In oktober 2025 hopen leerlingen van de Sloterschool – die in 1959, 1960 en 1961 werden geboren – elkaar te ontmoeten bij een reünie op het dorp Sloten.
Aangezien de leerlingen van de Sloterschool in deze periode altijd met twee klassen samen in één lokaal les kregen, kiezen de initiatiefnemers ervoor om beide jaren rond hun eigen geboortejaar 1960 ook uit te nodigen.
Graag aanmelden voor 1 oktober
Het plan is om komend najaar samen te gaan eten in Café-restaurant Kerkzicht op Sloten. Om te kunnen reserveren is het nodig dat iedereen zich voor 1 oktober 2025 via de e-mail aanmeldt bij Marga Weltevrede-Dooijeweerd. Ook broers en zussen van deze drie jaargangen zijn welkom bij de reünie.
Na hun kleutertijd bij juf Seyerling in de lokalen op de begane grond, kregen deze leerlingen eerst twee jaar in het meest zuidelijke lokaal les van juf Tekenbroek-van Geyn. Wie niet goed oplette of stout was werd door haar in de ‘Koude Kast’ gezet om af te koelen. Daarna stroomden de kinderen voor klas 3 en 4 door naar het middenlokaal bij de uitgesproken juf Komijn-de Gast. In het derde lokaal kregen zij les van meester De Graaf. Op de drie foto’s hierna is te zien hoe de kinderen opgroeiden.
(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)
De eerste en tweede klas van de Sloterschool tijdens het schooljaar 1966/1967. Achteraan v.l.n.r.: Juf Rie Tekenbroek-van Geyn, Adri Poelman, Thea Bruinis, Arnie Seyerling, Olaf Rutters, Harry Amelsbeek, Arie Hilgen, José Siekman, Gert Veldhuisen, Ingrid Frissen, Gradus van Limpt, Tim Kok en Peter van der Stad. Zittend v.l.n.r. per rij: Felix Frankfurther, René Scheltes, Thijs Jan ?, Marina van den Brink, Dini Troost, Karin Kerkwijk, Adriaan Polman, Martin Vrijbloed, Anjo Gerritsen, José Notenboom, Ellen Vogel, Rufina ? en Marga Dooijeweerd. Foto: Archief Familie Frankfurther.
De derde en vierde klas van de Sloterschool tijdens het schooljaar 1968/1969: Achterste rij staand van Links naar rechts: Juf Bloos, José Siekman, Wim Sjeret?, Henk Schokkenbroek, Rob Verburg, Anton Aalst, Rens van Dijk, Wouter Verwijk, Martin Vrijbloed, Gert Veldhuis, Juf Lenie Komijn- de Gast. Middelste rij staand v.l.n.r.: Tineke Schuilenburg, Arie Hilgen, René Scheltes, Tim Kok, Gradus van Liempt en Dini Troost. Zittend v.l.n.r.: Marina van den Brink, Felix Frankfurther, Karin Kerkwijk, Ingrid Frissen, Rita Bol, Yvonne Menger, Ellen Vogel en Marga Dooijeweerd. Foto: Archief Familie Frankfurther.
De twaalf leerlingen geboren van september 1959 t/m augustus 1960 die in de vijfde en zesde klas nog op school zaten, kregen in die jaren les van meester J.J. van der Burg. Dit was in het meest noordelijke lokaal. Enkele leerlingen van de hoogste klas namen de telefoon voor de school aan. Net buiten het lokaal hing boven de trap een toestel aan de muur.
De vijfde en zesde klas van de Sloterschool tijdens het schooljaar 1970/1971 met links achteraan de gymjuf en helemaal achteraan meester Van der Burg. De namen van de leerlingen volgen later. Foto: Archief Familie Dooijeweerd.
Op 11 oktober 2025 ontmoetten 13 oud leerlingen van de Sloterschool uit de geboortejaren 1959-1961 met broers en zussen elkaar op het Slotense Dorpsplein. Daarna nam Ben Meijer de groep mee naar het voormalige schoolgebouw waar zij bij twee gezinnen naar binnen mochten om herinneringen op te halen. Toen volgde een bezoekje aan het Politiebureautje, dat voorheen bijna altijd gesloten was. Afsluitend genoot iedereen van een heerlijke maaltijd bij café-restaurant Kerkzicht, die lang in beslag nam. Er viel immers veel bij te praten.
Op de plek waar zij vroeger hun speelkwartier doorbrachten en waar de juffen en de meesters eindeloos heen-en-weer liepen, maakte Tamar Frankfurther een klassenfoto van hen. Staand van links naar rechts: Jeannette Catsburg, Ellen Vogel, Ronald Catsburg, Don Schokkenbroek, Martine Verwijk, Wouter Verwijk, Berry Verwijk, Ed Dooijeweerd en Yolanda Brouwers. Zittend: Gradus van Limpt, René Scheltes, Marga Dooijeweerd en Els de Jong.
Schoolgebouw werd stap voor stap uitgebreid
Vermoedelijk was er al veel langer een school op Sloten, maar de oudste overgebleven bron die de Sloterschool vermeldt dateert uit 1595. Oudere archiefstukken gingen helaas verloren tijdens een grote brand op Goede (?) Vrijdag 1572 in de Sloterkerk. Op 4 mei 1827 heeft deze kerk zijn Schoolhuis voor duizend gulden verkocht aan de gemeente Sloten, die toen onder de Regeling Landelijk Onderwijs over een gemeenteschool diende te beschikken.
Het oorspronkelijke uit bakstenen opgetrokken schoolgebouwtje werd in 1884 verlengd tot een langwerpig gebouw met daarin drie lokalen met ieder drie ramen naast elkaar. In 1899 werd er haaks op het bestaande pand een groot pand bijgebouwd op het schoolplein. Hierin kwamen twee leslokalen die later werden verbouwd tot gymzaal. Om het nog ingewikkelder te maken: bij een latere uitbreiding in 1929 verhuisde de schoolpoort verhuisde naar de noordzijde van het pand, aan het Kerkrondje. Deze imposante deur is ontworpen door Publieke Werken.
In die tijd stond café Het Rechthuis nog op de plek waar tegenwoordig het Dorpsplein ligt. De leerlingen liepen in deze periode door het steegje naast het café achterom naar school.
Het leerlingenaantal bleef groeien. Kinderen kwamen zowel uit Sloten als Badhoevedorp en ook van de Noorder- en Zuiderakerweg en heel soms uit Oud Osdorp. In het tuintjesseizoen van april tot oktober werden de klassen aangevuld met kinderen die een half jaar met hun ouders op een volkstuin op Tuinpark Eigen Hof of op Tuinpark V.A.T. woonden.
In 1930 werd er aan de nieuwbouw nog een lokaal aangebouwd. Opnieuw ging dit ten koste van de speelplaats. In deze ruimte kregen de kleuters van De Rietvoorn les. Er was echter nog steeds sprake van ruimtegebrek. Tot ver in de jaren zestig was er daarom een dependance van de kleuterschool in een gebouwtje aan de steeg naar Tuinpark V.A.T., die nu de Lies Bakhuyzenlaan heet. Ook de kinderen geboren in 1960 gingen nog in dit noodgebouwtje naar de kleuterschool. Op de eerste verdieping kwam het handwerklokaal (alleen voor meisjes!).
Om ruimte te creëren voor alle leerlingen, werden er in 1952 drie lokalen bovenop het oorspronkelijke gebouw geplaatst. De kleuters kregen toen beschikking over twee lokalen op de begane grond van het oudste deel van het pand. In het meest zuidelijke deel werd lesgegeven en was een zandbak, verf- en poppenhoek. En in het middelste lokaal stonden klimtoestellen en een piano. Daarnaast werd een kleine docentenkamer ingericht met daarnaast het handarbeidlokaal (alleen voor jongens!).
