sloten.

Deze foto is op dezelfde locatie genomen als foto nr. 6. Vanaf 1925 was buslijn G de opvolger van de vroegere tram naar Sloten. Deze buslijn reed tot in 1965 de oude route via de Sloterweg en door het dorp Sloten tot bij de Sloterbrug. Daarna werd deze vervangen door buslijn 29, die om het dorp heen ging rijden. Autobus 4 in de dorpsstraat van Sloten. Links op de achtergrond is nog de toren zichtbaar van de R.K. Sint-Pancratiuskerk; 8 augustus 1965. 
Foto: Tj.E. Swierstra.

Vanaf 1993 reed Connexxion-buslijn 145 elk half uur van de Marnixstraat naar Station Hoofddorp tussen de Johan Huizingalaan en de Ditlaar over de Sloterweg. In 2016 verdween deze lijn van de Sloterweg en ging omrijden via de Plesmanlaan. In 2017 werd lijn 145 opgevolgd door buslijn 195 die sindsdien de verbinding verzorgt vanaf Station Amsterdam Lelylaan via Johan Huizingalaan, de Sloterweg, Ditlaar en Vrije Geer en verder naar Badhoevedorp en Schiphol. Dit is dus een verre nazaat van de vroegere Slotense paardentram.

De route van de tramlijn Amsterdam – Sloten ingetekend op een recente kaart. De lijn volgde van linksonder (vanaf de Akerweg) de Sloterweg tot aan de Sloterkade en boog daar af naar het noorden. Aan het einde van de lijn is ook de slinger via Theophile de Bockstraat – Jacob Marisstraat – Andreas Schelfhoutstraat te zien. Het middelste gedeelte van de Sloterweg tussen de Johan Huizingalaan en het Aalsmeerplein is in de jaren zeventig onder het zand verdwenen i.v.m. de aanleg van de Ringweg A10. Bron: Wikimedia.

In 1991 kwam er weer een tram naar Sloten, nu echter naar de nieuwbouwwijk Nieuw-Sloten die toen verrees op het grondgebied van het vroegere tuinbouwgebied Sloten. Tramlijn 2 werd op 23 september 1991 verlengd vanaf de Louwesweg over een nieuwe trambaan die toen nog door een zandvlakte leidde. Langzamerhand kwam deze in de bebouwing te liggen en kreeg de tram zijn eindhalte bij het Oudenaardeplantsoen, nabij de Anderlechtlaan. Van daaruit is het nog tien minuten lopen naar het dorpsplein in Sloten. Met enige fantasie kan men bedenken dat Sloten weer per tram bereikbaar is.

Erik Swierstra; 25 juli 2025
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

Literatuur
* De Amsterdamse paardentrams. Auteur: H.J.A. Duparc. Uitgave: Schuyt en Co, Haarlem, 1997. ISBN 90-6097-455-7
* Het autobusbedrijf, de werk- en dienstauto’s van de Gemeentetram Amsterdam, 1905-1950, door P.H. Kiers, 1994.
* Amsterdam 366 dagen. Auteurs: Mariëlle Hagman, Martin Harlaar en Richard Hengeveld. Uitgeverij THOTH Bussum / Stadsarchief Amsterdam, 2006 ISBN 90-6868-425-6

Zie ook:
*
*

* De tram naar Sloten op het Geheugen van West
* Trams naar Sloten op het Geheugen van de Amsterdamse Tram
* De Gemeentetram Sloten op Wikipedia

 

Diverse afbeeldingen van de Tramlijn Amsterdam – Sloten

Op nummer E113 aan de Sloterkade is Café Sluiszicht en daarvoor staat een diligence die een verbinding verzorgt tussen de Overtoomse Sluis en het dorp Sloten; circa 1910. Sloterweg E110 – E114 (ged.) v.r.n.l., Gemeente Sloten. (Later hernoemd naar Sloterkade 11 – 14 v.r.n.l.). Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Omnibusdienst Sloten – Overtoomse Sluis. Ter hoogte van Sloterkade 56 (Sloterweg E 204), café ‘Aalsmeerder Veerhuis’, Eigenaar L. van Putten; 1914. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Opening van de paardentramlijn Amsterdam – Sloten, nabij de tramremise in het dorp. Op de voorgrond het remisespoor; 13 augustus 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Opening van de paardentramlijn Amsterdam – Sloten, nabij de tramremise in het dorp. Op de voorgrond het remisespoor. Op het weiland op de achtergrond verrees enkele jaren later de Speeltuin Sloten; 13 augustus 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Paardentram in de Dorpsstraat van Sloten met links op nr. A 173 (later Sloterweg 1190) het huis van de hoofdonderwijzer van de naastgelegen Sint-Jozefschool; circa 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Paard met koetsier voor de remise van de Gemeentetram Sloten (GTS) op nr. A 236 (later Sloterweg 1275); circa 1920. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Paardentram met twee rijtuigen (een open en een gesloten rijtuig) met daarvoor twee paarden aan het eindpunt Akerweg van de tramlijn van Sloten naar Amsterdam. Links op de achtergrond Café ‘Rustoord’ aan de Akerweg op nr. A 283 (later ‘de Halve Maen’ op Sloterweg 1345); circa 1920. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Voormalige Gemeentetram Sloten (GTS), sinds 1921 tramlijn 21 van de Gemeentetram Amsterdam (GTA). Motortram op de lijn Andreas Schelfhoutstraat – Akerweg (Sloten) in de Jacob Marisstraat bij de Andreas Schelfhoutstraat (tot 1922 Bosboomstraat); augustus 1925. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Motortram van de Gemeentetram Amsterdam op lijn 21 Andreas Schelfhoutstraat – Akerweg (Sloten) met bus nr. 4 en rijtuig nr. 3 (ex-paardentram Amsterdam) voor de huizen Jacob Marisstraat 83-93, gezien naar de Andreas Schelfhoutstraat; 10 augustus 1924. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Voormalige Gemeentetram Sloten, sinds 1921 tramlijn 21 van de Gemeentetram Amsterdam. Motortram op de route Andreas Schelfhoutstraat (voorheen Bosboomstraat) – Akerweg (Sloten), met provisorische auto-trekktracht en twee rijtuigen, waaronder rijtuig nr. 7, afkomstig van de Slotense paardentram. Op de achtergrond de huizen Jacob Marisstraat 89-97. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Motortram op de lijn Jacob Marisstraat – Akerweg met een provisorische trekkracht in de vorm van vrachtauto nr. 14 van de Gemeente Amsterdam en een rijtuig van de Gemeentetram Amsterdam, afkomstig van de Amsterdamse paardentram, in de Jacob Marisstraat; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Motortram met een autobus als trekkracht en een rijtuig afkomstig van de Amsterdamse paardentram op lijn 21 Jacob Marisstraat – Akerweg (Sloten) buigt af vanaf het Jacob Marisplein naar de Theophile de Bockstraat; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Tram wordt voortgetrokken door een auto voor personenvervoer op de hoek Jacob Marisplein en Theophile de Bockstraat 2 – 4 (v.r.n.l.). Het spoor buigt rechtsaf naar de Sloterkade en gaat verder langs de kade en de Sloterweg naar Sloten; circa 1922. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Voormalige Gemeentetram Sloten, sinds 1921 tramlijn 21 van de Gemeentetram Amsterdam, op het eindpunt Akerweg (Sloten) nabij de Sloterbrug; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Rijtuig nr. 3 van de tramlijn Amsterdam – Sloten met aanrijdingsschade te Sloten. Dit rijtuig is een voormalige Amsterdamse paardentram; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Na de opheffing van de tramlijn Amsterdam – Sloten in 1925 werd de dienst op deze verbinding vele jaren onderhouden door buslijn G van de Gemeentetram Amsterdam. De bus had een keerlus aan de Akerweg, nabij de Sloterbrug. Rechts is het wachthuis van de bus te zien. Op de achtergrond in de verte de bomen van de Osdorperweg; 1938. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

