De Spieringhorner Binnenpolder

De vroegere gemeente Sloten strekte zich, voor de droogmaking van het IJ in de jaren zeventig van de 19e eeuw, uit vanaf de Spaarndammerdijk aan de noordkant, tot aan het Jaagpad aan de zuidkant bij de Nieuwe Meer. Het gedeelte ten westen van het dorp Sloterdijk heette vanaf 1921 Spaarnwouderdijk.

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

Kaart van het poldergebied Spierinx Hoorn met de pas aangelegde trekvaart naar Haarlem, die het gebied in tweeën deelt. De noordelijke helft werd de Spieringhorner Binnenpolder, de zuidelijke helft de Osdorper Binnenpolder, met daarin het Ookmeertje; circa 1650.

In de ontginningsperiode, vanaf zo’n duizend jaar geleden, begon de kolonisatie vanaf het IJ in zuidwestelijke richting. Zo ontstond in de 11e en 12e eeuw het gebied waartoe nu nog Landelijk Osdorp behoort. Dit gebied werd op oude kaarten aangeduid als ‘Spierinx Hoorn’. De uitwatering van dit gebied werd oorspronkelijk gevormd door het veenriviertje De Drecht, dat met een spuisluisje uitwaterde op het IJ. Ook de latere Sloterpolder werd aan de noordzijde begrensd door de Spaarndammerdijk, aangelegd in de 13e eeuw.

Uitsnede uit de Topografisch Militaire Atlas uit circa 1850 met de Spieringhorner Polder ten noorden van de Haarlemmervaart (van links naar rechts). In het nog niet drooggemaakte IJ liggen de eilanden Ruygoort (links) en Den Hoorn met de Jan Rebellenwaard (rechts).

Spaarndammerdijk
De Spaarndammerdijk liep vanaf de Haarlemmerpoort in Amsterdam in noordwestelijke richting en boog aan de noordkant van Spierinx Hoorn af naar het zuidwesten, naar Polanen en Houtrijk, sinds halverwege de 17e eeuw ligt daar Halfweg. Van daaraf liep de dijk verder naar het noordwesten richting Spaarndam. Deze dijk is daar nu nog duidelijk in het landschap aanwezig.

Kaart van Spierincxhoorn uit 1746 ten noorden van de Haarlemmervaart (van linksonder naar rechtsboven). In het nog niet drooggemaakte IJ liggen de eilanden Ruygoort (links) en Den Hoorn met de Jan Rebellenwaard (rechts).

Door de vele dijkdoorbraken kreeg de Spaarndammerdijk een steeds meer bochtig verloop. Telkens als de dijk doorbrak werd een nieuw stuk dijk om de doorbraak heen gelegd. Lange tijd was deze dijk de voornaamste landverbinding tussen de steden Amsterdam en Haarlem. Hierin kwam verbetering na de aanleg van de trekvaart met jaagpad tussen Amsterdam en Haarlem in 1632. Langs de dijk vond bewoning plaats, in elk geval vanaf de 15de eeuw, maar mogelijk al direct na de aanleg van de dijk.

Langs de Spaarndammerdijk lagen vanaf de ontginning tot halverwege de 20e eeuw een reeks boerderijen. Op de stroken land werd aanvankelijk akkerbouw bedreven, vanaf ongeveer de 14e eeuw werd het land door inklinking van het veen te drassig waardoor er werd omgeschakeld op veeteelt.

Spierinx Hoorn
Tot in de 16e eeuw was Spierinx Hoorn wel beschermd tegen het buitenwater van het IJ, maar verder waren er slechts lage kaden. In 1567 verleenden Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland vergunning het gebied van de Spieringhornerpolder te omdijken. Een drietal afwateringssloten, die van de Osdorperweg naar de Spaarndammerdijk liepen, zorgden voor de natuurlijke afwatering op het IJ. Er waren kleine spuisluisjes in de Spaarndammerdijk. Ter hoogte van de Jan Louwesbraak bevond zich de Middelveldssluis, voor de afwatering van de naastgelegen Middelveldsche Polder.