Een jaar eerder kreeg de Sloterschool na lang zeuren eindelijk zijn betegelde speelplaats op de plek waar tegenwoordig het Dorpsplein ligt. Dat was mogelijk omdat het slecht onderhouden café Het Rechthuis inmiddels was gesloopt. Dit was geen overbodige luxe omdat de oorspronkelijke speelplaats inmiddels immers voor een groot deel was opgeofferd aan nieuwbouw. Wat resteerde van de oude kleine speelplaats werd het veilige buitenspeeldomein van de kleuters.
De originele toegangspoort van de school uit 1929 aan de Osdorperweg 20 is gelukkig nog helemaal intact. Dit zorgt ervoor dat de Sloterschool – ook al werd deze in 1985 wegens leerlingengebrek opgeheven – tot op de dag van vandaag een levende herinnering blijft. Rechts naast de originele schoolpoort het venster met kleine ruitjes dat licht brengt in de hal en daar rechts naast de kleine raampjes van waar vroeger kleuter-wc’tjes stonden. Een bijzonder stukje cultuurhistorie binnen het Beschermd Dorpsgezicht Sloten.
Met de fiets door het poortje tussen Sloterweg 1214 en 1216
In 1964 telde de Sloterschool nog slechts 86 leerlingen. De ouders konden toen kiezen: of de school sluiten of verder gaan als de dependance van de Professor P.H. Kohnstammschool aan de Klaas Katerstraat in Osdorp. Gerrit de Jong – die met zijn gezin in de schoolmeesterwoning aan de Sloterweg 1216 woonde – was sinds 1962 hoofd van de Sloterschool maar werd in 1964 overgeplaatst naar Osdorp. De keuze viel niet zwaar. De Jong bleef tot zijn pensioen het schoolhoofd.
Leerlingen die met de fiets kwamen, konden de fietsenstalling van de school bereiken via het poortje tussen de huisnummers 1214 en 1216. Deze lag langs de (kleuter)speelplaats en naast het hok waar oude kranten werden verzameld.
Het schoolpoortje is aangewezen als gemeentelijk monument. Links de voormalige schoolmeesterwoning aan de Sloterweg 1216.
In de jaren zeventig en tachtig werd de school met kunst- en vliegwerk opengehouden. Wat hielp was dat er gedurende het tuinseizoen extra leerlingen naar de Sloterschool bleven komen. Toen het leerlingenaantal begin jaren zeventig verder afnam, werd besloten klassen niet langer per twee leergangen in één lokaal samen te voegen maar per drie.
In 1982 moest de Professor Kohnstammschool in Osdorp sluiten en zo werd de Sloterschool weer zo goed als ‘zelfstandig’. Het onderwijs ging gewoon door. Met nog slechts elf leerlingen sloot de school in 1985 definitief zijn deuren. Leerlingen die hun schooltijd toen nog niet hadden afgerond, maakten de overstap naar de Sint-Jozefschool, verderop op het dorp. Vroeger zou het ondenkbaar zijn geweest dat ‘de openbaren’ les kregen bij ‘de katholieken’…
Tegenwoordig wonen er drie gezinnen in de voormalige Sloterschool. Inpandig zijn er nog enkele details die herinneren aan de oorspronkelijke functie als schoolgebouw. Het trappenhuis uit 1929 is nog wel helemaal intact. De bewoners delen de binnentuin die is aangelegd op de plek waar vroeger de (kleuter)speelplaats lag. De gemeente heeft het pand binnen het Beschermd Dorpsgezicht Sloten aangemerkt als orde 2-waardering. Dat betekent dat het een beeldbepalend pand is.
Tamar Frankfurther*; 24 september 2025; aangevuld op 13 oktober 2025.
* Met gebruikmaking van de uitgave ‘1595 – Sloterschool – 1985’ die ter gelegenheid van de grote afscheidsreünie van de Sloterschool in het schoolgebouw werd gemaakt door de Werkgroep Sloterschoolboekje; november 1986.
Op de plaats waar sinds de jaren negentig het Dorpsplein van Sloten ligt is in september tot november 1991 een opgraving uitgevoerd door de Afdeling Acheologie van de gemeente Amsterdam. In de Archeologische kroniek Noord-Holland 1991 is hierover een verslag gepubliceerd.
In de dorpsterp van Sloten aan de Sloterweg is in de periode 16 september tot 1 november 1991 een opgraving uitgevoerd. Doel van het onderzoek was de ouderdom en de structuur van deze nederzetting vast te stellen. De opgraving maakt deel uit van een reeks opgravingen die de laatste jaren zijn uitgevoerd in het kader van onderzoek naar de ontginningsgeschiedenis van de regio Amsterdam.
Amsterdam-Sloten. Het inmeten en tekenen van de ophogingslagen in de dorpsterp in 1991. Op de achtergrond de Sloterkerk. Foto Afd. Archeologie, Amsterdam.
De vrij omvangrijke dorpsterp is goed zichtbaar in het huidige stratenpatroon. De terp bevat een kerk met eromheen een (thans gedempte) kerksloot, voorts een weg (de huidige Sloterweg) en ruimte voor huizen. Twee percelen hiervan werden opgegraven. Tot voor kort stonden hier twee 17e-eeuwse huizen, waarvan er één dienst deed als herberg en rechthuis.
De aanleg van deze huizen, zo bleek uit oudere funderingen, dateert al uit de 16e eeuw. Beide percelen vormden daarvoor één perceel waarop, zo tonen de oudere lagen aan, vanaf circa 1175 een boerderij of huis stond. Doordat het perceel gemiddeld om de tien jaar werd opgehoogd konden boven elkaar negen boerderij- en huisplattegronden worden opgetekend. Het eerste huis was 5 m breed en 10 m lang; huis 2: 5,60 x 8,50 m; huis 3: 5,60 x 9,70 m; boerderij 4: 6,60 x 10,80 m (stalgedeelte: 6,60 x 1,30 m); boerderij 5: 5,70 x 12,80 m (stalgedeelte: 5,70 x 2,30 m); boerderij 6: 6,30 x 13,50 m (stalgedeelte: 6,30 x 2,30 m); huis 7: 4,90 x 8,40 m en huis 8: 4,90 x 8,40 m. Huis 9 werd gedeeltelijk opgegraven.
Uit deze ontwikkeling blijkt dat de huizen aanvankelijk geen stalgedeelte hadden, dat daarna een periode aanbrak waarin ze een klein stalgedeelte met ruimte voor slechts enkele koeien hadden en dat uiteindelijk (bij de huizen 7-9) weer geen stalgedeelte meer aanwezig was. De boerderijen/huizen (1-6) lagen met de korte zijde aan de Sloterweg; de huizen 7-9 lagen daarentegen met de lengteas parallel aan de Sloterweg. Wel dient vermeld te worden, dat enige funderingsconstructies, gelegen achter de laatstgenoemde huizen, kunnen wijzen op een afzonderlijk gebouwde stal. De op deze plek aangetroffen mestlagen ondersteunen deze gedachte.
Samengevat kan gesteld worden, dat het huidige Sloten zich vanaf het laatste kwart van de 12e eeuw op deze plaats ontwikkeld heeft, dat het oudste Sloten, bekend uit schriftelijke overleveringen daterend uit de 10e-11e eeuw, zoals door De Cock verondersteld, gezocht moet worden aan de zuidzijde van de Sloterplas en dat een verplaatsing, net zoals dat het geval was met Assendelft, naar de plaats van het huidige Sloten, in de loop van de 12e en 13e eeuw moet hebben plaatsgevonden.
Afdeling Acheologie, Amsterdam, J.M. Baart
Uit: de Archeologische kroniek Noord-Holland 1991; pagina’s 330 en 331.
Sinds half mei 2025 staat het archief van de in 1988 opgeheven Sint-Jozefschool online. In juni 2023 droeg oud-schooldirecteur Theo Durenkamp het ‘Archief Sint-Jozefschool Sloten’ netjes geordend over aan het Stadsarchief Amsterdam.
Ongeveer twee jaar later is het archief inmiddels geïnventariseerd door medewerkers van het archief en staat het online op hun website geplaatst. Dit veelzijdige archief maakt nu deel uit van de bijzondere collectie van het Stadsarchief Amsterdam.