Buslijn G verzorgde tussen 1925 en 1965 de verbinding van het dorp Sloten met Amsterdam (Haarlemmermeerstation). De bus op het eindpunt bij de Ringvaart van de Haarlemmermeer tegenover Sloterweg 1345 met autobus 74 van het Gemeentevervoerbedrijf (GVB); juni 1953. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De steeg tussen de huizen Sloterweg 1269 en 1277 gezien in zuidelijke richting. Op de achtergrond, op nummer 1275, de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten annex-brandweerkazerne van de gemeente Sloten; 25 april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De voorgevel van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als het pakhuis van Gerrit van der Puij en was nauwelijks gewijzigd (zie ook foto nr. 10). Het werd gesloopt in 1988. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De achtergevel van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als magazijn / opslagruimte. Het werd gesloopt in 1988. Rechts is nog de torenspits van de Sloterkerk te zien. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De achtergevel van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als magazijn / opslagruimte. Het werd gesloopt in 1988. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Interieur van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als het pakhuis van Gerrit van der Puij. Het werd gesloopt in 1988. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Interieur van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als magazijn / opslagruimte voor oude auto’s. Het werd gesloopt in 1988. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De dorpsstraat van Sloten met tramrails die een goede indruk geven van de route van de tramlijn door het dorp. Links is het voormalige Rechthuis zichtbaar op nr. A 218 en A 219 (vanaf 1922: Sloterweg 1230); circa 1918. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De dorpsstraat van Sloten met tramrails die een goede indruk geven van de route van de tramlijn door het dorp. Links zijn zichtbaar de huizen A 201 en 202 (vanaf 1922: Sloterweg 1224-1220). In de verte de toren van de Sint-Pancratiuskerk; circa 1918. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

De Akerweg te Sloten met tramrails die een goede indruk geven van de route van de tramlijn door het dorp. Links zijn zichtbaar de huizen A 284 en A 285 (vanaf 1922: Sloterweg 1252 en 1246). In de verte de toren van de Sint-Pancratiuskerk; circa 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

 

Een elektrische tram naar het dorp Sloten?

In 1915 werd op verzoek van de Verkeersvereniging Sloten een onderzoek gedaan naar de mogelijkheid tot het aanleggen van een elektrische tramlijn langs de Sloterweg tussen de Overtoomse Sluis en de Ringvaart bij het dorp Sloten. In het archief van de Sint-Jozefschool te Sloten, opgenomen in het Stadsarchief Amsterdam, bevinden zich ook enkele stukken met betrekking tot een plan voor een elektrische tram naar het dorp Sloten.

In een rapport van de heer Van Melden in Zandvoort van 10 juli 1915 werden de mogelijkheden beschreven. Hieronder een samenvatting van de tekst van Van Melden.

De tramlijn zou worden uitgevoerd in smalspoor, met een spoorwijdte van één meter. Het voorstel was om de tramdienst te gaan onderhouden met één tramwagen. De lengte van de tramlijn zou circa 5 kilometer gaan bedragen, waarbij gerekend werd op een gemiddelde snelheid van 20 à 25 km/h. De ritduur zou hierbij circa 15 minuten bedragen. Als de tram iedere 40 minuten van het eindpunt zou vertrekken, zou er aan de eindpunten circa 5 minuten overblijven.

Mocht later blijken dat toename van het vervoer meerdere diensten vereist, dan zouden er op meerdere plaatsen onderweg wisselplaatsen kunnen worden aangelegd, zodat er met meerdere wagens vanaf de beide eindpunten gereden zou kunnen worden.

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

Elf profielen van de geplande elektrische tramlijn langs de Sloterweg; juli 1915.

Langs de kant van de Sloterstraatweg
Het was wenselijk vanaf de Ringvaart, waar in de omtrek ook de remise zou worden geplaatst, de noordelijke sloot langs de weg te dempen, zodat de tram daar buiten de straatweg zou komen te lopen. Bij de uitspanning van Kuiper zou de trambaan de weg moeten kruisen en dan verder langs de zuidelijke kant moeten vervolgen. Waar de sloot gedempt wordt blijft de weg vrij voor het overige verkeer. De scherpe bochten vervallen hiermee waardoor minder geleidings-(bovenleidings)-palen nodig zijn en er minder slijtage aan rails en wielbanden zal zijn. Ook is de tram zo van verre zichtbaar en dus niet plotseling ‘om de hoek zal komen’.

De tram houdt de zuidelijke kant van de weg, aan de noordelijke kant liggen waterleidingbuizen van de Genie, dit zou gevaren opleveren, nog afgezien van of er wel toestemming voor zou komen. Aan de zuidkant liggen alleen gasbuizen, die voor de aanleg geen ‘noemenswaardig’ bezwaar op zouden leveren.

Tussen de Hoeve ‘Welgelegen’ en de Hoeve ‘Lissabon’ maakt de weg een sterke bocht. Hier zou het wenselijk zijn de trambaan over een lengte van 75 meter achter de bomen te leggen. Hiervoor zal de sloot gedeeltelijk moeten worden gedempt en een aantal bomen verwijderd worden. Een klein deel van het aanliggende weiland valt in de aan te leggen baan.

Ontworpen trambaan met keerlus voor de elektrische tramlijn naar Sloten bij de Overtoomse Sluis; juli 1915.

Keerlus bij de Overtoomse Sluis
De trambaan volgt de zuidelijke kant van de weg tot aan de Theophile de Bockstraat. Daar wordt de weg gekruist en rijdt de tram door deze straat en zwaait vervolgens af naar de Jacob Marisstraat. Aan het einde van deze straat komt de tram via de Bosboomstraat nabij de sluis weer bij de Sloterweg. Hier wordt dan een lus gevormd waarmee de tram steeds dezelfde kant uitrijdt, hetgeen de motor van de tram ten goede komt. Op het smalle deel van de weg bij de sluis moeten de bomen langs de huizen verdwijnen.

De gehele Sloterstraatweg leent zich goed voor de tramweg, alleen bij de lus is het wat moeilijker met de smalle straten aldaar. Als voorbeeld werd Haarlem aangehaald waar de tram ook al door diverse smallere straten rijdt en waar zich ‘nimmer iets voordeed’.

In de bijlage zijn drie afbeeldingen gevoegd van de wegprofielen, de situatie bij de Overtoomse Sluis en een ontwerp van een motorwagen, gedeeltelijk ingericht voor het vervoer van goederen.

