Er wacht een haven

Maandagavond 22 februari 2016 was ik bij een presentatie van de wethouder Ruimtelijk Ordening in Pakhuis De Zwijger. Daar werden foto’s getoond van de noodwoningen op Riekerhaven in een reeds gevorderd stadium.

Dat noopte tot een nieuw bezoek. De laatste keer dat ik daar was, begin november vorig jaar, was men nog druk met grondwerk bezig. Nu bleken er al ruim 200 wooncontainers opgestapeld. Voorheen stonden ze in de houthavens, aan de Spaarndammerdijk. Daar moesten ze verdwijnen voor nieuwe plannen. Dan denkt men op de Stopera al snel aan ons gebied, buiten de ring A10 is vast nog wel plek. Hopelijk vinden velen hier een prettig onderkomen op deze wat afgelegen plek, ingeklemd tussen de A10-west, de A4 en de Ringspoordijk.

Een vreemde gewaarwording dat ik op deze zonovergoten zondagmiddag de enige levende ziel ben op het terrein van Sportpark Riekerhaven. Na de hoofdingang strekken zich rechts geen sportvelden meer uit maar staan er al grote bouwblokken. Tot ongeveer halverwege de A4 is het terrein volgebouwd. De vraag is of op het overige terrein komend jaar weer open lucht evenementen georganiseerd worden. Ik vrees het ergste.

Paniek
Wethouder Eric van der Burg hield een praatje over zijn ambitieuze bouwplannen. Het lijkt of een zekere paniek zich heeft meester gemaakt van het gemeentebestuur. Bovenop de reeds lopende plannen moeten ineens zo’n 20.000 extra woningen gebouwd worden in een luttel aantal jaren. Juist die avond meldde het Parool dat weer veel mensen, gezinnen, de stad de rug toe keren, vanwege ervaren tekort aan kwaliteit. Voor de wethouder is dat geen thema, er zijn in de wereld nog altijd genoeg mensen die wel in Amsterdam willen wonen. Zijn hart is zo groot, dat hij iedereen een woonplek in onze stad gunt. Door nu ook volkstuinparken en natuur- en recreatiegebied te willen volbouwen zal de ervaren kwaliteit door de huidige bewoners nog verder afnemen.

Stedebouw is een kwestie van de lange adem, Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd. Sinds het Algemeen Uitbreidingsplan van 1934 heerst in Amsterdam de opvatting van de lobbenstad. Water en groen van het buitengebied reiken tot ver in het stadscentrum. Dat hebben meer grote steden met goede ruimtelijke ordening. De plannen uit Koers 2025 plukken het laaghangende fruit, de open ruimte van de lobben worden achterelkaar volgebouwd. De Tuinen van West blijven vooralsnog buiten schot, maar de Oeverlanden worden ernstig bedreigd. Het zou doodzonde zijn als het paniekvoetbal van deze wethouder en zijn medestanders resulteert in een grote rode steenwoestijn, waar geen rustige groene plek meer is om op adem te komen en waar onze lucht van fijnstof kan worden gezuiverd.

Dorp
Graag wordt de beeldspraak gehanteerd dat Amsterdam een dorp is, waar de wethouder een beetje sturing aan geeft. Een hoog Swiebertje-gehalte. Maar ga zelf eens na, er zijn grote delen van de stad waar je zelden komt. Het gevoel dat je vertegenwoordigt wordt in de gemeenteraad is door gebrek aan contact erg gering. Alleen eens in de 4 jaar mag je je uitspreken. Dat dan even tussentijds zaken bekokstoofd worden is niet acceptabel. Pas na 2018, na nieuwe raadsverkiezingen, kan over extra bebouwing gesproken worden, als de kwestie in de verkiezingen aan de kiezers voorgelegd is.

Nico Jansen.

Uit: de Westerpost van 2 maart 2016.