De afgelopen maanden hebben we als Vlindergroep Sloten enkele buurtwandelingen gemaakt en mooie vlinders gezien.
Het blijft een wonderlijke wereld waarin insecten als vlinders en bijen en bloemen en planten een hoofdrol spelen. Hieronder een inkijkje in deze wonderlijke wereld.
Van eitje tot vlinder
Vlinders kiezen bepaalde soorten planten en struiken (zgn. waardplanten) om hun eitjes af te zetten, waaruit vervolgens een rups ontstaat, die deze planten eten om verder te groeien tot volwassen rups. Na haar leven als rups wordt zij een zgn. pop.
De pop van de vlinder kan zich door zijdespinsel hechten aan takjes of plantenstengels. Soms rollen ze zich in een blad of kruipen in lege zaaddozen van planten. Ook zijn poppen in de grond of in de strooisellaag te vinden tussen bladeren en takjes.
Na verloop van tijd kruipt uit de pop de vlinder (ook wel imago genoemd) die er vaak prachtig uitziet. Er zijn vrouwelijke en mannelijke vlinders. In deze vaak korte levensfase wordt er gepaard en worden er weer eitjes afgezet. Hierna begint de cyclus opnieuw.
Meestal nemen wij een groot deel van deze levenscyclus niet waar, maar als je er meer op let dan valt ook dit geheim te ontdekken. Heel leerzaam.
Soms zorgen rupsen voor ergernis omdat zij zich te goed doen aan planten, die wij mensen liefdevol verzorgen in onze tuinen. De rups maakt echter geen onderscheid maken tussen een ‘mensen-plant’ en een ‘natuurplant’. De rups waardeert het ruime aanbod van mensen-planten (vaak mono-culturen) overigens enorm.
Vlinders zijn er in alle soorten en maten. Hoofdgroepen zijn: Dagvlinders, nacht-vlinders en om het ingewikkeld te maken zelfs ook dag-actieve nachtvlinders. Je vraagt je af, waar nachtvlinders (zien nauwelijks zon) hun energie vandaan halen.
Naast grote en kleine vlinders (tussen ca 3 en 6 cm) zijn er ook nog microvlinders, waarvan sommige een paar millimeter groot zijn. Bij deze micro’s is de soort dan alleen met hulp van een microscoop vast te stellen. De microvlinders vallen nauwelijks op als ze vliegen, maar van dichtbij zijn het vaak mooie beestjes met verschillende vormen, kleuren en tekening.
Verder is er nog onderscheid te maken tussen thuisblijvers en trekkende vlinders. De thuisblijvers doorlopen in Nederland hun levenscyclus. Trekkende of migrerende vlinders leggen soms grote afstanden af, soms tot aan de Middellandse zee.
Tot slot zijn er nog verschillen in levensduur. Kortlevende vlinders leven hooguit één of twee maanden en langlevende vlinders overwinteren veelal. Vooral in het najaar verstoppen ze zich in je huis of schuur.
Stefan Lemmers / Anne Nicolai; september 2021.