De Sloterpolder en Sloterdijkermeerpolder

De Sloterpolder was de grootste polder in de vroegere gemeente Sloten, voordat in 1877 de Groote IJpolder erbij kwam. Binnen de Sloterpolder lagen nog enkele kleine polders die (aanvankelijk) een eigen bemaling hadden:
* Middelveldsche Polder
* Sloterdijkermeerpolder

(N.B. Door op de afbeeldingen te klikken kan een vergrote weergave worden getoond.)

Kaart uit 1870 van de Sloterbinnen- en Middelveldse gecombineerde polders met in het midden de Sloterdijkermeerpolder. Bovenaan de Haarlemmerweg, rechts de Kostverlorenvaart en linksonder het dorp Sloten.

Het gebied tussen Amsterdam en Haarlem werd in de 10e tot 13e eeuw in cultuur gebracht, aanvankelijk als akkerbouwgebied. Na bodemdaling werd het land steeds drassiger, vanaf de 14e eeuw werd het een veenweidegebied. In het begin van de 17e eeuw (tussen 1598 en 1628) werd een groot deel van het bangebied van Sloten ingericht als polder, nadat er langs de Costverloren Wetering (gegraven in 1413) een kade was aangelegd (de Maljapenkade). Totdat het een ‘gesloten polder’ was (geheel omringd door kaden) werd het overtollige water via sluisjes door de Spaarndammerdijk op het IJ geloosd. Onder andere via het veenriviertje de Sloot stroomde het water bij Sloterdijk in het IJ.

Kaart van de Middelvelts Polder uit 1746, gelegen tussen de Groene Wegh (links) en Den Uyt Wegh (midden). Bovenaan de Middelvelts Sluys. en de Jan Louwes Braeck. Rechts daarvan de ‘Middelvelts Mole’. Rechtsboven een ‘In Laegh’, waar de dijk ooit landinwaarts is verplaatst.

Kaart van de Slootermeer en de Slooterpolder e.o. vervaardigd door Floris Floris Balthasars en zijn zoon Balthasar Florisz van Berckenrode; circa 1615.

Na aanleg van de Haarlemmervaart in 1632 werd het noordelijkste deel van de Sloterpolder afgesplitst, dit werd de Overbraker Binnenpolder, gelegen tussen de Spaarndammerdijk en de Haarlemmervaart. Deze polder kreeg een eigen poldermolen, in 1883 vervangen door het nog steeds bestaande gemaal langs deze vaart. Zie verder: Overbraker Binnenpolder.

Vanaf halverwege de 17e eeuw werd de Sloterpolder door drie poldermolens bemalen. In 1674 fuseerde de Sloterpolder met de kleine Middelveldsche Polder (gelegen tussen de Groeneweg en de Uitweg), sindsdien was de officiële naam Sloterbinnen- en Middelveldsche gecombineerde polders.

Wegen en waterwegen
De polder werd begrensd door de Haarlemmervaart, Kostverlorenvaart, Sloterweg, Slimmeweg (nu Osdorperwg), Uitweg en Groeneweg. De Uitweg en Groeneweg bestaan niet meer en liepen van de Haarlemmerweg in zuidwestelijke richting naar de Osdorperweg ter hoogte van waar sinds 1962 Tussen Meer ligt. Kerkgebouw De Uitweg dat van 1964-1991 op dat punt stond herinnerde aan de Uitweg. Globaal liep deze weg daar waar sinds 1953 de Slotermeerlaan en President Allendelaan liggen. Belangrijke waterwegen in de polder waren de Molenwetering, die lag ongeveer waar nu de Admiralengracht is, de Postjeswetering en de Slotervaart, waar de huidige Tuinstad Slotervaart naar genoemd is.

Kaart van de Sloterdijkermeerpolder uit 1903. In het midden de Sloterdijkermeerweg, met daaraan twee boerderijen: ‘Meerzorg’ en een naamloze boerderij.

