Geschiedenis

Ein-de-lijk: politieke steun voor stadslandbouw in Lutkemeerpolder

Wat door velen onmogelijk werd geacht lijkt nu tóch te gebeuren: op een deel van de bedreigde landbouwgrond in de Lutkemeerpolder in Oud Osdorp zullen geen bedrijfsloodsen worden gebouwd.

GroenLinks-politica Anneke Veenhoff liet tijdens de commissievergadering van 19 april weten dat zij er voorstander van zou zijn om van een gebied van bijna 12 voetbalvelden (8 hectare) in de Lutkemeerpolder de bestemming te veranderen van ‘bedrijventerrein’ naar ‘landbouw’. Ook voor de kavel naast Boerderij De Boterbloem gloort er misschien hoop…

Seinen staan op groen, maar niets is nog zeker
Mark Emmerik van de Partij voor de Dieren en Remine Alberts van de SP steunen altijd al zij aan zij met de vrijwilligers van Voedselpark Amsterdam het streven om deze vruchtbare polder groen te houden. Daarna ging Volt overstag en ditzelfde geldt nu ook voor alle coalitiepartijen GL, PvdA en D66. Dus ook de partij van wethouder Melanie van der Horst, die dit dossier van de zieke Reinier van Dantzig heeft overgenomen. Zij slaat een heel andere toon aan en was er zelfs van op de hoogte dat de Roerdomp – een compacte, geelbruine reiger met donkere patronen – in de bedreigde polder woont.

Een vrijwilliger van Voedselpark Amsterdam: “De voortekenen zijn gunstig, maar niets staat nog vast. Het is nu spannend met welk voorstel de wethouder zal komen. En dan ook hoe de verschillende partijen daarop zullen reageren. Tijdens een gemeenteraadsvergadering zal uiteindelijk het definitieve besluit genomen worden. Laten we hopen dat de vaart erin blijft en dat de rest van de kwetsbare polder ondertussen niet zal worden aangetast.”

Landbouwgrond naast Westgaarde is niet bedreigd
Overigens, Het Parool haalt in een artikel van 17 april twee kavels door elkaar. De journalist meldt foutief dat er 14 extra hectare bedreigde landbouwgrond in de Lutkemeerpolder behouden kan blijven. Dat getal hoort echter bij het stuk landbouwgrond aan de andere kant van de Lutkemeerweg, naast Westgaarde. Dit grote stuk landbouwgrond – dat nu overigens nog steeds met gif wordt bespoten – wordt níet bedreigd. Het is ook erg ingewikkeld allemaal…

In een volgende editie leest u uiteraard meer hierover. U kunt de vergadering van 16 april terugkijken via deze link (agendapunten 2b en 7).

Fundamenten kerkcomplex in Oud Osdorp weeklang zichtbaar

Eind maart 2025 zijn er archeologische opgravingen verricht naar de voormalige Sint-Pancratiuskerk, die voorheen in het tegenwoordige Oud Osdorp stond. Dit was de voorganger van de huidige Sint-Pancratiuskerk in Sloten.

De fundamenten van de katholieke kerk waren tijdens de werkzaamheden een week lang zichtbaar.

De afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam heeft in een week veel werk verzet omdat de opgravingen in een week voltooid moesten worden.
Foto: Theo Durenkamp

Van 1633 tot 1901 stond de Sint-Pancratiuskerk in Osdorp
De afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam trof tijdens de opgravingen de fundamenten van de kerk – met sacristie en pastorie – die aan de Osdorperweg stond. De sacristie is een kamer die aan een kerk vastzit – meestal bij het altaar – waar o.a. de geestelijken zich kleden voor kerkelijke functies. Het kerkgebouw moest in 1901 wegens bouwvalligheid worden gesloopt. Dat was tevens het moment waarop de parochie verhuisde naar het nieuwe kerkgebouw op Sloten waar de Sint-Pancratiuskerk in datzelfde jaar zijn deuren opende.

Inmiddels zijn alle archeologische resten weer onder de grond verdwenen. Alleen de zwarte aarde verraadt nog de positie van de voormalige kerk. Op deze kavel worden woningen gebouwd, maar bij het heien worden de funderingen ontzien. Tenminste, dat is de bedoeling…

“Aanzicht van het kerkje te Osdorp aan de Osdorperweg. Met van links naar rechts het kerkgebouw, de sacristie en de pastorie. Op de voorgrond het toegangspad vanaf de Osdorperweg naar de kerk. De Osdorperweg ligt rechts.” Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp; eind 19de eeuw.

Een deel van het kerkhof is behouden, dit heeft nu de gemeentelijke monumentenstatus en kan worden bezocht via het nieuwe grindpad naast de kavel waar de nieuwbouw zal verrijzen.

Zodra de resultaten van het onderzoek bekend zijn, treft u op deze website een uitgebreider artikel over de bevindingen.

Theo Durenkamp; 7 april 2025.

Oorlog en overspel, een onderduiker in de Akerpolder

Van 12 t/m 23 maart 2025 is het weer tijd voor de Boekenweek. Als u in deze periode bij boekwinkel Meck & Holt aan de Tussenmeer 46 in Osdorp ten minste 20 euro aan boeken besteedt, ontvangt u twee Boekenweekgeschenken: het gewone en het bijzondere.

U krijgt dan namelijk óók de achtste editie van Nieuw West Side Stories waarin Jeroen Wielaert vertelt wat zich tijdens WOII afspeelde in zijn ouderlijk huis aan de Noorderakerweg. U kunt de auteur op 15 maart ook zelf ontmoeten bij Meck & Holt. Meer hierover leest u hierboven in de agenda.

Op het omslag van het boek staat het dubbele woonhuis (Noorderakerweg 21 en 23) met de hoge kap aan de Noorderakerweg waar het verhaal zich grotendeels afspeelt. Nummer 21 is het ouderlijk huis van Minnie, die rechts op de voorgrond tussen haar moeder en een bezoeker zit. Voor het huis staat rechts de oma van Minnie met een bezoeker. Waarschijnlijk staat Minnie’s zusje Lies links op de foto samen met de dochter van de bezoekers. Aan de Noorderakerweg zijn veel panden afgebroken, maar deze dubbele woning staat er nog. Foto: Collectie Familie Wielaert; 1934.

Vanuit de Slotense polder
De auteur deelt het lange tijd voor iedereen verborgen oorlogsverhaal; over hartstocht, strijd en liefde. Verteld vanuit de Slotense Middelveldsche Akerpolder, waar nu woonwijk De Aker ligt en waarbinnen de Noorder- en Zuiderakerweg gespaard zijn gebleven. In het boek besteedt Wielaert niet alleen aandacht aan kleine persoonlijke belevenissen die zich in de polder afspeelden. Ook het verzet, het leven in Amsterdam en oorlogsontwikkelingen ver daarbuiten komen aan bod.

Meeleven met dagelijks gezinsleven
De novelle is gebaseerd op feitelijke gebeurtenissen, die Wielaert heeft aangevuld met zijn fantasie over hoe het polderleven van zijn familie er indertijd uit kan hebben gezien. Het dagelijks oorlogsleven van zijn moeder Minnie (1928) en haar zusje Lies (1933) met hun ouders Rob en Geertje Frederiksen wordt bijna filmisch beschreven. Over hoe het bombardement van Schiphol werd beleefd en wat er gebeurde toen een Duitse bommenwerper gelukkig ver genoeg van hun nieuwe twee-onder-een-kapwoning neerstortte.

Hun ‘nieuwe broer’ Ferdinand Roskam – die vluchtte voor de bezetter – vervult een centrale rol in het verhaal. Hij dook onder bij het gezin omdat hij weigerde de loyaliteitsverklaring te ondertekenen en in Duitsland te gaan werken. ‘Ferry’ drukte een steeds zwaarder stempel op het gezinsleven in de Slotense polder.