(N.B. Door op de afbeelding te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)
Een van de honderden foto’s uit het archief van de Sint-Jozefschool op Sloten: álle leerlingen en docenten samen op de foto. Geheel links Juffrouw Everts en rechts de Meesters Nijman, Schuss en Weegenhuise.
Stadsarchief Amsterdam, collectie Sint-Jozefschool; circa 1950.
Archief start in 1871; lang voor de stichting van de school
In 2022 is Durenkamp – die van 1971 tot en met 1988 aan de school was verbonden – gestart met ordenen en rubriceren van alle papieren herinneringen aan de school. Het merendeel van het schoolarchief betreft brieven, verslagen van besprekingen, schoolgidsen en schoolkranten. Daarnaast bevat het ook veel foto’s uit de periode 1914-1988, het jaar dat de school wegens een gebrek aan leerlingen moest sluiten. Het archief gaat echter veel verder terug. Ook van de periode voor 1914 in de aanloop naar de stichting van de school is van alles bewaard gebleven.
Geschiedenis school en klooster in een notendop
De eerste plannen om een katholieke school te stichten dateren namelijk al uit 1871. In dat jaar werd vanuit de Sint-Pancratiuskerk – toen nog gevestigd in de oude dorpskern van Osdorp aan de Osdorperweg – een vereniging opgericht om hiervoor geld in te zamelen. Pas nadat in 1901 de parochie verhuisd was van Osdorp naar Sloten en de nieuwe kerk het centrum van de Sint-Pancratiusparochie werd, kwam er schot in het oprichten van de school. De Sint-Jozefschool werd op 1 juli 1914 geopend.
Van het toenmalige schoolcomplex resteert tegenwoordig alleen nog de woning van het schoolhoofd op Sloterweg 1190. Kort na de Duitse inval in 1940 verliet de heer Schuss uit veiligheidsoverwegingen de schoolwoning om met vrouw en kind (Fiet) te gaan wonen op Sloterweg 1122. Even later werd de schoolwoning gevorderd voor de vestiging van Duitse officieren. Na de oorlog wilde het echtpaar Schuss niet meer terugkeren naar hun oude woning omdat deze volgens hen bezoedeld was.
Na de Tweede Wereldoorlog stelde de parochie het pand beschikbaar aan nonnen die o.a. les gaven op de eveneens katholieke kleuterschool. Het oorspronkelijke schoolgebouw werd in 1992 deels vervangen door nieuwbouw voor de huidige school voor speciaal basisonderwijs De Driesprong. In het pand waarin de kleuterschool was gevestigd – dat grenst aan de begraafplaats – woont tegenwoordig een gezin.
School was nauw verbonden met dorp
Theo Durenkamp geeft in zijn omschrijving van het archief een goed beeld van de positie van de school op het dorp:
“Uit alle bewaarde archiefstukken blijkt overduidelijk dat de school uitging van de parochiekerk en in nauw verband stond met het dorpsleven van Sloten. Het schoolarchief bevat daarom naast de gebruikelijke schoolstukken ook archiefstukken waaruit de betrokkenheid blijkt bij diverse ontwikkelingen in Sloten, zoals op het gebied van woningbouw, verkeer en vervoer.”
Ook documenten over verkeer, vervoer en woningbouw Sloten
Andere niet-schoolse archiefstukken – die deel uitmaken van het archief van de Sint-Jozefschool – gaan onder andere over de ‘Verkeersvereeniging Sloten’. Dit dossier uit 1915 deelt informatie over de aanleg van een tramverbinding tussen de Overtoomse Sluis en Sloten. Onlangs heeft Erik Swierstra deze archiefstukken opgevraagd en geraadpleegd en hier het artikel ‘Een elektrische tram naar het dorp Sloten?’ over geschreven. Zie ook: www.slotenoudosdorp.nl/een-elektrische-tram-naar-het-dorp-sloten/.
Ook informatie over de planvorming voor de Slotense nieuwbouwwijk tussen de Vrije Geer, Osdorperweg en de Plesmanlaan in de jaren tachtig maakt deel uit van dit archief. Daarnaast bevat het archief ook verkeersveiligheidsplannen voor de dorpskern van Sloten, die dateren van eind jaren zeventig van de vorige eeuw.
Deze stukken zijn in het schoolarchief terecht gekomen omdat zowel de schoolhoofden Schuss als Durenkamp toen deel uitmaakten van deze overleggroepen. Voor het tramdossier uit 1915 is niet duidelijk hoe dit in het schoolarchief terecht is gekomen. De Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp beschikt in de collectie – die in het Dorpshuis Sloten ligt – over diverse andere vergelijkbare plannen en stukken. De werkgroep zal de relevante stukken uit het Sint-Jozefschoolarchief uiteraard ook betrekken bij de inventarisatie van het brede dorpsraadsarchief.
Op het nippertje kwam er geen woonwijk met 135 woningen
In dit schoolarchief bevindt zich nog een ander – veel ouder – dossier dat op het eerste oog niet thuis hoort in een schoolarchief. Dit geldt bijvoorbeeld voor het zeer verrassende archief van de ‘Woningbouwvereeniging Sloten’. Hierin staan de plannen uit circa 1920 om grenzend aan de dorpskern van Sloten een nieuwe wijk van 135 woningen te bouwen. Durenkamp: “Dit plan leed overigens schipbreuk toen de gemeente Sloten in 1921 werd geannexeerd. Een van mijn voorgangers – Hubertus Schuss – was naast schoolhoofd ook een van de initiatiefnemers en secretaris van deze woningbouwvereniging. Hij heeft indertijd dit bijzondere archief bij de historische schoolstukken gevoegd en daardoor is alles bewaard gebleven. In 2019 heb ik hierover een artikel geschreven.” Zie ook: www.slotenoudosdorp.nl/annexatie-verhindert-dorpsuitbreiding-sloten/.
Grasduinen in het archief en zelf digitale stukken opvragen
Voortaan zijn alle documenten en foto’s die deel uitmaken van dit bijzondere archief toegankelijk voor iedereen die wil speuren in het verleden van de lagere school of belangstelling heeft voor bovengenoemde onderwerpen.
Het Stadsarchief gaat papieren documenten pas digitaliseren als iemand deze stukken wil inzien. Aangezien het archief recentelijk pas online beschikbaar is, moet een groot deel van deze collectie nog gescand worden. U kunt kosteloos via deze website kijken welke documenten u wilt inzien. Als u de eerste bent die bepaalde stukken opvraagt, zult u ongeveer twee weken geduld moeten hebben. Zolang duurt het totdat de aangevraagde documenten gedigitaliseerd zijn. Het archief zal u uiteraard op de hoogte stellen als de stukken online beschikbaar zijn. https://archief.amsterdam/inventarissen/details/31488/keywords/st.%20jozefschool%20sloten/withscans/0/start/0/limit/10/flimit/5
“Wat mij betreft wordt alles openbaar!”
“Eén ding is jammer”, laat Durenkamp afsluitend weten, “namelijk dat sommige archiefstukken niet via de website te raadplegen zijn. Dat komt door ‘auteursrechtelijke bescherming’, zoals de medewerkers van het Stadsarchief dat noemen. Dit geldt bijvoorbeeld voor foto’s waarvan de fotograaf niet bekend is. Daardoor kan er aan niemand toestemming worden gevraagd of hun beelden openbaar gemaakt mogen worden. Bij sommige foto’s staat daarom aangegeven dat die alleen te bekijken zijn in de studiezaal in het Stadsarchief in de Vijzelstraat. Maar weet dat ik hierover nog in gesprek ben met het Stadsarchief. Ik streef ernaar om een zo groot mogelijk deel van deze collectie raadpleegbaar te krijgen via de website. Dan kun je alles gewoon thuis vanuit je luie stoel kunt inzien…”
Tamar Frankfurther; 6 augustus 2025.
In het begin van de 20e eeuw was er een diligencedienst tussen de Overtoomse Sluis en Sloten via de Sloterkade en Sloterweg. Deze was ingesteld in 1841 om mensen de gelegenheid te geven de droogleggingswerkzaamheden van de inpoldering van de Haarlemmermeer bij Sloten te bekijken.