De bijgevoegde tekeningen

De route zou lopen vanaf de Overtoomse Sluis via de Sloterweg tot aan de Sloterbrug. Er werden opmetingen gedaan t.b.v. de aanleg van de trambaan. Hiervoor werden profieltekeningen gemaakt van elf locaties langs de route. Op een aantal plaatsen zou de trambaan buiten de bomenrij gelegd moeten worden, waarvoor sloten moesten worden gedempt. Dit zou uiteindelijk niet gebeuren, het tramspoor werd aan de kant van de weg aangelegd.

Ook werd een ontwerp gemaakt voor het eindpunt nabij de Overtoomse Sluis. Hiervoor was een keerlus voorzien waarbij de tram komende van de Sloterstraatweg (thans Sloterkade) een lus zou beschrijven via de Theophile de Bockstraat, Jacob Marisstraat en -plein naar de Bosboomstraat (vanaf 1923 Andreas Schelfhoutstraat) en terug via de Sloterkade. Bij de uiteindelijke aanleg van de tramlijn in 1918 kwam er een kopeindpunt in de Bosboomstraat.

Ontwerp voor een elektrische motorwagen voor de tramdienst Amsterdam – dorp Sloten; juli 1915.

Ontwerptekening motorwagen
Er was ook een ontwerptekening voor een elektrisch motorrijtuig. De tekenaar heeft zich duidelijk laten inspireren door de stadstram van Haarlem, waar de Electrische Spoorweg-Maatschappij (ESM), voorheen Eerste Nederlandsche Electrische Tram-Maatschappij (ENET), op meterspoor een tramdienst exploiteerde. De voor de Slotense tram getekende tram heeft sterke gelijkenis met de in 1913 verbouwde motorwagens van de serie 41-57 (in 1899 gebouwd als bijwagens), met maximum-traction draaistellen en vijf zijruiten. Afwijkend was dat er ook een bagageruimte was voorzien, waardoor deze tram iets langer zou zijn geworden.

Modeltekening van een motorwagen uit Haarlem van de serie 41-57 van de ENET.

In 1917 besloot de gemeenteraad van Sloten tot aanleg van deze elektrische tramlijn. De tijd was echter niet gunstig, mede als gevolg van de Eerste Wereldoorlog was er schaarste aan geld en middelen en was een elektrische tram te hoog gegrepen. Uiteindelijk werd met tweedehands materialen (rails en tramrijtuigen) in de zomer van 1918 een paardentramlijn geopend, die slechts een beperkte levensduur van enkele jaren zou kennen.

Erik Swierstra, 23 juli 2025.

Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

De kaarten zijn afkomstig uit het Stadsarchief Amsterdam.

* Voor de verdere geschiedenis van ‘De tram naar Sloten’: zie:

* Meer over de bovenstaande tekst is te vinden in het Stadsarchief Amsterdam op: https://archief.amsterdam/inventarissen/details/31488/path/19 (op punt 19)

19 Archief van de Verkeersvereniging Sloten 1915, plannen voor de aanleg van een elektrische tramverbinding tussen Amsterdam en Sloten, respectievelijk vanaf de Overtoomse Sluis tot de ringvaart bij het dorp Sloten, in tegenstelling tot dit plan voor een elektrische tram ging de lijn in 1918 van start als paardentram en zonder demping van sloten om daarmee de tram buiten de rijbaan aan te leggen, omdat de lijn en smalspoor was kon deze na de annexatie in 1921 niet op het Amsterdamse tramnet worden aangesloten, Wel werd het paar vervangen door een auto tractor totdat in 1923 de lijn definitief werd opgeheven

89 Aan het Bestuur der Verkeersvereniging te Sloten N.H., brief van de ontwerper Van Melden aan het bestuur der Verkeersvereniging Sloten N.H., 10 juli 1915, als toelichting op het plan met de drie bouwtekeningen voor de aanleg van een elektrische tramverbinding tussen Amsterdam en Sloten, 3 pagina’s getypt, 1915

Bijzondere bomen in Sloten en Oud Osdorp

Binnen de gemeente Amsterdam staan er zo’n 1 miljoen bomen. Daarvan zijn er circa 4.000 zo bijzonder dat de gemeente er extra zuinig op wil zijn. Een deel van deze bomen krijgt extra bescherming. Hiervan worden er 119 zo bijzonder gevonden dat zij een ‘kampioenboom’ zijn. Een onafhankelijke adviescommissie adviseert hierover.

Er zijn lijsten opgesteld voor de diverse stadsdelen, waaronder Nieuw-West. Binnen dit stadsdeel ligt ook het landelijke gebied Sloten-Oud Osdorp. Ook hier zijn op de lijst diverse bijzondere bomen opgenomen. Hierbinnen zijn er ook weer diverse categorieën:
* beschermwaardige houtopstand
* ander waardevol groen
* niet (opnieuw) opnemen in de lijst
* nog te (her)beoordelen
* kampioenboom

Als we verder inzoomen op de lijst en op de kaart dan staan er zowel in Sloten als Oud Osdorp circa veertig individuele interessante bomen (beschermwaardige houtopstand) alsmede een bomenrij van circa honderd bomen en voorts nog een klein aantal ‘kampioenbomen’. De betreffende bomen zijn te vinden op: https://maps.amsterdam.nl/bomen_bijzonder_nieuwwest/

Kampioenbomen
Dit zijn bomen van een uitzonderlijke betekenis, van een klasse apart. Als dat niet op het niveau is van Nederland of Amsterdam, dan toch overduidelijk voor het betreffende stadsdeel. Die uitzonderlijkheid kan bijv. liggen in het zijn van de dikste, hoogste, oudste, zeldzaamste, e.d., maar ook in het bijzondere verhaal achter de boom, zoals bij de Anne Frankboom het geval was.

De rooie reus van Sloten. Foto: Tamar Frankfurther (2016).

Van deze laatste categorie zijn er in Sloten-Oud Osdorp vijf aanwezig:
* de Bruine beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’) uit 1865, in de tuin achter de Sloterkerk aan de Osdorperweg 28,
(zie ook: www.slotenoudosdorp.nl – en
zie ook: www.geheugenvanwest.amsterdam – Rooie Reus van Sloten)
* de Oosterse plataan (Platanus orientalis) uit 1910 tegenover de Sint-Pancratiuskerk aan de Sloterweg 1186 uit 1910,
* de kampioenboom op het Volkstuinenpark Ons Buiten is een Osagedoorn (Maclura pomifera) uit 1950,
* in Oud Osdorp is er de Treures (Fraxinus excelsior ‘Pendula’) uit 1860 bij het oude kerkhof aan de Osdorperweg bij 532,
* en aan de Lutkemeerweg 272 bevindt zich een Peer (Pyrus communis) uit 1875.

Beschermwaardige houtopstand
In de categorie “beschermwaardige houtopstand” heeft het dorp Sloten nog twaalf bomen, waaronder bomen bij de Sloterkerk (Oosterse plataan), de Sint-Pancratiuskerk (Gewone esdoorn), bij de boerderij aan de Osdorperweg 70 (twee Gewone esdoorns (cultuurvariëteit) en nabij de Speeltuin nog twee Bruine beuken (Sloterweg 1252), vier Hollandese lindes (naast Sloterweg 1289) en een Witte paardenkastanje (Sloterweg 1301). Buiten het dorp staat bij de Sloterweg 1047 nog een Bruine beuk.