Spieringhorner en Osdorper Polders in 1900. In het midden deelt de Haarlemmervaart het gebied in tweeën. Van linksboven naar middenkader loopt de Osdorperweg, met het dorp Osdorp. Rechts loopt de Uitweg.

Na het graven van de Haarlemmervaart in 1632 werd het gedeelte ten noorden van die vaart de Spieringhorner Binnenpolder en het gebied ten zuiden daarvan de Osdorper Binnenpolder. Aan weerszijden van de Haarlemmervaart kwamen poldermolens voor deze beide polders.

Op de topografische kaarten uit de 20e eeuw zijn daar langs de Spaarndammerdijk circa veertien boerderijen te onderscheiden, met onder andere de volgende namen: Altijd Zorg, Lindeboom, Altijd Strijd, Alles wacht op Zegen en Overzaan. In de Heining lag nog boerderij De Heining. Sinds de annexatie door Amsterdam in 1921 heette dit gedeelte van de dijk, tussen Sloterdijk en Halfweg, Spaarnwouderdijk.

Links de Haarlemmerweg met in het midden de spoorlijn Amsterdam – Haarlem (geëlectrificeerd in 1927). De ‘Dikke Molen’ van de Spieringhornerbinnenpolder aan de Haarlemmervaart.

Begrenzingen
De westelijke begrenzing van Spierinx Hoorn was het Houtrak, onderdeel van het IJ, vanaf 1873 de Houtrakpolder en de Groote IJpolder (ook aan de noordkant), en ten zuiden van de Haarlemmervaart (vanaf 1632 Osdorper Binnenpolder) de Osdorperweg.

De oostelijke begrenzing van Spierinx Hoorn en de Osdorper Binnenpolder was de Groeneweg, een zijweg van de Spaarndammerdijk, en later de Haarlemmerweg, die naar het zuidwesten liep richting Uitweg en Osdorperweg. Na aanleg van de Haarlemmervaart lag er nog een klein stukje van deze weg tussen deze vaart en de Spaarndammerdijk.

Ten oosten daarvan lag nog een klein restant van de vroegere Middelveldsche Polder, met daarin de ‘Jan Louwens Braek’, met de Middelvelts Sluys en daar weer ten oosten van het ‘Huis te Bretten’ of ‘Huis te Britten’. Dit landhuis stond in een klein poldertje met dezelfde naam.

De ‘Dikke Molen’ van de Spieringhorner Buitenpolder. Door vonken van een stoomlocomotief van een van de treinen op de spoorlijn tussen Amsterdam en Haarlem, die hier tot 1985 nog lag, is de molen op 15 juli 1928 afgebrand. Later stond er een bakstenen gemaaltje.

Het huis stond vanaf de 17e eeuw op een smalle strook tussen de Spaarndammerdijk en de Haarlemmervaart. Het was een van de diverse landhuizen die langs deze vaart heeft gestaan. Dit huis werd lange tijd gebruikt als herberg en tapperij. Het werd afgebroken omstreeks 1837 voor de aanleg van de eerste spoorlijn van Nederland, van Amsterdam naar Haarlem. Mogelijk is de naam van dit landhuis afgeleid van Borch te Bretten bij Katwijk en/of de Brittenburg, een Romeins fort nabij Katwijk. De naam van dit gebied sinds de jaren zeventig is Brettenzone, genoemd naar dit voormalige huis.

Het gemaal van de Spieringhorner Binnenpolder aan de Spaarnwouderdijk 225. Op de achtergrond de Haarlemmerweg met de spoorlijn naar Haarlem, gezien in zuidelijke richting; augustus 1956.

