Het honderdjarige Tuinpark Ons Buiten – dat bij De Oeverlanden ligt – nam het initiatief om een bestaande wandelroute opnieuw herzien uit te geven.
De route gaat met de klok mee langs Tuinpark Ons Buiten, via natuurgebied De Oeverlanden over de Ringvaartdijk naar Tuinpark V.A.T. en dan via de Sloterweg naar Tuinpark Eigen Hof, Tuinpark Lissabon, het Oude Bijenpark en het Siegerpark terug naar Ons Buiten.
Welkom in alle (tuin)parken
In het handzame boekje vol wetenswaardigheden over de verschillende (tuin)parken zijn ook wandelingen óp al deze parken opgenomen. Wie alle routes uit het boekje aflegt, heeft in totaal ruim 18 kilometer in de benen. De interessante teksten gaan over de geschiedenis van de parken, de karakteristieken, welke bijzondere bomen, planten er groeien en welke dieren u hier kunt aantreffen.
De teksten nodigen van harte uit een kijkje te gaan nemen in de parken. Het is ook de moeite waard om de parken in de verschillende jaargetijden te bezoeken. Dit is de tijd van de bloesems en de frisgroen uitlopende boombladeren. Later in het voorjaar, in de zomer en herfst ziet het ‘schilderspalet’ van de parken er telkens weer anders uit.
Verrassende ontdekkingstocht
Wethouder Marieke van Doorninck vermeldt in het voorwoord de verschillen tussen de parken: “Waar een ‘gewoon’ park een zekere anonimiteit kent, ademt een volkstuinpark een persoonlijkheid uit die je verder alleen bij mensen thuis treft. Een veelheid aan persoonlijkheden, die tot uiting komt in alle verschillende stijlen van tuinieren. Van de moestuin met groente in rijen, tot de wilde ecotuin waar de ringslang en de egel scharrelen.
Van de designtuin met het strak afgestoken gazonnetje, tot de kunstenaarstuin die meer op een permanente buitententoonstelling lijkt.” Kortom, er is het hele jaar door veel te ontdekken in deze zeven Slotense parken. En uiteraard ook in de tuinparken in Oud Osdorp en elders in de stad.
Van nutstuin naar siertuin
Het wandelboekje bevat ook een beknopt overzicht van de geschiedenis van volkstuinen in Amsterdam. Over hoe in 1928 “de Bond van Volkstuinders de stadsmenschen uit de stoffige straten naar zonlicht en bloemen bracht”. Over de sociale motivatie (rond 1903) tot het stichten van tuincomplexen als “tuintjes voor werklieden en daarmee gelijk te stellen personen”. De Amsterdamse (volks)tuinhistorie startte in 1910. De tuinen werden aanvankelijk als nutstuin gebruikt voor het verbouwen van groente voor eigen consumptie. Eigen teelt bood ook soelaas tijdens de voedselschaarste in de wereldoorlogen, maar al in de jaren twintig verdrong de recreatietuin de nutstuin.
Amsterdam telt nu 43 tuinparken op 300 hectare grond. De gemeente streeft ernaar om de parken openbaar en meer toegankelijk te maken voor een breder publiek. Tegenwoordig staan in het volkstuinenbeleid de ecologische en recreatieve waarden van de parken centraal: “Anno 2022 vormen volkstuinen voor tuinders en niet-tuinders,, dieren en planten, een onmisbaar groen rustpunt in de stad.”
Deze uitgave is te koop bij Politiebureautje in de dorpskern van Sloten.
Tamar Frankfurther; 15 april 2022.