Het maaibeleid van de gemeente is nog gericht op: het zo snel mogelijk afvoeren van regenwater, efficiency en jaren ’50 netheid. Dat móet anders.
Door het veranderende klimaat moeten we regenwater vasthouden en de biodiversiteit vergroten. Maai dus zo min mogelijk. Dan neemt de grond meer regenwater op. Laat bermbloemen bloeien en uítbloeien, zodat hun zaadjes volgend jaar voor nieuwe bloemen kunnen zorgen. Mensen genieten dan van bloeiende bermen én bloemen bieden voedsel aan vlinders, bijen en andere insecten. Deze bestuiven op hun beurt gewassen en vormen voedsel voor vogels en andere dieren, die daardoor hún kostje bijeen kunnen scharrelen.
Overhangend takje
Wie goed rondkijkt, ziet dat de gemeente op de ene plek wél maait en op de andere plek niet. Er zit geen (herkenbaar) systeem in. Men maait zélfs veel en te vroeg in de Groene AS. De gemeente heeft vastgeroeste ideeën over de effecten van het maaien. Wandelaars en fietsers zouden het naar vinden wanneer er af en toe een takje overhangt aan de zijkant van het pad. Onzin natuurlijk, zolang prikkende bramenstruiken het pad maar niet overwoekeren. Ook het maaien van een strook langs de diverse wegen is dus niet nodig.
Verkeersveiliger
Maaien langs verkeerswegen zou, omwille van de verkeersveiligheid, nodig (en voorgeschreven) zijn. Opnieuw niet waar. Kijk maar buiten Amsterdam. Begroeiing loopt daar wél door tot de rand van fiets- en voetpaden én rijwegen… Navraag leert dat deze gemeenten dit maaibeleid uitvoeren omdat het duurzaam is, watervasthoudend werkt én… omdat het verkeersveiliger is. Als hogere begroeiing tot aan de wegrand loopt, verandert de beleving: Wegen gaan smaller (en prettiger) ogen, waardoor men rustiger gaat rijden.
Hoog tijd dus om het Amsterdamse maaibeleid te veranderen… Als je dit in de héle stad (start in Nieuw-West) ‘uitrolt’, verduurzaam je meteen al kilometers groen. Laaghangend fruit om de klimaatdoelen te halen.
Tamar Frankfurther
Uit: de Westerpost van 14 augustus 2019.