De bewoners van de Osdorperweg ontvingen op 3 januari 2024 eindelijk de reeds voor november 2023 toegezegde bewonersbrief met de gemeentelijke plannen voor de verdere aanpak van de Osdorperweg.
Deze brief blinkt uit in nietszeggendheid, vermeldt vooral een heleboel onderwerpen níet en zorgt alleen maar voor meer vragen en een groter wantrouwen.
Vaag, onduidelijk, niets wordt benoemd
In de brief wordt bijvoorbeeld niet bevestigd dat Fase 2 van het Groot onderhoud aan de Osdorperweg in 2024 zal worden afgerond. Portefeuillehouder Nazmi Türkkol heeft dit tijdens de vergadering van stadsdeelcommissie van 19 december 2023 wel beloofd. Er staat alleen in dat “de gemeente van plan is enkele maatregelen te onderzoeken en te testen met de bedoeling deze óf mee te nemen in het nog resterende groot onderhoud van het zuidelijke deel Osdorperweg, óf direct na dit onderhoud na de dan gehouden verkeerstellingen”.
De gemeente meldt verder bezig te zijn met het maken van het ontwerp van de Osdorperweg. Dit zal – als het klaar is – worden gedeeld met de bewoners. De gemeente geeft dan ook meer informatie over de planning van diverse onderzoeken. Anders dan tijdens de vergadering beloofd maakt de brief ook niet duidelijk om wélke maatregelen het dan precies gaat.
Geen planning, geen tijdslijn
Deze brief is gedateerd op 27 december 2023. Dat is acht dagen na de heftige discussie in de stadsdeelcommissie over de niet nagekomen maatregelen. Er staat niets in over de door Türkkol toegezegde tijdslijn van het nog resterende werk. De stadsdeelbestuurder Verkeer heeft toen toegezegd dat de renovatie en de maatregelen in 2024 gerealiseerd zullen worden. Dat betekent dat de gemeente zich zal moeten houden aan een zeer strakke tijdsplanning. Het zou hierbij helpen wanneer de stadsdeelcommissie tijdens elke vergadering hierover de vinger aan de pols houdt. Een vast agendapunt wellicht?
Tamar Frankfurther; 12 januari 2024.
Een parel in het gehavende boerderijenlint van Sloten
21 december 2023
Het dorp Sloten is een gemeentelijk monument rijker! De voormalige boerderij ‘Margarethahoeve’ aan de Sloterweg 1081 ligt in het boerderijenlint dat vanouds de Sloterweg aan beide zijden omzoomde. Dit is in het laatste decennium aanmerkelijk versnipperd geraakt door nieuwbouw. Reden te meer om de enkele boerderijen die er nog zijn te koesteren.
Sloterweg
De Sloterweg ten oosten van het dorp Sloten is aan het einde van de dertiende eeuw aangelegd in een ontginningsgebied en vormde sindsdien een belangrijke verbindingsroute tussen Sloten en Amsterdam. Door de ontginning van het veengebied rondom Sloten, ontstonden aan beide zijden van de weg langgerekte kavels omgeven door sloten. Op de kop van deze kavels zijn boerderijen gebouwd, waardoor een langgerekt boerderijenlint tot stand kwam. Vermogende Amsterdammers kochten kavels als belegging, of om er een hofstede of buitenplaats te stichten. Zo is de Margarethahoeve lange tijd een pachtboerderij geweest van Amsterdamse families. In de loop van de negentiende eeuw zijn echter alle buitenplaatsen verdwenen en kwamen ook op deze terreinen boerderijen.
In 1921 is de gemeente Sloten geannexeerd door de gemeente Amsterdam met het oog op uitbreiding van de snelgroeiende stad. Behalve bebouwing was er ook aandacht voor ‘vergroening’ in de toenemende stedelijke omgeving. Aan de Sloterweg kwam in 1927 een volkstuincomplex en zo’n 10 jaar later werd het Siegerpark, dat naast het zogenoemde Reigersbos lag, een relict van een verdwenen buitenplaats.
Van boerderij en tuinbouw naar nieuwbouw
Langzamerhand veranderde het agrarisch karakter van de omgeving van de Sloterweg. Een belangrijke wijziging in de bebouwing langs de Sloterweg vond plaats vanaf de jaren 1950. Toen kregen tuinders door de uitbreidingen van de Westelijke Tuinsteden een gebied ten noorden van de Sloterweg aangewezen als nieuw tuinbouwgebied. In de afgelopen decennia is er steeds meer nieuwbouw in de vorm van sterk verdichte zelfbouwkavels bij gekomen, die voor een belangrijk deel ten koste van de boerderijen is gegaan. De lintbebouwing is hierdoor steeds nauwer aaneengesloten geraakt en de rooilijn is steeds dichter naar de Sloterweg getrokken. Van de circa 50 boerderijen die er halverwege de vorige eeuw nog stonden, zijn er slechts een paar behouden, al hebben ze niet meer hun oorspronkelijke bestemming.
De Margarethahoeve uit 1905
Op het eerste gezicht zou je de Margarethahoeve, ondanks de naam, niet direct herkennen als een boerderij. Het dwarsgeplaatste voorhuis oogt als een burgerwoning in de chaletstijl van rond 1900. Pas bij het naderen vanaf de dorpskern van Sloten is de stal zichtbaar die met het hoofdhuis is verbonden en blijkt het dus echt om een boerderij te gaan. Deze boerderij is in 1905 geheel nieuw gebouwd. De voorganger, een hallenhuisboerderij uit 1870, is gesloopt.
De huidige boerderij heeft een T-vormige plattegrond. Het dwarsgeplaatste woonhuis met erachter het bedrijfsgedeelte heeft elementen van de chaletstijl. Dit herken je aan de decoratieve sierspanten in de zijgevels, het inmiddels betimmerde sierspant in de topgevel en het siermetselwerk en is ook typerend voor een burgerwoning. De combinatie met een bedrijfsgedeelte was geheel nieuw aan het begin van de twintigste eeuw en straalde een zekere ambitie van de, in dit geval Amsterdamse, eigenaar uit.
Interieur van het woonhuis
Opmerkelijk is de indeling van het woonhuis. De voorgevel mist een voordeur, die onder de topgevel wordt verwacht door de symmetrische opbouw met 5 raamtraveeën. De entree tot de woning bevindt zich echter in het voorste deel van het bedrijfsgedeelte. Dat deel is opgedeeld in een schuur (wagenschuur) en de daarachter gelegen stal.
In het woonhuis zijn slechts 2 vertrekken aanwezig: een woonkamer en een opkamer boven de kelder. De trap naar de zolder en de oorspronkelijke keuken bevonden zich in de ‘wagenschuur’. Zo was tot het einde van het gebruik als boerenbedrijf in de jaren 1990 de gebruikelijke indeling van de hallenhuisboerderij hier nog steeds aanwezig, waarbij in het middendeel woon- en werkfunctie naast elkaar bestonden.
De halfhoge kelder met opkamer verwijst trouwens ook naar de boerderijfunctie. Deze kelder, die zich aan de koele kant van het huis bevindt en is voorzien van troggewelven en geglazuurde plavuizen op de vloer en tegen de muren, was bedoeld voor melkopslag.