Dit is artikel een bewerkte en aangevulde versie van het in 2008 verschenen artikel ‘De tram naar Sloten’.
(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)
Opening van de paardentramlijn van Sloten naar Amsterdam. Voorafgegaan door een fanfare rijden de feestelijk versierde paardentrams door de dorpsstraat van Sloten; 13 augustus 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
In 1901 kwam er zelfs een tweede omnibusdienst, die ook door particulieren werd geëxploiteerd. Vanaf 1900 werden in Amsterdam de paardentrams door elektrische trams vervangen. De laatste paardentram reed in 1916 tussen Nassauplein en Sloterdijk.
Paardentram van de Gemeentetram Sloten op het vertrekpunt in de Bosboomstraat. Na annexatie door Amsterdam werd de naam van deze straat gewijzigd in Andreas Schelfhoutstraat, omdat er in Amsterdam al een Bosboom-Toussaintstraat bestond, waarmee verwarring zou kunnen ontstaan. Op de achtergrond is de brug van de Overtoomse Sluis zichtbaar die de verbinding vormde tussen de Sloterkade (gemeente Sloten) en de Amstelveenseweg (gemeente Amsterdam, voorheen Nieuwer-Amstel), waar kon worden overgestapt op de elektrische tramlijn 1; circa 1920. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
In diezelfde periode wilde ook de gemeente Sloten zijn verbinding tussen Sloten en Amsterdam verbeteren. Daarom wilde men de diligencedienst vervangen door een gemeentelijke tramdienst. Al in 1906 waren er plannen voor een tramverbinding langs de Sloterstraatweg. Ondanks de verleende vergunning duurde het nog meer dan een decennium voordat de plannen tot uitvoering kwamen.
Paardentram van de Gemeentetram Sloten in de Jacob Marisstraat onderweg in de richting van het dorp Sloten; circa 1920. De huizen op de achtergrond zijn voor een deel nog aanwezig in deze straat. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
In juni 1917 besloot de gemeenteraad van Sloten tot aanleg van een elektrische tramlijn. Al eerder was er ook een elektrische tramlijn tot stand gekomen tussen Amsterdam en Sloterdijk, in 1904 via de Admiraal de Ruijterweg en in 1916 via de Haarlemmerweg. Als gevolg van Eerste Wereldoorlog waren de kosten voor aanleg voorlopig nog te hoog. Uiteindelijk kon de tram in 1918 worden gerealiseerd.
Paardentram bestaande uit twee rijtuigen (een gesloten en open rijtuig), getrokken door twee paarden onderweg van Amsterdam naar Sloten rijdt langs de Sloterweg; circa 1920. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Over de Sloterkade en Sloterweg werd aan de zuidkant van de weg een tramspoor aangelegd, met een wisselplaats onderweg. De baanlengte was 5200 meter. Een moderne elektrische tram was echter te hoog gegrepen. De gemeente Amsterdam wilde daaraan ook geen medewerking verlenen. Daarom werd het toch weer een paardentram. Dit was de laatste nieuw aangelegde paardentramlijn in Nederland. In het dorp Sloten werd een oud graanpakhuis verbouwd tot onderkomen voor de tramwagens. Nieuw materieel was echter te duur, dus tweedehands rails en trams werden aangeschaft. De rails waren afgedankt door de Stoomtram Oostelijk Groningen. De tramwagens hadden eerder gereden in Amersfoort, Gouda en Winschoten.
Paardentram verlaat het dorp Sloten richting Amsterdam. Rechts op de achtergrond is de in 1901 gebouwde R.K. Sint-Pancratiuskerk zichtbaar; circa 1920. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Op 13 augustus 1918 kon de nieuwe tramdienst feestelijk worden geopend. Aanvankelijk reed er iedere anderhalf uur een tram, vanaf 1919 was er een veertigminutendienst. Bij grotere drukte reden er twee gekoppelde wagens. De trams reden van de Andreas Schelfhoutstraat bij de Overtoomse Sluis via de Jacob Marisstraat (die toen nog Bosboomstraat heette), Theophile de Bockstraat, Sloterkade en Sloterweg naar de Akerweg, bij de brug naar Badhoevedorp.
Paardentram in de dorpsstraat van Sloten. Links van de tram is achter de boom het thans nog aanwezige politiebureautje te zien. Op de achtergrond is nog de toren zichtbaar van de R.K. Sint-Pancratiuskerk; circa 1920. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Per 1 januari 1921 werd de gemeente Sloten geannexeerd door Amsterdam. De directeur van de Slotense tram stelde aan zijn Amsterdamse collega voor om te gaan ‘samenwerken’, maar het verschil in grootte tussen de beide trambedrijven was te groot om aan dit voorstel gehoor te geven, dus ook dit werd annexatie. De Gemeente Tram Sloten ging hierbij ook op in de Gemeente Tram Amsterdam.
Paardentram aan het eindpunt Akerweg, nabij de Sloterbrug over de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder; circa 1920. Het gebouw links achter de tram bestaat nog als restaurant op Sloterweg nr. 1345. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Zoals hiervoor vermeld had men net vijf jaar eerder de laatste paardentram door een elektrische tram vervangen. Maar het vervoer naar Sloten was te gering en de investering te hoog om ook deze tramlijn te elektrificeren. Bovendien had men in Sloten uit zuinigheids overwegingen gekozen voor smalspoor (1067 mm), terwijl de Amsterdamse tram gebruik maakte van normaalspoor (1435 mm), zodat een kostbare omsporing nodig zou zijn. Voorlopig liet men de tram naar Sloten bij het oude. Wel werd het rollend materieel vervangen. De eerdere tweedehandsjes werden vervangen door afgedankte Amsterdamse paardentramwagens.
Motortram met autobus nr. 2 en tramrijtuig nr. 4 (ex-paardentram van de Amsterdamsche Omnibus Maatschappij), nu van de Gemeentetram Amsterdam, onderweg op de Sloterweg, richting Sloten. Het koersbord vermeldt de route Akerweg – Bosboomstraat; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Een jaar later werd als proef het paard vervangen door een tractor. Dit was een in de jaren twintig in Nederland wel meer toegepaste modernisering. Tevens werd het vertrekpunt van de Andreas Schelfhoutstraat verplaatst naar de toen nog nieuwe Jacob Marisstraat en kreeg de tram een lijnnummer: 21. De laatste paardentram reed op 28 februari 1922.
Motortram onderweg naar Sloten rijdt links op de Sloterweg. Om het tegemoetkomende verkeer te waarschuwen staat op het dak de tekst ‘TRAM’. Ook is het nieuwe lijnnummer 21 aangebracht; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
In een volgend stadium konden er ook passagiers mee in het trekvoertuig. Toen in 1925 betere motorvoertuigen beschikbaar kwamen liet men de paardentramwagen achterwege en werden de passagiers voortaan nog uitsluitend in het trekvoertuig vervoerd. Hiermee kwam op 3 december 1925 een einde aan de tramdienst. De autobus naar Sloten was geboren.
Pekelwagen nr. 14, afkomstig van de Gemeentetram Amsterdam, voor de remise van de Slotense tram in het dorp Sloten. In de deuropening is nog een trambus te zien; 1925. Dit gebouw (Sloterweg 1275) was een voormalig graanpakhuis en als remise in gebruik van 1918 tot 1925. Het werd in 1988 gesloopt. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Terwijl de tram vanaf de annexatie het lijnnummer 21 droeg, werd de bus van de lijnletter G voorzien. Vanaf 1927 ging deze via de nieuwe Zeilbrug naar het Haarlemmermeerstation rijden. In 1960 werd de route verlegd via de Vlaardingenlaan en Johan Huizingalaan. Dit bleef zo tot 1965, toen lijn G werd vervangen door buslijn 29. In 1970 nam lijn 69 zijn plaats in. Deze ging tevens doorrijden naar Badhoevedorp. In 1980 ging de exploitatie over naar Centraal Nederland, sinds 1999: Connexxion. In 1988 werd het vroegere onderkomen van de paardentramwagens in het dorp Sloten gesloopt, waarmee een einde kwam aan de laatste tastbare herinnering aan de tram in Sloten.