De in 1644 drooggemaakte Sloterdijkermeerpolder (de voormalige Slootermeer) werd geheel omsloten door de Sloterpolder. Vanaf het dorp Sloterdijk liep de Sloterdijkermeerweg in zuidwestelijke richting, deze vormde een verbinding met het drooggemaakte meertje en ging verder richting Sloten. Evenwijdig aan het eerste stuk van deze weg ten zuiden van de Haarlemmerweg liep de Notweg, een korte zijweg, met daaraan één boerderij.

De Noordermolen van de Sloter Binnen- en Middelveldse Gecombineerde Polders bij ‘de Drie Baarsjes’. Sneeuwlandschap; 1891.

Poldermolens
De eerste (kleine) molen werd al geplaatst in 1569, in 1636 waren er al twee molens. De uiteindelijk drie 17e-eeuwse poldermolens (De 1100 Roe, Noordermolen en Zuidermolen) waren aanvankelijk schepradmolens, in 1842, 1869 en 1872 werden zij verbouwd tot vijzelmolens.

Stoomgemaal Kostverloren aan de Maljapenkade (later Baarsjesweg) langs de Kostverlorenvaart. Dit gemaal kwam in 1878 in de plaats van de Zuidermolen en bleef in bedrijf tot 1951. In de verte zijn de contouren zichtbaar van de Westergasfabriek; 1905.

De Zuidermolen, nabij de Postjeswetering, werd in 1878 vervangen door stoomgemaal Kostverloren, met gebruikmaking van de nog nieuwe vijzel uit 1869. De Noordermolen nabij buurtschap De Baarsjes, werd in 1895 verplaatst naar de Sloterdijkermeerpolder, waar de oorspronkelijke molen in 1893 was verbrand. Na de bouw van een motorgemaaltje in 1925 bleef na 1929 alleen de molenromp over, die in 1954 werd gesloopt.

Molen de 1100 Roe aan de Haarlemmerweg (C337). Gezien in zuidoostelijke richting; op de achtergrond de Uitweg;
juni 1940.

De enige overgebleven molen, de 1100 Roe (bouwjaar 1674, vervangen in 1747, vervijzeld in 1872), werd op zijn oorspronkelijke locatie aan de Haarlemmerweg in 1961 gedemonteerd en in 1965 weer opgebouwd bij Sportpark Ookmeer. Het stoomgemaal Kostverloren aan De Baarsjesweg deed dienst tot 1952 en werd toen gesloopt. Het werd vervangen door het nog bestaande Akergemaal uit 1952 bij het dorp Sloten.

Tuinderijen in de Sloterpolder bij nr. E 377. In het verschiet van links naar rechts: nummers E 376, 374, 375; maart 1954.

Het Slatuinenpad in de Baarsjespolder, tussen het buurtschap de Baarsjes en Sloterdijk; circa 1910.

Tuinbouwgebied
De Sloterpolder was van de 14e tot 20e eeuw veenweidegebied. Sinds de 17e eeuw was er in toenemende mate tuinbouw, met name in De Baarsjespolder en in het Overtoomse Veld, nabij de buurtschappen De Baarsjes en Overtoomse Buurt aan de oostkant van de polder. In de jaren vijftig van de 20e eeuw moesten de laatste tuinders verdwijnen voor de oprukkende stad, ter vervanging werd hiervoor in 1959 tussen de Plesmanlaan en de Sloterweg het Tuinbouwgebied Sloten ingericht. Dertig jaar later moesten de tuinders weer verhuizen, toen hier de woonwijk Nieuw Sloten werd gebouwd. Sindsdien is alleen de Natuurgebied de Vrije Geer bij Sloten nog over van het oude veenweidegebied van de Sloterpolder.

Buurtschap De Baarsjes aan de Kostverlorenvaart, gezien vanaf brug 173 (Wiegbrug) in zuidwestelijke richting, met de huizen Baarsjesweg 126-128. Rechts de vroegere herberg ‘De Drie Baarsjes’; 1936.

