Welke plaats vind jij het meest kenmerkend voor Noord-Holland? Fred van de Water neemt ons mee naar Sloten, inmiddels opgeslokt door Amsterdam. Vanuit gemeente Sloten stoomden in 1839 de eerste treinen in ons land. Tuinders uit Sloten bezorgden Amsterdammers hun verse groenten. Door Sloten liepen pelgrims over de ‘heilige weg’, vanwege het Mirakel. De keizer kwam in 1489 in dit dorp. Op naar dit onbekende Sloten!
Ga in gedachten even mee terug tot pakweg het jaar 1000. Dit deel van Holland was een uitgestrekt veenmoeras waar riviertjes doorheen kronkelden. Er lagen enkele meertjes. De pioniers waren hierheen getrokken vanuit de duinstreek. Begin van de elfde eeuw hebben de eerste bewoners een kapelletje gebouwd in wat de middeleeuwse monniken noteerden als het plaatsje ‘Sloton’.
(N.B. Door op de afbeelding te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)
Dat dorpje lag vermoedelijk aan de rand van het toenmalige Slootermeer. Dit bleek bij nader inzien geen ideale – te natte! – plek en de verre voorouders zochten een wat hoger en droger plekje om te wonen. En dat is Sloten, waar Fred van de Water ons mee heen neemt.
Tussen meer en trekvaart
‘Mijn interesse voor Sloten is ontstaan, omdat mijn goede vader daar in 1913 geboren en getogen is. Zijn vader was warmoezenier. Hij had een tuinderij aan de Noorder Akerweg waar het hele gezin en een aantal knechten in meewerkte,’ vertelt Fred. ‘Het oude Sloten, voornamelijk agrarisch, was een vrij grote gemeente.’ Deze gemeente lag, globaal gezegd, tussen Halfweg en de Schinkel/Kostverlorenvaart – dat was toen de grens van Amsterdam. Ten zuiden van de gemeente Sloten klotste het uitgestrekte Haarlemmermeer en aan de noordzijde was de Haarlemmertrekvaart gegraven.
‘De gemeente Sloten’, aldus Fred, ‘kende twee dorpen van betekenis: Sloten en Sloterdijk. En dan was er nog een aantal buurtschappen, zoals Osdorp, Vrije Geer, Overtoomse Veld en de Baarsjes.’
Om een indruk te geven van het Sloten van vroeger: in 1840 woonden er ruim tweeduizend mensen in 274 woningen. Toen leefden de meeste Slotenaren in buurtschap De Overtoom (841), gevolgd door het dorpje Sloterdijk (583) en buurtschap de Drie Baasjes of Baarsdorp (341). Het dorpje Sloten telde 325 inwoners in nog geen veertig woningen.
Annexatie
In Sloterdijk woonden meer inwoners dan in Sloten. Het ligt voor de hand dat daar het gemeentehuis van de gemeente stond. Daar kwam op 31 december 1920 de gemeenteraad van Sloten voor het laatst bijeen. Dat raadhuis werd vervolgens ingericht als hulpsecretariaat van de gemeente Amsterdam. Delen van Sloten die tegen Amsterdam aan lagen, hadden een sterke groei doorgemaakt. De hoofdstad bleef uitdijen. Waar het tuinbouwgebied Sloten lag, is de wijk Nieuw Sloten verrezen.
Fred: ‘Behalve het Petruskerkje en een aantal huisjes daaromheen, is er van het oude Sloterdijk niets meer over. In het Overtoomse Veld zijn, na wat zoeken, nog wat oude huisjes te vinden. Voor 1900 waren er al wat stukken grond door de gemeente Amsterdam geannexeerd.
Te weten Staatslieden- en Spaarndammerbuurt, Admiraal de Ruijterweg en het terrein van de Westergasfabriek. In 1921 is, uiteraard met veel weerstand van de bevolking, de gemeente Sloten bij Amsterdam ingelijfd. Met Watergraafsmeer en een aantal noordelijke dorpen werd de stad vier keer zo groot.’