Doorbraken
Ten westen van de Groeneweg lagen langs de Spaarndammerdijk diverse ‘wielen’, watertjes die herinnerden aan vroegere dijkdoorbraken, waarbij er land was weggespoeld en een diep (rond) water overbleef. Dit werd ook wel aangeduid met ‘braak’. Zo waren er in deze omgeving de ‘Jan Louwes Braeck’ (ten oosten van de Groeneweg) en de ‘Doggenaers Braeck’ (ten westen van de Groeneweg). Meer naar het westen waren er nog de ‘Sant Braeck’ en de ‘Nieuwe Braeck’. Deze laatste bestaat nog en heet tegenwoordig ‘Groote Braak’. Deze braak is ook de jongste van de doorbraakwatertjes, deze ontstond na een dijkdoorbraak in 1675 en ligt nu nog net ten noordoosten van Halfweg. Alle andere braken zijn verdwenen.

De Spaarnwouderdijk met de Kleine Braak, gezien in oostelijke richting.

Buitendijkse gebieden
Aan de noord(west)kant van Spierinx Hoorn lagen ook nog enkele buitendijkse gebieden, zoals ‘Spierinx Hoorn Buiten’, later de Spieringhorner Buitenpolder, en ‘Den Heining’, een driehoekige landtong aan de noordwestkant. Voor de kust lagen hier nog enkele eilandjes: ‘Buyten Heining’, ‘Houckx Nes’ en ten westen daarvan ‘Kooyen Eiland’, ook bekend als ‘Ruygoort’. Van deze buitendijkse gebieden en eilandjes bestaat bijna niets meer, alles in de jaren zestig onder een dikke laag ophogingszand verdwenen. Alleen een klein stukje van Ruigoord, met een restant van het dorp, bestaat nog als kunstenaarskolonie. De straatnaam De Heining in het Westelijk Havengebied herinnert nog aan de vroegere landtong, die hier heeft gelegen. De straat Hoekenes en de Hoekenesgracht in de tuinstad Osdorp zijn in 1958 vernoemd naar ‘Houckx Nes’.

De Spaarnwouderdijk met de Spieringhorner Binnenpolder gezien in zuidwestelijke richting naar de Haarlemmerweg. In de verte molen de 1200 Roe. Op de voorgrond een braak.

Alleen de buitendijkse gebieden Spieringhorner Buitenpolder en Den Heining behoorden tot de banne van Osdorp, vanaf 1816 gemeente Sloten, Ruigoord was aanvankelijk verdeeld over Hout Ryck (zuidelijke helft) en Westsanen (noordelijke helft). Later behoorde dit tot de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, vanaf 1997 ligt Ruigoord in de gemeente Amsterdam.

Haarlemmervaart
Na de aanleg van de Haarlemmervaart in 1631-1632 werd dit gebied doorsneden en in tweeën gedeeld. Ten noorden van de vaart kwam de Spieringhorner Binnenpolder, ten zuiden daarvan de Osdorper Binnenpolder, die aan de zuidwestkant begrensd werd door de Osdorperweg. Hiervan is nog een klein stukje bewaard gebleven.

Boerderij in de Spieringhorner Binnenpolder aan de Spaarnwouderdijk nr. 431; september 1956.

Spieringhorner Binnenpolder
Beide polders werden voortaan bemalen door een poldermolen, die uitwaterde op de Haarlemmervaart, onderdeel van het Hoogheemraadschap Rijnland. Dit waren de nog bestaande Molen de 1200 Roe uit 1632 van de Osdorper Binnenpolder en de ‘Dikke Molen’ van de Spieringhorner Binnenpolder uit circa 1650. Sinds 1839 liep de spoorlijn Amsterdam – Haarlem er vlak langs. Deze molen, met een vlucht van 25,50 meter, had aanvankelijk een scheprad, dit werd in 1873 vervangen door een vijzel. Dit om de waterstand in de polder 20 cm te kunnen verlagen voor een betere opbrengst van het land. De vijzel werd in 1926 vernieuwd. Op 15 juli 1928 is de molen door brand verloren gegaan, deze werd mogelijk veroorzaakt door de vonken van een langsrijdende stoomlocomotief op de spoorlijn. De vijzel bleef echter behouden. Deze werd opgenomen in een klein bakstenen motorgemaal dat hier in 1928 werd gebouwd. Het nieuwe gebouw was tevens woning voor de machinist, voorheen molenaar. De bouw kostte 12.253 gulden en de Kromhout ruwoliemotor kwam op 7.680 gulden. Later kwam er een elektromotor.