Buurtschap De Baarsjes
Aan de oostelijke rand van de Sloterpolder, langs de Kostverlorenvaart, lagen twee buurtschappen in de Sloterpolder. De Costverloren Wetering was in 1413 gegraven tussen de Schinkel en de Spaarndammerdijk als uitwatering voor Rijnland. Deze functie heeft deze waterweg nooit gehad en de investering was tevergeefs, de ‘cost was verloren’. De Kostverlorenvaart had wel een belangrijke rol als lokale vaarweg en als afwatering voor de Sloterpolder. Langs de omstreeks 1600 aangelegde Maljapenkade, de latere Baarsjesweg, verrees bebouwing nabij de twee plekken waar de vaarwegen door de polder sinds circa 1600 met een overhaal werden verbonden met het de Kostverlorenvaart. Dit werden De Baarsjes en de Overtoomse Buurt.

De Baarsjesweg langs de Kostverlorenvaart, gezien in noordoostelijke richting. Links is Krijtmolen ‘De Hoop’ (afgebroken in 1921).

In het noordoosten verrees in de 17e eeuw nabij de overhaal herberg ‘De Drie Baarsjes’. Het buurtschap, met herbergen en ambachtsbedrijven ontleende hieraan zijn naam. Vanaf 1990 werd het Stadsdeel De Baarsjes daar weer naar vernoemd. Het deel van de Sloterpolder in deze omgeving werd ook Baarsjespolder genoemd en kende veel tuinbouwbedrijven. Hier lag ook de Noordermolen van de Sloterpolder, met het watertje ‘De Krommert’. De Zuidermolen lag een eindje ten zuiden van de buurtschap, nabij de Postjeswetering.

Overhaal bij de Baarsjes. Op de achtergrond de Wiegbrug (brug nr. 173). Rechts de Kostverloren Vaart; circa 1905.

Bij het buurtschap lag sinds 1787 de Tolbrug over de Kostverlorenvaart, die de verbinding vormde met Nieuwer-Amstel (de latere Bellamybuurt) en Amsterdam. Sinds 1904 ligt hier de Wiegbrug. Vanaf deze brug werd in 1904 de tramlijn naar Sloterdijk en Haarlem aangelegd dwars door het tuinbouwgebied van de Sloterpolder. Vanaf 1908 was er langs de trambaan de Admiraal de Ruijterweg als eerste vorm van verstedelijking. De voormalige herberg De Drie Baarsjes werd gesloopt in 1956. Een groot deel van de buurtschap moest vanaf de jaren twintig wijken voor de stadsuitbreidingen, maar een klein deel, langs het vroegere Slatuinenpad is nog overgebleven.

Het Slatuinenpad, gezien nabij Haarlemmerweg. Op de achtergrond de Boldoot fabriek bij Sloterdijk; 1922.

Slatuinenpad
Vanaf het buurtschap De Baarsjes aan de Kostverloren Wetering liep vanaf 1675 een kerkepad door de landerijen naar het noordwesten. Over dit voetpad konden de bewoners naar de Petruskerk in Sloterdijk wandelen. Later kwamen er slatuinen langs dit pad, waardoor het de naam Slatuinenpad kreeg. Dit pad verdween in 1927 onder het zand voor de stadsuitbreidingen in de omgeving van de Willem de Zwijgerlaan. Een kort stukje bij De Baarsjesweg is bewaard gebleven onder de naam Slatuinenweg.

De Schinkel bij de Overtoomse Buurt. Gezien in noordelijke richting naar de Overtoomsesluis. Links de Sloterkade.
IJspret in 1893.

Overtoomse Buurt
Aan de zuidoostrand van de Sloterpolder ontstond vanaf de 16e eeuw een levendig buurtschap nabij de samenkomst van de Kostverlorenwetering, de Overtoomse Vaart en de Schinkel. Op last van de graven van Holland mocht er geen rechtstreekse vaarverbinding komen tussen de Kostverlorenwetering en de Schinkel, hier kwam een dam in het water te liggen. Om vervoer met kleine schuiten toch mogelijk te maken werd hier in 1515 een overhaal aangelegd, waarmee bootjes over de dam werden getrokken. Een overhaal werd ook wel een overtoom genoemd. Een bestaande kavelsloot langs de ‘Heilige Weg’ vanaf de stadsgrens werd verbreed tot vaarweg en kreeg de naam Overtoomse Vaart. Deze werd in 1902 gedempt en daar ligt sindsdien de drukke stadsstraat Overtoom.

