“De gemeente mocht aan zichzelf vergunning verlenen om beide bosjes bij de Oude Haagseweg te kappen. Ook al geldt hier de bestemming ‘natuur en recreatie’.”, aldus de Raad van State in zijn uitspraak.
De vereniging ‘De Oeverlanden blijven!’ kreeg begin januari bericht dat de Raad van State op 29 december 2021 hun hoger beroep tegen het verlenen van de kapvergunning heeft afgewezen. De Raad: “De handelwijze van de gemeente Amsterdam was juridisch correct”. De Raad van State heeft hiermee het laatste woord in kwesties tussen de overheid en burger. Zie: Raad van State – Uitspraak 202100007/1/R1.
Alleen kappen indien noodzakelijk
Bestuurslid Nico Jansen: “Onze juridische actie is nu dan wel zonder succes gebleven, maar hiermee hebben we wel extra aandacht kunnen vestigen op de maatschappelijke meningsvorming. Bovendien hebben de vertegenwoordigers van de gemeente, die wij informeel bij de zittingen van de Rechtbank en de Raad van State spraken, toegezegd dat “van kaalkap alleen sprake zal zijn wanneer onomstotelijk vaststaat dat die plekken ook écht benut gaan worden als parkeer- of opslagterrein ten behoeve van werkzaamheden voor het Zuidasdok en de bruggen over de Schinkel”.
Kritisch op project Zuidasdok
De vereniging ‘De Oeverlanden Blijven!” heeft zich tijdens de rechtsgang niet inhoudelijk uitgesproken over het project Zuidasdok, “maar op de achtergrond speelt dit natuurlijk wel” legt Nico uit: “Het is de vraag of we in het huidige tijdsgewricht nu echt zitten te wachten op dit geldverslindende megaproject, dat slechts een beperkt maatschappelijk nut maar wel een grote CO2- en stikstofuitstoot heeft. Het enige zinvolle en toekomstbestendige onderdeel van het project is de aanleg van de fietsbrug aan de zuidzijde van de A10 over de Schinkel. Het is overigens nog spannend of de nieuwe regering door wil gaan met de aanleg van het Zuidasdok. Voor zover wij weten loopt de nieuwe aanbesteding nog en komen ze nog 1 miljard euro tekort.”
Strijd voor groenbehoud gaat door
Als altijd laat de vereniging zich niet uit het veld slaan door deze teleurstellende uitslag: “We zullen blijven strijden voor alternatieve werkterreinen, zodat deze bosjes niet gekapt hoeven te worden. We blijven onze bestuurders en de gemeenteraadsleden, de huidige en de nieuwe na 16 maart, benaderen. Wij zijn van mening dat het niet langer acceptabel is om dit waardevolle groen in verstedelijkt gebied zomaar op te offeren voor tijdelijke parkeer- en opslagterreinen. Het planten van een aantal nieuwe boompjes zal de natuurwaarden, die door de voorgenomen kap verloren dreigen te gaan, onvoldoende compenseren”, aldus het verenigingsbestuur.
Tamar Frankfurther; 10 januari 2022.
Op 7 december 2021 heeft het DB van stadsdeel Nieuw-West weer twee panden op Sloten aangewezen als gemeentelijk monument. Het gaat om de voormalige landarbeiderswoningen Sloterweg 833 en 837.
Volgens de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit hebben de woningen ‘zeldzaamheidswaarde’. Ze kregen de monumentenstatus vanwege “stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarde als kleinschalige arbeiderswoningen in een historisch, landelijk bebouwingslint”.
Woningen voor personeel van veehouder J.J. van der Veldt
De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit onderbouwt deze aanwijzing als volgt: “De panden van Sloterweg 833 en 837 hebben architectonische waarde als voorbeelden eenvoudig vormgegeven landarbeiderswoningen van omstreeks 1900. Daarnaast vertegenwoordigen de gezamenlijk panden ‘ensemblewaarde’.
Behalve de onderlinge waarde, geldt die ook voor hun architectonische link met de aan de andere zijde van de Sloterweg gelegen hoeve Veldzicht. De panden zijn in 1901 gebouwd in opdracht van de veehouder J.J. van der Veldt, eigenaar en bewoner van hoeve Veldzicht schuin aan de overzijde van de weg (Sloterweg 824) en vormen een illustratie van de economische drijfveer van sommige boeren om personeel aan hun bedrijf binden door in woningen te voorzien. Deze huizen hebben dan ook cultuurhistorische waarde als voorbeeld van huisvesting van landarbeiders aan het begin van de twintigste eeuw op het platteland rond Amsterdam.”
Tamar Frankfurther; 7 januari 2022.