Mijn zondagse wandeling met vrouw en hond voerde mij door het onvolprezen Amsterdamse Bos. De bomen nog kaal waardoor de zon uitbundig op de nog vrijwel kale bosgrond viel.
Slechts hier en daar een bloeiend plantje, Holwortel en Longkruid, wellicht ontsnapt uit het naastgelegen Thijssepark. Na ronding van de Amstelveense Poel laten we Bovenkerk met zijn onlangs prachtig gerestaureerde Sint-Urbanuskerk en toren, van Pierre Cuypers uit 1888, rechts liggen.
We lopen terug door het oude dorp Amstelveen en het valt op hoeveel gelijkenis het heeft met Sloten. Met dien verstande dat Amstelveen ruim buiten de banpaal ligt en dat Sloten precies op die grens ligt. Er is een dorpsstraat en plein, waaraan de Hervormde kerk ligt, een school met mooi tegeltableau, en een straat met winkels en restaurants. Een zijstraat voert naar het station van de Haarlemmermeerlijnen, dat van 1915 tot 1950 heeft gefunctioneerd. Dat voorzag in die tijd in uitstekende verbinding met de hoofdstad, Aalsmeer, Uithoorn, Hoofddorp en Haarlem.
Zodoende veranderde in de twintigste eeuw het dorp van turfwinners in een overloop voor de beter gesitueerde Amsterdammers. De gemeente Amstelveen, die tot 1964 Nieuwer-Amstel heette, heeft een flinke veer moeten laten voor de hoofdstad, in 1896 en 1921 werden de meest bevolkte gedeelten die dicht tegen Amsterdam aanlagen, geannexeerd. Maar een flink grondgebied van zo’n 4500 hectare resteerde, met daarin verschillende dorpskernen. De annexatie van 1921 werd de gemeente Sloten fataal, haar zelfstandige bestaan kwam toen ten einde. Kijk je naar hoe het oude dorp Amstelveen erbij ligt, waarbij veel ouds bewaard is waar het nieuwe is tussen gepast, dat concludeer je dat hier een veel evenwichtiger ontwikkeling heeft plaatsgevonden dan in het geval van de gemeente Sloten.
Het dorp Sloten is nog redelijk met de schrik vrij gekomen, hoewel de organische verbindingen met Osdorp via de Osdorperweg, Sloterdijk via de Uitweg en Amsterdam via de Sloterweg afgesneden zijn. Hier kan het nodige nog verbeterd worden.
Maar Sloterdijk, waar het gemeentehuis stond, is praktisch met de grond gelijk gemaakt. In de huidige situatie is het een gebied geworden waar niemand langer wil verblijven dan strikt noodzakelijk is. Dat had veel beter gekund als de zelfstandige gemeente Sloten was gehandhaafd. De balans is zoekgeraakt, enkel de logica van de gemeente Amsterdam gaf de doorslag, er was geen tegenmacht. In de 45 leden tellende gemeenteraad van Amsterdam zat en zit zelden iemand uit dit gebied.
Nu het bijna honderd jaar geleden is dat de annexatie van de gehele gemeente Sloten plaats vond, is dat een mooi moment om de rekening van winst en verlies op te maken. Wat heeft het ons opgeleverd en wat zijn we kwijtgespeeld. Wat welvaart betreft is het natuurlijk bijzonder voor de wind gegaan, stevig ondersteund door het Groninger gas, dat het verlies van de koloniën ruimschoots heeft vergoed. Maar wat schoonheid betreft kan niet anders geconstateerd worden dat veel is ingeleverd. De zuidelijke wandelweg, de Boerenwetering, etc. Een man die dat in zijn tijd besefte was Chris Schut, die de ondergang van het oude polderland rondom Amsterdam, en met name in de gemeente Sloten, in talloze tekeningen heeft vastgelegd.
Praktisch alles wat hij getekend heeft is verdwenen. Dit alles overdacht ik, lopend in de zon langs de molen de Dikkert, terug naar (Nieuw) Sloten.
Nico Jansen.
Uit: de Westerpost van 25 maart 2015.