Op zondag 28 november 2021 werd deel 2 van de verhalen ‘Rond de Sloterbrug’ gepresenteerd. Deze keer staan de jaren zestig en zeventig in Sloten, Oud Osdorp en Badhoevedorp centraal.
Na hun vorige uitgave waarin de vier lokale auteurs verhalen uit de naoorlogse periode vastlegden, richten Paul Kroes, Jan Loogman, Kees Loogman en Kees Schelling hun blik nu op de roerige jaren die daarop volgden. Uit de verhalenbundel blijkt dat het om een tijd vol tegenstellingen ging. Aan de ene kant ging het oude vertrouwde dorpse leven onveranderd door, maar tegelijkertijd dienden zich overduidelijk veranderingen aan, waar niet iedereen blij mee was. Een impressie van de 23 verhalen uit het boek.
Belevenissen van dorpsdokter Faber
De verhalenbundel begint met een prachtige compilatie van herinneringen aan dé dorpsdokter van Sloten, dokter Bert Faber. Hoe hij áltijd klaar stond voor zijn patiënten; soms ook in de rol van psychiater. Over een patiënt die maar niet naar de tandarts durfde te gaan en die stomdronken bij hem in de praktijk belandde – bij wie hij toen zelf maar diens rotte tanden heeft getrokken. En hoe Faber de pastoor van de Sint Pancratiuskerk vroeg een parochiane – die ternauwernood nog haar tiende kind had kunnen baren – ervan te overtuigen dat “haar taak om kinderen te baren nu wel volbracht is”. De befaamde dokter Faber ging in 1986 met pensioen. Hij had een hele grote praktijk, maar “met hoofdpijn of een verkoudheidje vielen zijn patiënten hem niet lastig”.
Weerbarstige pastoor en buffelende kolenboer
Het boek geeft ook een inkijkje in het katholieke leven in de jaren zestig. Pastoor Coelen trad in 1964 aan in de Pancratiuskerk. Toen Jan Loogman in 2020 aan (ex-)parochianen vroeg wat zij zich van deze pastoor herinneren, zijn hun reacties nog opvallend heftig. Zij delen openhartig hun herinneringen.
Ook Eef Schelling, de kolenboer in Oud Osdorp, wordt uit de vergetelheid gehaald. Hoe later op de dag hoe zwarter zijn gezicht. Wie slim was, liet zijn kolen in de zomer al bezorgen. Dan was je goedkoper uit.
Wees- en Armenhuis gekraakt
Toen de Slotenaren op 17 januari 1973 wakker werden, zagen zij tot hun stomme verbazing dat het Wees- en Armenhuis, dat bijna een jaar leegstond, was gekraakt. Kees Schelling heeft precies uitgezocht wat er tóen allemaal gebeurde. Over de Dorpsraad, die aanvankelijk niets van de krakers wilde weten, maar later bedacht dat zij wel de voorkeur verdienden boven de komst van de Amerikaans sekte ‘Children of God’. Wethouder Ruimtelijke Ordening, Han Lammers, bemoeide zich persoonlijk met de zaak. Wie het hele relaas volgt, ziet dat de krakers een belangrijke rol hebben gespeeld in het behoud van het voormalige bejaardentehuis, waar nu nog altijd twintig gezinnen in wonen.
Hoe jongerencentrum Smoes aan zijn naam kwam
In de vroegere recreatiezaal, die aanvankelijk met een brug verbonden was met het bejaardentehuis, opende jongerencentrum Smoes in 1974 zijn deuren. “Het centrum ontleende zijn naam aan een voormalige bewoner van het verzorgingshuis, de heer Smoes. In de achtergebleven verpleegrapporten werd melding gemaakt van het feit dat bij controles bleek dat er cognac in de kledingkast van de heer Smoes gevonden was. Als camouflage zat de cognac in bruine flesjes met het etiket ‘hoestdrank’. Ook zou er een fles bier in zijn kastje in de recreatiezaal zijn gevonden. De oude heer Smoes werd streng berispt, maar heeft zich hierdoor jaren later ook een cultstatus verworven.” Tegenwoordig staat dit pand bekend als ‘Dorpshuis Sloten’ waar iedereen activiteiten kan organiseren. Het is mooi hoe verleden en heden elkaar zo een hand geven.
Te koop in Osdorp en in Badhoevedorp
En dit is slechts een greep uit dit toegankelijke boek vol verhalen uit het dagelijks leven in de jaren zestig en zeventig in Sloten, Oud Osdorp en in Badhoevedorp. ‘Rond de Sloterbrug, deel 2’ (ISBN 9789082477535) is voor € 19,95 verkrijgbaar bij boekhandel Jaspers in Badhoevedorp, boekhandel en Meck & Holt en via de uitgever.
Tamar Frankfurther, 29 november 2021