Boerderij in de Spieringhorner Binnenpolder aan de Spaarnwouderdijk nr. 541; september 1956.

Dit gemaal werd in de jaren zestig gesloopt en vervangen door het met een elektromotor aangedreven huidige gemaal op de voormalige molenwerf, net ten oosten van de Australiëhavenweg, dat nog steeds het water uitslaat op de Haarlemmervaart. Een restant van de vroegere molensloot is in het natuurgebied De Bretten nog terug te vinden. Een ander restant van het vroegere poldergebied dat weer zichtbaar is gemaakt is dat van het riviertje De Drecht, een kronkelige sloot in het natuurgebied. Deze kreek liep voor de bouw van de molen naar de Doggenaarsbraak, met een uitmonding in het IJ.

Het waterpeil van de Spieringhorner Binnenpolder bedroeg halverwege de 19e eeuw nog 1,25 m onder NAP. Dit werd geleidelijk aan verlaagd tot 1,92 m onder NAP in 1955. De oppervlakte bedroeg 365 hectare. De kleine polder Huis de Bretten met een oppervlakte van 3 hectare had geen vast peil en werd bemalen door een staartvijzelmolentje. In 1904 kwam er via een duiker onder de Jan Louwenbraak een verbinding met de Spieringhorner Binnenpolder.

Boerderij in de Spieringhorner Binnenpolder aan de Spaarnwouderdijk nr. 603; september 1956.

Spoorlijn Amsterdam – Haarlem
Langs de zuidrand van de Spieringhorner Binnenpolder, de Haarlemmervaart, lag vanaf 1839 de oudste spoorlijn van Nederland, de op 20 september 1839 geopende lijn Amsterdam – Halfweg – Haarlem. Sindsdien lagen er langs de Haarlemmervaart aan beide kanten verbindingen: aan de zuidkant de Haarlemmerweg, met de tramlijn Amsterdam – Haarlem – Zandvoort (1904-1957) en aan de noordkant de spoorlijn (vanaf 1839). Een gedeelte van de spoorlijn is in 1985 verlegd naar een noordelijker tracé, om aansluiting te krijgen op het nieuwe Station Amsterdam Sloterdijk, maar ten westen van de Australiëhavenweg ligt de spoorlijn nog steeds op het inmiddels ruim 180 jaar oude tracé. Hierlangs stonden voorheen ook enkele baanwachterswoningen in de Spieringhorner Binnenpolder.

Boerderij in de Spieringhorner Binnenpolder aan de Spaarnwouderdijk nr. 645; september 1956.

Groote IJpolder
Met de aanleg van het Noordzeekanaal tussen 1865 en 1876 werd ook de zeearm het IJ ingepolderd. Dit werden de IJ-polders, die vanaf 1872 gereed kwamen. Deze polders werden ingedeeld bij de aangrenzende gemeenten. Zo werd de Groote IJpolder, gelegen ten noorden van de Spaarndammerdijk tussen Sloterdijk en Halfweg, in 1877 (grotendeels) toegevoegd aan de gemeente Sloten, die daarmee een flinke gebiedsuitbreiding kreeg. De gehele nieuwe droogmakerij werd bestemd voor de akkerbouw en er werden vele nieuwe boerderijen gebouwd.

Kassen bij de Spaarnwouderdijk nummer 241, in westelijke richting gezien. In het verschiet ligt de Haarlemmerweg, met molen de 1100 Roe, verderop molen de 1200 Roe; september 1956.