Ondertussen in Amsterdam en in Europa…
Ook het oorlogsleven in Amsterdam komt aan bod. Hoe dat voor iedereen – maar vooral voor joden – langzaam maar zeker veranderde. De lezer gaat met de zusjes mee naar school, naar het Hervormd Lyceum Zuid in de Brahmsstraat in Amsterdam-Zuid. De bekende oorlogsmijlpalen worden beleefd vanuit het perspectief van de familie. En, anders dan vaak het geval is: de vertelling stopt niet bij de bevrijding, maar loopt door in het naoorlogse leven.

Tamar Frankfurther; 10 maart 2025.

Naamgeving van straten naar en in het dorp Sloten

In en om het dorp Sloten zijn een aantal straten en wegen die deels al heel lang dezelfde naam dragen en deels ook nog niet zo lang bestaan. Hieronder een overzicht.

Sloterweg / Sloterkade / Rijnsburgstraat
De Sloterweg liep vanouds vanaf de Overtoomse Buurt aan de Schinkel naar het dorp Sloten. Na de aanleg van bestrating (1816) en de instelling van de tol werd deze weg ook wel Sloterstraatweg genoemd.

Na de annexatie in 1921 werden op 22 maart 1922 enkele straatnamen door de gemeente Amsterdam gewijzigd.

Het gedeelte van de Sloterweg langs de Schinkel heet sindsdien Sloterkade. De Sloterweg begon sindsdien op de hoek van de Sloterkade en de huidige Rijnsburgstraat. In 1973 is het gedeelte van de Sloterweg tussen Schinkel en Aalsmeerplein van naam veranderd en heet sindsdien Rijnsburgstraat.

De Sloterweg (Sloterstraatweg) liep tot in het dorp Sloten tot bij de hoek van wat nu de Osdorperweg is.

Akerweg / Sloterweg
Het weggedeelte ten westen daarvan naar de Ringvaart van de Haarlemmermeer (Sloterbrug) heette Akerweg. In 1922 is de naam hiervan gewijzigd in Sloterweg, zodat deze weg daardoor een stukje langer is geworden en nu eindigt bij de Sloterbrug.

Na het verdwijnen van de straatnaam Akerweg is er in 1922 in het dorp Sloten een nieuwe straatnaam bijgekomen: Nieuwe Akerweg (hieraan staat ook het Dorpshuis).

Heerenstraat / Akerpolderstraat
De Heerenstraat was een zijstraat van de Akerweg naar de (latere) Nieuwe Akerweg. Deze heet sinds 1922 Akerpolderstraat. Deze naam werd gewijzigd omdat er in Amsterdam al een Herenstraat bestond (tussen de Herengracht en de Keizersgracht).

Middelveldsche Akerpolder
De Akerpolderstraat en de (Nieuwe) Akerweg zijn vernoemd naar de Aker, ook bekend als de Middelveldsche Akerpolder, deze strekte zich uit ten noorden van de Akerweg en ten westen van de Slimmeweg / Osdorperweg. De sloot tussen het Wees- en Armenhuis en het Dorpshuis en de Speeltuin is de grenssloot van de vroegere Akerpolder.

De in deze polder omstreeks 1960 aangelegde schutsluis in de Slotervaart heet sinds 14 oktober 1964 dan ook Akersluis. De weg hierlangs is ook Akersluis genoemd (hieraan staat onder andere de Molen van Sloten). In het voor 1896 uitgeveende deel van de Middelveldsche Akerpolder ligt nu de wijk De Aker. Zie ook: De Middelveldsche Akerpolder

Osdorperweg / Slimmeweg
De Osdorperweg liep vanouds vanaf Polanen (sinds de aanleg van de Haarlemmervaart in de 17e eeuw: Halfweg) in zuidoostelijke richting naar het buurtschap Oostdorp / Osdorp / Oud Osdorp.

Vanaf de knik in deze weg in Oud Osdorp in zuidelijke richting tot het dorp Sloten heette deze weg de Slimmeweg. ‘Slimme’ heeft hier de betekenis van ‘scheef’. Zie ook: www.dbnl.org.

Na de annexatie is deze naam in 1922 gewijzigd in Osdorperweg, zodat deze weg nu loopt vanaf Halfweg tot in het dorp Sloten (hoek Sloterweg).

Het dorp Sloten in 1921 met de toen geldende straatnamen:
Sloterweg, Akerweg, Heerenstraat en Slimmeweg.
De kaart is een uitsnede uit een kaart van de Dienst der Publieke Werken

van de Gemeente Amsterdam uit de Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Straatnamen in en bij het dorp Sloten
Bij het dorp Sloten zijn vanaf 2 mei 1957 diverse nieuwe straten vernoemd naar historische boerderijen, namen en begrippen uit de vroegere gemeente Sloten.
* Langsom – Naam van een vroegere molenwetering in de Riekerpolder.
* Ditlaar – De voormalige hofstede van dijkgraaf Ellard Ditelaar, die in de achttiende eeuw aan de Sloterdijkermeerweg heeft gestaan.
* Slimmeweg – Dit is de vroegere naam van de Osdorperweg zoals op oude kaarten van dit gebied is te vinden.
* Vrije Geer – Oude benaming van een deel van de gemeente Sloten, een driehoekig gebied (afgeleid van een ‘gerend stuk land’, afgeleid van het werkwoord ‘geren’, dat is ‘schuin toelopend in een punt’) dat zich uitstrekte van de zuidwestpunt van de Slotermeer tot aan de Haarlemmermeer. Het gebied lag buiten de jurisdictie (1100 roeden) van Amsterdam. De ingezetenen van de Vrije Geer waren vanouds vrijgesteld van het betalen van bepaalde beden (belastingen) aan de graven van Holland.

* Akersluis (per 14 oktober 1964), Akerpolderstraat en Nieuwe Akerweg (per 7 mei 1929) – Genoemd naar de Akerpolder in de voormalige gemeente Sloten. De naam Aker en Akerwatering zijn historische namen die reeds op een kaart van Rijnland uit 1687 van Jan Dou voorkomen. Zie ook: De Middelveldsche Akerpolder.

In de jaren negentig werden er in het dorp ook drie straten vernoemd naar inwoners van Sloten die zich verdienstelijk hadden gemaakt voor het dorp.

Per 24 december 1992:
* Gerrit van der Puijstraat.
Actief Slotenaar, was o.a. 2e brandmeester bij de vrijwillige brandweer van Sloten, lid van de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp en organiseerde allerlei activiteiten voor de Slotense jeugd, zoals Luilak en de 5 mei-loop.

Per 20 december 2000:
* P. Hans Frankfurthersingel (aan de overkant van de Akersluis).
Actief voor de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, heeft zich o.a. ingezet voor de Molen van Sloten en behoud van het Weilandje Vrije Geer.
* Lies Bakhuyzenlaan.
Lies werd ook wel de ‘moeder van Sloten’ genoemd. Slotenaren die iets naars of leuks hadden meegemaakt konden rekenen op een bezoekje van Lies. Zij was ook vele jaren secretaris van de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp en actief in de Sloterkerk.

Naast het Politiebureautje aan de Sloterweg 1226 heeft het in de jaren negentig nieuw ingerichte plein op 30 oktober 1991 de naam ‘Dorpsplein’ gekregen.

Bij Langsom, tegenover de Molen van Sloten, zijn / waren er nog twee niet-historische informele straatnaamborden: ‘Sloterpleintje’ en ‘Arie Haring Plein’ (genoemd naar de Haringkar). Het laatste bordje is met de haringkar in juni 2020 verdwenen.

Literatuur
Voor meer informatie over de herkomst van straatnamen, zie de volgende boeken:
* “De naam van onze straat” – Geschiedenis en verklaring van de straatnamen in Amsterdam; door  J.A. Wiersma.
* “Stadsatlas Amsterdam” –  Straatnamen en brugnamen verklaard; door Martha Bakker.

Erik Swierstra; februari 2025 (tekst en foto’s)
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

Zie ook: Straatnamen die herinneren aan de gemeente Sloten

Monumentenstatus voor woon-winkelpand Sloterweg 1210 en 1212

Op 7 januari 2024 heeft het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Nieuw-West besloten om opnieuw twee panden in het Beschermd Dorpsgezicht Sloten de gemeentelijke monumentenstatus te geven.