Het bedrijfsgedeelte van de boerderij
Achter het woonhuis heeft het bedrijfsgedeelte nog het karakter van de boerderij, alhoewel hierin tegenwoordig een kantoor is gevestigd. Nadat de laatste boer de boerderij verliet, is in het voorste gedeelte van de schuur een gang aangebracht van waaruit het woonhuis toegankelijk is. Ook is de keuken in de kamer geplaatst, zodat de woon- en bedrijfsfunctie van elkaar zijn gescheiden. In het tot kantoor verbouwde stalgedeelte geven 2 rijen stijlen of standvinken de oorspronkelijke driedeling aan. Met een voergang (deel) in het midden met plaatsen voor de koeien aan weerszijden.
Het boerenerf
Een belangrijk onderdeel van het boerderijcomplex is het erf. Omgeven door sloten is het erf vanaf de Sloterweg tegenwoordig toegankelijk via een dam. Oorspronkelijk was het erf bereikbaar via een brug die werd afgesloten door een sierhek. De boerderij ligt op enige afstand van de weg, waardoor er ruimte is voor een siertuin aan de voorzijde, een vast onderdeel bij de wat rijkere boerderijen. Op het erf stonden hier tot de jaren 1980 het hooihuis met daarachter een aantal schuren. Al deze elementen samen vormen een boerderijensemble.
Op een schilderij van de Margarethahoeve uit 1924 is deze samenhang goed herkenbaar: we zien het woonhuis in zijn oorspronkelijke uitstraling met aan de voorzijde een siertuin, opzij het hooihuis en de toegang tot het erf via een brug met sierhek.
Zeldzaam
De Margarethahoeve is ondanks de verschraling van het omliggende erf een zeldzaam type van een T-boerderij met een burgerwoning. De enige andere boerderij aan de Sloterweg met een vergelijkbare architectuur van het voorhuis is al lang geleden gesloopt.
Dit type boerderij, een T-boerderij waarvan het woonhuis de architectuur van een burgerhuis heeft, komt in Sloten weinig voor. Slechts één boerderij aan de Sloterweg had een vergelijkbare architectuur, namelijk een nieuw woonhuis (circa 1900) met topgevel, de inmiddels gesloopte boerderij ‘Tussen Meer’.
Erfgoed van de Week
In de rubriek Erfgoed van de Week staat elke week een bijzondere archeologische vondst, vindplaats, voorwerp, monumentaal gebouw of historische plek in de stad centraal. Via de website amsterdam.nl/erfgoed delen de erfgoedexperts van Monumenten en Archeologie het erfgoed van de stad met Amsterdammers én overige geïnteresseerden.
Zie ook: www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/erfgoed-week/margarethahoeve/
Tijdens de openbare vergadering van de Stadsdeelcommissie Nieuw-West op 19 december 2023 spraken álle partijen zich unaniem uit voor een motie van Piet Boon (GBW!) waarin portefeuillehouder Verkeer Nazmi Türkkol (D66) werd opgedragen om snel werk te maken van een elektronische knip op de Osdorperweg én om 7 van de 9 niet gerealiseerde uitgangspunten voor de veiligheid alsnog uit te voeren.
De motie was een reactie op de heldere inspraak van bewoner Theo Durenkamp en dorpsraads- en werkgroepslid Mireille de Ridder en de discussie die daarop volgde.
Stadsdeel wil wéér uitstellen
Türkkol meldde meteen dat hij dit advies van de stadsdeelcommissie (SDC) niet zal overnemen, omdat hij eerst Fase 2 van het groot onderhoud wil laten uitvoeren en dat hij hoopt dat daarmee de problemen van onveiligheid op de Osdorperweg voldoende zijn opgelost. Insprekers en SDC-leden keerden zich unaniem tegen de uitstelplannen van portefeuillehouder Türkkol. Zij bleken geen vertrouwen te hebben in de door hem verwachte afname van het verkeer, nadat er nieuw asfalt is aangebracht. “Sterker nog, de opgeknapte tweede helft van de weg zal straks juist méér in plaats van minder verkeer aantrekken!”, aldus verschillende commissieleden.
Rapport met onderzoeksresultaten achtergehouden?
Commissielid Pieter Nijhof (GL) verklaarde “heel verdrietig te worden van dit dossier”. Ook Commissielid Siegel (VVD) toonde zich verbaasd dat hij het aantal vervoersbewegingen uit het telrapport nu via de insprekers moest vernemen in plaats van vanuit het DB. Inspreker Mireille de Ridder voegde later toe dat de onderzoeksresultaten pas boven water kwamen nadat een bewoner hierover een beroep had gedaan op de Wet open overheid. Türkkol bestreed dat hij het rapport had achtergehouden, maar nog niet had gedeeld, omdat hij de (voor hem tegenvallende) uitkomsten eerst wilde laten analyseren door de (opnieuw) nieuwe projectmanager. Voor de bewoners stond en staat echt allang vast dat er na Fase 1 van het groot onderhoud alleen maar meer (zwaar) verkeer over de weg is gaan rijden.
Eerst Fase 2 en verder onderzoek
Met het oog op de renovatie van de tweede fase (tussen Joris van den Berghweg en Ookmeerweg) antwoordde Türkkol eerst te willen nagaan of het aparte fietspad tussen Ookmeerweg en de bocht al of niet behouden moet blijven, of dat we daar óók moeten denken aan een rode fietsstrook op de weg zelf. Ook denkt hij aan het doortrekken van de middenberm op de kruising met de Ookmeerweg, waardoor – naar zijn mening – verkeer ontmoedigd wordt om van de Osdorperweg gebruik te maken. Ook wil hij eerst de evaluatie van de elektronische knip op de Sloterweg afwachten alvorens eenzelfde aanpak op de Osdorperweg toe te passen. Verder wees hij op de nieuwe projectmanager die is aangesteld en op de bewonersbrief over de voortgang van het project die volgens Türkkol “een dezer dagen huis aan huis wordt bezorgd”. Eind 2023 hadden de bewoners deze echter nog niet ontvangen.
Vertrouwen in DB geschonden
De leden van de SDC waren ook van mening dat – los van het groot onderhoud – voldaan moet worden aan de op 19 juni 2021 democratisch vastgestelde Nota van Uitgangspunten. De stadsdeelcommissie is met de bewoners van mening dat de uitvoering hiervan – na lange inspraak – niet zomaar kan worden uitgesteld tot nadat Fase 2 van het groot onderhoud is uitgevoerd. De gemeente voldoet namelijk niet aan 7 van de 9 uitgangspunten. Stadsdeelcommissielid Monique van ’t Hek (D66) vroeg daarom tenminste om een tijdlijn waarbinnen alle 9 toegezegde uitgangspunten dan wél worden gerealiseerd. Ook Pieter Nijhof (GL) wees op de vergadering van april 2023: “Daarin heeft het DB toegezegd te zullen komen met een pakket van maatregelen dat recht doet aan de problemen op de Osdorperweg. Zodra de tellingen zijn uitgevoerd, zullen de uitkomsten met ons worden gedeeld. In september heb ik om deze resultaten gevraagd, daarna nog in oktober. In totaal heb ik er wel 6 keer om gevraagd en als u aangeeft ‘wij delen die zodra ze binnen zijn’ en u doet dat niet, is dat niet goed voor het vertrouwen in het DB.” En over het vervolg van de aanpak: “Ik heb nog steeds niet gehoord welke maatregelen u wilt nemen voor de verkeersveiligheid. Als het alleen blijft bij het doortrekken van de middenberm op de kruising Ookmeerweg, heb ik er weinig vertrouwen in.” Nijhof eindigde zijn betoog met een pleidooi om nú zo spoedig mogelijk een elektronische knip op de Osdorperweg aan te brengen en niet weer opnieuw over te gaan tot uitstel: “Deze al jarenlang slepende problematiek schreeuwt om een oplossing!