Ten zuiden van de Sloterweg
In de Riekerpolder zijn in het tuinpark Eigen Hof ook nog drie bomen van deze categorie te vinden. Dit betreft een Moerascipres en twee Watercipressen.

Ook in het Siegerpark zijn er nog tien bomen in de categorie beschermwaardige houtopstand te vinden. Hier staan enkele bijzondere soorten die elders weinig voorkomen. Dit betreft een Osageboom, Perzisch ijzerhout, Japanse levensboom, Prieelberk, Japanse walnoot, Zeeden, Witte paardenkastanje en twee Oostenrijkse eiken.

Aan de Oude Haagseweg 54 bevindt zich een Witte paardenkastanje, aan het Anton Schleperspad staat nog een Gewone Esdoorn op de lijst.

Het Volkstuinenpark Ons Buiten heeft een groot aantal bijzondere bomen, waarvan er dertien op de lijst beschermenswaardige bomen staan. Dit betreft een Zwarte populier, Schietwilg, drie Watercipressen, Zwarte moerbei, Canadapopulier, Zachte berk, Perzisch ijzerhout, Moseik, twee Japanse cipressen en een Moerascipres.

Akerpolder
In de Middelveldsche Akerpolder zijn er bij de Akersluis een Zomereik, langs de P.H. Frankfurthersingel een Huntingdon-iep en twee Esdoornbladige platanen aan te treffen. Voorts zijn langs de Zuiderakerweg nog twee beschermenswaardige bomen aan te treffen: een Gele treurwilg bij nr. 52 en een zelfde boom bij nr. 99. Ook aan de Noorderakerweg staat nog zo’n boom bij nr. 295.

Oud Osdorp
In Oud Osdorp zijn nabij de oude dorpskern aan de Osdorperweg nog vier beschermenswaardige bomen: een Gele treurwilg aan de Osdorperweg 501, een Es (tegenover Osdorperweg 513), een Zomereik op Osdorperweg 576 en een Hollandse linde bij Osdorperweg 614.

In de Polder de Eendracht staat op het Nieuwe Bijenpark aan de Baron Schimmelpenninck van der Oyeweg 4 nog een bijzondere Watercipres en bij de Haarlemmerweg 103 / Joris van den Berghweg 105 (1800 Roe) een Hollandse linde.

Nico Broekhuysenweg
Tot slot is het grootste aantal beschermwaardige houtopstanden te vinden aan de Nico Broekhuysenweg. De bomen zijn onderdeel van nog ruim honderd van de oorspronkelijke aanplant overgebleven prachtige volgroeide Essen in rijen.

Welke bomen bijzonder zijn is ook te vinden op de kaart: https://maps.amsterdam.nl/bomen_bijzonder/

Erik Swierstra; 21 juli 2025.

De Wijsentkade

De Wijsentkade is een uit de Middeleeuwen daterende kade (lage dijk) die de scheiding vormt tussen de Osdorper Bovenpolder en Middelveldsche Akerpolder enerzijds en de Lutkemeerpolder anderzijds. Voor 1795 was dit tevens de grens tussen de ambachtsheerlijkheden Osdorp, Raesdorp en Nieuwerkerk.

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

Kaart van de Lutkemeer e.o. vervaardigd door Floris Floris Balthasars en zijn zoon Balthasar Florisz van Berckenrode; circa 1615. Linksboven is de naam ‘de Wijsent’ te zien.

De kade liep vroeger in noordelijke richting door, langs de buurtschap Raesdorp, naar Houtrijk en Polanen (Halfweg) en in westelijke richting naar het door de Haarlemmermeer verzwolgen dorp Nieuwerkerk. De ‘Wijsent’ is een naam die in Noord-Holland vaker voorkomt en schijnt afkomstig te zijn van een Oudfries woord dat ‘veld’ of ‘weide’ betekent.
* Zie ook: nl.wikipedia.org/wiki/Wijsentkade.

De Lutkemeer en omgeving omstreeks 1746. Het gele gebied is Raesdorp, het roze gebied is het restant van Nieuwerkerk, het groene gebied is Oostdorp (Osdorp), met onderaan ‘De Naecker Molen’. De ‘Wijsent Kade’ loopt langs de noordgrens van Raesdorp, de noord- en oostgrens van de Lutkemeer. De grijze strook onderaan is door de Haarlemmermeer weggespoeld land.

De Lutkemeer en Raasdorp met de pas gegraven Ringvaart van de Haarlemmermeer, die zelf nog niet is drooggemaakt. Links nog het laatste restant van Nieuwerkerk aan den Drecht. Onderaan de Akerpolder, met de (oude) Akermolen. Rond de Lutkemeer loopt de Wijsentkade; circa 1848.

De Wijsentkade bij de Lutkemeerpolder; 2 mei 2015.
Foto: Erik Swierstra.

De dijkcoupure in de Wijsentkade gezien in oostelijke richting; 15 september 2018. Foto: Erik Swierstra.

In West-Friesland (gemeente Medemblik) bestaat een buurtschap met een verwante naam: Wijzend. Deze naam wordt als volgt verklaard:
De plaatsnaam Wijzend verwijst naar de ligging van de weiden ten opzichte van de dijk de Wijzend. De plaatsnaam komt in 1639 voor als Wijsent.
* Zie ook: nl.wikipedia.org/wiki/Wijzend.

Na de inpoldering van de Lutkemeer in 1865 vormde de Wijsentkade een ringdijk rondom de Lutkemeerpolder, geheel gelegen binnen de gemeente Sloten. Sindsdien vormt deze kade de begrenzing met de Osdorper Bovenpolder aan de noordoostkant en de Middelveldsche Akerpolder aan de zuidoostkant. In het onbebouwde deel van de polder is de kade grotendeels in het landschap terug te vinden. Bij de Lutkemeerweg ligt een coupure in het dijklichaam van de Wijsentkade.

 

Over de polders in de voormalige gemeente Sloten is meer te lezen op: .

Zie verder:
* De Osdorperpolders
* De Lutkemeerpolder
* De Middelveldsche Akerpolder

Erik Swierstra; 8 juli 2025.

Dit artikel is ook te lezen als pdf: De Wijsentkade (pdf).

Huis op de Wijsentkade, links de coupure in de dijk, op de achtergrond de Lutkemeerweg; 12 juli 1967. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Huis op de Wijsentkade, links de coupure in de dijk, op de achtergrond de Lutkemeerweg; jaren tachtig. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Huis op de Wijsentkade, links de coupure in de dijk, op de achtergrond de Lutkemeerweg; 17 mei 2023.
Foto: Erik Swierstra.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Lutkemeerpolder in 1903 met langs de Lutkemeerweg vijf boerderijen: Tijd is geld, De Melkweg, de Boterbloem, Nooit Gedacht en ’t Oog in ’t Zeil. Aan de linkerkant het stoomgemaal langs de ringvaart, aan de onderkant het nog bestaande Stoomgemaal De Lijnden. Links van de Ringvaart een een gedeelte van Raesdorp en Nieuwerkerk. De Wijsentkade vormt de noord- en oostgrens van de Lutkemeerpolder.

Kaart van de Lutkemeerpolder (boven), met de Begraafplaats Westgaarde, en de Middelveldsche Akerpolder, reeds gedeeltelijk bebouwd met de westpunt van de Tuinstad Osdorp; 1983. De Wijsentkade vormt nog steeds de noord- en oostgrens van de Lutkemeerpolder.