Gemeentewapen
Op het vroegere gemeentewapen zie je de symbolen van de vier rechtsgebieden (bannen) die samen de gemeente Sloten vormden: een gele ster op een zwarte achtergrond was het symbool van Sloterdijk, de os stond voor Osdorp, de drie hangsloten sloegen op Sloten en dan was er nog de Vrije Geer, herkenbaar aan een rood vlak, waarin een taps toelopende (gerend) stukje land.
De Vrije Geer was een gebied waar men was vrijgesteld van het afdragen van bepaalde heffingen aan de graaf van Holland. De Vrije Geer is nu een bescheiden natuurgebied, een herinnering aan het veenweidegebied dat zich hier vroeger uitstrekte. Dat de Vrije Geer niet door de stad volledig is weg geschoffeld, is te danken fanatiek en creatief actievoeren.
Kleinste Politiebureau
De gemeente Sloten bestond sinds 1816, nadat de Fransen definitief verslagen waren en Willem I tot koning was gekroond. De actieve Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp heeft onlangs een fietsroute uitgezet die langs de grenzen van de vroegere gemeente leidt. De afstand? ‘Dat is zo’n dertig kilometer,’ aldus Ben Meijer die regelmatig, vooral in de weekenden, te vinden is in het Kleinste Politiebureau van ons land. Het gebouwtje staat aan de Sloterweg, hoek Dorpsplein.
Voor de plaatselijke diender was hier in 1886 een werkplekje gebouwd. De veldwachter kon in zijn bureautje net achter een typemachine kruipen. Er waren verder een cel, een toilet en een aanrecht. De cel werd, volgens de overlevering, door de veldwachter gebruikt om dronken cafébezoekers tijdelijk op te sluiten. Dat was de tijd dat het dorp maar liefst zeven cafés telde.
Eind 2015 sloot de politie van Amsterdam dit kantoor. Dankzij een bewonersactie is echter voldoende geld bijeengebracht om dit monumentje te kopen en het te laten restaureren. Het is sinds 2017 in handen van Stadsherstel Amsterdam. Er is nu een winkeltje, tevens VVV, in onder gebracht, dat draaiend wordt gehouden door vrijwilligers zoals Ben Meijer. De vrijwilligers verzorgen ook historische rondleidingen door Sloten.
Twee cent
De Sloterweg is de plek waar Fred van de Water ons graag mee heen neemt. Met name de route in het oude dorp, te beginnen bij de entree voor wie uit Amsterdam kwam: het vroegere tolhuis (huisnummer 1191). Om in de onderhoudskosten van de weg te voorzien was de Sloterweg een tolweg. Je moest dus betalen om het tolhek te kunnen passeren. Stel dat je met de fiets van de Overtoomse Sluis naar Sloten wilde, dan moest je hier twee cent tol betalen. Maar wie een kudde schapen of varkens meevoerde kostte dat wel vijftig cent.
Wandel (in gedachten) even mee over de Sloterweg van het vroegere tolhuis naar de Molen van Sloten, bij de Ringvaart. Fred: ‘Aan de linkerkant van de weg heb je eerst een paar fraaie herenhuizen. Sommige zijn, zoals er op staat vermeld, uit 1914. Aan de andere kant van de weg staat de rooms-katholieke Sint-Pancratiuskerk uit 1901. De omringende muur is scheef gezakt en de uitbundige toegangspoort van weleer is verdwenen.’
Deze kerk aan de Sloterweg is het eerste kerkgebouw dat ontworpen is door Jan Stuyt. Deze Stuyt uit Purmerend groeide uit tot een van de toonaangevende architect van kerken en andere rooms-katholieke gebouwen. De kerk en de pastorie er naast in Sloten zijn inmiddels rijksmonument. Tegenover de kerk staat zoals gebruikelijk een café, Kerkzicht geheten.
Brede voet
‘Je ziet in het dorp verschillende karakteristieke huisjes en je hebt er kleine zijstraatjes die doodlopen. Wat mij opvalt, ondanks de zonnige dag, is dat er geen reuring is. Geen gezellige drukte,’ aldus Fred van de Water. ‘Vroeger was hier een uitgebreid winkelbestand, dat niet alleen de inwoners van Sloten, maar ook die van Badhoevedorp, bediende. De middenstanders zijn door de oprukkende stad die klandizie kwijtgeraakt,’ vertelt Fred.
