Op 5 mei 2017 is een bekend Slotenaar is heengegaan. Joop Kool werd in 1919 geboren in de woning boven de slagerij aan de Sloterweg 1239 in de toenmalige gemeente Sloten. Zijn leven in een notendop: Hij ging schuin aan de overkant naar de St. Jozefschool en kwam daarna in de slagerij te werken. Hij leverde bestellingen aan huis af – op de fiets in het landelijk gebied.
In 1967 nam hij de zaak van zijn vader over. Leny Schönhage werd zijn vrouw. In de oorlog zou hij moeten gaan werken in Duitsland, maar dat is er nooit van gekomen. Dat kwam – zoals hij zelf zo mooi wist te vertellen – doordat “mijn gegevens op de een of andere manier zoek waren geraakt en niet meer in het bevolkingsregister stonden… Ik bestond niet meer!”
Joop werd vorig jaar op 4 mei geïnterviewd over Sloten tijdens WOII.
Joop en Leny kregen twee kinderen: Hans en Ruud. Halverwege de jaren zeventig begon het dorp Sloten te veranderen. Tuinders – zijn klanten – trokken weg en het winkelbestand werd steeds kleiner. Grootwinkelbedrijven waren in opkomst. Tijd voor verandering. Hij deed de zaak over aan een andere slager (Van den Bosch) en ging tot zijn pensioen ‘in de kaas’ werken.
Net als tijdens zijn werkzame leven bleef Joop heel actief als vrijwilliger voor de gemeenschap: voor Pancratius (voetbal en toneel), niet als speler maar altijd op de achtergrond, rondleiden door Sloten en vanaf de start als vrijwilliger bij de Molen van Sloten. Met volle inzet lekker met z’n handen bezig zijn. Ondertussen af en toe een geintje, zoals toen een jonge dame hoorde over zijn hoge leeftijd en tegen hem zei: “Oh meneer, bent u al zo oud, dan hebt u waarschijnlijk uw leven lang weinig vlees gegeten!” Het leven is gevierd. De cirkel is rond. Joop is schuin tegenover zijn geboortehuis op de Pancratius-begraafplaats begraven. We zullen je missen!
Tamar
Uit: de Westerpost van 17 mei 2017.