Stadsdeelcommissie Nieuw-West: “Stop met grootschalige evenementen Polderheuvel”

De Stadsdeelcommissie (SDC) was helder in haar standpunt tijdens de vergadering van 8 juli 2025: In het nieuwe gemeentelijke Evenementenbeleid moet komen te staan dat er alleen nog kleinschalige evenementen met een lagere geluidsbelasting op de Polderheuvel in Oud Osdorp mogen worden georganiseerd. Dat kunnen door deze randvoorwaarden automatisch geen dancefeesten meer zijn.

Hiermee doet de meerderheid van de lokale volksvertegenwoordigers een poging in de toekomst overlast voor omwonenden te beperken en verkeersinfarcten in een groot deel van het stadsdeel te voorkomen. De SDC-leden gaven hoopvol aan er vanuit te gaan dat het Dagelijks Bestuur (DB) de inhoud van al hun (deels unaniem) aangenomen adviezen – die ook over andere onderwerpen gingen – zal opnemen in het definitieve DB-advies. Op 16 juli maakte het DB in zijn finaal advies (zie pagina’s 11 en 12) bekend deze adviezen inderdaad over te nemen. Nu is het afwachten of ook wethouder Meliani de adviezen van de stadsdeelcommissie ter harte zal nemen.

Foutparkeerders op de Osdorperweg zover het oog reikt. De drie aanwezige politieagenten slingerden alle voertuigen op de bon. Na afloop troffen de feestgangers een bekeuring onder de ruitenwisser. Foto: Theo Durenkamp.

Kleinschaliger, minder kabaal, maar mét basdreunen

Tanay Bilgin (FvD) had zijn gevraagde advies over de Polderheuvel al opgesteld toen het grootschalige evenement Keinemusik van SONA nog moest plaatsvinden. Deze adviezen werden unaniem aangenomen door de SDC: Sta per evenement nog maximaal 2.000 bezoekers toe. En dus niet 12.500 zoals de wethouder voorstelt en ook niet 6.000 zoals het DB voorstelt. En laat de geluidsbelasting maximaal 75 dB(C) zijn. En niet 85dB(C) zoals wethouder wil en ook niet 80dB(C) zoals het DB wil.

Gemeente kiest voor geluidsnorm die meer lage tonen toestaat
Als de wethouder dit advies zou overnemen dan is dit geluidsniveau nog altijd veel hoger dan dat wat de gemeente toezegde in 2008. Toen werd immers beloofd dat op de Polderheuvel alleen kleinschalige akoestische evenementen zouden worden georganiseerd. Het fenomeen van geluidsnormen is behoorlijk ingewikkeld. Voor de geïnteresseerden wordt onder dit artikel hierover uitleg gegeven.

Noodzaak van gevraagd advies meteen bevestigd in de praktijk

In het door de gemeente in 2007 opgestelde Programma van Eisen ligt al vast dat de Polderheuvel wat betreft locatie en ontsluiting ongeschikt is om dergelijke grote evenementen te huisvesten. Dit werd in het weekend van 5 en 6 juli eens te meer bevestigd, zo stelde de SDC vast. Eens te meer werd aangetoond dat een dergelijk house-, techno- en afrobeatfestival gewoon niet past op de Polderheuvel. Te grootschalig, te harde versterkte muziek te midden van zoveel woningen. De infrastructuur van deze locatie in het landelijke gebied en het OV-aanbod zijn hier volstrekt ontoereikend. Lees in het verslag hieronder wat er gebeurde toen het grootschalige evenement Keinemusik van SONA in Oud Osdorp werd georganiseerd.

Housefestival op Polderheuvel in Oud Osdorp veroorzaakt grote overlast
Op zaterdag 5 juli en tot in de vroege uren van 6 juli 2025 mochten Oud Osdorpers en bewoners van Geuzenveld weer volop ‘meegenieten’ van het grootschalige evenement Keinemusik van SONA op de Polderheuvel, dat bekend staat om “hun unieke mix van house, techno en afrobeat”.
Oud Osdorpers, volkstuinders en inwoners van Geuzenveld – die de pech hadden dat hun huizen qua windrichting ongunstig lagen – ondervonden veel overlast van de constante basdreunen die onbarmhartig hun woningen binnendrongen. basdreunen die onbarmhartig hun woningen binnendrongen. Er was op 5 juli slechts één podium voor 15.000 bezoekers. Dat was vreemd genoeg richting Geuzenveld gericht. Vereniging GEEN N1 daar over: “Dat is ernstig verwijtbaar. De vergunningverlener had moeten ingrijpen. Waarom is dat niet gebeurd? Het is zelfs het stokpaardje van de wethouder: richt het podium zo dat het evenement de minste overlast veroorzaakt.”

Gemeente kiest voor geluidsnorm die meer lage tonen toestaat

Als de wethouder dit advies zou overnemen dan is dit geluidsniveau nog altijd veel hoger dan dat wat de gemeente toezegde in 2008. Toen werd immers beloofd dat op de Polderheuvel alleen kleinschalige akoestische evenementen zouden worden georganiseerd. Het fenomeen van geluidsnormen is behoorlijk ingewikkeld. Voor de geïnteresseerden wordt onder dit artikel hierover uitleg gegeven.

Festivalterrein slecht bereikbaar met OV
De verkeerschaos rond de Polderheuvel leidde in Oud Osdorp maar vooral in Geuzenveld en Slotermeer tot zeer onveilige situaties. De Polderheuvel is met het OV alleen bereikbaar met bus 21, die in het weekend om de tien minuten rijdt. Sinds de inkorting van deze lijn ligt de dichtstbijzijnde halte (bij Lidl op de Aalbersestraat) op ongeveer 2 km lopen vanaf de Polderheuvel. Niet op, maar in de buurt van de wandelroute naar het festivalterrein stond welgeteld één Dixie om de hoge nood te ledigen. Op de route waren geen drinkpunten en geen afvalbakken bijgeplaatst.

Wegennet rond de Polderheuvel volkomen overbelast

Zoals verwacht en al vaker voorgekomen kwam er op 5 en 6 juli niets terecht van de verkeersmaatregelen die waren toegezegd in de bewonersbrief van 6 maart 2025. Hierin stond o.a. dat de organiserende partij tijdens het festival zoveel mogelijk auto’s uit de buurt van de Polderheuvel zou houden en er gewerkt zou worden met “extern gelegen parkeerplaatsen”. De Polderheuvel ligt in de Osdorper Binnenpolder, bereikbaar vanaf de Osdorperweg en woonwijk Geuzenveld.
Verkeerssituatie vanaf de Osdorperweg.
Festivalgangers parkeerden ondanks het parkeerverbod opnieuw massaal op de toch al smalle Osdorperweg. Ook op de fietsstroken en het voetpad (waar dat aanwezig is). Over het nog resterende wegdek raceten taxi’s in hoge snelheid naar het festivalterrein en telden omwonenden in 1,5 uur “een stuk of 15 langs scheurende touringcars”.

