Nu het ooievaar-stel op de nestpaal in het Weilandje voor de derde keer serieus aan het broeden is geslagen, is het misschien aardig om nog eens te herinneren aan de lange geschiedenis van de ooievaars in Sloten.
Veel Slotenaren kennen wel de tekening die Rembrandt omstreeks 1645 maakte van de Sloterkerk, op een van zijn vele tochten rond Amsterdam. De tekening is onder meer te vinden in de boekjes ‘Rembrandt in Sloten’ en ‘De Sloterkerk, een eeuwenoud verhaal’ van Bert Stilma.
Op het kerkdak tekende Rembrandt een – op het oog niet bewoond – ooievaarsnest. Minder bekend is dat de kerk is in diezelfde jaren ook verschillende keren is vastgelegd door Rembrandts goede vriend (en mogelijk leerling) Roeland Roghman. Halverwege de Gouden Eeuw was Roghman een veel gevraagd tekenaar en graveur. Hij vereeuwigde ook de banpaal langs de nog landelijke Sloterweg. Roghmans oorspronkelijke tekeningen zijn niet bewaard gebleven. Wel de etsen en gravures die door hemzelf en anderen naar zijn tekeningen gemaakt zijn.
Roelands zuster Geertruid Roghman maakte de hier afgebeelde gravure is zo’n 370 jaar geleden, naar een tekening van haar broer. Net als op Rembrandts schets zie je het kerkgebouw omgeven door half ingestorte muren. Het is de ruïne van de veel grotere, middeleeuwse Sloterkerk. Die was in 1573, aan het begin van de Tachtigjarige oorlog, door de geuzen verwoest.
Het ooievaarsnest is op deze gravure wel bewoond. Goed is te zien dat het geen eigen bouwsel van de ooievaars kan zijn. Het heeft nog het meeste weg van een houten kribbe die men schrijlings op de punt van het zadeldak heeft geplaatst. Als lentebode en brenger van geluk en nieuw leven was de ooievaar ook toen al een gast die men in dorpen en op boerderijen graag binnen haalde.
Het nest op het dak zie je terug op vrijwel alle tekeningen die de volgende twee eeuwen van de Sloterkerk zijn gemaakt. Zoals ook op de tweede, gekleurde gravure uit ca. 1840. Nestelende ooievaars brengen niet alleen geluk, ze brengen ook een hoop rommel, ongedierte en viezigheid mee. Toen in 1860-1861 de huidige kerk werd gebouwd, heeft men zich mogelijk twee keer bedacht alvorens weer een nest op het maagdelijk nieuwe dak te plaatsen. Het komt in ieder geval op latere afbeeldingen niet meer voor.
Ooievaarsnesten op kerkdaken zie je nog bij de vleet in de dorpen van Centraal Spanje en Portugal. De huidige nestpalen in het Weilandje moet je maar zien als praktisch compromis. Met het broedende ooievaarspaar is in ieder geval een eeuwenoude traditie in Sloten hersteld.
Carly Misset
Verantwoording beeld:
De gravure van Geertruid Roghman komt uit eigen collectie. De ingekleurde ets (kunstenaar onbekend, naar Jan Bulthuis 1786) is afkomstig uit de Provinciale Atlas/Noord-Hollands Archief in Haarlem (rechtenvrij te reproduceren).