Deze foto is op dezelfde locatie genomen als foto nr. 6. Vanaf 1925 was buslijn G de opvolger van de vroegere tram naar Sloten. Deze buslijn reed tot in 1965 de oude route via de Sloterweg en door het dorp Sloten tot bij de Sloterbrug. Daarna werd deze vervangen door buslijn 29, die om het dorp heen ging rijden. Autobus 4 in de dorpsstraat van Sloten. Links op de achtergrond is nog de toren zichtbaar van de R.K. Sint-Pancratiuskerk; 8 augustus 1965. Foto: Tj.E. Swierstra.
Vanaf 1993 reed Connexxion-buslijn 145 elk half uur van de Marnixstraat naar Station Hoofddorp tussen de Johan Huizingalaan en de Ditlaar over de Sloterweg. In 2016 verdween deze lijn van de Sloterweg en ging omrijden via de Plesmanlaan. In 2017 werd lijn 145 opgevolgd door buslijn 195 die sindsdien de verbinding verzorgt vanaf Station Amsterdam Lelylaan via Johan Huizingalaan, de Sloterweg, Ditlaar en Vrije Geer en verder naar Badhoevedorp en Schiphol. Dit is dus een verre nazaat van de vroegere Slotense paardentram.
De route van de tramlijn Amsterdam – Sloten ingetekend op een recente kaart. De lijn volgde van linksonder (vanaf de Akerweg) de Sloterweg tot aan de Sloterkade en boog daar af naar het noorden. Aan het einde van de lijn is ook de slinger via Theophile de Bockstraat – Jacob Marisstraat – Andreas Schelfhoutstraat te zien. Het middelste gedeelte van de Sloterweg tussen de Johan Huizingalaan en het Aalsmeerplein is in de jaren zeventig onder het zand verdwenen i.v.m. de aanleg van de Ringweg A10. Bron: Wikimedia.
In 1991 kwam er weer een tram naar Sloten, nu echter naar de nieuwbouwwijk Nieuw-Sloten die toen verrees op het grondgebied van het vroegere tuinbouwgebied Sloten. Tramlijn 2 werd op 23 september 1991 verlengd vanaf de Louwesweg over een nieuwe trambaan die toen nog door een zandvlakte leidde. Langzamerhand kwam deze in de bebouwing te liggen en kreeg de tram zijn eindhalte bij het Oudenaardeplantsoen, nabij de Anderlechtlaan. Van daaruit is het nog tien minuten lopen naar het dorpsplein in Sloten. Met enige fantasie kan men bedenken dat Sloten weer per tram bereikbaar is.
Erik Swierstra; 25 juli 2025
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp
Literatuur
* De Amsterdamse paardentrams. Auteur: H.J.A. Duparc. Uitgave: Schuyt en Co, Haarlem, 1997. ISBN 90-6097-455-7
* Het autobusbedrijf, de werk- en dienstauto’s van de Gemeentetram Amsterdam, 1905-1950, door P.H. Kiers, 1994.
* Amsterdam 366 dagen. Auteurs: Mariëlle Hagman, Martin Harlaar en Richard Hengeveld. Uitgeverij THOTH Bussum / Stadsarchief Amsterdam, 2006 ISBN 90-6868-425-6
Zie ook:
* Een elektrische tram naar het dorp Sloten?
* Buslijnen in Sloten
* De tram naar Sloten op het Geheugen van West
* Trams naar Sloten op het Geheugen van de Amsterdamse Tram
* De Gemeentetram Sloten op Wikipedia
Diverse afbeeldingen van de Tramlijn Amsterdam – Sloten
Op nummer E113 aan de Sloterkade is Café Sluiszicht en daarvoor staat een diligence die een verbinding verzorgt tussen de Overtoomse Sluis en het dorp Sloten; circa 1910. Sloterweg E110 – E114 (ged.) v.r.n.l., Gemeente Sloten. (Later hernoemd naar Sloterkade 11 – 14 v.r.n.l.). Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Omnibusdienst Sloten – Overtoomse Sluis. Ter hoogte van Sloterkade 56 (Sloterweg E 204), café ‘Aalsmeerder Veerhuis’, Eigenaar L. van Putten; 1914. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Opening van de paardentramlijn Amsterdam – Sloten, nabij de tramremise in het dorp. Op de voorgrond het remisespoor; 13 augustus 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Opening van de paardentramlijn Amsterdam – Sloten, nabij de tramremise in het dorp. Op de voorgrond het remisespoor. Op het weiland op de achtergrond verrees enkele jaren later de Speeltuin Sloten; 13 augustus 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Paardentram in de Dorpsstraat van Sloten met links op nr. A 173 (later Sloterweg 1190) het huis van de hoofdonderwijzer van de naastgelegen Sint-Jozefschool; circa 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Paard met koetsier voor de remise van de Gemeentetram Sloten (GTS) op nr. A 236 (later Sloterweg 1275); circa 1920. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Paardentram met twee rijtuigen (een open en een gesloten rijtuig) met daarvoor twee paarden aan het eindpunt Akerweg van de tramlijn van Sloten naar Amsterdam. Links op de achtergrond Café ‘Rustoord’ aan de Akerweg op nr. A 283 (later ‘de Halve Maen’ op Sloterweg 1345); circa 1920. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Voormalige Gemeentetram Sloten (GTS), sinds 1921 tramlijn 21 van de Gemeentetram Amsterdam (GTA). Motortram op de lijn Andreas Schelfhoutstraat – Akerweg (Sloten) in de Jacob Marisstraat bij de Andreas Schelfhoutstraat (tot 1922 Bosboomstraat); augustus 1925. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Motortram van de Gemeentetram Amsterdam op lijn 21 Andreas Schelfhoutstraat – Akerweg (Sloten) met bus nr. 4 en rijtuig nr. 3 (ex-paardentram Amsterdam) voor de huizen Jacob Marisstraat 83-93, gezien naar de Andreas Schelfhoutstraat; 10 augustus 1924. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Voormalige Gemeentetram Sloten, sinds 1921 tramlijn 21 van de Gemeentetram Amsterdam. Motortram op de route Andreas Schelfhoutstraat (voorheen Bosboomstraat) – Akerweg (Sloten), met provisorische auto-trekktracht en twee rijtuigen, waaronder rijtuig nr. 7, afkomstig van de Slotense paardentram. Op de achtergrond de huizen Jacob Marisstraat 89-97. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Motortram op de lijn Jacob Marisstraat – Akerweg met een provisorische trekkracht in de vorm van vrachtauto nr. 14 van de Gemeente Amsterdam en een rijtuig van de Gemeentetram Amsterdam, afkomstig van de Amsterdamse paardentram, in de Jacob Marisstraat; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Motortram met een autobus als trekkracht en een rijtuig afkomstig van de Amsterdamse paardentram op lijn 21 Jacob Marisstraat – Akerweg (Sloten) buigt af vanaf het Jacob Marisplein naar de Theophile de Bockstraat; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Tram wordt voortgetrokken door een auto voor personenvervoer op de hoek Jacob Marisplein en Theophile de Bockstraat 2 – 4 (v.r.n.l.). Het spoor buigt rechtsaf naar de Sloterkade en gaat verder langs de kade en de Sloterweg naar Sloten; circa 1922. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Voormalige Gemeentetram Sloten, sinds 1921 tramlijn 21 van de Gemeentetram Amsterdam, op het eindpunt Akerweg (Sloten) nabij de Sloterbrug; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Rijtuig nr. 3 van de tramlijn Amsterdam – Sloten met aanrijdingsschade te Sloten. Dit rijtuig is een voormalige Amsterdamse paardentram; circa 1922. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Na de opheffing van de tramlijn Amsterdam – Sloten in 1925 werd de dienst op deze verbinding vele jaren onderhouden door buslijn G van de Gemeentetram Amsterdam. De bus had een keerlus aan de Akerweg, nabij de Sloterbrug. Rechts is het wachthuis van de bus te zien. Op de achtergrond in de verte de bomen van de Osdorperweg; 1938. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Buslijn G verzorgde tussen 1925 en 1965 de verbinding van het dorp Sloten met Amsterdam (Haarlemmermeerstation). De bus op het eindpunt bij de Ringvaart van de Haarlemmermeer tegenover Sloterweg 1345 met autobus 74 van het Gemeentevervoerbedrijf (GVB); juni 1953. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
