Boek over de geschiedenis van Sloten en Nieuw-West

Ton Heijdra: “Je moet wel heel oud zijn om mij nog iets nieuws te vertellen”

Nieuw-West – Na andere buurten als De Pijp, Zeeburg en Oud-West is het nu de beurt aan Nieuw-West om in boekvorm in de serie van sociaal-geograaf Ton Heijdra te verschijnen. Een beetje een thuiswedstrijd; Heijdra heeft jaren in Slotervaart en Osdorp gewerkt. Maar er was voldoende nieuws te ontdekken. Nu kan men er kennis van nemen in ‘Nieuw-West, de geschiedenis van de Westelijke Tuinsteden’.

Door Shirley Brandeis

Active Image

Het is er eindelijk.
“Ja, het duurde even. Ik heb er uiteindelijk vijf jaar aan gewerkt. Achteraf gezien kwam het nog goed uit dat het langer dan gepland duurde. Nu kon ik mooi de fusie van de drie stadsdelen van Nieuw-West erin opnemen. Tijdens de installatie van de nieuwe raad heb ik nog de laatste foto voor het boek genomen.

Nu is het meer een afgerond geheel.
Geuzenveld-Slotermeer, Slotervaart en Osdorp zijn nu echt Nieuw-West. “Welke onderwerpen komen aan de orde in het boek? “Wat zijn de Westelijke Tuinsteden, waarom is een buurt zo gevormd zoals ie nu is, dat soort dingen. Ik had en heb altijd veel vragen. Daarom schrijf ik ook. Dan kan ik op zoek naar de antwoorden.”

Dus vanaf 1935, toen het AUP…
“Nee! Ik ga veel verder terug. Het begon hier niet met het Algemeen Uitbreidingsplan van Cornelis van Eesteren. Ik ben begonnen bij het begin, zo’n duizend jaar geleden. Hoe het er toen uitzag – die polders, het water – heeft medebepaald hoe het er vandaag de dag uitziet. Neem bijvoorbeeld de vraag of de tuinsteden hier wel waren gekomen als dat meer er niet gelegen had.”

Dat meer.
“De Sloterplas, waar wij nu op uitkijken tijdens dit gesprek. Ik wilde per se hier afspreken. Hiermee is het allemaal begonnen. Waar wij nu zitten was vroeger de gemeente Sloten. Amsterdam bestond toen nog niet eens. Ja, het is een hele oude geschiedenis. Ik moet eerlijk toegeven dat er al veel overgeschreven is in boeken en polderarchieven. Maar ik ben verder gaan zoeken. Onder andere naar de eerste akte van de gemeente Sloten. De dorpsraad daar heeft al veel archiefwerk gedaan, maar toch was het nog een pittige klus om achter de waarheid te komen.”

Welke waarheid?
“Men zegt dat het oudste document waarin over Sloten wordt geschreven van rond het jaar duizend is. De eerste documenten blijken echter geantedateerd, dus van eerdere datum voorzien, om zo het eigendom over kerken te kunnen staven. Waarschijnlijk is het oudste document dan ook van rond 1150. Toch nog altijd ouder dan Amsterdam.”

Wat is er zo leuk aan die hele geschiedenis ontrafelen?
“Het leuke is om te zien dat de geschiedenis zich herhaalt. En dat sommige zaken anders zijn dan ze nu in de hoofden van de mensen zitten. Neem Loveland, dat vorige maand hier plaatsvond en waar veel bewoners tegen protesteren. Vaak doet men daarbij eenberoep op Van Eesteren, die hier rust wilde hebben. Welnee! Van Eesteren wilde hier juist meer levendigheid. Waar wij nu wat drinken, bij café Oostoever, had een uitkijktoren moeten komen en dat had publiek moeten trekken.”

Grappig.
“Nog een voorbeeld: waar nu de drie flats aan de Burgemeester Hogguerstraat staan, daar was de tentoonstelling Het Atoom gepland. Een piramide had er gebouwd moeten worden, met een echt werkende kernreactor. De expositie kwam uiteindelijk bij Schiphol en daar is weer Petten uit voortgekomen.”