De afdeling Monumenten en Archeologie voerde gedegen onderzoek uit alvorens tot deze aanwijzing over te gaan.

Joost in ’t Veld – zijn naam is nog altijd zichtbaar in het glas-in-lood van de winkelpui – liet het dubbelpand aan de Sloterweg 1210-1212 bouwen. Maarten Aart en Elisabeth In ’t Veld poseren voor de bomvolle etalage van de winkel van hun vader Joost. Rechts op de foto is nog een stukje van de ingekorte schutting ter afsluiting van het voormalige feestterrein te zien. In 1932 verdween ook dat laatste stuk schutting toen bakker Jan Griffioen op het adres Sloterweg 1208 zijn pand met winkel, bakkerij en bovenwoning liet bouwen. Het voormalige winkelpand is nog altijd in gebruik als bedrijfsruimte.
Foto: Joost in ‘t Veld; circa 1924.

Architect gespecialiseerd in winkelpuien
Het dubbele woonwinkelhuis is in 1921 en 1922 gebouwd en werd ontworpen door architect Lubertus Jacobus de Wolf (1881-1941). De opdracht werd verleend door kruidenier Joost in ’t Veld, wiens naam nog altijd te vinden is in het glas-in-loodraam boven de ingang van de winkel. De Wolf had ervaring met het ontwerpen van winkelpuien. Vermoedelijk is dat de reden waarom In ’t Veld juist voor deze Amsterdamse architect koos.

Timmerman Koenen en loodgieter Ebbers
De bouwwerkzaamheden zelf gunde In ’t Veld aan Slotense bedrijven. Timmerbedrijf H.J. Koenen – gevestigd aan de Sloterweg 1219 – stond net op eigen benen. Dit werd dan ook de eerste (grote) zelfstandige klus van Hendricus Johannes (Hendrik), de vader van, de onder veel Slotenaren bekende, Ome Toon Koenen. Hendrik was de overgrootvader van Paul, die anno 2025 bouwbedrijf Gebroeders Koenen B.V. nog altijd vanuit ongeveer dezelfde plek op Sloten runt.

Nota timmerbedrijf Hendricus Johannes Koenen; jaren twintig. Archief Familie Koenen.

Loodgieter, zinkbewerker en pompenmaker Toon Ebbers – even verderop gevestigd op de Sloterweg 1201 – kreeg de opdracht om onder andere degelijke zinken dakgoten, regenpijpen en de waterleiding aan te leggen. Toon – voluit Anthonius Maria Jozef – was de opa van Dirk Ebbers, die jarenlang dé loodgieter van het dorp was. Dirks zoon Piet Hein is ook nog altijd – nu gefuseerd als Jaspers-Ebbers Totaaltechniek – actief in dezelfde branche.

Nota A. Ebbers pompenmaker; begin 20e eeuw. Archief Familie Koenen.

Veel originele kenmerken behouden
De monumentenexperts concluderen dat de panden Sloterweg 1210 en 1212 een “hoge stedenbouwkundige waarde” hebben. Kunst- en interieur historicus Richard Harmanni roemt met name dat waardevolle originele decoratieve details aan de voorzijde van het pand en binnenshuis behouden zijn gebleven. Het meest in het oog springende architectonische kenmerk van beide panden is vanzelfsprekend de gave winkelpui met de originele gebogen winkelruiten in combinatie met de glas-in-loodramen aan de bovenzijde. Deze pui heeft volgens de experts zelfs zeldzaamheidswaarde.

Ook de originele scheidingswand tussen de winkel en de achterliggende ruimte oogst veel lof. Deze wand bestaat uit glaspartijen met eenvoudig geëtste sierranden met daarboven zeven glas-in-lood ramen met lichtgroen glas.

Lange tijd gebruikt als tuin en feest- en kermisterrein
Voor zover de onderzoekers konden nagaan in archieven hebben zij kunnen vaststellen dat er geen eerdere bebouwing op de plek van Sloterweg 1210-1212 en het buurpand 1208 is geweest. Uit hun onderzoek blijkt dat deze grond omstreeks 1832 in bezit was van de charitatieve instelling ‘De Algemeen Armen te Sloten’. De grond was in gebruik als tuin. Oudere Slotenaren omschreven in interviews met de werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp deze ruimte ook wel als feestterrein: “Langs de Sloterweg stond in onze jeugd – tussen de winkel van Alink op nummer 1214 en de steeg naar de banpaal – jarenlang een houten schutting. Via de steeg naar de banpaal kwam je dan op het feestterrein waar ook wel kermissen werden gehouden.” Tegenwoordig vinden Slotense activiteiten plaats op het Dorpsplein, maar dat was tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw bebouwd. Hier stond Café ’t Rechthuis, ook wel Café Speeltuin genoemd.

Terug naar het terrein achter de schutting: In 1917 wordt de Rooms-Katholieke Kerk van Osdorp genoemd als eigenaar van het onbebouwde perceel. In 1919 kocht kruidenier Joost in ’t Veld twee derde van het feestterrein. De bouw van het dubbelpand werd in 1922 afgerond.

Tamar Frankfurther; 20 januari 2025.

Zie ook: Erfgoed van de Week | Monumentaal dubbel woon-winkelhuis Sloterweg

In de 17e eeuw werd er flink gepaft in Herberg De Rode Leeuw

Op de plek waar tot januari 2020 de laatste landarbeiderswoningen stonden aan de Sloterweg 711 – 715, was in de 17e eeuw ‘Herberg De Rode Leeuw’ gevestigd. Hier kon iedereen voor goedkope drank terecht.

Na gedegen onderzoek kan de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam vier jaar na het veldonderzoek interessante bevindingen met de buitenwereld delen. Tegelijkertijd maakt het Stadsarchief Amsterdam bekend in 2023 toevalligerwijs een schets van precies déze locatie te hebben aangeschaft.

Drie afbeeldingen van dezelfde herberg

Inmiddels zijn de inventarisatie en analyses van het veldonderzoek en de opgraving afgerond en is er onder leiding van archeoloog Thijs Terhorst een lijvig rapport met bevindingen opgesteld. In januari 2025 worden deze resultaten gepresenteerd en aangevuld met lezingen en een tentoonstelling in het dorp Sloten. Daarnaast maakt het Stadsarchief Amsterdam nu wereldkundig in 2023 een unieke aankoop te hebben gedaan. Het archief heeft een tot nu toe onbekende schets aangeschaft waar toevalligerwijs ook weer dezelfde Herberg op staat.

In 2023 door het Stadsarchief Amsterdam aangeschafte 17e-eeuwse tekening ‘Gezicht op de Sloterweg’ toont De Rode Leeuw ter hoogte van Sloterweg 711 – 715 (E277 op het kadastraal minuutplan van 1832) waar de recente opgravingen plaatsvonden. Deze schets is gemaakt door Claes Janz. Visscher (Amsterdam 1587 – 1652) en heeft als formaat 10,8 x 16,3 cm. Lange tijd dacht men dat dit een schets is van de Diemerweg (tussen Ouderkerk en Diemerbrug), maar dat klopte niet. Inmiddels weten de experts zeker dat het om de Sloterweg (toen nog in het bangebied van Sloten) gaat. Zij weten dit zeker omdat langs de Sloterweg, anders dan de Diemerweg, aan weerszijden (ook toen al) veel bomen stonden. Bovendien is rechts op de schets de rode leeuw van de gelijknamige herberg goed te onderscheiden. Afbeelding: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Met deze aankoop beschikt het Stadsarchief nu over drie schetsen van deze ene locatie waardoor we nu – 400 jaar later – een completer beeld kunnen krijgen van hoe dat stukje van de Sloterweg er vroeger bijlag. Het archief beschikte immers al over de beide andere 18e-eeuwse tekeningen van vermoedelijk Herberg De Rode Leeuw, met de bijnaam ‘Dronkemanshuisje’. Dit is te herkennen aan het uithangbord.