Verkeersinfarct vanaf Slotermeer en Geuzenveld

Aan de andere kant van het festivalterrein namen bewoners “het ergste verkeersinfarct ooit” waar. De Haarlemmerweg (N200) stond voorbij Halfweg al helemaal vast met toeterende auto’s, die allemaal via de afslag Geuzenveld de Polderheuvel probeerden te bereiken. Een groot deel van stadsdeel Nieuw-West was hierdoor zelfs voor nood- en hulpdiensten en voor bewoners – tegen alle afspraken in – volledig onbereikbaar. Een gefrustreerde automobilist filmde de verkeerschaos op de Haarlemmerweg. Vervolgens wurmden de festivalbezoekers zich door de straten van de woonwijken Slotermeer, Geuzenveld en delen van Osdorp. Iedereen wilde uiteraard zo dicht mogelijk bij de Polderheuvel in de woonwijk parkeren. Alles liep vast. Regie ontbrak. Dit leidde tot chaos, anarchie en agressie. Volgens omwonenden konden de politie en handhavingsambtenaren niet anders doen dan machteloos toekijken. Bewoners en de vereniging GEEN N1 zien hun gelijk opnieuw bevestigd: “De Polderheuvel is totaal ongeschikt voor grootschalige (dance) evenementen.”

Impressie van de verkeerssituatie op de kruising Bok de Korverweg en Den Uylstraat in Geuzenveld op 6 juli 2025 rond 00.30 uur. Foto: Mark Spier.

Bezwaarprocedure is wassen neus

Tot op heden is de bekendmaking van de evenementenvergunning van Keinemusik van SONA nog niet gepubliceerd. Vraag is dan ook of deze wel (tijdig) is verleend. Alleen de aanvraag voor de omgevingsvergunning om te mogen afwijken van het bestemmingsplan werd één dag van tevoren gepubliceerd, maar die gaat niet over de overlast. Dit maakt voorafgaand aan het evenement bezwaar maken en een kort geding aanspannen onmogelijk. Een bewoner: “Dit is de bizarre realiteit in de gemeente Amsterdam.”

Tamar Frankfurther; 11 juli 2025

* Kijk terug naar de stadsdeelcommissievergadering van 8 juli 2025. Zie de insprekers bij agendapunt 3 en de behandeling van het gevraagde advies over het nieuwe Evenementenbeleid bij agendapunt 8. Ook de gevraagde adviezen (over andere onderwerpen) kunt u hier vinden.

 

Uitleg over geluidsnormen


De gemeente Amsterdam gaat uit van een dB(C)-norm voor muziekevenementen. Daar hebben bewoners zich bij het opstellen van het evenementenbeleid van 2018 sterk voor gemaakt. Het begint bij de aard van de muziek. Als het om techno- en housemuziek gaat, dan zijn de bassen leidend omdat die duidelijk aanwezig zijn. In dat geval is het belangrijk om die normeren. Daarvoor is het dus van belang om dB(C) te handhaven.

Vroeger werd er bij dance-evenementen altijd gehandhaafd op dB(A), maar deze A-meting werkt alleen als de midden- en hoge tonen overheersen. Dat is bij dance-evenementen niet het geval. Het probleem is dat die lage bastonen enorm uit de hand zijn gelopen. Vóór 2018 werden er nog nergens basnormen gehanteerd. Het hele fenomeen bassen was nieuw. De bassen hadden daardoor vrij spel. En juist die bastonen zorgen voor grote overlast.

Tegen de tijd dat bewoners het voor elkaar hadden dat er een basnorm kwam, waren de festivalgangers al aan de bassen verslaafd geraakt en was er geen weg meer terug. Daardoor werd voortaan gekozen voor 85 dB(C) als norm en niet voor 80 dB(C). Die keuze is goed voor de festivals maar niet fijn voor omwonenden.

In hun Handreiking voor evenementen met luide muziek adviseren de experts van de Nederlandse Stichting Geluidshinder (NSG) een basisnorm van 70 dB(A) en 80 dB(C). Als de vergunningverlener daar van af wil wijken dan kan dat pas als onderzoek uitwijst dat het kan zonder onduldbare hinder bij omwonenden.

Het zou goed zijn als de gemeente Amsterdam dit advies van NSG zou overnemen in het beleid. Want alleen handhaven op dB(C) geeft de midden- en hoge tonen vrij spel. Denk hierbij aan een muziekevenement dat sixties muziek draait. En alleen handhaven op dB(A) geeft de bassen vrij spel. Dat laatste hebben bewoners in het verleden ervaren en NSG benadrukt dat het onverstandig zou zijn daarnaar terug te gaan.

Door 85 dB(C) als norm aan te houden gaat Amsterdam uit van de gevelnorm van een gemiddelde gevelwering van 20 dB. NSG toont in haar handreiking aan dat dat te optimistisch is en gaat uit van 17-19 dB. Dat betekent dat met 85 dB(C) er onduldbare hinder kan ontstaan, en dat mag niet. Daarom wordt 80 dB(C) als basisnorm genomen. Uitsluitend als onderzoek uitwijst dat de geluidswering in de gevel 20 dB of meer is, mag 85 dB(C) vergund worden.

Daarnaast beveelt NSG aan om altijd in de vergunning het muziekspectrum mee te nemen. Dan is het voor iedereen duidelijk wat er verwacht kan worden. Amsterdam past dit al toe. Voor dance-evenementen wordt het house spectrum gehanteerd, waarbij het verschil tussen dB(A) en dB(C) niet groter mag zijn dan 15 dB. Het aandeel van de bassen is hierbij groot. Voor de Polderheuvel waar de stadsdeelcommissie kiest voor kleinschalige evenementen en 75 dB(C) past het popspectrum waar met een verschil van 6 dB het aandeel bassen klein is.

Als ik het op hoofdlijnen begrijp moet je afhankelijk van de soort muziek een A- of C-norm hanteren. Aangezien de SDC en hopelijk ook het DB voor de Polderheuvel kiezen voor max. 2.000 bezoekers en een lager geluidsniveau, moet je daar niet langer de C-norm hanteren omdat die juist voor bassen is. Voor de Polderheuvel moet je dan gebruik maken van de A-norm, die vooral voor popmuziek wordt gebruikt. De gemeente hanteert nu voor alles 1 norm. Vermoedelijk om juist die basdreunen mogelijk te maken omdat de organisatoren dat graag willen.

Tamar Frankfurther; 16 juli 2025.

Bomvol Dorpshuis hoort alles over de ‘verrader van Sloten’

De toehoorders hingen aan de lippen van auteur Jan Loogman en interviewer Kees Schelling tijdens de boekpresentatie op 13 juli 2025 in het Dorpshuis Sloten.

Het verhaal over Willem de Buisonjé – die tot de annexatie van de gemeente Sloten in 1921 zowel wethouder als Tweede Kamerlid was – was dan ook een intrigerend relaas.

Vol aandacht luisterde iedereen naar Jan Loogmans relaas. Foto: Tamar Frankfurhter.

Leugen dat de Slotenaren geannexeerd wilden worden
Loogman: “Hoewel dat absoluut niet het geval was, heeft De Buisonjé in Den Haag verkondigd dat de meerderheid van de Slotenaren de annexatie steunde. Als wethouder van Sloten was hij voor de andere Kamerleden natuurlijk geloofwaardig. Toen hierover werd gestemd was De Buisonjé afwezig. Denkend te handelen in lijn met wat de Slotenaren wilden, heeft men vermoedelijk het voorstel om Sloten gedeeltelijk te annexeren verworpen en gekozen voor een volledige annexatie.”

