4-5 mei: Vrijheid en identiteit

Ondanks een snijdend koude wind was de opkomst bij de Dodenherdenking aan de Osdorperweg weer heel behoorlijk. De plechtigheid zelf verliep via een herkenbaar en strak geregisseerd protocol.

Met de scouts van Phoenix, de gedichten, de sprekers, de trompettist en de vlagceremonie. En dit keer met een strikte afzetting van de weg, geregeld door de politie. Met dank aan de organisatoren voor de vlekkeloze ceremonie hierna een korte impressie van de teksten van de sprekers.

Dorpsraad
Namens de Dorpsraad sprak de voorzitter Sjoerd Jaasma. Hij memoreerde de 4-meiherdenking van vorig jaar waar hij niet bij was omdat hij met de familie in Duitsland zat. Hij heeft toen wel het bekende Dachau concentratiekamp bezocht, samen met zijn kinderen. Zij hebben dat destijds als zeer indrukwekkend ervaren. Eén van de kenmerken van opsluiting in zo’n kamp was het verlies aan identiteit. En dat is juist het onderwerp dat door het 4-5 mei comité samen met het begrip vrijheid als leidend thema voor 2009 was gekozen. Wij, de naoorlogse generatie, zijn snel geneigd om Vrijheid en Identiteit als een vaststaand gegeven te zien. Maar vrijheid, identiteit en vrijheid van meningsuiting zijn geen vanzelfsprekendheden. Die moet je bevechten, verdedigen en koesteren. Je kunt ze grondrechten noemen waarbij het niet de bedoeling is dat je ze te pas en te onpas gebruikt om anderen te beledigen of af te kraken. Of om groepen mensen tegen elkaar op te zetten. “Grondrechten gelden voor iedereen en niet slechts voor de meerderheid van de mensen, maar juist ook voor minderheden. Vrijheid maak je met elkaar. Laten we hier ook dit komende jaar met zijn allen weer aan werken, want het komt niet vanzelf.”

Dominee Bakker
De toespraak van dominee Bakker is ook al jaren een van de vaste punten op de 4-mei herdenking. Ook hij stond even stil bij het gegeven dat hij de oorlog zelf niet had meegemaakt. Maar ook hij had wel verhalen uit de eerste hand, van mensen die de oorlog zeer bewust hadden meegemaakt en daar over vertelden. Ze worden steeds zeldzamer, mensen die aan den lijve hebben ondervonden hoe het was om te leven onder een bezetting. Onder een bezetter die groepen mensen indeelde in goede en slechte mensen. Germaans was goed, Slavisch verkeerd. Ariër was goed, Jood was fout. Als naoorlogse generatie kunnen we de feiten wel tot ons nemen, maar helemaal begrijpen kunnen we het niet. Ook is het moeilijk te begrijpen dat mensen een deel van hun identiteit opgaven om achter een leider aan te lopen die uit was op de totale vernietiging van “anderen”.

Leiderschap kun je tot op zekere hoogte positief waarderen, maar het gaat fout als we beginnen te dwepen. Als we gaan na-apen en ophouden met onszelf vragen te stellen over wie we zijn en hoe we omgaan met anderen.

“Morgen vieren we dat we leven in een vrij land. We weten niet half hoe rijk we zijn. Dat je mag zijn wie je bent, aan de buiten- en binnenkant. Je hoeft helemaal niet op iemand anders te lijken, want echte identiteit, dat is dat je samenvalt met jezelf. Dat we lijken op wie we echt zijn.”

Arie van Genderen

Uit de Westerpost van 13 mei 2009.