Opgravingen in het dorp Sloten in 1991

Op de plaats waar sinds de jaren negentig het Dorpsplein van Sloten ligt is in september tot november 1991 een opgraving uitgevoerd door de Afdeling Acheologie van de gemeente Amsterdam. In de Archeologische kroniek Noord-Holland 1991 is hierover een verslag gepubliceerd.

In de dorpsterp van Sloten aan de Sloterweg is in de periode 16 september tot 1 november 1991 een opgraving uitgevoerd. Doel van het onderzoek was de ouderdom en de structuur van deze nederzetting vast te stellen. De opgraving maakt deel uit van een reeks opgravingen die de laatste jaren zijn uitgevoerd in het kader van onderzoek naar de ontginningsgeschiedenis van de regio Amsterdam.

Amsterdam-Sloten. Het inmeten en tekenen van de ophogingslagen in de dorpsterp in 1991. Op de achtergrond de Sloterkerk. Foto Afd. Archeologie, Amsterdam.

De vrij omvangrijke dorpsterp is goed zichtbaar in het huidige stratenpatroon. De terp bevat een kerk met eromheen een (thans gedempte) kerksloot, voorts een weg (de huidige Sloterweg) en ruimte voor huizen. Twee percelen hiervan werden opgegraven. Tot voor kort stonden hier twee 17e-eeuwse huizen, waarvan er één dienst deed als herberg en rechthuis.

De aanleg van deze huizen, zo bleek uit oudere funderingen, dateert al uit de 16e eeuw. Beide percelen vormden daarvoor één perceel waarop, zo tonen de oudere lagen aan, vanaf circa 1175 een boerderij of huis stond. Doordat het perceel gemiddeld om de tien jaar werd opgehoogd konden boven elkaar negen boerderij- en huisplattegronden worden opgetekend. Het eerste huis was 5 m breed en 10 m lang; huis 2: 5,60 x 8,50 m; huis 3: 5,60 x 9,70 m; boerderij 4: 6,60 x 10,80 m (stalgedeelte: 6,60 x 1,30 m); boerderij 5: 5,70 x 12,80 m (stalgedeelte: 5,70 x 2,30 m); boerderij 6: 6,30 x 13,50 m (stalgedeelte: 6,30 x 2,30 m); huis 7: 4,90 x 8,40 m en huis 8: 4,90 x 8,40 m. Huis 9 werd gedeeltelijk opgegraven.

Uit deze ontwikkeling blijkt dat de huizen aanvankelijk geen stalgedeelte hadden, dat daarna een periode aanbrak waarin ze een klein stalgedeelte met ruimte voor slechts enkele koeien hadden en dat uiteindelijk (bij de huizen 7-9) weer geen stalgedeelte meer aanwezig was. De boerderijen/huizen (1-6) lagen met de korte zijde aan de Sloterweg; de huizen 7-9 lagen daarentegen met de lengteas parallel aan de Sloterweg. Wel dient vermeld te worden, dat enige funderingsconstructies, gelegen achter de laatstgenoemde huizen, kunnen wijzen op een afzonderlijk gebouwde stal. De op deze plek aangetroffen mestlagen ondersteunen deze gedachte.

Samengevat kan gesteld worden, dat het huidige Sloten zich vanaf het laatste kwart van de 12e eeuw op deze plaats ontwikkeld heeft, dat het oudste Sloten, bekend uit schriftelijke overleveringen daterend uit de 10e-11e eeuw, zoals door De Cock verondersteld, gezocht moet worden aan de zuidzijde van de Sloterplas en dat een verplaatsing, net zoals dat het geval was met Assendelft, naar de plaats van het huidige Sloten, in de loop van de 12e en 13e eeuw moet hebben plaatsgevonden.

Afdeling Acheologie, Amsterdam, J.M. Baart

Uit: de Archeologische kroniek Noord-Holland 1991; pagina’s 330 en 331.