Schets van Jacobus Kops Goedschalksz. (1736 – 1773). De Sloterweg gezien in de richting van Amsterdam. Rechts van de weg een gebouw met een uithangbord boven de deur, vermoedelijk een Herberg De Rode Leeuw. Collectie Van Eeghen tekeningen. Afbeelding: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Toevoeging bij de afbeelding, die al online staat maar die niet compleet is, hierbij de complete versie: Schets van Herberg De Rode Leeuw op de Sloterweg. Tekenaar is onbekend. Datering: 18e eeuw. Afbeelding: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Oudste vondsten uit 16e eeuw

De van tevoren hoge verwachtingen van de opgraving – die plaatsvonden in januari 2021 – werden bevestigd. Al vlak onder het maaiveld werden de eerste archeologische sporen gevonden. Het veldonderzoek heeft informatie opgeleverd over de inrichting en het gebruik van het complex vanaf de late 16e eeuw tot en met de late 19e eeuw. De oudste gevonden resten dateren uit de tweede helft van de 16e eeuw. In die tijd werd de veenweide bouwrijp gemaakt door rietmatten te plaatsen en het terrein op te hogen met klei, veen en afval. De fundering van de muren van een rechthoekig gebouw van ongeveer 3 bij 6 meter bestond uit brede liggende planken met daarop houten balken en liggers. Deze eerste fase van bebouwing, met mogelijk een agrarische functie, werd omstreeks 1600 afgesloten met een brandlaag. Hieronder ziet u een aantal foto’s die archeoloog Thijs Terhorst in januari 2021 van de opgravingen maakte.

De oudste (16e-eeuwse) fase van het complex. Foto: Thijs Terhorst.

Herberg De Rode Leeuw teruggevonden

In de vroege 17e eeuw volgden grootschaliger ophogingen van het terrein met klei, veen en afval. De bestaande bebouwing werd uitgebreid, waardoor twee rechthoekige panden van 11 x 6,75 meter tot stand kwamen, gelegen haaks op de Sloterweg. Beide zijn archeologisch gedateerd in het tweede kwart van de 17e eeuw. Deze bevindingen stemmen overeen met kaarten uit 1675 en 1678. Het daarop afgebeelde complex is aangeduid als de ‘de Ro(o) Leeuw’. Aan het gebouw werd in de tweede helft van de 17e eeuw een waterput en later een rechthoekige bak met onbekende functie toegevoegd. De Rode Leeuw (eerste vermelding 1635) was een historisch bekende plattelandsherberg, die door Claes Jansz Visscher (1587-1652) op een van zijn wandelingen door het buitengebied van Amsterdam werd getekend.

Het 17e-eeuwse herberggebouw wordt ingemeten. Foto: Thijs Terhorst.

De 17e-eeuwse houten fundering van het oostelijke herberggebouw wordt vrijgelegd. Foto: Thijs Terhorst.

De 17e-eeuwse waterput van de herberg met daaromheen een mantel van klei en zand. Foto: Thijs Terhorst.

Weinig luxe en veel rookpijpjes

De Amsterdamse archeologen kunnen de vondsten aan de Sloterweg vergelijken met die van andere herbergen op het huidige Amsterdamse grondgebied. Zij noemen het opvallend dat op het terrein van de plattelandsherberg meer kookgerei en minder drankgerei is gevonden. Met uitzondering van een kostbaar ijsglas ging het om eenvoudig serviesgoed. Rondom de haardplaatsen lag een gelaagd pakket zand met vondsten, waaronder veel rookpijpen (die vooral zijn gebruikt tussen 1625 en 1650), enkele muntjes en een dobbelsteen. Vermoedelijk zijn deze kleine voorwerpen tussen de (veronderstelde) plankenvloer door gevallen. 17e-eeuws bouwkeramisch afval in de afdekkende slooplaag geeft de indruk dat binnen het westelijke pand op de muren en het plafond vooral fruit- en bloemmotieven werden afgebeeld en in het oostelijke gebouw dierentaferelen.

De ruimte rond de 17e-eeuwse centrale haardplaats van de herberg wordt vrijgelegd. Foto: Thijs Terhorst.

De archeologen troffen deze 17e-eeuwse benen dobbelsteen aan in de ruimte rond de haardplaats / gelagkamer van de herberg. Foto: Thijs Terhorst.

Hofstede en stal
Eind 17e eeuw of begin 18e eeuw werd het pand onderdeel van de Hofstede Zuidermeer. De laatste vermelding van De Rode Leeuw dateert uit 1711 en betreft de verkoop van een huis en erf “vanouds genaamt De Roode Leeuw”. De naam ‘De Rode Leeuw’ verhuisde naar een ander pand in oostelijke richting aan de Sloterweg, dat op een 18e-eeuwse prent uit het Stadsarchief te zien is. In de late 18e eeuw kreeg de kavel aan de Sloterweg 711 – 715 weer een nieuw leven met een nieuwe fundering die bestond uit hergebruikte dakpannen en bakstenen, die vermoedelijk afkomstig waren van de eerdere herberg. In het kadastrale minuutplan van 1832 staat een pand afgebeeld dat destijds in gebruik was als stal. Uit deze fase, tussen 1700 en 1850, dateren twee afvalputten, waarvan een met een kleine hoeveelheid botten van schapen / geiten, die hier kennelijk werden gehouden.

De noordmuur van het 18e-eeuwse stalgebouw wordt vrijgelegd. Foto: Thijs Terhorst.

Arbeiderswoningen Sloterweg 711, 713 en 715

Vervolgens liet de toenmalige eigenaar van het terrein in 1873 – 1874 de resterende bebouwing op het terrein slopen en vervangen door de drie bekende landarbeiderswoningen onder één dak. Hoewel de resten van deze gebouwtjes voorafgaand aan het veldonderzoek reeds waren gesloopt, bleken er ook archeologisch geen aanwijzingen voor een bouwkundige relatie tussen de drie woningen en de oude herberg of daaropvolgende stal. Wel gerelateerd aan de landarbeiderswoningen was een laat 19e-eeuwse / vroeg 20e-eeuwse afvalstort in een gemetselde bak op het achterterrein. Hier zijn enkele beeldjes van biscuitporselein gevonden die goed vallen te plaatsen in het van oudsher katholieke milieu van de tuinders aan de Sloterweg.

Overzichtsfoto van het herbergstalcomplex met rechts het oostelijke gebouw met waterput en links het westelijke gebouw met haardplaats van de herberg. De grote ronde objecten zijn 20e-eeuwse septic tanks van de arbeiderswoningen die hier daarna werden gebouwd. Foto: Thijs Terhorst.

De locatie van De Rode Leeuw op oude kaarten

Uitsnede ven een kaart van de Dienst der Publieke Werken uit 1921: Sloterweg 711-715. Afbeelding: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Uitsnede van een Minuutplan uit 1832: Sloterweg 711-715. Afbeelding: Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwbouw met illegale uitbouw

Daarna volgden diverse – helaas mislukte – pogingen om deze arbeiderswoningen als cultuurhistorisch erfgoed van de Sloterweg te behouden. Dit werd van groot belang geacht omdat er vroeger veel kleine arbeiderswoningen langs de Sloterweg te vinden waren.

Ondanks groot verzet van de Dorpsraad en vele bewoners, onder wie Nico Jansen, werden de drie arbeiderswoningen in januari 2020 gesloopt.

Aangezien er nu alleen nog enkele grotere boerderijen resteren, ontstaat een onjuist beeld van de voormalige bebouwing langs de oude Sloterweg. Om deze herinnering nog enigszins levend te houden, heeft de gemeente op dringend verzoek van de Dorpsraad bepaald dat het uiterlijk van de nieuwbouwwoning aan de Sloterweg moet lijken op het uiterlijk van de arbeiderswoningen. Door de illegaal aangebrachte reusachtige uitbouw aan het pand is die gelijkenis echter ver te zoeken. De Dorpsraad zit de gemeente ondertussen achter de broek om te handhaven.