Gemeenteraad van Sloten tegen annexatie
De boodschap dat de Tweede Kamer tot volledige annexatie had besloten, kwam hard aan bij de overige gemeenteraadsleden van Sloten. De raad kwam meteen in spoed bijeen. Alle aanwezigen schaarden zich achter een motie die de opstelling van De Buisonjé veroordeelde. De Buisonjé schitterde opnieuw door afwezigheid.

Opportunisme en eigen belang?
Waarom De Buisonjé zo handelde? Het is slechts gissen. Loogman ziet hem als ‘een opportunist eerste klas’. Loogman betwijfelt of hij als bewoner van de buurt bij de Admiraal de Ruijterweg – die onder de grote gemeente Sloten viel – als een ‘echte’ Slotenaar werd gezien. Loogman: “Hij wilde zich waarschijnlijk populair maken in Amsterdam. Daar waren ze wel blij met die enorme gebiedsuitbreiding. Bij de raadsverkiezingen in 1921 stond hij op een verkiesbare plek voor de liberale partij ‘Economische Bond’. Hij kwam echter nooit in de gemeenteraad omdat hij voor die tijd al gevlucht was naar Duitsland. Door roekeloos te investeren was hij in financiële nood gekomen. Hij had dit proberen op te lossen met fraude, maar dat was uitgekomen…”

Verkrijgbaar bij boekhandel Meck en Holt
Jan Loogman heeft bovenstaande en andere feiten die over De Buisonjé bekend zijn, zelf aangevuld met fictie. Als u in de komende maanden bij Boekhandel Meck en Holt aan Tussenmeer in Osdorp voor tenminste 20 euro aan boeken aanschaft, krijgt u ‘De Verrader van Sloten’ cadeau.

Zie ook:
* Het verhaal van Willem de Buisonjé, de man die Sloten verraadde
* Slotense herenboer doet boekje open over Slotense wethouder
* Annexatie van 1921: 100 jaar geleden

Wethouder houdt vast aan het volbouwen en verstenen van de Lutkemeerpolder

Tot teleurstelling en verbazing van de vele duizenden sympathisanten van Voedselpark Amsterdam liet de nieuwe wethouder Steven van Weyenberg (D66) op woensdag 9 juli 2025 weten geen centimeter van de Lutkemeerpolder minder te willen verharden. 

De D66-er komt vers uit Den Haag en bleek onaangenaam verrast met de vele boze reacties op zijn brief aan de gemeenteraad, zoals: “Heeft dit ‘groenste college ooit’ er écht geen cent voor over om de laatste vruchtbare zeekleigrond in Amsterdam te behouden?” en “Het gaat om ordinair geld verdienen over de ruggen van de inwoners van Nieuw-West.”

De huidige situatie in de Lutkemeerpolder. Roze: Biologische Boerderij De Boterbloem en coöperatie Ranunculus. Rood: hier staan al bedrijfsloodsen die grotendeels leeg staan. Blauw: nog niet uitgegeven lege kavels. Het blauwe stuk grond dat het dichtst bij de gele driehoek ligt, maakt de meeste kans om te worden behouden. Geel: Kavel N5 naast het bedrijventerrein waar zeker Voedselpark Amsterdam kan komen omdat de prijsvraag hierover is gewonnen. Lichtgroen: kavel die in 2023 is teruggegeven. Ontwikkelaar SADC heeft hiervoor nog altijd geen andere belangstellende gevonden. Oranje: Nog lege kavel, maar als het de ontwikkelaars Heembouw en Stellar (die zich ‘Vega Amsterdam’ noemen) lukt om een huurder te vinden, dan mogen ze hier na de bouwvak gaan bouwen. Afgesproken is immers dat er niet langer voor leegstand in de Lutkemeerpolder gebouwd zou worden.
 Afbeelding: Voedselpark Amsterdam.

Bijna ál die 26 hectare zijn in 2007 allang toegekend door de stadsdeelraad
De tekst in de brief is slim opgesteld waardoor het lijkt alsof de wethouder concessies doet en toch 26 hectare meer grond voor stadslandbouw beschikbaar stelt dan aanvankelijk was afgesproken. Dit is echter geenszins het geval. In zijn raadsbrief goochelt de wethouder met cijfers. Alsóf de gemeente nu tegemoetkomt aan wat – in ieder geval afgelopen voorjaar nog – de wens was van de meerderheid van de gemeenteraad.

Wat de brief níet vermeldt, is dat ruim 23 van die 26 hectare al bijna 20 jaar geleden de bestemming ‘landbouwgrond’ heeft gekregen. In 2007 hebben de toenmalige stadsdeelraden van Geuzenveld-Slotermeer en van Osdorp dit al vastgelegd in het Programma van Eisen dat door de gemeenteraad in 2008 is bekrachtigd.

Onjuiste berichtgeving door gemeente en door AT5
Daarnaast kreeg biologische boerderij De Boterbloem – die nog één hectare grond over had – van de vorige coalitie er ‘heel gul’ nog twee hectare grond bij. Die beide hectaren betreffen voor een belangrijk deel de monumentale boomgaard aan de Lutkemeerweg waarvan de gemeente de oude bomen toch niet had mogen kappen.

Beschikt de nieuwe wethouder wel over deze informatie? Anders zou hij nu toch niet met droge ogen beweren 26 hectare uit zijn goede hart beschikbaar te stellen voor stadslandbouw? Deze gang van zaken getuigt niet van een open en eerlijke overheid. AT5 papegaait deze foutieve informatie van de spindoctors in de Stopera helaas opnieuw na in zijn berichtgeving. Hierdoor ontstaat een onjuist beeld van de feitelijke situatie.

Veranderen de collegepartijen van standpunt?
Na de zomer wordt het bij de eerste commissievergadering op 3 september om 13 uur spannend of de raadsleden van collegepartijen voet bij stuk zullen houden. Tijdens de commissievergadering van 19 april 2025 vroeg de meerderheid van de raadsleden immers nog nadrukkelijk aan de wethouder om waar mogelijk nog niet uitgegeven vruchtbare poldergrond alsnog de bestemming ‘stadslandbouw’ te geven. Zij spraken zich hiermee niet alleen uit voor het beschikbaar stellen van een groot stuk van de bedreigde polder voor stadslandbouw als sociaal en duurzaam project.

Voor hen speelde ook mee dat het waterschap herhaaldelijk heeft aangegeven dat de zeer laag gelegen polder in Oud Osdorp bij hevige regenval gebruikt moet kunnen worden voor wateropslag. Door overtollig water naar de polder – die ruim vijf meter onder NAP ligt – te dirigeren kan het waterschap stadsdeel Nieuw-West beter vrijwaren van natte voeten. Ook de argumenten van alle verkeersexperts die aangeven dat de ontsluiting van de Lutkemeerpolder volstrekt ontoereikend is en dat verharding van de polder tot nog meer hittestress in Nieuw-West zal leiden, dreef de raadsleden tot dit inzicht.

Eén ding is duidelijk: De Voedselparkers zullen hun strijd voor een leefbaarder, duurzamer en socialer stad onverminderd voortzetten.

Tamar Frankfurther; 11 juli 2025.