De steeg tussen de huizen Sloterweg 1269 en 1277 gezien in zuidelijke richting. Op de achtergrond, op nummer 1275, de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten annex-brandweerkazerne van de gemeente Sloten; 25 april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
De voorgevel van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als het pakhuis van Gerrit van der Puij en was nauwelijks gewijzigd (zie ook foto nr. 10). Het werd gesloopt in 1988. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
De achtergevel van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als magazijn / opslagruimte. Het werd gesloopt in 1988. Rechts is nog de torenspits van de Sloterkerk te zien. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
De achtergevel van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als magazijn / opslagruimte. Het werd gesloopt in 1988. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Interieur van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als het pakhuis van Gerrit van der Puij. Het werd gesloopt in 1988. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Interieur van de voormalige tramremise van de Gemeentetram Sloten op Sloterweg 1275. Het gebouw was sinds de opheffing van de tramlijn in 1925 in gebruik als magazijn / opslagruimte voor oude auto’s. Het werd gesloopt in 1988. Foto van april 1984. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
De dorpsstraat van Sloten met tramrails die een goede indruk geven van de route van de tramlijn door het dorp. Links is het voormalige Rechthuis zichtbaar op nr. A 218 en A 219 (vanaf 1922: Sloterweg 1230); circa 1918. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
De dorpsstraat van Sloten met tramrails die een goede indruk geven van de route van de tramlijn door het dorp. Links zijn zichtbaar de huizen A 201 en 202 (vanaf 1922: Sloterweg 1224-1220). In de verte de toren van de Sint-Pancratiuskerk; circa 1918. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
De Akerweg te Sloten met tramrails die een goede indruk geven van de route van de tramlijn door het dorp. Links zijn zichtbaar de huizen A 284 en A 285 (vanaf 1922: Sloterweg 1252 en 1246). In de verte de toren van de Sint-Pancratiuskerk; circa 1918. Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
In 1915 werd op verzoek van de Verkeersvereniging Sloten een onderzoek gedaan naar de mogelijkheid tot het aanleggen van een elektrische tramlijn langs de Sloterweg tussen de Overtoomse Sluis en de Ringvaart bij het dorp Sloten. In het archief van de Sint-Jozefschool te Sloten, opgenomen in het Stadsarchief Amsterdam, bevinden zich ook enkele stukken met betrekking tot een plan voor een elektrische tram naar het dorp Sloten.
In een rapport van de heer Van Melden in Zandvoort van 10 juli 1915 werden de mogelijkheden beschreven. Hieronder een samenvatting van de tekst van Van Melden.
De tramlijn zou worden uitgevoerd in smalspoor, met een spoorwijdte van één meter. Het voorstel was om de tramdienst te gaan onderhouden met één tramwagen. De lengte van de tramlijn zou circa 5 kilometer gaan bedragen, waarbij gerekend werd op een gemiddelde snelheid van 20 à 25 km/h. De ritduur zou hierbij circa 15 minuten bedragen. Als de tram iedere 40 minuten van het eindpunt zou vertrekken, zou er aan de eindpunten circa 5 minuten overblijven.
Mocht later blijken dat toename van het vervoer meerdere diensten vereist, dan zouden er op meerdere plaatsen onderweg wisselplaatsen kunnen worden aangelegd, zodat er met meerdere wagens vanaf de beide eindpunten gereden zou kunnen worden.
(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)
Langs de kant van de Sloterstraatweg
Het was wenselijk vanaf de Ringvaart, waar in de omtrek ook de remise zou worden geplaatst, de noordelijke sloot langs de weg te dempen, zodat de tram daar buiten de straatweg zou komen te lopen. Bij de uitspanning van Kuiper zou de trambaan de weg moeten kruisen en dan verder langs de zuidelijke kant moeten vervolgen. Waar de sloot gedempt wordt blijft de weg vrij voor het overige verkeer. De scherpe bochten vervallen hiermee waardoor minder geleidings-(bovenleidings)-palen nodig zijn en er minder slijtage aan rails en wielbanden zal zijn. Ook is de tram zo van verre zichtbaar en dus niet plotseling ‘om de hoek zal komen’.
De tram houdt de zuidelijke kant van de weg, aan de noordelijke kant liggen waterleidingbuizen van de Genie, dit zou gevaren opleveren, nog afgezien van of er wel toestemming voor zou komen. Aan de zuidkant liggen alleen gasbuizen, die voor de aanleg geen ‘noemenswaardig’ bezwaar op zouden leveren.
Tussen de Hoeve ‘Welgelegen’ en de Hoeve ‘Lissabon’ maakt de weg een sterke bocht. Hier zou het wenselijk zijn de trambaan over een lengte van 75 meter achter de bomen te leggen. Hiervoor zal de sloot gedeeltelijk moeten worden gedempt en een aantal bomen verwijderd worden. Een klein deel van het aanliggende weiland valt in de aan te leggen baan.
Ontworpen trambaan met keerlus voor de elektrische tramlijn naar Sloten bij de Overtoomse Sluis; juli 1915.
Keerlus bij de Overtoomse Sluis
De trambaan volgt de zuidelijke kant van de weg tot aan de Theophile de Bockstraat. Daar wordt de weg gekruist en rijdt de tram door deze straat en zwaait vervolgens af naar de Jacob Marisstraat. Aan het einde van deze straat komt de tram via de Bosboomstraat nabij de sluis weer bij de Sloterweg. Hier wordt dan een lus gevormd waarmee de tram steeds dezelfde kant uitrijdt, hetgeen de motor van de tram ten goede komt. Op het smalle deel van de weg bij de sluis moeten de bomen langs de huizen verdwijnen.
De gehele Sloterstraatweg leent zich goed voor de tramweg, alleen bij de lus is het wat moeilijker met de smalle straten aldaar. Als voorbeeld werd Haarlem aangehaald waar de tram ook al door diverse smallere straten rijdt en waar zich ‘nimmer iets voordeed’.
In de bijlage zijn drie afbeeldingen gevoegd van de wegprofielen, de situatie bij de Overtoomse Sluis en een ontwerp van een motorwagen, gedeeltelijk ingericht voor het vervoer van goederen.
De route zou lopen vanaf de Overtoomse Sluis via de Sloterweg tot aan de Sloterbrug. Er werden opmetingen gedaan t.b.v. de aanleg van de trambaan. Hiervoor werden profieltekeningen gemaakt van elf locaties langs de route. Op een aantal plaatsen zou de trambaan buiten de bomenrij gelegd moeten worden, waarvoor sloten moesten worden gedempt. Dit zou uiteindelijk niet gebeuren, het tramspoor werd aan de kant van de weg aangelegd.
Ook werd een ontwerp gemaakt voor het eindpunt nabij de Overtoomse Sluis. Hiervoor was een keerlus voorzien waarbij de tram komende van de Sloterstraatweg (thans Sloterkade) een lus zou beschrijven via de Theophile de Bockstraat, Jacob Marisstraat en -plein naar de Bosboomstraat (vanaf 1923 Andreas Schelfhoutstraat) en terug via de Sloterkade. Bij de uiteindelijke aanleg van de tramlijn in 1918 kwam er een kopeindpunt in de Bosboomstraat.
Ontwerptekening motorwagen
Er was ook een ontwerptekening voor een elektrisch motorrijtuig. De tekenaar heeft zich duidelijk laten inspireren door de stadstram van Haarlem, waar de Electrische Spoorweg-Maatschappij (ESM), voorheen Eerste Nederlandsche Electrische Tram-Maatschappij (ENET), op meterspoor een tramdienst exploiteerde. De voor de Slotense tram getekende tram heeft sterke gelijkenis met de in 1913 verbouwde motorwagens van de serie 41-57 (in 1899 gebouwd als bijwagens), met maximum-traction draaistellen en vijf zijruiten. Afwijkend was dat er ook een bagageruimte was voorzien, waardoor deze tram iets langer zou zijn geworden.