Siegel (VVD) sloot hierop aan door Türkkol er fijntjes op te wijzen dat een projectmanager en een bewonersbrief de weg niet veiliger zullen maken”. De VVD-er herinnerde de portefeuillehouder ook aan zijn eigen belofte “om bij meer dan 6.000 passanten meteen maatregelen te nemen en niet weer opnieuw eerst allerlei onderzoeken te houden”. Hij vroeg daarom aan Türkkol welke maatregelen hij in de afgelopen maanden – toen hij wel al op de hoogte was van het feit dat er meer dan 6.000 voertuigen per etmaal over de Osdorperweg rijden – had overwogen om deze vervolgens bij de afgesproken uitkomsten te gaan toepassen. Türkkol zegde toe om in een later stadium met een tijdslijn te komen vergezeld van de te nemen maatregelen.
Motie van wantrouwen van bewoners
Nadat inspreker Theo Durenkamp de niet nagekomen uitgangspunten had ingebracht, was het Mireille de Ridder die haar grote teleurstelling in de portefeuillehouder verwoordde. Verwijzend naar een vergadering van 1,5 jaar geleden waarin zij had voorgesteld het hele dossier aan de centrale stad over te dragen. Bij de Sloterweg heeft deze overgang er immers toe geleid dat daar eindelijk wel actie werd ondernomen. Stadsdeelvoorzitter Ünver nam op 4 april 2023 de heer Türkkol, nieuw op dit al decennia lopende dossier, in bescherming tegen kritische stadsdeelcommissie en de bewoners. Ünver gaf aan dat het stadsdeel over veel meer slagkracht zou bezitten dan de gemeente om de Osdorperweg aan te pakken en hij beloofde dat stadsdeel Nieuw-West dit zelf zou gaan oplossen. Een overdracht naar de centrale stad zou volgens hem onverstandig zijn. Op een vraag hierover ging Türkkol nu gemakshalve niet in.
Dit nieuwe uitstel op uitstel op uitstel op uitstel zorgt voor grote teleurstelling bij De Ridder: “Het is dat ik als bewoner geen motie van wantrouwen kan indienen, anders had ik dat zeker gedaan!”
Osdorperweg is gewoon te smal
Pieter Nijhof (GL) sloot bij de klacht van Mireille over het vrachtverkeer aan met de constatering dat het toelaten van vrachtverkeer gewoon in strijd is met de officiële regels van de Centrale Verkeerscommissie van de gemeente Amsterdam: “De rijbaan en voetpaden op de Osdorperweg zijn gewoonweg te smal. Een groot onderhoud kan dat nooit verbreden. Daarom heb ik nu al twee keer de vraag gesteld welke vervolgmaatregelen de portefeuillehouder nu gaat nemen, maar hij weigert gewoon mijn vraag te beantwoorden.”
Türkkol wees in zijn reactie op de komende (maar nog altijd niet ontvangen) bewonersbrief waarin de start van de tweede fase wordt aangekondigd en waarin wordt gemeld dat daarvóór al een aantal maatregelen zal worden getest. Türkkol: “Ik ken zelf niet alle maatregelen uit mijn hoofd. Ik weet wel van het doortrekken van de middenberm op de Ookmeerweg en het eventueel verplaatsen van het fietspad naar de fietsstrook op de rijbaan”. Voor wat het waard is: De portefeuillehouder deed wel de toezegging dat het werk van de tweede fase met alle bijkomende maatregelen in ieder geval in 2024 zal worden gerealiseerd.
Alle punten uit Nota van Uitgangspunten uitvoeren
In een ingelast agendapunt wees Piet Boon (GBW!) het DB op de 9 uitgangspunten, unaniem aangenomen in juni 2021, waarop niet valt af te dingen. Om het DB te dwingen zich aan deze uitgangspunten te blijven houden, presenteerde Piet Boon een motie die er op neer kwam dat alle 9 uitgangspunten onverkort alsnog dienen te worden uitgevoerd en dat de toepassing van een elektronische knip daarbij als zwaarwegend dient te worden meegenomen. Na in stemming te zijn gebracht schaarden alle partijen in de SDC zich unaniem achter deze motie!
Dubbel gevoel over toekomst Osdorperweg
De beide insprekers en andere bewoners, die deze bijna een uur durende discussie op de publieke tribune of thuis via de livestream hebben gevolgd, zeggen “een dubbel gevoel” te hebben overgehouden aan de bespreking op 19 december. Zij verwoorden dit als volgt
“We hadden natuurlijk als bewoners een wel heel sterk punt om in te brengen: de niet nagekomen beloftes, zowel wat betreft de 7 van de 9 uitgangspunten die niet zijn gehaald als de belofte dat er bij overschrijding van 6.000 voertuigbewegingen meteen een knip zou komen. Die knip zou volgens de eerdere toezegging in het afgelopen jaar al zijn voorbereid, zodat er bij de invoering geen tijd meer verloren zou worden. De massale en unanieme bijval van de leden van de stadsdeelcommissie voor een veilige Osdorperweg was heel fijn. Het is goed te merken dat de door ons gekozen politici duidelijk aan onze kant staan. Het was goed te zien dat men unaniem instemde met de motie van Piet Boon.
De reactie van portefeuillehouder daarentegen was bedroevend en kwetsend. Hij bleef opnieuw volharden in opnieuw uitstellen, afwachten en nieuwe onderzoeken uitvoeren, die telkens toch weer dezelfde resultaten opleveren. Als we die via de Wet open overheid eindelijk kunnen zien. Deze reactie steekt heel schril af bij de positieve steun uit de stadsdeelcommissie. En nu maar afwachten of de op 19 december gedane toezeggingen wél echt allemaal in 2024 worden gehaald. Dat de bewonersbrief na eerdere toezeggingen – dat we deze in november zouden ontvangen – eind 2023 nog steeds niet op onze deurmatten is gevallen, is geen goed voorteken. De bewoners van Oud Osdorp blijven echter strijden voor een veilige Osdorperweg. Net als op Sloten moet het hier toch ooit eens lukken…
We begrijpen gewoonweg niet waaróm de gemeente toch maar niet wil ingrijpen en de Osdorperweg veilig wil maken. Normaal gesproken wil je toch dat verkeersveiligheid voorop staat? In Oud Osdorp niet? Hoezo?”
Theo Durenkamp; 28 december 2023.
* Kijk terug naar de stadsdeelcommissievergadering van 19 december 2023 via deze link. De inspraak van bewoner Theo Durenkamp begint bij tijdscode 21.20 en van dorpsraadslid en lid van de werkgroep Oud Osdorp Mireille de Ridder bij 1.08.30.
