We hebben enkele bewoners van de omgeving van de Oeverlanden uitgenodigd om terug te kijken op het verleden van de Riekerpolder en de Haarlemmermeerpolder en het ontstaan van de Oeverlanden langs de Nieuwe Meer.
Jacob Veldhuisen (1932) woont, op enkele maanden na, zijn hele leven op de Ida Hof uit 1890 aan de Sloterweg. De familie Veldhuisen kwam in oktober 1933 hier wonen. Henk Slinger (1947) woont aan de Nieuwemeerdijk nabij het voormalige fort Schiphol waarnaar de luchthaven is vernoemd. In hun leven hebben ze het een en ander zien veranderen, van een betrekkelijk rustige landelijke omgeving naar een bruisend gebied tussen tussen de hoofdstad en de luchthaven.
Veldhuisens opa heette (ook) Jacob en woonde aan de Haarlemmerweg op de boerderij ‘Geuzenveld’ (hier werd later de tuinstad Geuzenveld naar vernoemd). Hij had zeven broers en zes zusters, er waren totaal veertien kinderen. De oudste zoon werd naar opa vernoemd, dus ook mijn naam is Jacob.
In 2022 werd Jacob 90 jaar, hij heeft toen de hele familie en alle kennissen op zijn verjaardag gevraagd. Jacob was de enige van de familie die de 90 jaar heeft gehaald, dus op de uitnodiging kwam Jacob te staan. De broers van mijn vader noemden mij altijd Jacob, maar op school werd ik altijd Jaap genoemd, dus het kan allebei: Jacob of Jaap.
In oktober 1933 zijn wij op de Ida Hof komen wonen. Mijn vader is eerst vier jaar melkboer geweest in de Tweede Van Swindenstraat in Amsterdam-Oost. In 1933 kon hij de boerderij Ida Hof huren, daarvoor had Barend Hopman van de Sloterweg 532 negen jaar op de boerderij geboerd. Hij ging daarna naar de boerderij van zijn vader.
De Ida Hof had maar 7 hectaren land, wij hadden 24 koeien en 80 varkens. Het was een ‘afmelkbedrijf’, dat hield in dat we geen kalfjes hadden. ‘Vette’ koeien werden verkocht en dan kwamen er weer ‘schrale’ koeien voor terug. Wij voerden ze veel, zoals schillen en witlofpennen. Kliekjes van Heck’s Restaurants.
Vanuit de boerderij aan de Sloterweg keek Jacob over hun land naar de Nieuwe Meer waar de witte zeilen van de bootjes goed zichtbaar waren. De in de tweede helft van de jaren dertig aangelegde Rijksweg 4 naar Den Haag lag gewoon op maaiveldhoogte waar je goed overheen kon kijken. Erg druk was het in de beginjaren niet. Als de koeien verplaatst moesten worden naar land aan de andere zijde van de Haagseweg, dan werd dat wel op zondag gedaan, eventueel met hulp van de veldwachter van Sloten, Dijkema.
Henk Slinger had een ander uitzicht, meer naar het westen over de Haarlemmermeerpolder met de Schipholweg als verbinding tussen Amstelveen en Haarlem. Zijn ouders waren tuinders. Dat land is nu grotendeels in gebruik voor andere doeleinden. Op wat er is overgebleven houdt hij wat schapen. Ook beheert hij enkele percelen grasland rondom Schiphol en in de Riekerpolder. De percelen direct aan de Oude Haagseweg tot de Ringvaart heeft hij al tientallen jaren in beheer. Deze zijn eigendom van de Rijksluchtvaartdienst (RLD), tegenwoordig Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). Sinds 2023 beheert de “De Oeverlanden Blijven!” de twee voorste percelen als hooiland, de botanische waarden zijn hier hoog.
Dat de stad haar grenzen opschoof werd duidelijk toen het Nationaal Luchtvaart Laboratorium (NLL; tegenwoordig Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum NLR) in 1939-1946 werd gebouwd aan de Sloterweg 145, tegenover het huis ‘Het Torentje’ aan de Sloterweg 210. Deze gebouwen grensden toen nog aan landerijen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was in de Ringspoordijk luchtafweergeschut (FLAK) ingegraven om luchtaanvallen op Schiphol tegen te gaan. In 1957 werd het Motel Amsterdam gebouwd aan de Sloterweg 535, iets ten westen van de Ringspoordijk, nabij de aftakking van de weg richting Den Haag.
Niet alleen naar het westen, ook naar het zuiden expandeerde Amsterdam waar het in 1921 een flink stuk van Nieuwer-Amstel (sinds 1964 Amstelveen) annexeerde. Hier werd niet het gehele grondgebied bij Amsterdam gevoegd, zoals de gemeente Sloten in 1921 is overkomen. Amstelveen laat duidelijk zien dat een welvarende en mooie zelfstandige gemeente naast de hoofdstad goed mogelijk is. Daarin zou Sloten ook geslaagd zijn is de mening aan tafel. Er was genoeg kennis en kunde aanwezig onder de bewoners. In goed overleg en samenwerking met Amsterdam had dat ook een goed resultaat gegeven, maar met meer behoud van waardevolle elementen uit het agrarisch verleden.
