SLOTEN – “De molens gaan weer doen waarvoor ze waren bedoeld: Nederland droog houden.”
Ko Kuiper en Ton van Kampen zijn trots op hun molen in Sloten, aan de westkant van Amsterdam. Kuiper is voorzitter van Stichting de Molen van Sloten, die het 32 meter hoge rietgedekte bouwwerk in bezit heeft. Van Kampen is een van de twee beroepsmolenaars.
Kuiper en nog dertien eigenaren van een poldermolen tekenden eerder deze maand met het waterschap Amstel, Gooi en Vecht een overeenkomst die bepaalt dat de molens weer voor het waterbeheer worden ingezet. Kuiper: “Het is een geweldige ervaring te zien dat dit historische werkstuk weer van belang is in deze moderne tijd.”
Van Kampen: “Veel Nederlanders weten niet dat het vroeger uitsluitend houten poldermolens waren die het waterbeheer regelden. In feite wordt een oude traditie in ere hersteld.”
In de negentiende eeuw werden de poldermolens afgedankt toen dieselgemalen en nog weer later elektrische gemalen hun functie overnamen. Tegenwoordig zijn de gemalen ook nog eens computergestuurd. Kuiper: “Als er nieuwe uitvindingen zijn, danken ze vaak al het oude af.”
Het is de bedoeling dat de Molen van Sloten een bijdrage gaat leveren aan het waterbeheer. De molen kan per minuut 60 kuub, ofwel 60.000 liter, verplaatsen. Kuiper: “Als de waterstand hier in de westhoek van Amsterdam te hoog wordt, verplaatst de molen het water naar de Haarlemmer Ringvaart. Die staat op zijn beurt in verbinding met het Noordzeekanaal.”
Als er geen wind is, bereikt u niets met uw molen.
Kuiper: “Het is eeuwenlang goed gegaan met de molens, dus zo groot zal dat nadeel niet zijn.”
Van Kampen: “Het land is hier vlak, je hebt hier bijna altijd wind.” “Bijkomend voordeel van de houten molen is dat je die niet kunt hacken”, zegt Kuiper “Dat kan wel met door computers gestuurde elektrische gemalen. Het is al eens gebeurd dat de sluizen hier in Noord-Holland waren uitgeschakeld. Dat was zogenaamd een grapje, maar ondertussen. Zo kunnen ze het hele systeem platleggen. Je kunt wel een molenaar met zijn molen proberen te hacken, maar dat heeft totaal geen zin.”
Waarom grijpen andere waterschappen niet terug op hun poldermolens?
Kuiper: “Die zitten vast aan hun computersysteem. Dat willen ze niet zo graag loslaten. Maar als ze zien dat het bij ons werkt, zullen ze het ook gaan doen, is mijn verwachting.”
De twee zijn blij dat hun poldermolen weer in bedrijf wordt genomen. Van Kampen: “Rust roest en een houten molen die stilstaat raakt onherroepelijk in verval. Als een molen draait heeft hij veel minder slijtage.”
De inzet van de poldermolens bevordert bovendien de vismigratie. Kuiper: “Vis kan, onder andere door het lage toerental, relatief makkelijk langs de schoepen van een molen passeren. Een elektrisch gemaal is een onneembaar obstakel en doodt de vis.” Van Kampen: “Zo’n elektrisch gemaal is net een gehaktmolen.”
Kuiper: “Paling en andere vissoorten kunnen ongeschonden een poldermolen passeren. Dit bevordert de visstand in het gebied van het waterschap.”
Als het aan Kuiper en Van Kampen ligt, gaat hun poldermolen binnenkort zelfs stroom leveren. “Een ingenieur zegt dat de molen geschikt is voor het produceren van groene stroom. Als er een generator in de molen is geplaatst, leveren wij straks groene stroom aan de wereldstad Amsterdam. De provincie Noord-Holland heeft vanwege het gezicht niet zo veel op met windmolens. Maar wat is erop tegen een poldermolen voor het leveren van groene stroom te gebruiken?”
Molen van Sloten draaide slechts twintig jaar
SLOTEN – De molen van Sloten dateert van 1847 en komt uit Amsterdam-Oost. De molen is slechts twintig jaar in gebruik geweest. Toen nam een gemaal zijn functie over. In 1991 is de molen naar Sloten verhuisd en weer in gebruik genomen. De molen wordt draaiend gehouden dankzij twee beroepsmolenaars en negentig vrijwilligers. De molen is te bezichtigen. Zie ook: www.molenvansloten.nl
Uit: het Reformatorisch Dagblad; 15-03-2013 14:06 | René Zeeman; (www.refdag.nl/nieuws/binnenland/oude_molen_in_belang_van_moderne_tijd_1_723148)