Een saillant detail is, vervolgt hij, dat ‘zoals dat vroeger ging, er twee slagers waren en twee bakkers, ййn voor de protestanten en een voor de katholieken. Verder was hier alles wat een dorp aan winkels nodig had, plus een garage en smederij. Mij is verteld dat hier ook een schoenenwinkel was die o.a. speciaal schoeisel verkocht met brede voorvoet. De meeste mensen liepen toen op klompen, waardoor de voet wat uitzette, vandaar dat er voor de zondag een speciale schoen nodig was.’
Paardentram
Het zal een eeuw geleden vast drukker zijn geweest op deze weg. Hier reed de paardentram naar de Overtoomse Sluis. Hoewel de Amsterdamse tramlijnen aan het eind van het eerste decennium van de twintigste eeuw geëlektrificeerd waren, had de gemeente Sloten in 1918 besloten van het dorp een paadentramlijn naar de stadsgrens te laten rijden. Om kosten te besparen deed men in Sloten het met tweedehands materiaal. De paardentram bleef in bedrijf tot de annexatie van de gemeente door Amsterdam (1921).
Aansluiting van het lijntje van de Sloterweg op het Amsterdamse tramnet was niet mogelijk, in Sloten lag namelijk een andere spoorbreedte. Maar wel kwam er in Sloten in 1922 de tractortram die op drukke dagen geassisteerd werd door (tweedehands) autobussen. De zogenaamde tractortram was misschien wel iets moderner dan de paardentractie, maar het bleek wel duurder in de exploitatie. Uiteindelijk, in 1925, won de comfortabele autobus en was het afgelopen met de tramlijn in Sloten.
Dat neemt niet weg dat de gemeente Sloten koploper was in het landelijke spoorwegnet. Het tijdelijke station d’Eenhonderd Roe (vlak buiten de grens van Amsterdam) vanwaar in 1839 de eerste treinen in ons land naar Haarlem reden, lag namelijk in de gemeente Sloten.
Dobbelen
De boeren, tuinders en vissers van Sloten wisten eeuwenlang hun producten te slijten op de markten in de hoofdstad. Het was overigens al in 1529 dat de stad Amsterdam o.a. de ambachtsheerlijkheden Sloten, Sloterdijk, Osdorp en Vrije Geer in handen kreeg. Bij het dobbelen nota bene. Reynout de Derde van Brederode (1492-1556), ambachtsheer van deze heerlijkheden, was een verwoed gokker en op een gegeven moment – volgens sommige verhalen was hij eerst dronken gevoerd – zette hij deze ambachtsheerlijkheden bij het dobbelspel in.
Een ambachtsheerlijkheid werd lang geleden door de machtshebber, dat wil zeggen een graaf of bisschop, in leen gegeven. Een ambachtsheer kreeg bepaalde rechten op het gebied van rechtspraak en kon heffingen (tol bijvoorbeeld) instellen. Je kon zo’n ambachtsheerlijkheid kopen. Maar ook verspelen dus.
De keizer komt langs
De Sloterweg heeft in de loop van de tijden diverse namen gedragen, zoals Dorpsstraat, Heerenweg, Sloterstraatweg. Maar hoe dan ook, het pad dat van Sloten naar Amsterdam liep was een ‘heilige weg’. Pelgrims, komend vanuit Haarlem, trokken hierlangs naar Amsterdam, vanwege het Mirakel uit 1345. Dat mirakel betrof een hostie die uit zichzelf verplaatst zou zijn van de Sint-Nicolaaskerk (nu de Oude Kerk) naar een huis in de Kalverstraat.