Westelijk Havengebied
In de jaren zestig kwam er een einde aan het hele poldergebied tussen de Haarlemmervaart (ten oosten van Halfweg) en het Noordzeekanaal, toen het werd opgespoten met een dikke laag zand ten behoeve van de aanleg van het Westelijk Havengebied. Ook de Spieringhornerpolder verdween geheel onder het zand, nadat alle boerderijen waren afgebroken. Er is in deze omgeving (bijna) niets wat nog herinnert aan vroeger. Het grootste deel van de uit de middeleeuwen daterende Spaarnwouderdijk (voorheen Spaarndammerdijk) werd afgegraven. Tot de weinige uitzonderingen behoren twee restanten van deze dijk. Eén net ten westen van het oude dorp Sloterdijk, nabij het sportpark Spieringhorn, en een gedeelte ten noordoosten van Halfweg. Hier ligt ook nog een stuk van het in 1634 en 1651 met stenen versterkte dijklichaam.

De Spaarnwouderdijk gezien vanaf de Velserweg (Sloterdijk); 8 april 1960.

Ter vervanging van de in 1963 afgegraven middeleeuwse Spaarndammerdijk kwam er iets zuidelijker een nieuwe waterkering te liggen. Deze verlegde Rijnlandse hoogwaterkering vormt de zuidelijke begrenzing van het Westelijk Havengebied. Evenwijdig hieraan ligt ten westen van de Australiëhavenweg een fietspad met de naam Daveren en ten oosten daarvan de Theemsweg. Ten oosten van de Seineweg vormt de spoordijk de waterkering.

Aan de westkant wordt verlegde Rijnlandse hoogwaterkering begrensd door de Groote Braak. Dit meertje is ontstaan na de dijkdoorbraak in de Spaarndammerdijk in 1675. De dijk is daarna er met een boog omheen gelegd. Ten zuiden van de spoorlijn en Haarlemmerweg lag ook nog de Kleine Braak. Net ten oosten van de bebouwing van Halfweg is dit deels dichtgegroeide watertje nog als een klein natuurgebiedje blijven bestaan.

De Spaarnwouderdijk gezien vanaf de Overbrakerweg; 2 augustus 1960.

De Lange Bretten
Ten zuiden van de hoogwaterkering en ten westen van de Radarweg ligt evenwijdig aan de Haarlemmervaart sinds de jaren zestig een onbebouwd en braakliggend gebied, de Brettenzone, tegenwoordig Lange Bretten genoemd. De niet-officiële naam van de bemalen gronden is ‘Polder De Lange Bretten’. Het water wordt (nog steeds) uitgeslagen op de Haarlemmervaart, onderdeel van Rijnlands Boezem (0,60 onder NAP) met een in 1980 gebouwd gemaal. De oppervlakte bedraagt 244 hectare. Het polderpeil is 1,20 m onder NAP.

Deze polder vormt de zuidelijke strook van de vroegere Spieringhorner Binnenpolder, voorts het kleine poldertje Huis te Bretten en een deel van de Groote IJpolder.

De Spaarnwouderdijk (langs de Groote IJpolder) nabij Halfweg; april 1936.

In deze strook zijn in de jaren zeventig en tachtig het Sportpark Spieringhorn en twee volkstuinparken aangelegd, Volkstuinpark De Bretten en Tuinpark De Groote Braak. Deze namen herinneren aan historische namen in dit gebied. Er waren plannen voor de aanleg van het park Brettenburg en het sportpark De Hoorn. Beide zijn nooit gerealiseerd. De rest van het terrein werd aan zijn lot overgelaten. In de loop der tijd raakte dit begroeid en ontstond er rietland en een natuurlijk bos. Dit wordt wel de ‘laatste stadswildernis van Amsterdam’ genoemd. In de jaren ’90 kreeg het een officiële natuurbescherming. Van oost naar west loopt hier het Brettenpad, een fiets- en wandelpad tussen Sloterdijk en Halfweg.

De Overbrakerweg gezien in zuidoostelijke richting naar nummer 263 (in de bocht). Op de achtergrond de Spaarnwouderdijk. In het verschiet: de spoorlijn Amsterdam – Haarlem en een flatgebouw en huizen van de tuinstad Slotermeer; 1958.

Aan de westkant wordt De Lange Bretten begrensd door de Groote Braak. In het tussengelegen verwilderde gebied is het natuurgebied De Kluut ontstaan, in het rietland zitten veel vogels.