In 1917 besloot de gemeenteraad van Sloten tot aanleg van deze elektrische tramlijn. De tijd was echter niet gunstig, mede als gevolg van de Eerste Wereldoorlog was er schaarste aan geld en middelen en was een elektrische tram te hoog gegrepen. Uiteindelijk werd met tweedehands materialen (rails en tramrijtuigen) in de zomer van 1918 een paardentramlijn geopend, die slechts een beperkte levensduur van enkele jaren zou kennen.
Erik Swierstra, 23 juli 2025.
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp
De kaarten zijn afkomstig uit het Stadsarchief Amsterdam.
* Voor de verdere geschiedenis van ‘De tram naar Sloten’: zie: Tramlijn Amsterdam – Sloten
* Meer over de bovenstaande tekst is te vinden in het Stadsarchief Amsterdam op: https://archief.amsterdam/inventarissen/details/31488/path/19 (op punt 19)
De Wijsentkade is een uit de Middeleeuwen daterende kade (lage dijk) die de scheiding vormt tussen de Osdorper Bovenpolder en Middelveldsche Akerpolder enerzijds en de Lutkemeerpolder anderzijds. Voor 1795 was dit tevens de grens tussen de ambachtsheerlijkheden Osdorp, Raesdorp en Nieuwerkerk.
(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)
Kaart van de Lutkemeer e.o. vervaardigd door Floris Floris Balthasars en zijn zoon Balthasar Florisz van Berckenrode; circa 1615. Linksboven is de naam ‘de Wijsent’ te zien.
De kade liep vroeger in noordelijke richting door, langs de buurtschap Raesdorp, naar Houtrijk en Polanen (Halfweg) en in westelijke richting naar het door de Haarlemmermeer verzwolgen dorp Nieuwerkerk. De ‘Wijsent’ is een naam die in Noord-Holland vaker voorkomt en schijnt afkomstig te zijn van een Oudfries woord dat ‘veld’ of ‘weide’ betekent.
* Zie ook: nl.wikipedia.org/wiki/Wijsentkade.
De Lutkemeer en omgeving omstreeks 1746. Het gele gebied is Raesdorp, het roze gebied is het restant van Nieuwerkerk, het groene gebied is Oostdorp (Osdorp), met onderaan ‘De Naecker Molen’. De ‘Wijsent Kade’ loopt langs de noordgrens van Raesdorp, de noord- en oostgrens van de Lutkemeer. De grijze strook onderaan is door de Haarlemmermeer weggespoeld land.
De Lutkemeer en Raasdorp met de pas gegraven Ringvaart van de Haarlemmermeer, die zelf nog niet is drooggemaakt. Links nog het laatste restant van Nieuwerkerk aan den Drecht. Onderaan de Akerpolder, met de (oude) Akermolen. Rond de Lutkemeer loopt de Wijsentkade; circa 1848.
De dijkcoupure in de Wijsentkade gezien in oostelijke richting; 15 september 2018. Foto: Erik Swierstra.
In West-Friesland (gemeente Medemblik) bestaat een buurtschap met een verwante naam: Wijzend. Deze naam wordt als volgt verklaard:
De plaatsnaam Wijzend verwijst naar de ligging van de weiden ten opzichte van de dijk de Wijzend. De plaatsnaam komt in 1639 voor als Wijsent.
* Zie ook: nl.wikipedia.org/wiki/Wijzend.
Na de inpoldering van de Lutkemeer in 1865 vormde de Wijsentkade een ringdijk rondom de Lutkemeerpolder, geheel gelegen binnen de gemeente Sloten. Sindsdien vormt deze kade de begrenzing met de Osdorper Bovenpolder aan de noordoostkant en de Middelveldsche Akerpolder aan de zuidoostkant. In het onbebouwde deel van de polder is de kade grotendeels in het landschap terug te vinden. Bij de Lutkemeerweg ligt een coupure in het dijklichaam van de Wijsentkade.
Over de polders in de voormalige gemeente Sloten is meer te lezen op: De polders in de voormalige gemeente Sloten.
Zie verder:
* De Osdorperpolders
* De Lutkemeerpolder
* De Middelveldsche Akerpolder
Erik Swierstra; 8 juli 2025.
Dit artikel is ook te lezen als pdf: De Wijsentkade (pdf).
Huis op de Wijsentkade, links de coupure in de dijk, op de achtergrond de Lutkemeerweg; 12 juli 1967. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Huis op de Wijsentkade, links de coupure in de dijk, op de achtergrond de Lutkemeerweg; jaren tachtig. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Huis op de Wijsentkade, links de coupure in de dijk, op de achtergrond de Lutkemeerweg; 17 mei 2023.
Foto: Erik Swierstra.
De Lutkemeerpolder in 1903 met langs de Lutkemeerweg vijf boerderijen: Tijd is geld, De Melkweg, de Boterbloem, Nooit Gedacht en ’t Oog in ’t Zeil. Aan de linkerkant het stoomgemaal langs de ringvaart, aan de onderkant het nog bestaande Stoomgemaal De Lijnden. Links van de Ringvaart een een gedeelte van Raesdorp en Nieuwerkerk. De Wijsentkade vormt de noord- en oostgrens van de Lutkemeerpolder.
De toehoorders hingen aan de lippen van auteur Jan Loogman en interviewer Kees Schelling tijdens de boekpresentatie op 13 juli 2025 in het Dorpshuis Sloten.
Het verhaal over Willem de Buisonjé – die tot de annexatie van de gemeente Sloten in 1921 zowel wethouder als Tweede Kamerlid was – was dan ook een intrigerend relaas.
Leugen dat de Slotenaren geannexeerd wilden worden
Loogman: “Hoewel dat absoluut niet het geval was, heeft De Buisonjé in Den Haag verkondigd dat de meerderheid van de Slotenaren de annexatie steunde. Als wethouder van Sloten was hij voor de andere Kamerleden natuurlijk geloofwaardig. Toen hierover werd gestemd was De Buisonjé afwezig. Denkend te handelen in lijn met wat de Slotenaren wilden, heeft men vermoedelijk het voorstel om Sloten gedeeltelijk te annexeren verworpen en gekozen voor een volledige annexatie.”
Gemeenteraad van Sloten tegen annexatie
De boodschap dat de Tweede Kamer tot volledige annexatie had besloten, kwam hard aan bij de overige gemeenteraadsleden van Sloten. De raad kwam meteen in spoed bijeen. Alle aanwezigen schaarden zich achter een motie die de opstelling van De Buisonjé veroordeelde. De Buisonjé schitterde opnieuw door afwezigheid.
Opportunisme en eigen belang?
Waarom De Buisonjé zo handelde? Het is slechts gissen. Loogman ziet hem als ‘een opportunist eerste klas’. Loogman betwijfelt of hij als bewoner van de buurt bij de Admiraal de Ruijterweg – die onder de grote gemeente Sloten viel – als een ‘echte’ Slotenaar werd gezien. Loogman: “Hij wilde zich waarschijnlijk populair maken in Amsterdam. Daar waren ze wel blij met die enorme gebiedsuitbreiding. Bij de raadsverkiezingen in 1921 stond hij op een verkiesbare plek voor de liberale partij ‘Economische Bond’. Hij kwam echter nooit in de gemeenteraad omdat hij voor die tijd al gevlucht was naar Duitsland. Door roekeloos te investeren was hij in financiële nood gekomen. Hij had dit proberen op te lossen met fraude, maar dat was uitgekomen…”
Verkrijgbaar bij boekhandel Meck en Holt
Jan Loogman heeft bovenstaande en andere feiten die over De Buisonjé bekend zijn, zelf aangevuld met fictie. Als u in de komende maanden bij Boekhandel Meck en Holt aan Tussenmeer in Osdorp voor tenminste 20 euro aan boeken aanschaft, krijgt u ‘De Verrader van Sloten’ cadeau.