Nieuwbouw Sloterweg 715: ‘nieuwe arbeiderswoning’ met illegale dakkapellen;
26 augustus 2023. Foto: Tamar Frankfurther.

Tamar Frankfurther; 2 januari 2025.

Verder lezen

Als u meer wilt weten over deze interessante opgravingen aan de Sloterweg, bekijk dan het rijk geïllustreerde onderzoeksverslag ‘Inventariserend Veldonderzoek en Opgraving Herberg De Rode Leeuw. Sloterweg 711-715, Amsterdam (2021)’ opgesteld door Thijs Terhorst, Maarten Hell en Ronald Klein.

Zie ook:
* Erfgoed van de Week | De Rode Leeuw tussen Amsterdam en Sloten – Gemeente Amsterdam (pdf)
*
*
*

Dit artikel als pdf-document: In de 17e eeuw werd er flink gepaft in Herberg De Rode Leeuw (pdf)

Geschiedenis Tuinpark Lissabon

Aan de Sloterweg 865, net ten oosten van de Rotonde van de Anderlechtlaan, ligt het Tuinpark Lissabon. Het is vernoemd naar en gelegen achter de boerderij Lissabon aan de Sloterweg 867-871. Het tuinpark is aangelegd vanaf 1968.

Waar de naam ‘Lissabon’ vandaan komt is onduidelijk, of er verband bestaat met de Portugese hoofdstad (emigranten daarvandaan?) is niet aantoonbaar. De huidige boerderij dateert uit het begin van de 20e eeuw, maar heeft oudere voorgangers gehad.

Boerderij Lissabon aan de Sloterweg 867-871; september 1986.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Het land achter de boerderij was tot halverwege de 20e eeuw een veenweidegebied, in gebruik voor de veeteelt. Het tuinpark op dit land werd aangelegd vanaf 1968. Dit was bedoeld als compensatie voor verdwenen delen van het tuinpark Ons Buiten in de Riekerpolder, die moesten wijken voor de aanleg van autosnelwegen.

Het tuinpark Ons Buiten is opgericht in 1922 en bevond zich toen nog in de Baarsjespolder, nabij de Wiegbrug. Door het oprukken van de stedelijke bebouwing ten noorden van de Admiraal de Ruijterweg moest dit tuinpark verdwijnen en kreeg vanaf 1927 een nieuwe locatie aan de Riekerweg in de Riekerpolder, aan de zuidwestelijke stadsrand van Amsterdam.

Het meest noordelijke deel van dit tuinpark, gelegen langs de omstreeks 1930 aangelegde Ringspoorbaan, moest in de jaren zestig verdwijnen voor de aanleg van een breed dijklichaam door de Riekerpolder t.b.v. de omlegging van de bestaande Rijksweg 4 (nu de A4) om een aansluiting te maken op de Ringweg (A10). Hier kwam het verkeersknooppunt Riekerpolder.

Luchtfoto van het Tuinpark Ons Buiten in de Riekerpolder, gezien vanuit het zuidoosten; 28 september 1937. Rechts is de Ringspoordijk. De driehoek links daarvan moest in de jaren zestig wijken voor de aanleg van de autosnelweg naar Den Haag. Het gedeelte links daarvan bestaat nog steeds als tuinpark. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Voor dit project moest niet alleen een deel van tuinpark Ons Buiten wijken, maar ook van het zuidelijke deel van het Siegerpark en het Bijenpark verdween een deel onder het dijklichaam. Ter compensatie hiervan werd in 1965 het Nieuwe Bijenpark aangelegd in de Eendrachtpolder ten westen van Geuzenveld.

Ter compensatie van het verdwenen deel van tuinpark Ons Buiten werd een stuk voormalig veenweidegebied aangewezen aan de Sloterweg achter de bestaande boerderij Lissabon. Het terrein van het tuinpark wordt (tegenwoordig) begrensd door de Haagseweg, Anderlechtlaan en Sloterweg. Nabij de boerderij staan nog vier arbeiderswoningen aan de Sloterweg 833-837.

Het terrein waar later het Tuinpark Lissabon is aangelegd op een Minuutplan uit 1811-1832. Bovenaan de Sloterweg met linksboven de nog steeds bestaande kronkel in de weg. Boerderij Lissabon is later gebouwd op kavel 220. Tussen de kavels 217 en 226 is de toenmalige Molenwetering zichtbaar. Afbeelding: Beelsbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Het terrein waar later het Tuinpark Lissabon is aangelegd op een kaart van de Dienst der Publieke Werken uit 1921. Bovenaan de Sloterweg met linksboven de nog steeds bestaande kronkel in de weg. Daarnaast is de Boerderij Lissabon op kavel 974. Tussen de kavels 1182 en 1206 is de toenmalige Molenwetering zichtbaar. Afbeelding: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Ten zuiden van deze woningen lag vroeger het begin van de molenwetering die helemaal doorliep naar de oever van de Nieuwe Meer bij de vroegere Riekermolen. Een restant van deze molenwetering is nog terug te vinden in het terrein van het tuinpark, dit is de duidelijk bredere sloot dan de andere sloten, die het IJsvogelpad halverwege kruist. Deze wetering liep vroeger achter de huizen van de Sloterweg door naar het oosten en eindigde naast het huidige perceel Sloterweg 705.

Dit is terug te vinden bij vergelijking van de huidige kaart met oude kaarten uit deze omgeving. Zie ook het Minuutplan uit 1811-1832 tussen de kavels 217 en 226 en de kaart uit van de Dienst der Publieke Werken 1921 tussen de kavels 1182 en 1206.

Toen de eerste tuinders hier in 1968 arriveerden maakte het terrein een deprimerende indruk. Er stonden slechts rode piketpaaltjes die aanduidden waar de tuinpercelen zouden komen. Het kale stuk grond van 200 bij 225 meter had weinig begroeiing en gaf een vrij uitzicht op het dijklichaam van de Nieuwe Haagseweg. Er stonden alleen door de gemeente aangeplante kleine boompjes en struiken op de buitensingels.

Plattegrond Tuinpark Lissabon. Het zuiden is boven. In het midden bij het IJsvogelpad
(nr. 8) het restant van de Molwnwetering.

Om van dit lege terrein een tuinpark te maken werden veel huisjes afkomstig van tuinpark Ons Buiten plank voor plank gedemonteerd en op hun nieuwe plek bij Lissabon weer opgebouwd. Er waren ook tuinders die de voorkeur gaven aan een nieuwbouwhuisje.

In de eerste jaren werd het terrein verder ingericht met waterleiding en er werden septic tanks ingegraven. De huisjes waren aanvankelijk nog vrij sober, zonder de tegenwoordige accu’s, zonnepanelen en koelkasten.

1968: Het nog kale terrein van Tuinpark Lissabon met op de achtergrond Rijksweg 4 naar Den Haag. De septic tanks voor de wc’s in de nog te bouwen tuinhuisjes zijn afgeleverd, maar nog niet ingegraven. Een tuinder van het eerste uur: “Die krengen wogen ongeveer 650 kilo. We rolden ze met z’n allen naar onze kavels. Dan groeven we een diep gat waar we de gevaartes samen in lieten vallen.” Foto: Archief Tuinpark Lissabon.

Deze foto geeft goed weer hoe Tuinpark Lissabon er begin jaren zeventig van de vorige eeuw uitzag. Het park kreeg langzaam maar zeker vorm. Een tuinder is aan het hooien. Vermoedelijk maakt zij het perceel gereed zodat het tuinhuis erop gebouwd kan worden. Op de foto is ook het kleine noodhuisje te zien. Veel tuinders maakten van bijvoorbeeld oude deuren, die zij op straat of bij de sloop vonden, een tijdelijke overdekte plek om spullen droog te houden. Op de achtergrond is het talud van de A4 zichtbaar. Foto: Archief Tuinpark Lissabon.

 

Entree tot het Tuinpark Lissabon; 24 juli 2008. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Tuinpark Lissabon; 29 juni 2016. Foto: Erik Swierstra.