Een der hoofdkruispunten in de Sloterpolder. Foto uit een album over het aanleggen van het elektriciteitsnet in de gemeente Sloten door de N.V. Algemene Nederl. Electriciteits Mij v/h Groeneveld, Ruempol & Co.; 1919.

Overhaal van de Slotervaart naar de Kostverlorenvaart, gezien in oostelijke richting. Op de achtergrond is de Overtoom met de nrs. 561-559-557 enz. (v.r.n.l.).; mei 1893.

Naast de ‘grote overtoom’ tussen Kostverlorenvaart en Schinkel, was er nog een ‘kleine overtoom’ uit de 17e eeuw tussen de Kostverlorenvaart en de Slotervaart, dit was de verbinding door de polder met het dorp Sloten. Rondom de beide overhalen ontstond vanaf de 16e eeuw een buurtschap met herbergen en ambachtsbedrijven, de Overtoomse Buurt. Een groot deel hiervan is in de 20e eeuw verdwenen voor stadsuitbreidingen. Nog enkele oude huizen van de buurtschap zijn er overgebleven, waaronder het Aalsmeerder Veerhuis of de ‘Bonte Os’ uit 1634, waar vroeger de veerdiensten naar Aalsmeer en verder vertrokken. Aan de oostzijde van de Schinkel lag een tweede buurtschap, op het grondgebied van Nieuwer-Amstel (na 1896 Amsterdam). Dit was de Dubbele Buurt aan de Amstelveenseweg, zo genoemd omdat hier bebouwing aan beide zijden van de weg was.

De overhaal tussen de Kostverlorenvaart en Schinkel werd in 1809 vervangen door een schutsluis, de Overtoomse Sluis, waardoor er nu doorgaand scheepvaartverkeer mogelijk werd. Deze sluis werd in 1942 vervangen door de Nieuwe Meersluis, waarna de oude sluis werd gesloopt.

Postjeskade 63-71 (links, v.l.n.r.) en de Postjeswetering. Gezien vanaf vaste brug 231 in de Hoofdweg naar de boerderijen en tuinderijen in de Sloterpolder; 17 mei 1924.

In het poldergebied ten westen van de Overtoomse Buurt kwam in de 18e en 19e eeuw steeds meer tuinbouwbedrijven (warmoezerijen) die de stad Amsterdam van groenten voorzagen. Het deel van de polder met tuinderijen werd ook wel Overtoomse Polder of Overtoomse Veld genoemd. De latere Tuinstad Overtoomse Veld, die deels is gebouwd op de grond van vroegere tuinderijen, is hiernaar vernoemd. Ook een groot deel van de buurten langs de Hoofdweg en Postjesweg is gebouwd op de plek van vroegere tuinderijen.

Een brugje over de Slotervaart in de Sloterpolder, gezien in noordwestelijke richting; circa 1907.

Vervoer over water
In de Sloterpolder waren (bijna) geen wegen, al het vervoer ging per schuit over het water. Langs de Kostverlorenwetering was er op twee plaatsen een handbediende overhaal waar de bootjes het hoogteverschil van 1,70 m met het boezempeil van Amstelland konden overbruggen, deze waren bij de buurtschap De Baarsjes en bij de Overtoomse Buurt. In 1916 werden zij vervangen door een elektrische scheepslift bij de Postjeswetering. Deze lag naast de Vierde Ambachtsschool (sinds 2007 ‘Het Sieraad’). In 1952 werd de installatie verplaatst naar de hoek in de Postjeswetering bij het huidige Rembrandtpark. In 1959 werd de scheepslift gesloopt, toen de laatste tuinders uit deze omgeving waren vertrokken. Een soortgelijke scheepslift uit 1924 bestaat nog bij Broekerhaven in West-Friesland.