* Lees verder in het verslag van de stadsdeelcommissievergadering op Westersite.nl door Cees Fisser.
“Als er over de Osdorperweg in Oud Osdorp per etmaal meer dan 6.000 motorvoertuigen rijden, zal de gemeente passende verkeersmaatregelen op de smalle dijkweg gaan treffen”, zo beloofde portefeuillehouder Emre Ünver van stadsdeel Nieuw-West herhaaldelijk en ook weer tijdens de stadsdeelcommissievergadering van 4 april 2023.
Uit de verkeerstellingen die de gemeente van 6 juni tot en met 12 juli 2023 op de Osdorperweg heeft gehouden blijkt dat deze grens ruim wordt overschreden: Zelfs in de stillere zomermaanden reden er al 7.000 motorvoertuigen over de Osdorperweg tussen de Ookmeerweg en de Joris van den Berghweg.
Maximaal 6.000 motorvoertuigen per etmaal
Het doel was om de Osdorperweg zo in te richten dat het aantal verkeersbewegingen per etmaal onder de 6.000 zou blijven. Aangezien de Osdorperweg een zogenaamde erfontsluitingsweg is, geldt volgens de normen van CROW eigenlijk dat hier maximaal 5.000 verkeersbewegingen per etmaal toegestaan zouden moeten zijn, maar de gemeente Amsterdam houdt het aantal van 6.000 als grens aan.
Veel meer dan de toegestane 6.000 voertuigen per etmaal
In opdracht van de gemeente Amsterdam heeft onderzoeksbureau Trajan uit Haarlem gedurende 37 dagen in juni en juli 2023 een telling van verkeersbewegingen op de Osdorperweg gehouden. Hiervoor werden er twee tellussen geplaatst op het noordelijke en zuidelijke deel van de Osdorperweg. Zelfs in deze rustiger zomermaanden bleken er maar liefst 347.789 motorvoertuigen over de hele Osdorperweg gereden te hebben. Dat komt neer op gemiddeld ongeveer 9.400 voertuigen per etmaal. Niet alle motorvoertuigen reden over de hele weg.
De onderzoekers geven aan dat zij ervan uitgaan dat doorgaand verkeer ook via de zijwegen van Oud Osdorp naar zijn bestemming is gereden. Ook al beperkt het onderzoek zich tot twee meetpunten op de Osdorperweg, toch is nader onderzoek overbodig. Het onderzoek toont immers ook aan dat er per etmaal 7.000 motorvoertuigen het zuidelijke meetpunt passeerden. Dat is ruim boven de toegestane norm van 6.000 motorvoertuigen per etmaal.
Rijsnelheid dik boven de toegestane 30 km/uur
Ook de rijsnelheid werd gemeten. Die bedroeg ter hoogte van het noordelijke meetpunt 48 km/uur en op het zuidelijke meetpunt 42 km/uur. Hierbij moet worden aangemerkt dat het vreemd is dat de beide meetpunten vlakbij de bocht en een wegversmalling zijn aangebracht. “Waarom heeft het onafhankelijke onderzoeksinstituut Trajan voor deze plekken gekozen waar verkeer moet afremmen en niet op twee van de vele rechte stukken van de weg waar men – op bepaalde tijden en zeker ook tijdens de spits en ’s nachts – vele malen sneller rijdt. Deze getallen geven dus geen eerlijk beeld. Maar goed, zelfs op de meetplekken waar men toch al langzamer rijdt, is de snelheid nog te hoog. Zeker nu sinds 8 december 2023 op de hele weg 30 km/uur geldt.”, aldus de werkgroep.
Aangezien er niet gehandhaafd wordt op snelheid is het veilig om te veronderstellen dat het sluipverkeer sinds de instellen van 30 km/uur zich niet plotseling netjes aan de lagere maximum snelheid is gaan aanhouden. Ook omwonenden nemen geen snelheidsverlaging waar. De te hoge snelheden – zeker op de rechte stukken van de weg – zullen dus onveranderd gelden.
Ondanks gevaar veel fietsers
Het is opvallend dat – ondanks het grote gevaar dat fietsers op de Osdorperweg lopen – er toch dagelijks ongeveer 900 fietsers langs het zuidelijke meetpunt zijn waargenomen en ongeveer 500 op het noordelijke deel van de weg zijn geregistreerd. De weg voldoet dus duidelijk in een fietsbehoefte en het is daarom logisch en verstandig dat de gemeente indertijd heeft bepaald dat de Osdorperweg onderdeel uitmaakt van het Hoofdnet Fiets.
Wie dat wil, kan de beschikbare resultaten van het verkeersonderzoek en de tellingen die hieraan ten grondslag liggen, ook zelf bekijken.
Geheime onderzoeksresultaten?
Hoewel de werkgroep Oud Osdorp en andere bewoners herhaaldelijk bij de gemeente informeerden naar de resultaten van deze verkeerstellingen maakte de gemeente de cijfers niet uit eigen beweging openbaar. Daarom heeft bewoner Hans de Waal via de Wet open overheid (Woo) verzocht de onderzoeksresultaten vrij te geven. Het is onduidelijk waarom de gemeente ervoor koos om deze informatie niet te delen. Het blijft ook een raadsel waarom het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel – na zelf kennis genomen te hebben van de duidelijke onderzoeksresultaten – niet meteen over is gegaan tot het nemen van verkeersmaatregelen om de verkeersveiligheid op de duidelijk overbelaste Osdorperweg zo snel mogelijk te verbeteren.
De gemeente is als eigenaar van de openbare ruimte immers verantwoordelijk voor de verkeersveiligheid op de Osdorperweg. Niet dat iemand zit te wachten op een zwaar ongeluk, maar als de gemeente de verkeerssituatie niet veilig maakt zal de gemeente bij ernstig letsel vermoedelijk financieel op de blaren moeten zitten. Deze ernstige situatie bestaat al sinds 31 juli 2023, de datum waarop het onderzoeksbureau Trajan uit Haarlem de onderzoeksresultaten met de gemeente deelde.
Gemeente moet snel maatregelen treffen
Een bewoner: “Zeker nu uit hun eigen onderzoek blijkt dat er veel te veel en veel te snel (vracht)verkeer over de smalle weg rijdt, is de gemeente verantwoordelijk voor onze veiligheid. Het is hier notabene Hoofdnet Fiets. Ünver heeft met droge ogen beloofd maatregelen te gaan treffen als hier meer dan 6.000 motorvoertuigen per etmaal rijden. Nou dat wordt dik overschreden. Ik zou zeggen: Gemeente, ga snel aan de bak!”
Dat de gemeente nog geen verdere actie heeft genomen, zou komen omdat ambtenaren van mening zijn dat de verkregen onderzoeksresultaten vragen om een nadere analyse. De bewoners begrijpen daar niets van. Zij zijn van mening dat de onderzoeksresultaten (aantal en rijsnelheid) verkregen tijdens de stillere zomermaanden alle noodzakelijke duidelijkheid bieden.