De Spaarnwouderdijk gezien in oostelijke richting naar de stad. Op de voorgrond links zijn de boerderijen aan de Overbrakerweg 271-267; 1958.

Banpaal
Nabij het boezemgemaal Halfweg uit 1977 is een restant van de vroegere banpaal herplaatst. Rond Amsterdam stonden van 1560 tot in de 18e eeuw zes banpalen, die de ‘bangrenzen’ van Amsterdam aangaven. Na de de uitbreiding van Amsterdam met de derde uitleg, tot aan de Singelgracht, werden de banpalen omstreeks 1625 verder van de stad af geplaatst. In 1795 verloren zij hun functie, maar bleven deels bestaan. Ook langs de Spaarndammerdijk, tussen Sloterdijk en Halfweg, stond op een mijl afstand van de stadsgrens een banpaal. Aanvankelijk stond deze tussen de Doggenaers Braeck en Spierinx Hoorn Buyten, vanaf circa 1625 had deze een plek circa 7,5 kilometer vanaf de Haarlemmerpoort, ten westen van Spierinx Hoorn Buyten, nabij de het ‘Gerecht van Rijnland’. Hier stond ter afschrikking de galg, waar door Rijnland ter dood veroordeelden konden worden opgehangen. Dit is één keer voorgekomen.

Kaart van een gedeelte van de Spieringhorner en Osdorper Polders in 1900. In het midden het gedeelte van de Groote IJpolder dat tot de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude behoorde. Midden onder de Groote Braak uit 1675. Daaronder de Kleine Braak en linksonder Polanen, later Halfweg.

De banpaal is in 1867 daar verdwenen, doch onderdelen daarvan bleven bewaard. Het bovenstuk kwam terecht bij het stoomgemaal in Halfweg en werd daar in 1927 herontdekt. Sinds 1954 stond het bovenstuk in een tuin naast het Oosterpark nabij het Tropeninstituut. In 2006 zijn deze bewaarde delen na restauratie weer teruggeplaatst op een klein bewaard gebleven restant van de Spaarndammerdijk, nabij het Boezemgemaal Halfweg. De paal kon niet op zijn oorspronkelijke plek worden teruggeplaatst, omdat de dijk daar in 1963 is vergraven en onderdeel is geworden van het bedrijvengebied Sloterdijk III in Westpoort.

Kanaal om de West en Afwateringskanaal Halfweg
Als onderdeel van het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) van Amsterdam uit 1935 werd tussen de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder en zijkanaal F / Noordzeekanaal een nieuwe scheepvaartverbinding voorzien die de verbinding via Kostverlorenvaart en Schinkel door Amsterdam-West zou moeten ontlasten. Dit kanaal is er volgens de oorspronkelijke plannen nooit gekomen, doch er is in 1977 wel een klein deel van aangelegd als onderdeel van de afwatering naar het Boezemgemaal Halfweg. Dit afwateringskanaal takt ten noorden van Halfweg af van het restant van Zijkanaal F naar het oosten en doorsnijdt even verderop het overgebleven restant van de Spaarnwouderdijk ten noordoosten van Halfweg. Vanaf dit punt tot aan het nieuwe Boezemgemaal uit 1977, loopt het kanaal een stukje door de vroegere Spieringhorner Binnenpolder.

Kaart van de Spieringhorner Binnenpolder in 1957, enkele jaren voordat deze onder het zand voor het Westelijk Havengebied verdween. Langs de Spaarnwouderdijk zijn een hele reeks boerderijen zichtbaar. Links boven de vroegere landtong De Heining, in het midden de Spieringhorner Buitenpolder.

Erik Swierstra, maart 2023.
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

De (meeste) foto’s en kaarten zijn afkomstig uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.

Literatuur
Tussen Haarlemmerpoort en Halfweg, Historische atlas van de Brettenzone in Amsterdam. Auteurs: Jaap Evert Abrahamse, Menne Kosian en Erik Schmitz. Uitgeverij Thoth, Bussum, oktober 2010. ISBN 978-906868-515-2