Lees verder:
* Amsterdam houdt vast aan de ontwikkeling van een bedrijventerrein, NRC; 9 juli 2025.
* Stadslandbouw in deel Lutkemeerpolder, activisten ontevreden ‘De rest verdwijnt onder beton’, Het Parool; 9 juli 2025.
* Gemeente zet bouw bedrijfshallen in Lutkemeerpolder door, wel meer ruimte voor landbouw, AT5; 9 juli 2025.

Boekpresentatie: Welke rol speelde de ‘verrader van Sloten’ bij de annexatie?

Op zondag 13 juli 2025 deelt schrijver Jan Loogman om 15 uur in het Dorpshuis Sloten het bijzondere verhaal over de rol die wethouder en Tweede Kamerlid Willem de Buisonjé in 1920 speelde bij de annexatie van de gemeente Sloten.

Hoe kon het gebeuren dat de mooie plattelandsgemeente Sloten – ondanks breed verzet onder de bevolking – op 1 januari 1921 toch werd geannexeerd?

Veel vragen te beantwoorden

Tijdens een vraaggesprek met Kees Schelling zal Loogman op zoek gaan naar antwoorden op allerlei vragen. Welke rol speelde De Buisonjé precies? Was hij inderdaad zoals hij zelf aan het eind van zijn leven aangaf slechts “een radertje in het grote geheel en dus klein grut”? Of had hij met zijn dubbele pet een beslissende stem toen de regering in 1920 het voorstel deed om de grote gemeente Sloten volledig door Amsterdam te laten annexeren?

In dezelfde periode verliest De Buisonjé zich in financiële malversaties. Als deze aan het licht komen, is het gedaan met zijn carrière. Is er een relatie tussen zijn financiële nood en zijn medewerking aan de annexatie? En, terugkijkend vanuit 2025: verdient De Buisonjé het om te worden herinnerd als ‘een van de aartsvaders van Amsterdam Nieuw-West’?

Steeds meer landbouw- en tuinbouwgrond van de voormalige gemeente Sloten verdween vanaf het begin van de jaren vijftig van de 20ste eeuw langzaam maar zeker onder het zand. Tuinstad Slotermeer werd als eerste buiten de Ringspoorbaan gebouwd. Op 1 december 1951 sloeg J. in ’t Veld – minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting – hiervoor de eerste paal in de grond. Hoogstwaarschijnlijk was Slotenaar De Buisonjé bij deze ceremonie niet aanwezig, maar Jan Loogman bepaalt in zijn fictieve verhaal – gebaseerd op wat echt is gebeurd – anders.
Loogman: “Helemaal rechts op de foto tussen de toeschouwers staat een man met een hoed. Die persoon had heel goed De Buisonjé kúnnen zijn. Ik laat hem bij deze gelegenheid zelfs een door mij geschreven toespraak houden. Daardoor wordt deze foto passend voor op het omslag van mijn boek…” Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Startschot van ‘opgewekt’ afscheid van Boekhandel Meck & Holt
’
De verrader van Sloten’ is de negende uitgave in de serie Nieuw-West Side Stories, die de Osdorpse Boekhandel Meck & Holt heeft uitgegeven. Met ingang van 1 augustus zal elke klant die in de boekwinkel aan de Tussenmeer voor tenminste 20 euro aan boeken aanschaft bij zijn aankoop deel 9 cadeau krijgen.

Op 13 juli zullen Loogman en Schelling het ‘opgewekte’ startschot geven van de naderende sluiting van de boekwinkel aan de Tussenmeer. Wie niet tot augustus wil wachten kan deze uitgave na afloop van de presentatie al voor 7,50 euro aanschaffen en uiteraard meteen laten signeren.

Tamar Frankfurther; 30 juni 2025.

Herinrichting Lies Bakhuyzenlaan op Sloten stilgelegd

“Wat is hier nu weer aan de hand? Bouwen ze op de Lies Bakhuyzenlaan een Berlijnse Muur?”, vroegen de bewoners van de naastgelegen arbeiderswoningen zich bezorgd af.

“Er is inderdaad iets misgegaan”, zo laat een woordvoerder van de gemeente weten. “We hebben het werk stilgelegd. Alleen de aanleg van kabels en leidingen gaat voorlopig verder.”

Zo ziet de Lies Bakhuyzenlaan er nu uit. Echter, als de werkzaamheden zijn afgerond, ligt de weg op het maaiveldniveau van de arbeiderswoningen met hetzelfde bestratingsmateriaal als op de Sloterweg. Alleen de loopstrook voor de nieuwbouw zal hiervan qua hoogte kunnen afwijken.

Gemeente pakt de regie terug
“Wat er precies aan de hand is, weten we nog niet. Er wordt nog uitgezocht of de bouwer zich niet aan de omgevingsvergunning houdt in relatie tot de vloerpeilhoogte.” Wat de Slotenaren betreft is die uitkomst al helder. In de verleende omgevingsvergunning voor de bouw van de ‘Kuykhoven-woningen’ ligt immers vastgelegd dat de nieuwbouw vanaf de Sloterweg het steeds lagere maaiveldniveau moet volgen. De vloerpeilhoogte van de nieuwe huizen op het achterland ligt echter op gelijke hoogte als bij de voorste woning aan de hoger gelegen Sloterweg. Hierdoor ligt de nieuwbouw nu flink hoger dan de naastgelegen kleine arbeiderswoningen. Bij de inrichting van de Lies Bakhuyzenlaan moeten die beide hoogtes nu toch bij elkaar worden gebracht. Hierdoor zal – zo minimaal mogelijk – van het vastgestelde herinrichtingsplan afgeweken moeten worden.

Nu op zoek naar praktische goede oplossing

Volgens de Slotenaren is er dus wéér een bouwplan verkeerd uitgevoerd en opnieuw heeft de gemeente tijdens de bouw geweigerd in te grijpen. Niet door zelf goed toezicht te houden op de bouw en zelfs niet naar aanleiding van klachten die hierover zijn ingediend door diverse Slotenaren.

In plaats van alleen te treuren wordt er nu voor gekozen om dan maar een zo mooi en passend mogelijke oplossing te zoeken, zodat de laan straks optimaal in de stijl van het beschermde dorpsgezicht is ingericht. Zoveel mogelijk van het bestaande plan zal dan ook worden gehandhaafd. Hierin wordt meegenomen dat:
• hetzelfde bestratingsmateriaal als op de Sloterweg op de rijweg en loopstrook voor de nieuwbouw gebruikt zal worden;
• er zo ver mogelijk in de Lies Bakhuyzenlaan waar het hoogteverschil tussen de entrees van de huizen en de laan nog minder dan 10 cm bedraagt paaltjes (Slotenaartjes) ter afscheiding van de loopstrook zullen worden geplaatst;
• daarna – om te voorkomen dat voetgangers hun enkels breken – langs de loopstrook een laag groen sierhek geplaatst zal worden naar voorbeeld van andere hekjes die al in de directe omgeving staan.

Uiteraard zal de inrichting van de Lies Bakhuyzenlaan straks voldoen aan de wettelijke eisen, zodat hulp- en noodiensten en klein vrachtverkeer ook Tuinpark V.A.T. kunnen bereiken. Om te voorkomen dat er toch nog een kink in de kabel komt, zal het aangepaste plan straks voorafgaand aan de uitvoering met de werkgroep Sloten worden besproken.

Tamar Frankfurther; 30 juni 2025.