Op 17 oktober 2019 diende de rechtszaak over de werkzaamheden van GEM BV in de Lutkemeerpolder. Door Behoud Lutkemeer werd stopzetting van de werkzaamheden geëist, omdat er nog een procedure loopt over rechtsgeldigheid van de vergunning en de wijziging van het bestemmingsplan.
Hoewel de officiële uitspraak nog moet komen, werd duidelijk dat de gemeente, bij monde van GEM BV moest beloven (voorlopig) te stoppen met verdere werkzaamheden.
GEM is een BV opgericht door de gemeente Amsterdam en de Schiphol Area Development Company om in de Lutkemeerpolder een bedrijventerrein te ontwikkelen. Tegen de bouw van dit bedrijventerrein is breed verzet.
Op 2 september ontruimden de politie en deurwaarder de Tuinen van Lutkemeer (een strook volkstuinen ter bescherming van de polder tegen begin van werkzaamheden) hardhandig en maaide alle planten aan gort. Vervolgens werden er sloten gedempt, en een grote sloot dwars door het gebied gegraven, waardoor de boeren van de Boterbloem niet meer bij hun akkers konden komen.
Volgens SADC en gemeente gaat het om ‘Niet onomkeerbare werkzaamheden’ ter voorbereiding van de bouwwerkzaamheden, en nog niet om de bouwwerkzaamheden zelf. Want die mogen immers niet. Zolang er geen klant is die daadwerkelijk heeft getekend, zal er niet gestart worden..
Een motie met die strekking is eerder dit jaar aangenomen in een poging alle ophef over de vernieling de kop in te drukken. Ondanks dat al maanden geleden is aangekondigd dat er elk moment een koper bekend gemaakt zal worden, is dat nog steeds niet gebeurd. In een raadsvergadering verklaarde de verantwoordelijke wethouder Marieke van Doorninck dat dat voor half oktober zou gebeuren.
Maar in het NRC, die een zeer kritisch artikel over de bouwplannen publiceerde, beweerde ze weer dat het eind oktober zou worden. We zijn benieuwd welke enorm duurzame en circulaire bedrijf een distributiehal van 5,5 ha nodig heeft en niet bereid is om die op een van de vele andere beschikbare plekken in of rond Amsterdam te betrekken…
Bij de rechtbank is een proces aangespannen om een voorlopige voorziening tot stopzetting van de werkzaamheden te eisen. Die rechtszaak diende vandaag (een eerdere zitting werd verdaagd wegens een vormkwestie). Gisteren had de gemeente, die de vergunning heeft verstrekt, en SADC op de valreep laten weten ze sowieso (bijna) klaar zijn met het ‘graven en dempen’ dat volgens de vergunning was toegestaan. De rechter vroeg zich af of het daarom nog zin had om op de eis van opschorting van verdere werkzaamheden in te gaan.
Vervolgens ontstond er een ingewikkelde discussie over wat er nu wel en niet volgens de vergunning zou mogen en welke werkzaamheden SADC zonder vergunning zou kunnen verrichten. Bijvoorbeeld vrachtwagens met zand over het deel van de polder uitstorten dat ze willen ‘ontwikkelen’. Mevrouw Jorritsma van de gemeente maakte de verwarring nog groter door te beweren dat het misschien wel onder de vergunning zou kunnen vallen, dat zand uitrijden.
SADC, bij monde van Peter Joustra, weigerde enige informatie te geven over de verdere plannen. Op herhaald verzoek van de rechter ‘beloofden’ ze uiteindelijk wel dat de werkzaamheden die ze volgens de vergunning wilden verrichten, nu klaar zijn. Voor volgende werkzaamheden moeten er nieuwe vergunningen worden aangevraagd.
Vanuit de zaal werd de rechter gevraagd of we harde garanties konden krijgen dat er niet verder gewerkt mocht worden, ook niet met werkzaamheden waar dan officieel geen papieren voor nodig zouden zijn. De rechter verklaarde dat zij daar niet over ging en dat we in dat geval de media er maar bij moesten halen.
Kortom: alle waakzaamheid is geboden, en zo gauw er een graafmachine of vrachtwagen in de buurt komt, gaan we weer in de weg staan.
Van: www.behoudlutkemeer.nl – 18 oktober 2019.