7 van de 9 uitgangspunten Osdorperweg niet gerealiseerd
Hier bovenop geldt dat de gemeente zeven van de negen eisen die in 2021 zijn vastgelegd in de democratisch vastgelegde Nota van Uitgangspunten Osdorperweg niet heeft behaald. Het is niet gelukt om:
* te voorkomen dat de Osdorperweg een verbindingsweg voor doorgaand verkeer blijft,
* minder dan 6.000 motorvoertuigen per etmaal over de Osdorperweg te laten rijden,
* ervoor te zorgen dat die motorvoertuigen met een snelheid van maximaal 30 km/uur over de weg rijden,
* te zorgen voor een technische weginrichting zodat vrachtverkeer te midden van langzaam verkeer veilig Osdorperweg over de weg kan rijden,
* langs de weg parkeervoorzieningen aan te brengen,
* ruimte voor voetgangers te creëren, zodat zij veilig van de weg gebruik kunnen maken en
* meer bescherming te bieden aan fietsers op de Osdorperweg.
Het is wel gelukt om:
* de woningen en bedrijven aan de Osdorperweg bereikbaar te houden,
* de bestaande bomen te behouden.
Voor uitleg bij al deze negen punten klik hier.
Noodzakelijke maatregelen
Wie alles hierboven heeft gelezen, kan slechts concluderen:
* na de renovatie beantwoordt de weg niet aan 7 van de 9 gestelde uitgangspunten en
* er rijdt teveel verkeer met een te hoge snelheid over de Osdorperweg.
Dit leidt tot de duidelijke conclusie dat er direct maatregelen moeten worden getroffen om de verkeersveiligheid van de Osdorperweg te garanderen. De werkgroep Landelijk Oud Osdorp en andere bewoners denken aan deze maatregelen:
1. Eén of meer knips instellen zodat doorgaand sluipverkeer onmogelijk wordt gemaakt. Deze oplossing is door de stadsdeelbestuurders toegezegd tijdens diverse vergaderingen en laatstelijk op 4 april 2023. Het mag niet zo zijn dat er opnieuw weer nieuwe onderzoeken worden gedaan, waarvan de resultaten alleen maar het eerder vastgestelde beeld zullen bevestigen. Tijdens bovengenoemde vergadering heeft ook de stadsdeelcommissie benadrukt dat er geen verdere onderzoeken nodig zijn.
Mocht er gekozen worden voor een knip in de Osdorperweg, dan zullen alle woningen en bedrijven voor iedereen bereikbaar blijven. Ook tijdens het zeven maanden durende groot onderhoud van de Osdorperweg was dit het geval. Een knip leidt dus niet tot onbereikbaarheid. Mogelijk kan hier een vergelijkbaar regime als nu al geldt op de Sloterweg worden ingevoerd.
2. Handhaving op snelheid. In Nieuw-West staan op diverse locaties mobiele snelheidscamera’s. Waarom niet op de Osdorperweg? En dan bij voorkeur verschillende permanente palen met een wisselende camera.
3. Inhaalverbod voor de gehele weg in plaats van nu nog alleen in de dorpskern van Oud Osdorp in slechts één richting.
4. Handhaving van de breedte- en gewichtsbepalingen, dus bekrachtiging van het verkeersbesluit uit 1963 om zwaar vrachtverkeer te weren.
5. Wisselend éénrichtingsverkeer met verkeerslicht in de gevaarlijke bocht van de oude dorpskern met een smallere rijbaan.
6. Verbetering van het voetpad: verbreding op diverse plekken waar de breedte tekortschiet (waar het voetpad nu uit slechts één of twee tegels bestaat) en onderhoud waar nodig: onder het viaduct en waar begroeiing het pad overwoekert.
Toezegging nú nakomen
Reeds op 31 mei 2022 deed stadsdeelbestuurder Emre Ünver de duidelijke toezegging om alle voorbereidingen voor een knip bij al voorbaat te treffen, zodat deze meteen na vaststelling van mogelijk tegenvallende onderzoeksresultaten zou kunnen worden ingevoerd. Bijna een jaar later, op 4 april 2023, nam de stadsdeelcommissie in meerderheid een motie dat in dát geval niet opnieuw weer eerst allerlei onderzoeken zouden worden gehouden, maar maatregelen meteen zouden worden ingevoerd.
Er rest na dit alles geen andere conclusie dan dat het stadsdeelbestuur zijn eerdere toezeggingen nu moeten nakomen. “Opnieuw wegkijken of redenen aanvoeren voor verder uitstel of nieuw onderzoek is na al die jaren en de gedane toezeggingen nu écht geen optie meer”, aldus de verontruste groep bewoners die afgelopen week hiervoor in spoedoverleg bijeen kwam. De werkgroep Landelijk Oud Osdorp zal hierover op 19 december 2023 bij de stadsdeelcommissie en later ook bij de gemeenteraad gaan inspreken. Een definitieve oplossing voor de verkeersgevaarlijke weg is daarmee eerder dan ooit tevoren heel nabij.
Theo Durenkamp en Tamar Frankfurther; 15 december 2023.
Uit: Archeologische kroniek 2022 – Provincie Noord-Holland – pagina 24.
In juli 2022 werd de tuin rond Sloterweg 734 tot een meter onder het maaiveld gesaneerd. Op het langgerekte perceel haaks op de Sloterweg staat een boerderij die bestaat uit een woonhuis uit 1915 met een aangebouwde stal uit 1939 en een losstaande schuur. Het perceel is aan weerszijden begrensd door een smalle sloot.
De Sloterweg is van oorsprong de achter-kade van de 11de-/12de-eeuwse ontginningen van de Sloterpolder. Archeologisch onderzoek op diverse locaties langs deze weg hebben al een rijke geschiedenis aan het licht gebracht. Deze geschiedenis vormde de aanleiding om de sanering archeologisch te begeleiden. Historische kaarten van Cornelis Koel uit 1675, van het Burgerweeshuis uit 1687 en het Kadastraal Minuutplan van 1832 tonen aan dat het perceel in ieder geval vanaf 1675 continu bebouwd is geweest.
De ontgraving rond de bestaande bebouwing heeft bouwsporen zichtbaar gemaakt, waaruit blijkt dat het voorste deel van het huis in 1915 is gebouwd met gebruikmaking van de fundering van zijn voorganger, bestaande uit muurwerk opgetrokken in oranjerode baksteen van 18 x 9 x 4 cm. Het achterste deel van het huis en de aangrenzende stal bleken gefundeerd op een betonconstructie die iets boven de bakstenen fundering van de voorganger was aangelegd. Om ruimte te maken voor de heipalen was dit muurwerk lokaal verwijderd. Tegen de achterzijde van de stal kwamen uitbraaksporen aan het licht, waaruit kan worden geconcludeerd dat de stal ooit bijna 7 meter langer was. Aardewerkscherven uit dit sloopniveau dateren uit de 17de en 18de eeuw. Het lijkt erop dat we hier te maken hebben met een langwerpige boerderij overeenkomstig het gebouw op het Kadastrale Minuutplan van 1832.
Aan de westzijde van het huis lag een nog intacte waterkelder. Op het gewelf stond het gemetselde mangat, waarop de oorspronkelijke natuurstenen putmond nog aanwezig was. In een latere fase is deze putmond opgemetseld naar een hoger niveau en was met PVC-pijp een verbinding gemaakt tussen de waterkelder en de huidige dakgoot.