Dit pad via Sloten was lange tijd de belangrijkste verbinding tussen Amsterdam en de overige steden in Holland. Je moest immers om het immense Haarlemmermeer heen – of er over heen varen – om Amsterdam te bereiken. Hier passeerde keizer Maximiliaan I (1459-1519) in het jaar 1489 op zijn bedevaart naar de heilige stad Amsterdam. Daartoe was deze toenmalige machthebber in de Nederlanden vanuit Leiden over het Haarlemmermeer naar Sloten komen zeilen. Keizer Maximiliaan I was de grootvader van Karel V.
Niet verder
Fred vertelt dat je op de Sloterweg bij een doodlopende zijstraatje (tussen huisnummers 1204 en 1208), verscholen tussen de woningen, een banpaal van Amsterdam ziet staan. ‘Met Amsterdams stadswapen en in bladgoud het jaartal 1794. Het opschrift luidt Uiterste Palen der Ballingen: Terminus Proscriptionis. Misdadigers die uit de stad verbannen waren, mochten bij eventuele terugkeer niet voorbij deze paal komen, op straffe van een zwaardere straf. Na 1795 in de Franse tijd hadden deze palen geen functie meer.’
Dergelijke banpalen stonden langs de belangrijkste toegangswegen naar Amsterdam, dus ook de Sloterweg. Dat de banpaal nu wat verscholen staat, komt vanwege de bebouwing die hier is gekomen.
Op de Sloterweg zie je op huisnummer 1253 hoogstwaarschijnlijk het oudste pand van Sloten, aldus Fred, een voormalige boerderij/woning uit 1668. ‘Een woning die volgens een overlevering een fundering van koeienhuiden heeft.’ De boer kon zijn koeien laten grazen op het weiland dat achter de boerderij lag.
Dorpsplein
‘Naast het Kleinste Politiebureau staat een ouderwetse brandmelder, waarvan je het ruitje moet inslaan om de alarmknop in te drukken,’ vertelt Fred. Zo’n brandmelder viel goed op vanwege de felle rode kleur en bij het vallen van de avond straalde de lamp boven op de paal een blauw licht uit. Tot ruim een halve eeuw geleden functioneerden deze brandmelders nog. Wat weinigen wisten, is dat aan de achterzijde van de paal een knop verborgen zat, waarmee een diender contact kon krijgen met de meldkamer. Dit was duidelijk uit de tijd dat lang niet overal een telefoon bij de hand was.
Het is moeilijk voor te stellen, maar op de plek die nu het Dorpsplein is – met oude waterpomp – stond tot midden vorige eeuw cafй Rechthuis, met bescheiden speeltuin. Historische grond is het zeker, want hier werd in de achttiende eeuw recht gesproken. Opgravingen hebben uitgewezen dat op dit pleintje rond 1175 boerderijtjes gestaan moeten hebben.
De waterpomp stond vroeger naast het politiebureautje. ‘Als je sterk genoeg bent, geeft de dorpspomp nog water,’ aldus Fred.
Rembrandt
Dit hart van Sloten lag op een terp, van oudsher een iets hoger gelegen droge plek in een nat gebied. Fred: ‘Aan de noordkant van het pleintje staat de Sloterkerk met een rank wit torentje. De huidige kerk stamt uit 1860. Dankzij oude tekeningen is bekend dat er eerder een grotere kerk heeft gestaan, ooit getekend door Rembrandt van Rijn.’ Dat Rembrandt hier kwam, was vanwege een familierelatie: de vrouw van de predikant Sylvius, Aeltje van Uylenburgh, was een nicht van Rembrandts vrouw Saskia.
In de tijd van de Tachtigjarige Oorlog, rond 1573, is de toenmalige kerk van Sloten door de Geuzen in brand gestoken. Het middenschip van de deels verwoeste rooms-katholieke kerk werd in 1664 opgeknapt en ingericht als protestants godshuis. Dat was de kerk van ds. Sylvius. Enkele eeuwen later stortte de kerk van bouwvalligheid zo ongeveer in. En dus kwam hier, op dezelfde plek, de kerk die er nu staat. Naar ontwerp van architect Pieter J. Hamer (1812-1887). Hamer was ook opzichter van de panden van de hervormde gemeente in Amsterdam. De grote klok van deze kerk dateert uit 1516 en is gegoten door de gebroeders Moer.