Actie ‘Schoffel de tuinders niet onder’ voor het behoud van de tuinparken in Amsterdam; 10 november 2021. Foto: Erik Swierstra.

In ruim een halve eeuw is het tuinpark Lissabon tot een groene oase uitgegroeid. Op het park met een oppervlakte van circa 5,8 hectare bevinden zich 108 tuinen. Aangrenzend aan het tuinpark liggen de groengebiedjes tuinpark Bijenpark, Siegerpark en ‘het Reigersbosje’.

Boerderij Lissabon aan de Sloterweg 867-871; 19 januari 2021. Foto: Erik Swierstra.

Het tuinpark is gelegen op loop- en fietsafstand van de stad, nabij de in de jaren negentig gebouwde woonwijk Nieuw Sloten. Het wandelpark is tussen eind maart en half oktober vrij toegankelijk voor wandelaars. In 2003 is door het aanleggen van brugjes naar het Siegerpark en het Bijenpark ook een interessante mogelijkheid ontstaan voor een rondwandeling door het groengebied tussen Sloterweg en Haagseweg.

In oktober 2024 is er een film gemaakt over de geschiedenis van het tuinpark.

Erik Swierstra, december 2024.
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

*  Dit artikel als pdf-document: Geschiedenis Tuinpark Lissabon (pdf)

Zie ook:
* Tuinpark Lissabon: van prutmassa in 1968 naar groene oase nu
* Geschiedenis Tuinpark Lissabon op www.tuinparklissabon.nl

Over Oostdorp, later Osdorp, en sinds 1962 Oud Osdorp

Op 21 oktober 2024 publiceerde zelfstandig publiekshistoricus Sarah Remmerts de Vries op de website ‘Oneindig Noord-Holland’ een lezenswaardig artikel over Oud Osdorp. Over de lange historie van het lintdorp en het omliggende polderland tot heden.

Amsterdam mag dan nu zijn 750e verjaardag vieren: De gemeente Sloten met daarin ook Oud Osdorp is zo’n 200 jaar ouder.

De Osdorperweg in juni 1953 vlak voor de bocht waar met het plaatsnaambord Osdorp de nadering van de dorpskern wordt aangeduid. Sinds in 1962 deze plaatsnaam voor de nieuw aangelegde tuinstad werd ingevoerd, wordt het lintdorp met omringende polders aangeduid als ‘Oud Osdorp’.
Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Ten oosten van het belangrijker Haarlem
Remmerts de Vries leidt u soepel door de bijzondere historie van het lintdorp met zijn landelijke polder dat ligt ingeklemd tussen de Ookmeerweg, de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder en Geuzenveld. Als het tegenwoordig veel regent komt het landelijke gebied hier al snel blank te staan. Het zal dan ook niemand verbazen dat het gebied van Osdorp rond 1100 een onbegaanbaar veenmoeras met waterloopjes was. Osdorp is overigens niet de oorspronkelijke naam van het gebied. In de middeleeuwen heette het ‘Oostdorp’. Het lag immers ten oosten van Haarlem, een stad die in die tijd belangrijker was dan Amsterdam. Eeuwen later ging Osdorp zich pas richten op Amsterdam.

Gebied Oud Osdorp.

Tuinstad Osdorp pikte de naam Osdorp in
Na de annexatie van de gemeente Sloten door Amsterdam in 1921 veranderde er aanvankelijk weinig. In 1934 presenteerde de stedenbouwkundige Cornelis van Eesteren zijn Algemeen Uitbreidings Plan. Toen deze bouwplannen werden uitgevoerd verdween de voormalige gemeente Sloten langzaam maar zeker onder het zand van de nieuwe tuinsteden. Eén van die tuinsteden droeg de naam ‘Tuinstad Osdorp’. In 1962 nam de gemeenteraad het besluit om de namen van de Tuinsteden Slotermeer, Geuzenveld, Slotervaart, Overtoomse Veld en Osdorp in te korten en het woord ‘Tuinstad’ te laten vervallen. Om verwarring tussen het oorspronkelijke Osdorp en het nieuwe Osdorp te voorkomen, wordt het landelijk gebied sindsdien aangeduid met ‘Oud Osdorp’.

Tamar Frankfurther; 6 november 2024.

Zie ook: Oud Osdorp is nu de tuin van Amsterdam-West – (Oneindig Noord-Holland; 21 oktober 2024)

Tuinpark Lissabon: van prutmassa in 1968 naar groene oase nu

Kom op zaterdag 19 oktober 2024 om 16 uur gratis kijken naar de nieuwe documentaire ‘Groen Geluk in Amsterdam’ over het Slotense tuinpark.

Wie vanuit de dorpskern over de Sloterweg naar ‘de stad’ fietst, passeert voorbij de rotonde veelal ongemerkt rechts het onopvallende hek van Tuinpark Lissabon aan de Sloterweg 865.

1968: Het nog kale terrein van Tuinpark Lissabon met op de achtergrond Rijksweg 4 naar Den Haag. De septic tanks voor de wc’s in de nog te bouwen tuinhuisjes zijn afgeleverd, maar nog niet ingegraven. Een tuinder van het eerste uur: “Die krengen wogen ongeveer 650 kilo. We rolden ze met z’n allen naar onze kavels. Dan groeven we een diep gat waar we de gevaartes samen in lieten vallen.” Foto: Archief Tuinpark Lissabon.

Mozaïek van herinneringen en historische en recente beelden
Tuinpark Lissabon wil graag bekender worden onder buurtbewoners en hoopt dat velen de halfuur durende film komen bewonderen. Voor wie dat wil staat gratis een kop op het park gekweekte en bereide courgettesoep klaar.

In de film delen 4 tuinders van het eerste uur hun herinneringen aan de beginjaren van het park. Filmmaker Reinder van der Put heeft de beelden die hij maakte van de interviews aangevuld met archiefmateriaal en met actuele beelden van het prachtige tuinpark.

Tuinhuisjes van sloophout van vroegere Sint-Pancratiuskerk
Wie de huidige weelderige oase kent kan zich niet voorstellen dat het park in 1968 bestond uit een paar sloten in een grote vlakte, een zwarte prutmassa waar je in wegzakte. Tuinders van het eerste uur vertellen over het bouwen van de piepkleine noodhuisjes en daarna de echte huisjes uit sloophout dat onder andere afkomstig was van de vroegere Sint-Pancratiuskerk in Oud Osdorp. En ze vertellen over de collectieve sfeer die aan de basis stond en staat van het park, over de regels van de Bond van Volkstuinders en van Lissabon zelf en over die ene telefooncel die bij de entree van het park stond. Over de verlichting met petroleum en de provisorische koelkast onder de grond en nog veel meer.

Wandel aan de hand van de filmbeelden mee door de bijzondere geschiedenis van Tuinpark Lissabon dat vroeger aan de rand van het voormalige Tuinbouwgebied Sloten lag. Nadat u de film gezien hebt kent u ook de verhalen over hoe het park aan zijn bijzondere naam is gekomen…

Tamar Frankfurther; 9 oktober 2024.

Het dagelijks leven in en rond de Slotense slagerij Koning

Hoewel hij al sinds 1969 in Amerika woont, is de van oorsprong Slotense Andy Koning (80) een trouwe lezer van de Nieuwbrief Sloten-Oud Osdorp.

Andy’s jongere broer Arie en vader Jacob Koning voor hun slagerij aan het adres Sloterweg 1233 in 1977, vlak voordat de winkel definitief dicht ging. Arie werkte sinds 1954 in de slagerij. Foto: Familiearchief Frankfurther.

Enige tijd geleden stond er in de NRC een kort artikel bij een oude foto van slagerij Koning op het dorp Sloten. Op basis hiervan nam de redactie van Sloten-Oud Osdorp contact op met degene die dit naar de NRC had gestuurd, Andy Koning (1944). Andy woont sinds 1960 in Amerika maar volgt het Slotense nieuws nog altijd trouw. Hij bleek als oud-bewoner nog veel meer verhalen over het leven in de slagerswinkel en andere herinneringen uit zijn jeugd op Sloten te willen delen. Dankzij zijn verhalen uit het dagelijkse leven komt een stukje Slotense geschiedenis weer tot leven en zijn zijn herinneringen nu voor eens en altijd vastgelegd.