Zie ook:
* Het verhaal van Willem de Buisonjé, de man die Sloten verraadde
* Slotense herenboer doet boekje open over Slotense wethouder
* Annexatie van 1921: 100 jaar geleden
Op zondag 13 juli 2025 deelt schrijver Jan Loogman om 15 uur in het Dorpshuis Sloten het bijzondere verhaal over de rol die wethouder en Tweede Kamerlid Willem de Buisonjé in 1920 speelde bij de annexatie van de gemeente Sloten.
Hoe kon het gebeuren dat de mooie plattelandsgemeente Sloten – ondanks breed verzet onder de bevolking – op 1 januari 1921 toch werd geannexeerd?
Veel vragen te beantwoorden
Tijdens een vraaggesprek met Kees Schelling zal Loogman op zoek gaan naar antwoorden op allerlei vragen. Welke rol speelde De Buisonjé precies? Was hij inderdaad zoals hij zelf aan het eind van zijn leven aangaf slechts “een radertje in het grote geheel en dus klein grut”? Of had hij met zijn dubbele pet een beslissende stem toen de regering in 1920 het voorstel deed om de grote gemeente Sloten volledig door Amsterdam te laten annexeren?
In dezelfde periode verliest De Buisonjé zich in financiële malversaties. Als deze aan het licht komen, is het gedaan met zijn carrière. Is er een relatie tussen zijn financiële nood en zijn medewerking aan de annexatie? En, terugkijkend vanuit 2025: verdient De Buisonjé het om te worden herinnerd als ‘een van de aartsvaders van Amsterdam Nieuw-West’?
Steeds meer landbouw- en tuinbouwgrond van de voormalige gemeente Sloten verdween vanaf het begin van de jaren vijftig van de 20ste eeuw langzaam maar zeker onder het zand. Tuinstad Slotermeer werd als eerste buiten de Ringspoorbaan gebouwd. Op 1 december 1951 sloeg J. in ’t Veld – minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting – hiervoor de eerste paal in de grond. Hoogstwaarschijnlijk was Slotenaar De Buisonjé bij deze ceremonie niet aanwezig, maar Jan Loogman bepaalt in zijn fictieve verhaal – gebaseerd op wat echt is gebeurd – anders.
Loogman: “Helemaal rechts op de foto tussen de toeschouwers staat een man met een hoed. Die persoon had heel goed De Buisonjé kúnnen zijn. Ik laat hem bij deze gelegenheid zelfs een door mij geschreven toespraak houden. Daardoor wordt deze foto passend voor op het omslag van mijn boek…” Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Startschot van ‘opgewekt’ afscheid van Boekhandel Meck & Holt
’
De verrader van Sloten’ is de negende uitgave in de serie Nieuw-West Side Stories, die de Osdorpse Boekhandel Meck & Holt heeft uitgegeven. Met ingang van 1 augustus zal elke klant die in de boekwinkel aan de Tussenmeer voor tenminste 20 euro aan boeken aanschaft bij zijn aankoop deel 9 cadeau krijgen.
Op 13 juli zullen Loogman en Schelling het ‘opgewekte’ startschot geven van de naderende sluiting van de boekwinkel aan de Tussenmeer. Wie niet tot augustus wil wachten kan deze uitgave na afloop van de presentatie al voor 7,50 euro aanschaffen en uiteraard meteen laten signeren.
Tamar Frankfurther; 30 juni 2025.
Amsterdam mag dan komend weekend op de Ringweg zijn ‘750-jarig bestaan’ vieren… Volgende week is het precies 60 jaar geleden dat Sloten feestelijk stilstond bij zijn ‘900-jarig bestaan’.
Van 24 tot en met 26 juni 1965 werd er met dit groots opgezette dorpsfeest met veel aandacht voor de historie stilgestaan bij de verjaardag van Sloten. Inmiddels zijn er overigens nog oudere bronnen van Sloten bekend.
Op de hoek van de Sloterweg en de Slimmeweg trok deze nostalgische optocht met verklede kinderen voorbij. De tekst op het voorste schoolbord is deels leesbaar. De laatste burgemeester van de gemeente Sloten wordt genoemd en de boodschap getuigt van een toen nog altijd levende boosheid over de ongewilde annexatie van de gemeente Sloten: “Burgemeester van Suchtelen van den Haare had het in Sloten nog lang kunnen … alvorens … inlijfde …” Het volgende schoolbord in de optocht gaat over het Rechthuys dat tot in de jaren vijftig stond op de plek van het huidige Dorpsplein van Sloten. Op de achtergrond ziet u het pand van de Speeltuinvereniging Sloten dat nog altijd dienst doet.
Vermoedelijk vieren de kinderen op de foto rond deze tijd (bijna) hun 70ste verjaardag. Herkent u iemand? Hebt u een foto waar de hele kritische tekst of de boodschap van een ander schoolbord op staat? Laat het vooral weten via de mail.
Foto: Archief werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp.
Film en foto’s
Over dit driedaagse festijn heeft P. Hans Frankfurther – die begin jaren zestig op het dorp was komen wonen – met zijn Slotense filmproductiebedrijf Pan Film BV de film ‘9 Eeuwen Sloten’ gemaakt. Deze film werd eerder al vertoond in het Dorpshuis Sloten. In de toekomst volgen er vast opnieuw voorstellingen.
Rond de Slotense dorpskern stonden drie ‘historische’ toegangspoorten. Wie daar doorheen was gelopen keerde terug naar het dorpsleven uit vervlogen tijden. In het archief van de werkgroep Sloten-Oud Osdorp ligt allerlei (digitaal) (foto)materiaal dat herinnert aan dit unieke feest. Als u thuis zelf ook nog foto’s hebt liggen, houdt de werkgroep Historie zich aanbevolen.
Tamar Frankfurther; 16 juni 2025.
Eind maart 2025 zijn er archeologische opgravingen verricht naar de voormalige Sint-Pancratiuskerk, die voorheen in het tegenwoordige Oud Osdorp stond. Dit was de voorganger van de huidige Sint-Pancratiuskerk in Sloten.
De fundamenten van de katholieke kerk waren tijdens de werkzaamheden een week lang zichtbaar.
De afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam heeft in een week veel werk verzet omdat de opgravingen in een week voltooid moesten worden.
Foto: Theo Durenkamp
Van 1633 tot 1901 stond de Sint-Pancratiuskerk in Osdorp
De afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam trof tijdens de opgravingen de fundamenten van de kerk – met sacristie en pastorie – die aan de Osdorperweg stond. De sacristie is een kamer die aan een kerk vastzit – meestal bij het altaar – waar o.a. de geestelijken zich kleden voor kerkelijke functies. Het kerkgebouw moest in 1901 wegens bouwvalligheid worden gesloopt. Dat was tevens het moment waarop de parochie verhuisde naar het nieuwe kerkgebouw op Sloten waar de Sint-Pancratiuskerk in datzelfde jaar zijn deuren opende.
Inmiddels zijn alle archeologische resten weer onder de grond verdwenen. Alleen de zwarte aarde verraadt nog de positie van de voormalige kerk. Op deze kavel worden woningen gebouwd, maar bij het heien worden de funderingen ontzien. Tenminste, dat is de bedoeling…
“Aanzicht van het kerkje te Osdorp aan de Osdorperweg. Met van links naar rechts het kerkgebouw, de sacristie en de pastorie. Op de voorgrond het toegangspad vanaf de Osdorperweg naar de kerk. De Osdorperweg ligt rechts.” Foto: Collectie Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp; eind 19de eeuw.
Een deel van het kerkhof is behouden, dit heeft nu de gemeentelijke monumentenstatus en kan worden bezocht via het nieuwe grindpad naast de kavel waar de nieuwbouw zal verrijzen.
Zodra de resultaten van het onderzoek bekend zijn, treft u op deze website een uitgebreider artikel over de bevindingen.
Theo Durenkamp; 7 april 2025.