‘En,’ zegt Fred: ‘achter de kerk is een begraafplaats waar mijn ouders begraven liggen. Even voorbij de grafsteen van mijn ouders staat een grafsteen met mijn naam erin gebeiteld. Schokkend? Je raakt er aan gewend, de steen behoort aan de broer van mijn vader met dezelfde naam.’
Huisarts behandelt paarden
Verder wandelend over de Sloterweg attendeert Fred op een witte monumentale woning met koetshuis waar huisarts Faber ooit praktijk hield. Dat is op huisnummer 1301. Van dr. Faber is bekend dat hij overigens ook paarden behandelde.
De speeltuin tegenover de woning van de huisarts is misschien wel eens bezocht door de vader van Fred. De speeltuin dateert namelijk al uit 1923. Van oudsher moest al het verkeer naar de groeiende luchthaven Schiphol via Sloten naar de brug over de Ringvaart. Dat was gevaarlijk voor de spelende dorpsjeugd. Vandaar deze speeltuin, een van de oudste van Amsterdam.
Molen
‘Vlakbij de brug over de Ringvaart staat sinds 1922 een uitspanning, toen genaamd Rust Oord, nu cafй de Halve Maan. Daar tegenover, aan de andere kant van de weg, zie je een molen die in 1990 nieuw gebouwd is,’ vertelt Fred.
Sinds 1636 stond in de Riekerpolder al een molen in Sloten. Maar die moest weg in verband met zandwinning voor de uitbreiding van Amsterdam Nieuw-West. Die Riekermolen staat nu in Buitenveldert aan de Amstel. De huidige Molen van Sloten mag dan op een nieuw gemetselde onderbouw rusten, de eiken balken zijn afkomstig van een molen in de Watergraafsmeer en dateren uit 1847. Koningin Juliana kwam in 1991 naar Sloten om deze molen aan de Akkersluis officieel te openen. De molen is een trouwlocatie.
Fred: ‘Waar je vroeger een openluchtzwembad had aan de Ringvaart, zie je nu een binnenhaven waar woonboten liggen. De oude houten brug van de Ringvaart was een flessenhals met veel verkeer en te doen gebruikelijk met bijbehorende files.’
Dorpsgezicht
Sloten ligt nu iets terzijde van al het drukke steedse gedoe. Fred van de Water, de kleinzoon van de warmoezenier uit het dorp: ‘Het heeft wel wat om door zo’n stil dorp te lopen, Sloten met een zeer oude geschiedenis. Een dorp dat wellicht, misschien gechargeerd, nog een paar eeuwen kan blijven bestaan.’ Hij woont hier niet, maar komt er graag. Dit oudste dorp van Amsterdam is een plek om zorgvuldig te koesteren, vindt hij.
Fred is zeker niet de enige die de historische betekenis van Sloten onderkent. In 2017 kreeg het dorpje de status gemeentelijk beschermd dorpsgezicht. Sloten vormt, zoals in een ambtelijke Amsterdamse nota te lezen valt, een ‘redelijk gaaf relict van het agrarisch verleden in een sterk verstedelijkte omgeving’. Een plek met een interessante historie.
Auteur: Jan Maarten Pekelharing.
Bij het schrijven is dankbaar gebruik gemaakt van o.a. de brochure Wandelen door het dorp Sloten (Werkgroep Historie Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp)
Meedoen aan ‘Mijn plek’?
Neem ons mee naar de plek die jij kenmerkend vindt voor jouw streek in Noord-Holland. We kunnen er misschien in deze pandemische tijd even niet heen, maar we horen graag over het monument, plein, kerk, molen, natuurgebied of buurtje waar jij je thuis voelt. Stuur jouw ideeën in naar redactie@onh.nl en wie weet maken we binnenkort van jouw plek een verhaal!
Publicatiedatum: 19/04/2021
Van: www.onh.nl/verhaal/mijn-plek-sloten-het-oudste-dorp-van-amsterdam (zie ook voor meer foto’s en informatie).