Woon- en winkelpand Sloterweg 1233
Het leven van de winkeliersfamilie speelde zich grotendeels af in de woning, aan het adres dat tegenwoordig bekend staat als Sloterweg 1233, en het omliggende landelijke gebied. Toen de gemeente Sloten nog niet door Amsterdam was geannexeerd stond het pand geregistreerd als A 183. De gemeente Sloten gebruikte tot 1921 immers het systeem om nummers toe te kennen per wijk en niet het tegenwoordige – op zich wel handiger – systeem om nummers toe te kennen per straat.

Het winkelpand zoals het er waarschijnlijk bij de bouw uitzag. Op de voorgevel in Jugendstil-stijl de tekst ‘Vleeschhouwerij’ met boven de winkeldeur de naam van de oorspronkelijke slager die het pand waarschijnlijk heeft laten bouwen ‘J. Meijer’. Foto: Familiearchief Koning, 1932.

Jacob Konings’ worsten hadden faam
Andy’s ouders, Jacob en Sientje Koning-Stolk, trouwden in 1932. Jacob werkte toen al vanaf zijn 11e jaar als slagersknecht in Buiksloot. Hij woonde daar ook in huis. Zijn moeder Sientje werkte als dienstmeisje op het Begijnhof in Amsterdam en later in de melkwinkel van haar zuster. Beiden ontmoetten elkaar in 1930 bij de zangvereniging in Zunderdorp.

Vlak voor hun trouwen kon Jacob de toen al enige tijd leegstaande en daardoor verwaarloosde slagerij van de familie Meijer op Sloten huren. Het pand was niet meer in gebruik. De winkel was aan de straat en het woonhuis daarachter (achter de schuifdeur) en erboven. In het begin was het bikkelen voor het jonge echtpaar Koning, maar toen de Slotenaren hadden ontdekt dat zijn vader heerlijke worsten kon maken, ging de zaak beter lopen. Zijn ouders werkten samen in de winkel. Hij sneed de lappen en zij sneed de vleeswaren en rekende af.

Dag- en weekschema’s in de slagerij
De werkdruk om alles goed te regelen voor en in de winkel werd zo hoog dat zijn ouders al snel hulp in de winkel en extra handen voor in het huishouden moesten inhuren. “Het leven in de slagerij bestond uit een reeks wekelijkse en dagelijkse routines”, vertelt Andy. “Op maandag kocht mijn vader een koe en een paar helften varkens op de markt in Amsterdam. Die koe slachtte hij vervolgens zelf en die werd de volgende morgen bezorgd. Op dinsdag was hij druk met uitbenen en werd het vlees in kleinere stukken gesneden. Op woensdag maakte hij worsten van alles wat niet te verkopen was in de winkel. Op donderdag maakte mijn vader een ronde langs zijn klanten rond om te vragen wat ze nodig hadden. Op vrijdag werd dat thuisbezorgd. Op zaterdagen werd het laatste verkocht en het geld geteld. Op zondag gingen we naar de gereformeerde kerk in Badhoevedorp en op maandag begon het weekprogramma weer overnieuw.”

Sientje Koning-Stolk (1909 – 2005) en Jacob Koning (1906 – 1995) rond 1955 in hun slagerswinkel op Sloten. Foto: Archief Andy Koning (1944).

Achterom en buiten winkeltijden
De winkel was zes dagen geopend, officieel van 8 uur ’s morgens tot 18 uur. “Maar”, zo weet Andy, zich te herinneren, “de Slotenaren hielden zich niet strikt aan die winkeltijden. Dan kwamen ze ‘achterom’, zoals dat heette. Dan kochten ze wat ze nodig hadden bij onze achterdeur. Ik vergeet nooit dat een oude vrouw op een avond aan de achterdeur kwam en aan mijn moeder vroeg: “Heeft uw echtgenoot nog hersens?” Toen ze met haar aankoop weer weg was hebben we er flink om gelachen. We vroegen ons ook af of zij zelf die hersenen at of dat ze die aan haar hondje voerde.”

Inkijkje in het familieleven
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog kreeg Andy’s moeder het nog drukker na zijn geboorte. Andy: “Het was vaste prik dat we op zaterdagen soep aten. Die dag was er namelijk nooit tijd om ‘echt’ te koken. Mijn zus Annie had dan als taak om ervoor te zorgen dat ik mijn bord leegat, maar dat lukte haar bijna nooit.”

Het kwam er ook weinig van om familiebezoekjes af te leggen. Zo druk was het in de winkel. “Maar”, zo weet Andy zich te herinneren, “mijn moeder wilde toch echt regelmatig op bezoek bij haar zus Alie. Om dat voor elkaar te krijgen had ze een vaste strategie: Als ze op donderdag haar zuster wilde bezoeken, dan zei ze tegen mijn vader: “Ik wil komende woensdag bij Alie langs.” Waarop mijn vader steevast antwoordde: “Maar dat weet je toch? Dat kan toch niet? Ik heb het veels te druk die dag! Waarom ga je niet op donderdag?”

Sientje en Jacob Koning in hun achtertuin waar zij later zouden gaan wonen. Foto: Familiearchief Koning, circa 1948.

De drie kinderen Koning in de achtertuin Andy: zus Annie, de kleine Andy en grote broer Arie. Foto: Familiearchief Koning, circa 1946.

Naar de speeltuin
Ook Andy ging in zijn jeugd in 1947 al naar de – ook nu nog zeer populaire – Speeltuin Sloten verderop in het dorp. Andy: “Als het goed weer was bracht onze buurvrouw uit de steeg, mevrouw Bunt, mij daar ’s morgens – samen met haar dochtertje Fransje – naartoe. We bleven daar dan de hele dag druk in de weer. Het was een prachtige speeltuin met veel gevaarlijke toestellen zoals een wip, een draaimolen, en schommels, maar dat wisten we toen nog niet. Meestal speelden we in de enorme zandbak en speelden we winkeltje en deden onze ouders na. Dan verkochten we van alles wat we uit zand maakten. Onze ouders waren er nooit bij. In de speeltuin was verder alleen een oude man die wij ‘opzichter’ noemden.”

Mevrouw Bunt, haar dochtertje Fransje en Andy – nog met krullen, die eraf moesten toen hij naar school ging – op weg naar de speeltuin. Gefotografeerd op de Sloterweg tegenover het Politiebureautje waar voor de boerderij van Königsmann de oude leilinden nog stonden, die later zijn vervangen door nieuwe exemplaren. Foto: Familiearchief Koning; 1948.

Protestanten gingen naar de School met de Bijbel aan Osdorperweg
De kinderen van het gezin Koning gingen niet naar de openbare Sloterschool of de katholieke Sint-Jozefschool op Sloten. Nee, zij zaten op de School met de Bijbel aan de Osdorperweg. Het schoolgebouw stond aan het adres Osdorperweg 386 en bestaat nog altijd. Tegenwoordig is hier een Turkse moskee in gevestigd. Het pand ligt tussen het fietspad – de vroegere route van de Osdorperweg die dorpen Sloten en Osdorp met elkaar verbond – en de huidige Baden Powellweg. Andy: “We liepen vroeger altijd in groepjes naar school. Onderweg kwamen we namelijk katholieke kinderen tegen die in tegengestelde richting naar de Sint-Jozefschool liepen. Dat waren vooral tuinderskinderen van de Zuider- en Noorderakerweg. En als je elkaar tegenkwam liep dat wel eens uit op een knokpartij. Het was dus zaak om nooit in je eentje maar met meer te zijn.”

Over de school zelf weet Andy zich te herinneren: “Het was een heel kleine school met een meester (meneer Willemsen) en een juffrouw (mevrouw Treffers). Mijn klas was de grootste met 10 kinderen. We zaten met drie klassen in één lokaal: in ieder lokaal stonden drie rijen banken. Op elke rij zat een andere klas. Na drie jaar had je alles drie keer gehoord en sommige dingen ben ik dus nooit meer vergeten.”