Eveneens aan de westzijde kwamen in de tuin beschoeiingsresten aan het licht, die parallel liepen aan de huidige sloot. De tussenliggende ruimte was ooit aangeplempt met zand en puin. In deze vulling zaten concentraties aardewerkscherven, die dateren van het midden van de 17de tot in de 19de eeuw.
Na het ontgraven van de vervuilde grond rond de huidige schuur op de noordoostpunt van het perceel bleek dat dit gebouw op identieke wijze was gefundeerd als de stal uit 1939 en vermoedelijk daarmee uit dezelfde fase dateerde. Het archeologische onderzoek bevestigt het beeld dat de gebruiksgeschiedenis van dit perceel in ieder geval teruggaat tot circa 1650. Het is niet uitgesloten dat er op de plek van de bestaande boerderij bewoningssporen te vinden zijn die verder teruggaan in de tijd.
Monumenten en Archeologie, Gemeente Amsterdam, Jørgen Veerkamp
Uit: Archeologische kroniek 2021 – Provincie Noord-Holland – pagina 39.
In januari en februari 2021 is een Inventariserend veldonderzoek – proefsleuven (IVO-p) met aansluitend een opgraving uitgevoerd op Sloterweg 711-715 in Amsterdam Nieuw-West.
Na het onderzoek is de locatie vrijgegeven voor nieuwbouw. De Sloterweg kent zijn oorsprong als achterkade in het ontginningslandschap rond Sloten; het dorp dat in 1921 door Amsterdam werd geannexeerd en tegenwoordig door de stad is ingekapseld. Vanaf de 14de eeuw ontwikkelde het pad op de achterkade zich tot een belangrijke verkeersader tussen Amsterdam, Haarlem en het agrarische achterland van Sloten. Bepalend hierin was het Mirakel van Amsterdam in 1345, waarmee de Sloterweg deel ging uitmaken van de bedevaartsroute die pelgrims leidde naar de Heilige Stede aan het Rokin. In de eeuwen die volgden raakte de bebouwing langs de weg steeds meer op de stad georiënteerd. Tal van boerderijen werden omgebouwd tot herbergen en uitspanningen – voorzieningen waar reizigers hun paard konden stallen om iets te nuttigen of de nacht door te brengen.
Eén van die herbergen, zo blijkt uit verschillende 17de-eeuwse kaarten en bronnen, was de Rode Leeuw – een herberg annex dranklokaal op de grens tussen Amsterdam en Sloten. Een strategische ligging, niet alleen voor een korte tussenstop, maar ook voor wie buiten bereik van de stedelijke accijns één of misschien meerdere alcoholische versnaperingen wilde nuttigen. Omstreeks 1832 moet het oude herbergterrein er verstild bij hebben gelegen. Volgens de kadasterkaart bestond de enige bebouwing op dat moment nog uit een stal, waarvan bekend is dat deze in 1873 werd gesloopt, waarna in 1874 het oude herbergterrein werd overbouwd met een rijtje landarbeiderswoningen.
De kleinschalige huisjes wisten het tot 2020 aan de Sloterweg uit te houden, te midden van de steeds verder oprukkende stedelijke bebouwing.
Het archeologische onderzoek bracht de Rode Leeuw weer voor even in het zicht. De geschiedenis van het complex begon in de late 16de eeuw toen het drassige veenland, inmiddels ingedrukt tot 2,50 m -NAP, voor het eerst bouwrijp werd gemaakt door rietmatten uit te leggen. Op een ophoogpakket van voornamelijk klei- en veenzoden van ruim een meter dik werden stiepen geplaatst, waarschijnlijk voor een stal of boerderij.
In het tweede kwart van de 17de eeuw volgde de verbouwing tot een herberg, die bestond uit twee rechthoekige panden op een geïmproviseerde fundering van hergebruikte dakpannen en houten balkjes. Het complex bleek te bestaan uit twee parallel geplaatste panden van circa 12 x 7 m haaks op de Sloterweg, overeenkomstig een prekadastrale kaart van de percelen langs de Sloterweg uit 1687 uit het kaartboek van het Burgerweeshuis.
Rondom de centrale haardplaats van het westelijke pand lag een zandvloer waarin allerlei kleine voorwerpen waren achtergebleven, vooral veel rookpijpen, maar ook een dobbelsteen, een bikkel, muntjes en knikkers. Een tweede grote stort van rookpijpen lag in de insteek van een diep ingegraven waterput in het oostelijke pand. De datering van de tientallen rookpijpen uit deze contexten vertoont een duidelijke piek in het midden van de 17de eeuw. De 18de en 19de eeuw zijn aanzienlijk minder vertegenwoordigd in het vondstenspectrum van de vindplaats, wat verband zal houden met het verdwijnen van de herbergfunctie op het terrein. De uitwerking van het onderzoek bevindt zich momenteel nog in een vroege fase. Parallel hieraan loopt een historisch onderzoek naar de ongetwijfeld roerige geschiedenis van De Rode Leeuw.
Gemeente Amsterdam, Monumenten en Archeologie, Thijs Terhorst
Uit: Archeologische kroniek 2019 – Provincie Noord-Holland – pagina 25.
Op 14-16 november 2018 en 7 januari 2019 heeft Monumenten en Archeologie Amsterdam een Inventariserend Veldonderzoek uitgevoerd op het perceel Sloterweg 1269.
Aanleiding voor het IVO was de nieuwbouw van een appartementencomplex op deze locatie midden in de historische dorpskern van Sloten. Het huidige dorp is waarschijnlijk een tweede fase van het oorspronkelijke ‘Sloton’ dat in 1040 voor het eerst in historische bronnen opduikt, en door de historisch-geograaf De Cock even ten zuiden van de Sloterplas wordt geplaatst.
Diens collega De Bont zoekt de vroegste bewoning ten zuiden van de weg, maar deze theorie lijkt minder aannemelijk, aangezien middeleeuwse vindplaatsen zich vooralsnog beperken tot de noordzijde. De oudste bewoningsresten dateren vanaf de 12de eeuw en werden in 1991 bij de opgraving van een huisterp onder het Dorpsplein opgegraven. Doel van het IVO op Sloterweg 1269 was om vast te stellen of deze terpbewoning zich voortzette aan de zuidzijde van de weg.
Voor het IVO werd haaks op de Sloterweg een profielsleuf aangelegd, die het volgende beeld van de bodemopbouw opleverde. Het natuurlijk veen lag rond 2,50 m onder N.A.P. en was afgedekt door een venige ophogingslaag die op basis van een dendrochronologisch gedateerde eikenhouten plank na 1552 is gedateerd.
Op 2,10 m onder N.A.P. werd deze laag afgedekt door een 60 cm dik ophogingspakket van venige klei, die aan de wegzijde werd begrensd door een lichte houtconstructie – mogelijk een restant van een beschoeiing aan een later gedempte perceelsloot parallel aan de Sloterweg. In de 17de / 18de eeuw werd het terrein opnieuw opgehoogd, waarbij de sloot werd gedempt, maar dit niveau was grotendeels verstoord bij de bebouwing van het terrein vanaf omstreeks 1900. Aangezien sporen van een middeleeuwse huisterp ontbraken en de ontgraving voor de nieuwbouw beperkt zou blijven tot de jongere bodemlagen is het terrein vrijgegeven voor bouwontwikkeling.