Na de annexatie van Sloten werd in 1935 het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) van kracht waarbij ontwerper Cornelis van Eesteren een strak raster van wegen en wijken tekende die geen rekening hielden met de ooit organisch tot stand gekomen polders van Sloten. Dat kon alleen door eerst een dikke laag zand over alles uit te smeren. Dat zand werd uit de Sloterdijkermeerpolder en de Riekerpolder gegraven, waarbij de zo ontstane Sloterplas en vergrote Nieuwe Meer een diepte van ruim 30 meter kregen.
Van het Aalsmeerplein tot aan het Christoffel Plantijnpad werd alle bebouwing langs de Sloterweg omstreeks 1954 gesloopt en veranderde de omgeving in een zandvlakte. Het wilde westen! Door de juridische strijd van Jan Rijnierse van boerderij Zomerlust aan de Sloterweg 720 heeft de rechter een stokje gestoken voor de onteigening zonder plan en is dat proces daar gelukkig gestopt.
In 1990 kon Jacob de niet gesloopte Ida Hof aan de Sloterweg 1047 weer van de gemeente terugkopen. Ook andere boerderijen die de gemeente had opgekocht of onteigend werden weer van de hand gedaan. Boerderij De Bijweg aan de Sloterweg 734, van de familie Kroon, is nog steeds van de gemeente en het lot daarvan is onzeker.
In de Riekerpolder was altijd veel veeteelt en dan vooral melkvee. Hierdoor raakte Jacob betrokken bij het melkrijden. Dat hield in: iedere dag twee keer bij elke boerderij een stuk of wat melkbussen ophalen, in totaal 180 bussen van 10 kg met 40 liter melk. Dezer dagen zou de arbeidsinspectie dit meteen afkeuren. Nu mag je maximaal 25 kg tillen. De melkbussen werden afgeleverd bij de melkfabriek van de Onderlinge Vereeniging van Veehouders (OVV) aan de Lijnbaansgracht 231-233. Hier bevindt zich tegenwoordig poptempel ‘De Melkweg’ (Lijnbaansgracht 234). De wachttijd werd vaak aangenaam doorgebracht op het nabijgelegen Leidseplein. Na 1980 was het gedaan met de melkbussen en tegenwoordig rijden er tankwagens met 35.000 liter melk elke drie dagen van de nu veel grotere melkveebedrijven naar de veel grotere zuivelfabrieken, ver weg van Amsterdam. In de jaren vijftig hadden de boeren aan de Sloterweg gemiddeld 25 tot 30 koeien.
Omdat Jacob al sinds 1955 in het (melk)transport zat kon hij Van Waveren van de Margarethahoeve, Sloterweg 1075, in 1972 helpen met het opstarten van een transportbedrijf. Dit is inmiddels uitgegroeid tot een groot bedrijf. Tussen Sloterweg 1065 en de Margarethahoeve op nr. 1081 was het begin van de Genieweg. Dit was tot de aanleg van rijksweg 4 rond 1935 de enige route naar de militaire Drinkwatervoorziening en de militaire magazijnen in de Riekerpolder.
Aan de Sloterweg was een hek waarmee de Genieweg kon worden afgesloten. Dit was verboden militair terrein waarvan alleen de boeren met land in de Riekerpolder mede gebruik mochten maken. De Genieweg maakte na 60 meter een bocht naar rechts en ging achter de Margarethahoeve langs tot de Molenwetering, waar de Genieweg een bocht naar links maakte, langs het water van de Molenwetering. Hierlangs lagen de welputten, ongeveer negen stuks. Deze zijn later allemaal verdwenen, alleen de verzamelput is overgebleven. Dwars door de polder is in 1967 de nieuwe autosnelweg A4 in gebruik genomen en het weidse zicht op de Nieuwe Meer en de Oeverlanden is daardoor helemaal verdwenen.
Het land tussen de Oude Haagseweg en de autosnelweg A4 heeft Jacob nog steeds in gebruik, samen met zijn neef Henk Worm van de Osdorperweg. In het zomerseizoen komt Jacob vrijwel dagelijks naar de overgebleven stukken van de polder, hij beheert de percelen aan de noordzijde van de Molenwetering waar zijn neef Henk Worm jongvee laat lopen.
Door de sloop in januari 2024 van de brug over de Ringvaart komt Henk Worm nu wat minder vaak in het gebied. Vanwege het drassiger karakter van zijn percelen kan daar eigenlijk geen vee lopen en kan alleen hooibeheer worden uitgevoerd.
We hebben een plezierige middag herinneringen opgehaald aan de afgelopen decennia. Na een stevige handdruk die getuigt van levenskracht zeggen we gedag met het idee dit weer snel te herhalen.
Liesbeth Stricker en Nico Jansen, Amsterdam; 23 april 2024.
Vereniging “De Oeverlanden Blijven!”
Het artikel is door Erik Swierstra daarna bewerkt en aangevuld; 17 juni 2024.
Zie ook:
* Luistergids Langs de houten huizen van Amsterdam:
* Sloterweg 1047, Amsterdam