Vier kleuter-ooievaartjes geringd – Droogte zorgt voor sterfte op Vrije Geer

Het was een groot raadsel voor de vele bezoekers aan Natuurpark Vrije Geer: “Wat gebeurt daar toch bovenop die paal? Hoeveel jongen zijn er? Twee toch, of drie? Nu zie ik er nog maar ééntje…”

Vanwege de corona-maatregelen werd de lichting kleuterooievaars op Natuurpark Vrije Geer en de Oud Osdorpse Lutkemeerschool dit jaar op 9 juni in klein comité geringd. Ruben en Jaco van de gemeente Amsterdam bedienden behendig de hoogwerker om het schoorsteennest op de Lutkemeerschool te bereiken.

Ringer Engbert van Oort meet de kop en snavel van het enige ooievaarsjong dat op natuurpark Vrije Geer overleefde. (Foto: Marina den Ouden)

Bijgevoerd
Onder het toeziend oog van hun bezorgd rondvliegende ouders haalde ringer Engbert van Oort drie jonkies uit het schoorsteennest op Oud Osdorp. De jonkies hielden zich weer schijndood, om zo oninteressant te zijn voor roofdieren. Ze zagen er alle drie prima uit. Engbert bond een ring om de rechter poot en voerde de metingen uit (zie tabel).

Dat ene Vrije Geer-jonkie kreeg véél te eten. (Foto: Marina den Ouden)

“Ik ring in 2020 beduidend minder vogels”, aldus Engbert. “Door de extreme droogte dit voorjaar was er onvoldoende voedsel om veel hongerige jongen groot te brengen. Het is goed merkbaar dat op Oud Osdorp wordt bijgevoerd. Ik tref hier drie jongen op gewicht aan. Dat lijkt goed nieuws, maar dat is het niet. Het gaat hier om wilde dieren. Zo leren ze niet om voor zichzelf te zorgen. Dat wreekt zich in hun latere leven. Bijvoeren is daarom niet toegestaan.”

De drie Lutkemeer-ooievaartjes schijndood op een rijtje. (Foto: Anja Rol)

Eén joekel
Op naar Natuurpark Vrije Geer, waar Ruben behendig op een ladder naar boven klimt en slechts één levend jong aantreft. Wel een joekel, die duidelijk goed verzorgd is door zijn ouders. In het nest ligt een lijkje van een héél kleine baby-ooievaar. In het AT5-item van 17 mei (25 jaar na het referendum ter lancering van de film ‘De slag om het Weilandje Vrije Geer) zie je nog twee grotere jongen op het nest. Eén van beide toen al grotere jonkies heeft het dus ook niet overleefd. Engbert: “Als je tussen het riet rond de paal gaat zoeken, vind je daar vást het andere lijkje. Het is verdrietig, maar dat is nu eenmaal hoe het gaat in de natuur.”


Meer palen bezet?

Engbert had overigens ook goed nieuws: “Op een andere plek woont ook al jaren een bazige ooievaar, die – net als op Natuurpark Vrije Geer – geen buren duldde. Dáár blijkt nu dat zijn eigen nageslacht (met nieuwe partner) wél welkom is op een buurpaal.” Jonkies komen vaak terug naar hun geboorteplek. Wie weet worden ook hier meer paalwoningen in gebruik genomen nu oudere Vrije Geer-lichtingen geslachtsrijp zijn.

Tamar Frankfurther

Uit: de Westerpost van 17 juni 2020.