Gemeente Amsterdam, Monumenten en Archeologie, Thijs Terhorst
Uit: Archeologische kroniek 2009 – Provincie Noord-Holland – pagina 15.
In augustus 2009 vond een archeologisch noodonderzoek plaats in de bouwput Kolenkit Zuidelijk Veld Fase 1 in stadsdeel Bos en Lommer.
Op 3 m onder de huidige Leeuwendalersweg zijn goed geconserveerde 17de- en 18de-eeuwse bewoningssporen gedocumenteerd. Deze vindplaats bleek relevant voor het opvullen van de kennislacune over de materiële cultuur van 18de-eeuwse huishoudens in het landelijk buitengebied van Amsterdam. In gebieden van de 20ste-eeuwse westelijke stadsuitbreidingen zijn archeologische overblijfselen doorgaans moeilijk toegankelijk vanwege de grootschalige ophogingen met 2 tot 3 m zand.
De gebruikelijke methode van proefsleuven is weinig effectief voor sondering of vondstberging.
De vroegste gebruikssporen op de vindplaats dateren uit de 17de eeuw. Toen is, waarschijnlijk met de inpoldering van het naastgelegen Sloterdijkermeer in 1644, het veen opgehoogd. Tot de oudste bebouwingsfase in de 17de eeuw of begin 18de eeuw behoorde een rechthoekig gebouw van anderhalfsteens muurwerk, gefundeerd op langshout.
Het muurwerk was gesloopt tot gemiddeld 2,6 m onder N.A.P. De stratigrafische opbouw van het terrein wees op een oorspronkelijk maaiveldniveau ten tijde van de gebruiksperiode van 2 m onder N.A.P. Het gebouw lag aan de voormalige Sloterdijkermeerweg, die tussen de polder en het noordelijker gelegen Sloten liep en in het maaiveld gemarkeerd was als een verhard tracé ten oosten van het gebouw. Gezien de bouwwijze en inrichting was het een schuur of stal. De ondergrond binnenin bestond uit een afwijkende zandige kleivulling die vermengd was met huishoudelijk aardewerkafval uit de gehele 18de eeuw. Deze vulling was waarschijnlijk de oorspronkelijke vloer die met aangevoerd materiaal (afval, grond) was opgehoogd om wateroverlast tegen te gaan.
Aangezien de bovenste 0,5 m van het historische loopvlak ontbrak, blijft de optie open of het een ophoging over een langere periode betrof of dat er sprake was van een eenmalige stort in het laatste kwart van de 18de eeuw.
De ontbrekende bovenste 0,5 m van het loopvlak kan eventueel nog jonger 19de-eeuws materiaal bevat hebben dat op een langere doorlooptijd geduid zou kunnen hebben. De vondsten vormen geen gesloten complex dat, zoals een beerput, direct met een specifiek perceel of woonhuis verband houdt. Wel houden ze verband met afval van huishoudens uit de directe omgeving. Vergelijking van deze vondsten met die van vindplaatsen in de historische binnenstad kan informatie bieden over de materiële cultuur van huishoudens in de stad en het plattelandsgebied er direct buiten.
Hoewel de verzameling vondsten beperkt en zeker niet representatief was, zijn de overeenkomsten tussen dit aardewerkspectrum en dat van stedelijke beerputten opvallend. In beide contexten komen vergelijkbaar rood- en witbakkend aardewerk, steengoed, faience, pijpen en Engels industrieel aardewerk voor, zij het in afwijkende hoeveelheden.
Opmerkelijk was een creamware bordje met Patriottistische propaganda. Dit is een betrekkelijk zeldzame vondst waarvan tot nu toe maar één exemplaar bekend was in Amsterdam, namelijk van een vindplaats in de woonbuurt van de havenarbeiders op Oostenburg.
Gemeente Amsterdam, Bureau Monumenten en Archeologie, Jerzy Gawronski
Als gevolg van de ontstane ophef en de in record tempo opgehaalde 1.674 handtekeningen voor de petitie tot Behoud van Mandy’s Pony Plezier en kaasboerderij Sloten heeft vastgoedontwikkelaar Midvast zijn hekken op 23 november 2023 snel weer verwijderd.
De familie van Drunick was reuze opgelucht dat de hekken – die op 16 november het erf helemaal hadden afgesloten – helemaal werden verwijderd. Totdat de handhavers van de gemeente een week eerder die hekken hadden verplaatst konden de kinderen de manege niet meer bereiken, konden de klanten geen kaas kopen bij de Kaasboerderij en kon de familie Van Drunick de openbare weg niet meer bereiken…
Dankzij handhaving weer toegang naar openbare weg
De familie verbaasde zich erover toen zij hoorde dat portefeuillehouder Doevendans van stadsdeel Nieuw-West op vragen van stadsdeelcommissielid Piet Boon antwoordde dat de oprit naar de Akersluis níet volledig afgesloten was geweest door Midvast. Daarmee citeert zij namelijk de onjuiste weergave van wat er feitelijk gebeurd is, zoals Midvast uitdraagt in zijn reactie naar AT5. Niemand snapt waarom de portefeuillehouder zich zo laat inpakken door de ontwikkelaar, niet bij haar eigen handhavingsambtenaren informeert wat de feitelijke situatie was en niet pal gaat staan voor het belang van de ten onrechte benadeelde burgers in haar stadsdeel.
Veel vragen blijven onbeantwoord
Midvast had eerder aangegeven dat deze hekken geplaatst moesten worden ter voorbereiding op bouwactiviteiten. Nu laat de vastgoedontwikkelaar weten dat er voorlopig niet gebouwd gaat worden en dat de hekken dus tijdelijk weg kunnen. Ondertussen blijft deze vraag hangen: Als de ontwikkelaar zijn vergunde hotel op de parkeerplaats wil gaan bouwen, dan zal het niet nodig zijn om daarnáást de oprit naar het huis, manege en kaasboerderij af te sluiten? Bovendien, moeten de twaalf pony’s natuurlijk – ook nog als de parkeerplaats wordt bebouwd en het hotel er straks staat – gewoon vrij naar de rijbak tussen de sloot en het parkeerterrein kunnen blijven lopen. Anders kunnen ongeveer honderd kinderen tussen de 6 en 12 jaar hun rijlessen niet volgen. Het blijft dus duister waarom Midvast overging tot het plaatsen van deze hekken.
“Dank jullie wel voor jullie steun!”
Gerard, Tini en Mandy van Drunick zijn dolblij met en dankbaar voor de enorme steun die zij in de afgelopen periode hebben gekregen. “We worden er best wel een beetje verlegen van. Die steun is erg waardevol en geeft ons alle kracht en energie om door te vechten vanuit verbinding. Want, dat is wat door die vreemde actie van Midvast hier is ontstaan: verbinding in dit unieke stukje Amsterdam, dat eventjes zelfs landelijk en wereldnieuws werd. We kregen zelfs steun uit Frankrijk, België en… Nieuw-Zeeland!”
De familie probeert nu eerst tijdens een gesprek met advocaten helderheid te krijgen over de bedoelingen en plannen van vastgoedontwikkelaar Midvast en zo nodig wordt de rechter ingeschakeld. “En”, zo laat Mandy afsluitend weten, “zo nodig doen we opnieuw een beroep op jullie steun. We houden jullie ook via de Nieuwsbrief Sloten-Oud Osdorp op de hoogte.”