Hoofdweg 131 (rechts) hoek Postjeskade met vaste brug 231 over de Postjeswetering in wintertooi met op de achtergrond de tuinderijen van de Sloterpolder; 1925.

Plan West en het Algemeen Uitbreidings Plan (AUP)
De agrarische Sloterpolder verdween vanaf het einde van de 19e eeuw, toen door de gemeente Amsterdam de Spaarndammerbuurt en Staatsliedenbuurt werden aangelegd, de jaren twintig toen Plan West verrees na de annexatie van de gemeente Sloten door Amsterdam in 1921, en de jaren vijftig van de 20e eeuw toen het bijna het gehele resterende deel als onderdeel van het Algemeen Uitbreidings Plan onder het zand voor de Westelijke Tuinsteden verdween. Deze stadsuitbreiding werd met een twee meter dikke zandlaag opgehoogd, dit is minder dan de voordien gebruikelijke vier meter dikke zandlaag, waarmee de wijken van voor 1940 werden opgehoogd. De Westelijke Tuinsteden liggen dan ook twee meter lager dan de oudere stadswijken en ook het waterpeil is 1,70 meter lager.

Het Akergemaal van de Westelijke Tuinsteden, gelegen bij het dorp Sloten, tussen de Osdorperweg en de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Ten noordoosten van het zwembad in de Middelveldsche Akerpolder; juni 1953.

Akergemaal
Sinds 1952 zorgt het Akergemaal voor bemaling van het nog steeds op polderniveau gelegen gebied van de Sloterpolder. Sinds 1991 heeft ook de Molen van Sloten een taak in de bemaling van de Westelijke Tuinsteden, inclusief de Sloterplas en aansluitende wateren. Het waterpeil ligt op 2,10 m onder NAP, dat is een verschil van 1,70 meter met het peil van de Amsterdamse boezem.

Het land ten westen van de Kostverlorenvaart behoorde sinds de 16e eeuw tot het Hoogheemraadschap van Rijnland. Sinds 2003 staat het onder bestuur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV), maar watert nog steeds gedeeltelijk uit op de Ringvaart van de Haarlemmermeer, boezem van Rijnland.

Een winterlandschap in de Sloterpolder langs de Sloterweg; circa 1910.

Polder Begraafplaats Vredenhof
In 1895 werd langs de Haarlemmerweg een terrein met duinzand opgehoogd voor de Begraafplaats Vredenhof. Deze werd in gebruik genomen in 1897. Toen in 1931 het Westelijk Marktkanaal (Stadsboezem 0,40 m onder NAP) werd aangelegd en de omgeving in de Sloterpolder werd opgehoogd t.b.v. de westelijke stadsuitbreidingen, werd het terrein van de begraafplaats hier buiten gelaten. Het werd zo een apart poldertje tussen de opgehoogde omgeving. Het water bleef op polderniveau en werd uitgepompt op de Haarlemmervaart. De oppervlakte bedraagt ongeveer 5,5 ha. Het peil in de randsloot wordt gehandhaafd op ongeveer 1,80 m onder NAP. Sedert de afsplitsing van de Sloterbinnen- en Middelveldsche gecombineerde polders heeft het beheer van dit poldertje berust bij de gemeente Amsterdam.

De Sloterdijkermeerpolder voordat deze werd vergraven tot Sloterplas. De boerderij ‘Meerzorg’ op de Sloterdijkermeerweg 187, gezien in noordoostelijke richting. Rechts staan nog koeien in de wei; september 1947.

Sloterdijkermeerpolder
De Sloterdijkermeerpolder was een droogmakerij ontstaan na het droogleggen van de Slootermeer in 1644. Dit meer, dat in de zomer regelmatig droog lag, was gelegen tussen Sloten en Sloterdijk. Het was een relatief smal maar langgerekt meer dat was ontstaan door de afkalving van de oevers van de Sloot die het Slootermeer met het IJ verbond. Het meer was visrijk en de opbrengsten daarvan kwamen sinds 1479 ten goede aan de Petruskerk in het dorp Sloterdijk. Na de droogmaking ontving de kerk tot in de 20e eeuw pachtgelden uit de polder.