Waar haal je die informatie vandaan?
“Door veel te lezen, zowel boeken als tijdschriften, en door te zoeken. Soms op slechts één woordje. Ik heb geen mensen geïnterviewd. Je moet wel heel oud zijn om mij nog iets nieuws te vertellen.”

Geef nog eens een tipje van de sluier.
“In mijn boek vertel ik ook over het plan van stedenbouwkundige Witteveen, een voorloper van het Algemeen Uitbreidingsplan van Van Eesteren.

Toen Sloten in 1921 werd geannexeerd barstte er een strijd los tussen de gemeentelijke Dienst Publieke Werkenen de gemeentelijke Woningdienst, tussen respectievelijk de ambtenaren Bos en Keppler, over hoe de stad uit te breiden. Witteveens plan was de inzet en in dat plan werd veel meer natuur gehandhaafd. Onder andere was er een grote strijd over de Nieuwe Meer. Bos wilde daar een industrieterrein, Keppler en Witteveen wilden natuur.

Dus in die jaren twintig was men al bezig met het tuinstadidee. De dienst Stadsontwikkeling werd in 1928 opgericht om het conflict op te lossen. Van Eesteren sloot veel compromissen in zijn plan en daarbij kwam in de jaren dertig ook de invloed van het Nieuwe Bouwen. Je kunt dus niet zeggen dat alles hier begonnen is met het AUP van Van Eesteren. Overigens, er zijn ook nog alternatieve plannen geweest. Onder andere het doortrekken van de grachtengordel, was een idee. Moetje voorstellen waar we nu dan hadden gezeten.”

Komt ook de veranderende bevolkingssamenstelling ter sprake in je boek?
“Ja, alleen niet als eerste over de groepen waar jij nu aan denkt. Ik schrijf ook over de Duitse immigranten uit de 19e eeuw. De arbeiders die hier naar toe trokken om bij de tuinders te werken.

Ik schrijf over de komst van de Friezen en de Groningers naar de tuinsteden inde jaren vijftig. Over de problemen die er waren: geïsoleerde vrouwen, het niet integreren, de spanningen binnen het gezin. In een onderzoek stelde men toen voor om ‘an aggressive approach’ toe te passen! In een tijdschrift sprak men ook al over een actief spreidingsbeleid van de mensen die in groten getale uit Nederlands-Indië naar de Westelijke Tuinsteden kwamen. Als je dat allemaal hoort en leest, relativeert dat wel de huidige situatie.”

Je hebt uiteraard ook over stedelijke vernieuwing geschreven.
“Ja. Ik was zelf betrokken bij het veranderingsproces. Dus daar wist ik veel vanaf. Alleen de laatste jaren beschrijf ik globaal. Daar waag ik me nu nog niet aan, dat is te vroeg. Wel verklaar ik de komst van de stedelijke vernieuwing.
Dat functies van wonen veranderen, daarom.”

Wat vind jij daar als opbouwwerker van?
“Ik spreek geen oordeel uit in mijn boek. Dat moeten de mensen zelf doen. Op basis van de geschiedenis kun je je eigen conclusies trekken. Ik hoop dat het boek de lezers anders tegen het gebied laat aankijken. Dat je af en toedenkt: ik woon hier al mijn hele leven, maar dat wist ik nog niet.”

Zoals?
“Ken jij de geschiedenis van de Westerpost? “

Globaal, niet echt, nee.
“Die vraag – hoe is die krant begonnen en waarom hier – heb ik mezelf ook gesteld. Je kunt het straks lezen in mijnboek.”

Signeren
Het eerste exemplaar van het boek ‘Nieuw-West, de geschiedenis van de Westelijke Tuinsteden’ wordt vandaag, op woensdag 1 september, aan stadsdeelvoorzitter Achmed Baâdoud overhandigd.

Het boek is vanaf nu verkrijgbaar bij de boekwinkel, onder andere bij Meck en Holt en bij www.uitgeverijdemilliano.nl voor € 22,50. ISBN 978 9072810 588.

Op zaterdag 4 september 2010 signeert Ton Heijdra tussen 11.30 en 15.30 uur bij Meck en Holt aan Tussen Meer 48. Die dag krijgt u korting op het boek.

Uit: De Westerpost van 1 september 2010; www.westerpost.nl