Herkent u nog anderen op onderstaande foto? Laat via de mail van u horen. Of doe een briefje in de bus van het Dorpshuis aan de Nieuwe Akerweg 14 op Sloten.

Klas 4, 5 en 6 van de School met de Bijbel uit 1954. Links juffrouw Treffer en bovenste rij rechts Wil Bart met rechts daarnaast meester Pim Willemsen, de lange jongen 2e naast hem is Wil Tas en helemaal rechts Jan Bart. Andy Koning (10) zit helemaal links op de middelste rij en Adrie Hoogvliet (met bril) zit in het midden van deze rij. Verder herkennen hij en zijn klasgenoot Henk Worm die nog altijd in Oud Osdorp woont met rechts naast hem Arie Griffioen en linksonder Tom Hoogenboom en midden voor zittend Gert Worm en helemaal rechts Willem Dreschler. Foto: Familiearchief Koning.

Zoon Arie (1936) kwam in de zaak
Terug naar de slagerij: Toen hij 18 jaar was kwam Arie zijn vader helpen in de slagerij. Hij had toen onder andere als taak om op de fiets de bestellingen naar de klanten te brengen. Zijn dochter Els zegt daarover: “Mijn vader maakte heel wat kilometers op de fiets om al die bestellingen af te leveren. De uitbreng was naar de Sloterweg, Noorder- en Zuiderakerweg, de Osdorperweg en de dijk in Badhoevedorp.”

Arie Koning bracht op de eind jaren vijftig al fietsend – getooid in slagersjas – bestellingen rond in het landelijke gebied en in Badhoevedorp. Foto: Familiearchief Koning; circa 1955.

Kleine winstmarges
Andy’s ouders Jacob en Sientje kregen drie kinderen. Andy: “Ik was de jongste. Ik had een oudere zus, Annie, die getrouwd was met Cok Peters, die in Amerika woonde. Het winkeliersbestaan betekende hard werken zonder grote winstmarges”, zo vertelt Andy: “Als alles goed ging, had je het geld, dat je op maandag had uitgegeven, op zaterdag met winst weer terug. Zo zag het leven van mijn ouders er ongeveer vijftig jaar lang uit. Mijn oudere broer Arie kwam in 1954 in de zaak werken en nam de slagerij samen met zijn vrouw Sjoukje in 1966 over.”

Verhuisd naar een nieuw huis achterin de steeg
“Nadat mijn broer Arie en zijn vrouw Sjoukje de zaak in 1966 hadden overgenomen, kwamen zij op de begane grond achter (huiskamer, woonkamer en badkamer) en boven de winkel (drie slaapkamers en wc) te wonen. Zij kregen drie kinderen: Els, Jaap en Annemiek.

Mijn ouders verhuisden toen naar de lage nieuwe woning achterin de steeg naast de winkel. Daar hebben zij nog vele jaren heel gelukkig gewoond. Die plek kenden ze al goed, want daar was eerst hun tuin waar hun fruitbomen stonden en waar zij groenten verbouwden en kippen hielden. Het comfortabele huis was een soort bouwpakket en ik weet nog goed dat het in drie dagen werd gebouwd. Dat moest zo snel, omdat het eigenlijk illegaal was om hier wat te bouwen. Het bleek een aangenaam woonhuis met een mooie tuin, die nog altijd grenst aan Tuinpark V.A.T.” Na jarenlang gedogen is de woning inmiddels al vele jaren officieel ingetekend in het bestemmingsplan en wordt nog altijd bewoond.

Jacob hielp zolang hij kon
Andy: “Mijn vader is nog vele jaren in de slagerij blijven helpen. Hij kende geen ander leven en dat is wat hij wilde. Mijn moeders leven speelde zich toen vooral achterin de steeg af. Zij kreeg toen eindelijk haar welverdiende rust, maar zij vond het heerlijk om door de steeg naar voren te stiefelen om deel te blijven uitmaken van het slagersleven.”

Winkelpand werd riant herenhuis
Andy vertelt hoe de generaties in 1966 en in 1997 doorschoven: “Toen de woning in het winkelpand vrij was gekomen, verhuisde het gezin van mijn broer Arie meteen in 1966 van de Lijnderdijk naar Sloten. Na de sluiting van de winkel in 1977 hebben zij hier nog 20 jaar gewoond. Daarna zijn Arie en Sjoukje naar de woning van mijn ouders achterin de steeg verhuisd. Het voormalige winkelpand aan de straat – dat inmiddels een woonhuis was geworden – werd in 1997 verkocht en werd in de markt gezet als een ‘riant herenhuis’. Als wij dat vroeger over onze winkel hadden voorspeld, zou iedereen ons toen zeker hebben uitgelachen…”

Herinnering aan winkel blijft zichtbaar
Sinds de familie Koning het pand aan de Sloterweg 1233 in 1997 heeft verkocht, is het tegenwoordig in eigendom van alweer een tweede eigenaar. Andy: “Het is goed te zien dat ook deze nieuwe Slotenaren goed voor het huis zorgen. Onze familienaam boven de deur is uiteraard verwijderd, maar ik vind het geweldig dat het woord ‘Vleeschhouwerij’ nog altijd op de voorgevel staat. Ik hoop dat die tekst daar en de gevelindeling met de winkelruit – nu het dorp een beschermd dorpsgezicht is – inderdaad ook voor altijd behouden blijft. Dat vind ik prachtig, omdat daarmee een stukje dorpsgeschiedenis van Sloten blijft leven.”

Nadat de slagerij was gesloten werd de winkelruimte omgetoverd tot woonkamer. De tekst ‘Vleeschhouwerij’ in Jugendstil-stijl is nog altijd zichtbaar, maar toen de familie Koning het winkelpand in 1997 verkocht werd hun naam boven de voordeur verwijderd. Foto: Familiearchief Koning, 1989.

Jacob overleed in 1995 op 89-jarige leeftijd en Sientje was 96 jaar toen zij in 2005 het tijdelijke voor het eeuwige verwisselde.

Jacob en Sientje Koning liggen samen begraven op de openbare begraafplaats rond de Sloterkerk. Foto: Tamar Frankfurther.

Nog een slagerij in de dorpskern
Een paar huizen verderop was op nummer 1239 nóg een slagerij gevestigd, die van Joop Kool. In die tijd was het nog zo dat klanten hun boodschappen haalden bij de winkelier die was aangesloten bij hun eigen kerk. Koning was protestants en Kool was katholiek. Slotenaren die bij geen van beide kerken of geen enkele kerk waren aangesloten, hadden veelal ook hun voorkeuren naar welke winkel zij het liefst gingen. Datzelfde gold overigens ook voor andere winkels op het dorp, zoals voor de drie bakkerijen. Zij kozen voor een bepaalde winkel omdat het persoonlijk beter klikte met de winkelier, omdat zij een bepaald product bij een bepaalde slager lekkerder vonden of omdat ergens een voordelige aanbieding gold. Nieuw Sloten was nog niet gebouwd en de tuinders en werklieden aten veel meer vlees dan tegenwoordig gebruikelijk is. Er was dus lange tijd voldoende nering om beide slagerijen overeind te houden.

Advertentie van Slagerij Van den Bosch: Advertentie uit de Westerpost; 23 december 1981. Archief Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.

De slagerij van Joop Kool werd later overgenomen door Gijs van den Bosch, die zijn winkel in 1988 sloot. Daarna werd het pand verbouwd en een jaar later betrok een jong gezin dit adres en kreeg het pand een woonfunctie. De winkelruit met daarboven de kleine openklapraampjes met glas-in-lood zijn hier behouden gebleven.

Na de lange werkdag werd de vitrine bij Slagerij Van den Bosch leeggehaald en schoongemaakt. Foto: Familiearchief Frankfurther, december 1988.

 

Tamar Frankfurther; 30 december 2024.