De Sloterdijkermeerpolder voordat deze werd vergraven tot Sloterplas. Een man loopt met twee paarden aan de hand over de Sloterdijkermeerweg; juli 1947.

Het was een kleine polder van circa 111 ha die als onderbemaling met een windmolen werd bemalen. De pachters van de grond waren verplicht jaarlijks een uitkering aan de kerk van Sloterdijk te geven. Tussen 1647 en 1726 liep de polder door dijkdoorbraken nog zes maal onder, maar werd steeds weer drooggemalen. 

De Sloterdijkermeerpolder werd geheel omsloten door de Sloterpolder. Het waterpeil lag er ruim twee meter lager: op 4,44 m onder NAP.

De Sloterdijkermeerpolder wordt vergraven tot Sloterplas. De molenstomp is de ‘Witte Molen’ die tot 1929 de Sloterdijkermeerpolder bemaalde en werd afgebroken in 1954. Links het gemaal. Hier kwam de Jan Evertsenstraat bij de latere Rotonde Oostoever; april 1954.

In deze polder lag in het midden één polderweg, de Sloterdijkermeerweg. Deze weg verbond de polder tevens met de dorpen Sloterdijk en Sloten. Er waren twee boerderijen: in het noordoosten de boerderij ‘Meerzorg’, in het zuidwesten was er op de hoek met de Malleweg naar de Uitweg een naamloze boerderij.

Luchtfoto van het graven van de Sloterplas in de Sloterdijkermeerpolder, gezien in noordelijke richting. Links de Uitweg met boerderijen. Rechts boven de Sloterdijkermeerweg; 28 oktober 1948.

Tussen 1948 en 1956 werd de polder vergraven tot Sloterplas. Onder de veen- en kleilagen ligt in de diepte een pleistocene zandlaag, daterend uit een der ijstijden. Het vrijgekomen zand werd gebruikt voor de ophoging van de Westelijke Tuinsteden in Amsterdam. Met name Slotermeer, Geuzenveld en Slotervaart liggen op zand uit de Sloterplas, die tot 30 meter diep is.

Niet de gehele voormalige Slootermeer is tot Sloterplas vergraven. Het noordelijke gedeelte van het oude meertje is opgehoogd met zand en vervolgens bebouwd (omgeving Burgemeester van de Pollstraat), daarentegen is een strook aan de westzijde die niet tot het voormalige meer behoorde, waar nu het Sloterparkbad ligt, wel vergraven, waardoor de Sloterplas breder maar minder langgerekt is dan de vroegere Slootermeer.

Erik Swierstra, maart 2023.
Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp

De (meeste) foto’s en kaarten zijn afkomstig uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.

Literatuur
* De Molens van Amsterdam in oude Ansichten, deel 3; Auteur: J.H. van den Hoek Ostende; Uitgave: Europese Bibliotheek, Zaltbommel; 1983 / 2001 – ISBN 90-288-2466-9
* Ruim Zicht, Boerderijen onder het zand van Amsterdam Nieuw-West, Auteur: Marja van der Veldt; Uitgave: Stichting Uitgeverij Noord-Holland; 2003 – ISBN 90-7-1123-65-0
* Sloterpolder in tekst en beeld – De groentetuin van Amsterdam, periode 1920-1960; Uitgave: 2004 – ISBN 90-808355-1-X
* Bos en Lommer en De Baarsjes. De geschiedenis van Amsterdam-West. Auteur: Ton Heijdra. Uitgeverij René de Milliano; 2004 – ISBN 90-72810-45-7
* Amsterdam Nieuw-West. De geschiedenis van de Westelijke Tuinsteden. Auteur: Ton Heijdra. Uitgeverij René de Milliano; 2010 – ISBN 978-9072810-588
* Minerva in de polder – Waterstaat en techniek in het Hoogheemraadschap van Rijnland 1500-1865. Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2007.