Tamar Frankfurther; 4 december 2023.
“Hoe is het mogelijk?”, klinkt het overal op Sloten: “Wat hebben al die vastgoedontwikkelaars toch allemaal op Sloten te zoeken? Waarom doen ze elke keer opnieuw weer alsof ze alleen op de wereld zijn en hebben ze geen oog voor de omgeving waarin zij willen bouwen?”
Na lange tijd van stilte en stilstand liet projectontwikkelaar Midvast op donderdagmorgen 16 november 2023 plotseling hekken plaatsen rond zijn grond aan de Akersluis.
Woning, kaasboerderij en manege onbereikbaar vanaf openbare weg
Midvast is formeel ook eigenaar van de oprit vanaf de Akersluis naar het woonhuis van de Gerard, Tini en Mandy van Drunick, Kaasboerderij Sloten en Manege Mandy’s Ponyplezier. Vreemd genoeg werd in opdracht van de vastgoedontwikkelaar ook de oprit vanaf de Akersluis ‘gewoon’ maar even rücksichtsloos met hekken afgesloten. Daardoor kon niemand meer de openbare weg bereiken of andersom vanaf de openbare weg de woning, winkel of manege bereiken. Terwijl hier toch overduidelijk een recht van overpad geldt. Vanaf 1991 – het bewijs hangt in de vorm van een luchtfoto in de kaaswinkel – bereikt de familie voor al zijn activiteiten zijn percelen al via deze oprit. Handhavers van de gemeente hebben de hekken – in afwachting van de rechterlijke uitspraak in een kortgeding hierover – aan de kant gezet.
Een hotel naast de brouwerij en de molen?
Al langer was bekend dat vastgoedontwikkelaar Midvast indertijd nét op tijd – voordat het hotelbeleid van de gemeente Amsterdam geen enkel nieuw hotel meer toestond binnen de gemeentegrenzen – een vergunning hiervoor had aangevraagd. Om die procedure te kunnen starten kocht Midvast het perceel waar vroeger restaurant Syriana was gevestigd al jaren geleden aan.
Vervolgens volgde een lange strijd tussen het dorp en de vastgoedontwikkelaar over het bouwplan, maar uiteindelijk lag er dan toch een bouwplan voor een hotel op tafel waarvoor Midvast zijn bouwvergunning kreeg. Van het oorspronkelijke plan van de vastgoedontwikkelaar was inmiddels niets meer over: Het hotel kon immers niet de hoogte in, omdat de Molen van Sloten dan geen wind meer zou vangen. Deze vergunning geldt voor een relatief klein hotel met 45 kamers zonder eigen restaurant. Na de vergunningsverlening zijn er nooit bouwactiviteiten gestart. Nee, het werd het stil. De ontwikkelaar ging in alle rust op zoek naar een belangstellende partij voor een hotel op deze plek naast Brouwerij De 7 Deugden. Die belangstelling viel meteen al tegen en toen diende ook corona zich nog eens aan. Ook daarna bleef het stil.
Het is onduidelijk of Midvast de hekken nu plaatst om het vergunde hotel hier alsnog te gaan bouwen. Maar te allen tijde moet de familie Van Drunick natuurlijk toegang houden tot hun eigen huis, moeten de leveranciers en klanten naar de Kaasboerderij kunnen gaan en de kinderen met hun ouders naar de pony’s. En dat geldt ook voor de bak waarin de pony’s kunnen rennen en waar de jeugd paardrijles krijgt. Omdat er nooit noodzaak was om dat vast te leggen is het recht van overpad in al die 32 jaar nooit eerder formeel vastgelegd. Hierover heeft de familie Van Drunick nu het kortgeding aangespannen.
Of wooncomplex voor demente ouderen en appartementengebouwen?
Het vermoeden bestaat dat er geen belangstellende partijen meer te vinden waren om – op de plek waar nu nog de grote parkeerplaats ligt – deze plek een hotel te gaan uitbaten. Daarom zocht Midvast een andere manier om deze grond te gelde te maken. Hun blik richtte zich op zorg en op wonen. Gedacht werd aan een kleinschalig wooncomplex voor ouderen met dementie. Met daarnaast ook de bouw van twee appartementsgebouwen met 24 woningen. Het is onduidelijk of dit initiatief nog loopt. Corona kwam er tussendoor en daarna bleef het opnieuw stil.
Wat wel vaststaat is dat – als Midvast inderdaad zou kiezen voor een ander bouwplan met totaal andere bestemmingen – dat daarmee de vergunning voor het hotel vervalt en dat de procedure helemaal opnieuw begint. Het is in dit licht volkomen onduidelijk wat de ontwikkelaar bedoelt als hij in zijn reactie naar AT5 zegt dat Midvast van plan is om de eigen grond tijdelijk in gebruik te nemen én voor te bereiden op een bouwuitvoering. Dit roept heel veel vragen op: Gaat Midvast het vergunde hotel nu alsnog bouwen? Als dat zo is, hoe regelen ze dan het recht van overpad in het algemeen en in het bijzonder voor de ponybak die achter het hotel ligt? Waarom zet Midvast nu dan ook andere delen van hun grond af met hekken? Is Midvast echt van plan om te gaan bouwen of is dit meer een spelletje om de familie Van Drunick bang te maken in de hoop dat ze een voordelige deal met hen kunnen sluiten?
Kortgeding over recht van overpad
Op 16 november is bekend geworden dat Midvast achter de schermen onderhandelde met de familie Van Drunick over een mogelijke uitkoop van het huis, de winkel en de manege. “Maar”, zo laat Robert-Jan Weijers van de Kaasboerderij Sloten – die zelf geen partij hierbij is – weten, “dan moet de vastgoedontwikkelaar wel met een reëel bod komen naar de familie Van Drunick. Áls zij zich al laten uitkopen, dan doen ze dat natuurlijk niet voor een schijntje: Alles wat ze hebben opgebouwd ligt hier. Hun ziel en zaligheid. Hun hele leven. Er mag wel wat tegenover staan als dat allemaal wordt afgebroken en zij ergens anders opnieuw zouden moeten beginnen. Tot nu toe hebben zij verre van een goed bod gehad. En zij zouden het liefst hier natuurlijk hier gewoon blijven wonen en werken.”
De familie Van Drunick laat – zo blijkt uit de reactie van dochter Mandy op AT5 – weten het erg naar te vinden wat de vastgoedontwikkelaar henzelf en hun klanten en leerlingen aandoet, maar laat zich niet overrompelen door het grote geld. Ook voor hen is het niet duidelijk wat voor bouwactiviteiten Midvast hier precies wil gaan starten, maar dat is voor hen niet leidend: Zij willen hoe dan ook hun recht van overpad behouden voor ál hun activiteiten. Dat recht staat wat hen betreft fier overeind en daarover dient op korte termijn een kortgeding.
Kortom, wordt vervolgd…
Lees en kijk verder:
* Item AT5-Nieuws van 16 november 2023.
* Artikel AT5-website van 16 november 2023
Tamar Frankfurther; 18 november 2023.