Als bewoner van het verspreidingsgebied van de Westerpost weet u natuurlijk al dat het kleinste Politiebureautje van het land te vinden is in het dorp Sloten. Wist u overigens ook dat Sloten ouder is dan Amsterdam? De oudste vermelding stamt uit de Middeleeuwen tussen de jaren 993 en 1049. Sinds 1175 ligt het dorp op zijn tegenwoordige plek op een terp – waar nu het Dorpsplein is – aan de Sloterweg.
Dit kleine Politiebureautje werd gebouwd in 1866. Het staat middenin het dorp aan het Dorpsplein. Sinds 1980 is het pandje gemeentelijk monument. Dat is ook logisch, omdat het nog helemaal intact is. Het voormalige politiehuisje is wat betreft karakteristieke detaillering en ligging, centraal in het dorp, een van de pijlers onder het dorpsgezicht van Sloten.
Zeven dorpscafés
Tot ongeveer 1965 was het Politiebureautje nog volop in gebruik. De meeste zaken, die hier speelden, gingen over diefstal, dronkenschap en kattekwaad. De dorpsveldwachter sloot mensen, die een glaasje te veel op hadden, weleens op in de cel van zijn Politiebureautje. Konden ze daar veilig hun roes uitslapen. Begin vorige eeuw telde het dorp maar liefst zeven (!) café’s… dronkenschap kwam hier dus wel ‘eens’ voor! Kinderen die kattenkwaad uithaalden, werden ‘opvoedkundig’ ook wel eens een uurtje opgesloten in de cel. Die straf maakte diepe indruk op de scholieren, zo blijkt uit de verhalen die ze daar nu nóg over vertellen!
Nieuwe bestemming
Sinds 2015 staat dit monument leeg, omdat de buurtregisseur van de politie het niet meer gebruikt. Dat doet het pand geen goed. Stadsherstel Amsterdam krijgt als restaurerende instelling als eerste de kans om dit, door de gemeente af te stoten project te verwerven. Daarvoor heeft ze samen met de bewoners van Sloten een plan gemaakt om dit piepkleine Politiebureautje, met authentieke cel, aan te kopen, te restaureren, te behouden voor het dorp en voor iedereen toegankelijk maken. Er komt een klein winkeltje in! Om dat plan te realiseren, gaan we binnenkort een crowdfundingactie starten. Binnenkort leest u hierover meer.
Tamar Frankfurther.
Uit: de Westerpost van 19 april 2017.