Jan Kars uit Oud Osdorp had al een straat. Niet in Amsterdam, wel in het Zeeuws-Vlaamse Oostburg.
Maar er stond niet bij wie hij was en dat hij was gesneuveld. Sinds januari 2020 is dat in orde. Hij heeft een nieuw straatnaambordje met verklarende tekst. Wat was er ook al weer met Jan gebeurd?
Foto: Pim Ligtvoet (Oostburg; 31 januari 2020)
Marechaussee en verzetsman
Osdorper Jan Kars ging aan het begin van de oorlog als jonge marechaussee naar Zeeuws-Vlaanderen. In 1943 werd hij aangesteld in Oostburg. Jan werkt samen met het verzet en vervult in augustus 1944 een sleutelrol als knokploeg De Vos het distributiekantoor van het stadje overvalt. Hij krijgt daarna een leidende rol in het verzet, terwijl hij direct moet onderduiken. Als Oostburg kort daarna in de frontlinie komt te liggen vlucht hij met andere burgers naar de hofstede van verzetsman De Bruijne bij Waterlandkerkje. Er zijn ongeveer 70 vluchtelingen op de boerderij.
Op 20 oktober 1944 besluit Jan met Marien de Bruijne en de bekende verzetsvrouw Francine de Zeeuw door de linies te gaan om de geallieerden te waarschuwen. De boerderij ligt in het gevechtsterrein en mag niet gebombardeerd worden. Onderweg wordt Jan door een granaat dodelijk getroffen, Marien en Francine blijven in leven. Deze geschiedenis is nu, 75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, kort samengevat op het nieuwe straatnaambordje te vinden. ‘Jan Karsstraat. Jan Kars (1919-1944), marechaussee en verzetsman te Oostburg. Gesneuveld in Waterlandkerkje’.
Foto: Nico Peterse; 31 januari 2020.
Symposium
Het Comité 4 mei, ondersteund door de gemeente Sluis, deed nog meer. Het organiseerde op 31 januari 2020 een symposium over het verzet in West-Zeeuws-Vlaanderen. Voorzitter Nico Peterse opende de druk bezochte bijeenkomst. Hierna sprak burgemeester Marga Vermue onder andere over de oorlogservaringen van haar familie. De jonge gemeentearchivaris Geert Stroo ging vervolgens in op de vele vormen van verzet in het gebied dat sinds 2003 de gemeente Sluis vormt. Hij was met zijn onderzoek begonnen, toen in 2015 bleek dat er op mijn vraag naar gegevens over Jan Kars nog veel over de oorlogstijd in de archieven te vinden was.
Na mijn powerpoint-presentatie over Kars (zie boven voor de grote lijn) sloot het theaterduo Ferini de bijeenkomst af. De voorstelling eindigde met een symbolische onthulling van straatnaambordjes voor Jan Kars en zijn mede-marechaussee Leendert Serier. Twee vertegenwoordigers van de marechaussee werden uitgenodigd hun bordjes tussen de namen van andere helden en heldinnen te planten.
Het Wodka-Lied van Jan Kars. Bron: Wim Eggermont, Breskens.
Boek
Op het symposium was ook een indrukwekkend boek te krijgen, De Ketens Verbroken (André Bauwens & Geert Stroo, Aardenburg 2019, 472 blz.). Het bevat foto’s, dagboeken, documenten en studies over wat er in 1940-1945 in de zestien stadjes en dorpen van West Zeeuws-Vlaanderen gebeurde. Daaronder de opvang van christelijk-joodse vluchtelingen in Sluis, de acties van verzetsgroepen, burgemeesters in oorlogstijd en de geallieerde operatie ‘Switchback’ om de monding van de Westerschelde van Duitsers te bevrijden, die tot enorme verwoestingen leidde en het leven kostte aan vele honderden burgers, waaronder aan Jan Kars.
Wat het boek, begrijpelijk, niet haalde is een document van Zwemvereniging Scheldestroom uit Breskens, het ‘Wodka-lied’. De club schrijft dit aan Jan Kars toe. En inderdaad, Jan deed in 1941 dienst bij de passencontrole van het veer Breskens – Vlissingen. Hij zou zijn vrije uurtjes in het zwembad hebben doorgebracht en het poloteam hebben toegejuicht met ‘wodka hoi!’
Pim Ligtvoet, Amsterdam; april 2020.